Lecointe, voltrokken, hem van zijne misdaad niet teruggehouden. Hij heeft voorts gezegd dal men aan zijn huis eene door hem zeiven opgestelde levens beschrijving van zijnen persoon vinden zou. Werkelijk moet men daar zulk een geschrift van 120 bladzijden, dat echter tamelijk onheteekenend is, heb ben gevonden. Nog heeft men daar zich meester gemaakt van eene nota van zijne band, op den dag van den aanslag geschreven, waaromtrent hij gewei gerd beeft inlichtingen te geven. Ook omtrent ccnige andere tot zijne euvel daad betrekkelijke punten heeft hij geweigerd te antwoorden. De opbrengst van de spoorwegen heeft in Junij van dit jaar 105,000 fr. meer opgebragt, dan in diezelfde maand in 1845, hetgeen men vooral moet toeschrijven aan het vermeerderd vervoer van koopwarende geheele ontvangst bedroeg 1,200,000 fr. Ondertusschen worden de onkosten voor het onderhoud dier wegen al meer en meer kostbaar. De leden van de Kamer der Pairs zijn tegen den 7icn dezer bjeengcroepen om als geregtshof in deze zaak te vergaderen. BRUSSEL, 3 Augustus. De Kamer van Vertegenwoordigers is tegen den G'lcn bijeengeroepen. In de Luxcmburgsche gemeente Soy heeft men eene zinkinijn ontdekt, die uitmuntend metaal oplevert; men is daarom voornemens die te ontginnen. Zie hier nog eene anecdoot, welke by de laetste wedrennen te Brussel heeft plaats gehad: Ecnen jockey, die den 23." July te Brussel een der beste paer- den moest berydenop welk men veel rekende om den grooten prys te win nen, was maer den 21." uyt Londen aengekomen. Den jockey had in En geland veel roasbeef geëten en was vet geworden hy had een gewigt van 100 ponden gekregen en mogt er maer 92 wegen. Men moest hem dus vermageren en men gcbruykte het volgende middelIn den avond van den dag zyner aankomstdeed men hem de maeg vol Epsom-zout steken men deed hem tien baeyen lyfrokken op eikanderen aen men wentelde hem boven dien in talryke dikke wollen sargiën, en in deze, moest hy zesmael, te voet de Boelevards rondloopen. Om twee ure des morgends kwam hy t'huys, en men legde hem voor een groot vuer, men draeyde hem gedurig, even eens, als of men hem aen het spit wilde braden. Met zweet borst hem larigs alle kanten uyt, en liep van alle zyne ledematen. Nu nam men eenen paerdenborstel en begon men te wryven en dan weder te heetcn. Nadat dit martelen twaelf uren geduurd had, deed den Engelschman zynen jockey in de schael leggen, en den ongclukkigen woog maer 86 ponden meer, zoo dat men hem heeft moe ten belasten. De Ministers zyn voornemens deze proef in liet groot werk stellig te maken. AntwJSieuivsbl.) STA ES* BERIC1TE1. In de maand Julij 1846, zijn binnen de Stad Leyden overleden 116 per sonen, als: 13 Mannen, 21 Vrouwen, 47 Zoons en 35 Dochters, levenloos aangegeven 3. In diezelfde Maand zijn aldaar geboren 89 kinderenals42 Zoons en 47 Dochters. Waarbij 1 paren tweelingen. KENNISGEVING. BURGEMEESTER en 4VETIIOUDERS der Stad LEYDENgelet heb bende op het 2dc en 3<le Hoofdstuk van het Reglement voor het Bestuur dezer Stad, gearresteerd bij Zijner Majesteits besluit, van den 4 Januari] 1824, n°. 108, alsmede op de dispositie van II. II. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van den 8. Januarij 1830, waarbij is medegedeeld 's Konings besluit, van den 24. December 1829, n». 123, houdende bepalingen omtrent de jaarlijksche vervulling der buitengewone vacatures in de Kies-Kollegiën brengen bij dezen ter kennis van derzclver ingezetenendatten einde bet Kies-Kollegie op den 30. September aanstaandevoor de daarin veroorzaakt, buitengewone vacatures, weder aan te vullen, op den 31 Augustus aan staande, aan de stemgcregtigdenbiljetten ter invulling zullen worden rond; gezonden benevens eene naamlijst der personendie de vereischten bezitten om tot kiezers te kunnen worden benoemd; welke stembiljetten, na behoorlijk te zijn ingevuld, eigenhandig ge teekend en gesloten, op den dag na de rond zending, van wege dit Kollegie, door de Stads boden, aan de huizen zullen worden opgehaald in eene geslotene kist; terwijl degecnwelke zijn biljet niet gereed ter afgifte zal hebben, gehouden wordt ditmaal te hebben afgezien ven de uitoefening van zijn stemregt. Dat gemelde naamlijstzoow el als die der stemgeregtigdenvan heden