eerstgenoemde plaats trof de bliksem de torenklok, en deed haar van een splijtenook werd daar een brievenbesteller op de straat nedergeworpen maar gelukkig zonder nadeelige gevolgen. De mast van liet schip Neptunus is door den bliksem van een gespleten en verbrijzeld. De Luitenant Colonel Napier en 6 andere Hoofdofficieren hebben liet be vel ontvangen naar de Kaap de Goede floop te vertrekken, aan boord van den stoomer The Inflexible, die troepen naar die kolonie gaat overvoeren. Binnen kort vertrekken van hier de nieuwe stoomschepen bestemd voor de dienst tusschen China en Ceylon. Het zijn twee groote van ijzer te zamen- gestelde schepen van 1,200 tonnen en 400 paardekrachten. Het inwendige is voor het tropisch klimaat ingerigten zal eene merkbare verbetering ople verenin vergelijk met de tegenwoordige inrigting aan boord van de op die linie thans tijdelijk werkende stoomschepen, ofschoon men aan deze de eer niet ontzeggen kan van de linie geopend en de reizen tot dus ver voorbeelde loos snel volbragt te hebbenzelfs toen de mousson het hevigst tegen was en andere stoomschepen verpligt waren terug te keeren. Zaturdag avond 11. is alhier in den Zoölogischen tuin een leeuw geboren. HÜ bevindt zich zeer wel. Men vreest nogtans dat hij niet in het leven zal blijven, omdat zijne moeder geene melk heeft. Men heeft hem versche melk gegeven. De Heer Tyler stelt voor den jongen leeuw tot voedster te geven eene New-Foundland-honddie juist jongen geworpen heeft. Reeds heeft men een dergelijk hulpmiddel bij gelijke omstandigheden met den besten uitslag bekroond gezien. De Protcstantsche Bisschop van Kildare is 11. Maandag te Glassnevin, nabij Dublin in den ouderdom van 90 jaren overleden. De zetel van Kildare is een der tien, welke volgens de bepalingen van de wet van Lord Stanley, na het overlijden van derzelver bekleeders, vervallen zijn. In den laten avond van den iiea dezer is een groot gedeelte van den linkervleugel der Koninklijke Beurs te Dublin door een brand vernield denkelijk door onvoorzigtigheid van loodgieters. De schade wordt op meer of min 1800 begroot. FRANKRIJK. PARIJS, 9 Augustus. Het Journal des Déhats geeft het volgende verslag omtrent den afloop der verkiezingenmet uitzondering van die der beide Corsicaansche departemen ten die tegen heden zijn opgeroepen Van de 457 verkiezingen, behooren 289 tot de behoudende partij en 168 tot de oppositie. In het geheel telt de nieuwe Kamer alsnu 110 nieuwe afgevaardigden. 82 behooren tot de behoudenden34 daarvan zijn benoemd geworden ter vervanging van vroegeren van die partij en 48 ter vervanging van leden van de oppositie 28 behooren tot de oppositie, waarvan 9 ter vervanging van vroegeren van die partij en 19 ter vervanging van voorstanders van het behoud. De behoudende partij telt eene dubbele verkiezing en de oppositie vier. De behoudende partij wint 49 benoemingen en verliest er 23. De eindelijke uitkomst geeft alzoo aan de behoudende partij, boven de vroe gere meerderheidnog 26 benoemingen meerder dan de oppositie." De ontvangsten van den Noorder-spoorweg, die ten gevolge van het on geluk van den 8sten Julij zoo zeer waren ten achteren gegaan, begonnen zich weder te herstellen. De Graaf S'. Marie berekent in zijn werk: Algiers in 1845, de slagtoffers waarmede Frankrijk de beschaving zijner Afrikaansche verovering gekocht heeft, op de volgende wijze: Volgens zeer naauwkeurige statistieke opga ven welke mij zijn medegedeeld gewordenvind ikdat sedert 15 jaren het gemiddeld aantal Franschendie in Algcrië door ziekten of vijandelijke kogels sterven, dagelijks 100 bedraagt. Dit geeft een jaarlijksch verlies van 36,500 man; dus moet Frankrijk gedurende dien 15jarigen krijg 547,500 man verloren hebben. Het geldelijk offer