tot den 15. Augustus aanslaande, de Zondagen uitgezonderd, 's morgens van 10 tot 1 uur, ter visie van bet publiek zal liggen ter Secretarie dezer Stad. ten einde aan een' ieder, welke verineenen mogt ten onregte daarvan te zijn afgelaten, gelegenheid tot doleantie te geven, en alzoo zijn naam nog op de zelve, of op eene van beide zoude kunnen worden geplaatst; doch welke lijs- len op den gemelden 15 Augustus finaal zullen worden gesloten. En opdat niemand onwelend zoude zijn, zoo van belgeen vercischt wordt om steingeregtigd te zijn, als om tot kiezer benoemd te worden, wordt bij dezen herinnerd aan de navolgende artikelen van het meergenoemd Reglement: Art. 2. Voor stemgeregtigden worden gehouden zij die ten minste gedu rende het laalstverloopene jaar ingezetenen der stad of van derzclver grondge bied geweest, en nog werkelijk op liet oogeiiblik zelve ingezetenen daarvan zijnde, den ouderdom van 23 jaren hebben vervuldjaarlijks in de verponding en verdere beschrevene Rijksmiddelen, buiten het palentregt, betalen niet beneden de zeven en twintig guldensaan de wettelijke verpligtingen aan gaande de Nationale Militie, naar aanleiding der Grondwet, op hen gelegd, tot op het oogenblik toe, hebben voldaan, en niet vallen in de termen van uilsluiting, hij het volgende artikel bepaald. Art. 3. Van de uitoefening van het stemregt zijn uitgesloten zij, die in dienst zijn, of pensioen genieten van eenige vreemde Mogendheid, buiten au torisatie des Konings; die zich in staat van gereglelijke interdictie bevinden, alsmede die, aan welke geregtelijk een raadsman is toegevoegd die in slaat van faillissement zijn; die cessie van hunne goederen gedaan hebben; die een crimineel vonnis hebben ondergaan, door gcene nadere uitspraak of beslissing krachteloos gemaakt; die ten tijde van stemopneming nog in staat van crimi nele beschuldiging zijn. Art. 4. In de b oordeeling der al ot niet bevoegdheid tot uitoefening van hel stemregt naar gelang der betaald wordende jaarlijksche som in de boven gemelde belastingen, zal alleen in aanmerking worden genomen het inontant waarop men in die belastingen is aangeslagen, onverschillig, of de goederen in de Stad zelve, of elders binnen het Rijk gelegen zijn, en of de daarvoor te betalene belasting al of niet in eene andere gemeente wordt voldaanzul lende echter diegenen welke derzclver belasting betaling in eene andere ge meente ten deze zullen willen doen gelden, verpligt zijn, om daarvan vooraf aan het Stedelijk Bestuur kennis te geven, en des gevorderd, aan dat Bestuur de bewijzen van die betaling te vertonnen. Art. 5. De belasting wegens panden, in compagnieschap bezeten, opgebragt wordende, zal aan ieder eigenaar vuor zijn aandeel worden toegerekend, mits de personen, welke daaruit hunrie steingcregtigdheid of bevoegdheid tot het Kiezerschap zouden willen ontleenenwerkelijk als mede-eigenaars van zoo danige ponden op de registers der Ontvangers van de directe belatingen be kend staan. Art. 6. Wat aangaat het bedrag van belastingen wegens verhuurd wor dende huizen of andere eigendommen, waarvoor de eigenaars zijn aangeslagen, doch door de huurders aan hen restitutie geschiedt, zal dit bedrag onder de opbrengt der eigenaren blijven als alleen daarvoor hij de Ontvangers bekend slaande. Art. 7. Zij welke gehuwd zijn, hetzij in gemeenschap van goederenof daar buiten, met vrouwen, die de bepaalde somme in de bovengemelde be lastingen opbrengen zullenofschoon ter zake van hunnen eigen aanslag niet bevoegd, niettemin ter uitoefening van het stemregt worden toegelaten, wanneer zij de overige vereischten in zich vereenigen; zoo als ook de vader van een minderjarig kind, hetwelk de bepaalde soinme in de belastingen op brengt, wanneer hij uit eigen aanslag niet reeds tot het stemregt mogt be voegd zijn, tot de uitoefening van hetzelve zal toegelaten worden, indien hij de overige vereischten bezit, hetgeen evenzeer het geval zal zijn ten opzigte van een' meerderjarigen zoon, of eenen der meerderjarige zoons van eene moeder-weduwe, welke zich in gelijk geval bevinden mogt. Art. 8. Zoodanige moeders-weduwen, welke verlangen zouden, dat die uitoefening geschiede, zullen verpligt zijn dengenen van derzclver zoons, door wien zij, bij voorkomende