bedraagt jaarlijks bij de 5 mill, fr, voor het leger als toelage voor de gewone soldij, welke de troepen in Frankrijk zouden ontvangen 2 mill, voor de vloot2 mill, voor burgerlijke beambten en geestelijken1 mill, voor het geheime fondsgeschenken en verliezen dus in het geheel 10 mill, jaarlijks of 150 mill, gedurende den gelieelen duur der bezetting. Dit is nog niet alles, want men moet ook de 546,500 ge storvenen nog berekenen. Elke man, die in Algiers sterft, kan niet minder dan 274 fr. gekost hebben en men mag dus aannemen dat de som van 150 mill, niet het vierde gedeelte der werkelijke kosten voorstelt. Abd el-Kader is weder in Marokko teruggekeerd en geeft zich veel moeite om een' nieuwen opstand te bewerken; hij overstroomt daartoe ook de grens- stammen met zijne proclamatiën. De Generaal Cavaignac is echter op zijne hoede en houdt zich gereed, elke poging tot wanorde te onderdrukken, flij heeft zijne troepen daarom langs de grenzen ingedeeld. BELGIE. BRUSSEL 9 Augustus. Morgen komt de Kamer bijeen, en wacht men reeds bet verslag ten aanzien van het tractaat. De Commissie bestaat uit opposanten, en desniettegen staande ziet inen een gunstig rapport te gemoet. In Luik niet alleen, maar ook in Antwerpen en Gend verlangt men de aanneming. Intusschen verwacht men, dat de Heer Osy zich tegen het tractaat zal verklaren, omdat hij den bevoorregten uitvoer van 4000 lasten producten van Java, legen verminderd regt, onder Belgische vlag, geenszins als voldoende aanmerkt, in tegenover stelling der verleende gunsten. De fleer Dumorlier zal zichzoo men verze kert, ter zake der visschcrijenonthouden van de stemming. Men laat echter niet onopgemerkt dat de doorvoer van viseh of slagtvee naar Duitschland en Frankrijk verboden blijft. Voor het dubbel spoor, en andere werkzaamheden op de ijzerbanen worden 3,700,000 fr. verlangd. ITALIE'S TEGENWOORDIGE STAATKUNDIGE TOESTAND. De Christen volken kunnen kwijnen maar niet sterven." Deze uitspraak van Vincenzo Gioberti vindt welligt op geen natie beter toepassing dan op de ltaliaansche. Zij is ziek, dat is niet te ontkennen, maar beeft nog zoo veel levenskracht, dat zij het kwaad zal overwinnen. Twee partijen staan nu echter tegen elkander, elkander beschuldigende van de oorzaak van het kwaad te zijn, en beiden in de middelen tot verbetering elkander lijnrcgt tegen werkende. Carlo Botta noemde de Fransclie omwenteling een groot ongeluk voor Italië. Niet dat zij haar goeds niet heeft gehad die zondvloed nam veel kwaads in zijn stroom mede; maar zij stoorde den natuurlijken voortgang der ontwikke ling, bragt er vreemde heerschappij in. scheurde het land in deelen zonder geschiedkundigen grond, verstoorde inenigen goeden toestand en liet eerien verwarden staat van zaken achter met opgewekte driften, staatkundige droo- men en vele zaden van ontevredenheid en aanstaande omkeering. De koude eigenbatige wijs waarop Bonaparte Italië behandeldekon geen andere vruchten dragen. Toen in December 1801 op eene vergadering te Lyon 450 Italianen te zamen waren gekomen, zride Melzi van Milaan dat Noorder-Italië onder bet huis van Savoye tot een' staat moest worden ver- ecnigd. Meizij beweerde dat het evenwigt der Europesche Staten dit vorderde. Bonaparte lachlte versmadend en zeidc, wie spreekt hier van evenwigt Melzi stond een oogenblik en antwoordde: lk dwaalde, ik had van overwigt moetin spreken, en in Januarij kwam de Cisalpynsehe republiek tot stand, onder bescherming van Bonaparte; tot hij in 1805 Italië tot een Koningrijk ver hief, dat eigentlijk een deel van Frankrijk uitmaakte. Toen van 1815 tot 1830 de Souvrreinen van Europa de oude vormen herstelden, meenden zij den omwentelingsgcest aan banden te hebben gelegd, inaar dwaalden. In 1816 