gelegenheden, de uitoefening tot weder opzeggings toe zouden hegeeren verrigt te hebben, aan het Stedelijk Bestuur kenbaar te maken, om daarvan de noodige aariteekening te kunnen houden tot narigt terwijl het voorschreven Bestuur de moeders-weduwen, voor zoo verre die aau hetzelve inogtcn bekend zijn, of door hetzelve ondersteld worden in de ter men te dezen te verkeeren, met de vorenstaande bepaling zal bekend maken. Art. 9. Het zal onverschillig zijn, of de opgegevene zoon gehuwd of onge huwd is, en al of niet, hij de moeder-weduwe inwone, mits hij den ouder dom van 23 jaren vervuld hebbe, en alle verdere vereischten (dat omtrent de belasting-betaling alleen uitgezonderd) in de stemgeregtigden gevorderd wor dendebezitte, voor zoo verre hij namelijk niet reeds uit eigen hoofde het stemregt uitoefent, daar er door eenen persoon niet meer dan eene stem kan worden uitgebragt. Art. 10. De zes voorgaande artikelen zijn ook tot de bevoegdheid, om tot het kiezerschap te worden benoemd toepasselijk behoudens de verdere ver eischten der kiezers, volgens de bepalingen van art. 23 van dit Reglement. Art. 20. Indien er, ter gelegenheid der stemming voor kiezers, ter ver vanging van het gewone aftredende een derde, ook tevens voor de vervulling van buitengewone vacatures in het Kiezers kollegie wordt gestemden er dus wordt gestemd voor een getal kiezers-plaatsen dat der gewone aftreding te bo vengaande, zullen de personen, ten getale als dc gewone vacatures bedragen, welke de meeste stemmen zullen hebben bekomen, beschouwd worden als ter vervulling der gewone vacatures te zijn benoemd, en diegenen welke op de zelve personen in betrekkelijke meerderheid van stemmen zullen volgen, ten golalle als de buitengewone vacatures bedragen worden beschouwd ter ver vulling dier buitengewone vacatures te zijn benoemd, met dien verstande, dat, wanneer de nog overgeblevene termijn van zitting van de gewezene kiezers door wier gemis de buitengewone vacatures zijn ontslaan, verschillend mogt zijn, alsdan diegeen der benoemden voor deze buitengewone vacatures, welke het eerst in voege vorengemcid de belrekkelijlie meerderheid zal hebben heko men, geacht zal worden verkozen te zijn ter vervulling van de buitengewone vacature, waaraan nog de langste termijn is verknocht, en zoo vervolgens bij afdaling. Art. 22. Een derde deel der kiezers zal om de drie jaren naar toerbeurten aftreden de aliredenden zijn ech ter weder verkiesbaar eriz. Art. 23. Niemand kan binnen de Stad kiezer zijn, tenzij hij den ouderdom van 25 jaren heeft vervuld, binnen het Rijk of dcszelfs Koloniën geboren is, of brieven van naturalisatie hekomen heeft, of wel bij wetduiding voor Neder lander gehouden wordt, binnen dc Stad stemgeregtigd is, èri' voor een inboor ling der Stad, of met eene burger-dochter gehuwd zijnde, gedurende dc laatste drie jaren, en voor een' inboorling van het Rijk of genaturaliseerden gedurende de laatste zes jaren, Siads ingezeten is geweest, (zonder dat echter afwezendheid ten gevolge van bedieningen door of van wege den Koning op gedragenin deze hinderlijk zal kunnen zijn) en voorts jaarlijks in de ver ponding en verdere beschrevene Rijksmiddelen, buiten het patentregt, op den voet der stemgeregtigden, betaalt eene som van ten minste honderd en vijf guldens. Tot Kiezers zullen daarenbuven niet kunnen worden benoemd zij, die van ecnig ambt, post of bediening door den Koning mogten zijn outzet, ofwel ontslagen, anders, dan met vermelding, dat zoodanig ontslag op hun ver zoek of honorabel is gegeven, zoo lang zij door den Koning van dc onbevoegd heid oin benoemd te worden, niet zullen zijn ontheven. Ook zal tot Kiezer niet kunnen benoemd worden hij die aan eenen reeds benoemden Kiezer in den eersten of tweeden graad van bloed verwantschapof zwagerschap bestaat. Twee personen, zich zoodanig bestaande, te gelijker tijd wordende benoemd, zal het lot tusschen hen beslissen; terwijl voorts de bepalingen van art. 45, 49 en 50, ook in deze zullen toepasselijk zijn. Art. 48. Voor aan elkander verzwagerden zullen te dezen opzigte niet gehouden worden zij, wier huisvrouwen elkander in een' der gemelde graden bestaan, enz.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1846 | | pagina 3