verbreidden zich de geheime gezelschappen van vrijmetselaren en Carbo nari, de laatste namen zeer toe. Er heerschte hier en daar veel misnoegen, dikwijls ongegrond. De Napelsche regering onder Medici en Tommasi deed veel om nijverheid handel en vooruitgang te bevorderen ook de bloei der geldmiddelen sprak gunstig voor haar. Gonsalvo's beheer heelde in den Ker kdijken Staat vele wonden cn leidc billijkheid en matiging aan den dag. Ferdinand III regeerde met zijnen Minister Fossomhroni, met wijsheid en de Sardinische Stalen en het Lombardysch Venetiaansch Koningrijk gingen dage lijks vooruit in inwendige organisatie, en de verstandigen zelfs onder de vrienden der Franschen begonnen vrede met dien toestand te krijgen. Het kwam echter niet tot ware rust, hier cn daar wekten regeringsmaatregelen misnoegen, dat door geheime aanstoking werd verhoogd. In Julij 1820 brak de opstand te Napels uit en in 1821 te Picmont. De eerste duurde negen maanden, de andere dertig dagen. De gevolgen waren droevig. In Napels talrijke verbanningen, waaronder van mannen wier verwijdering een waar verlies voor het land wasOntbin ding van hel leger, vorming van een nieuw ondermijning der geldmidde len gezonken credietRothschildsche 5 pCts. leeningen tegen 86 en 71 ten honderd berekend; scherpe policie tegen boeken en couranten; achterdocht en beschuldiging; wraakzucht; dat waren de gevolgen van die omwenteling, onder welke de Napolitanen tot in de laatste jaren hebben geleden. Niet zoo slecht ging het te Picmont; nogtans hadden ook hier vele ver banningen plaats. De universiteiten van Turin en Genua werden gesloten. Ook de geldmiddelen leden veel. Het amnestie-decreet van Koning Karei Felix beteekende weinig meer door al te talrijke uitzonderingen. Zoo was de droom der staatsregeling over Italië ten onder gebragt. De spoedige onderdrukking hield de overige Staten in rusthoewel het er in den Kerkelijken Staat slecht genoeg uitzag. De Carbonarische en vrijmetselaars partijen woelden voort evenwel bleef het doorgaans, met uitzondering van eenige voorbijgaande onlusten, stil. In 1827 ruimden de Oostenrijksche bezetting Napels; de staatsschuld, die an derhalf millioen ducaten aan renten had bedragen vóór de omwenteling, was tot over do vijf millioen gestegen. In 1828 Wérd een gewapende opstand in de provincie Salerno ter zake van verhoogde belastingen, onderdrukt, en zoo bleef het tot 1830 vrij rustig. De Julij omwenteling wierp op nieuw vonken in het smeulend vuur. De opstand brak het eerst uit te Modena, den 2llf" Februarij 1831 toen Grcgorius XVI den Pauselijken zetel beklom. De Her tog nam de vlugt; Bologna, gansch Romagna en weldra ook Parma raakten in opstand; Oostenrijk onderdrukte denzelven spoedig, doch op het einde des jaars brak die op nieuw uit, waarop het land in het begin van 1832 met geweld door de Oostenrijkers bezet werden Ancona den 24stcn Februarij door de Franschen werd bernagtigd. Omstreeks dezen tijd stichtte Joseph Mazzini te Marseille het jonge Italië, een spruit van het carhonarismusen trachtte door zendelingen, bijeenkom sten en geschriften het vuur op nieuw aan te blazen, terwijl het dolzinnigste en godslasterlijk tuig onder den naam van vaderlanders doorging. In 1834 deed deze partij uit Zwitserland een inval in Savoye, met een' Poolschcn Ge neraal aan het hoofd en Mazzini als aanstaand Voorzitter van Italië aan den staart. In 36 uren was deze onderneming, wier grootste heldendaad bestond in het rooven van de tolkasten einde geloopen. Mazzini ging naar Maltha, in 1838 ontruimden de vreemde troepen den Kerkelijken Staat. Nu bleef het 5 jaren stil. In 1844 bragt de poging der gebroeders Bandeiro. om in Cala-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1846 | | pagina 3