noemde, dat deze de stad liad verlaten zonder hem te betalen, en dat hij
in dezen edelman den gewaandcn Mullcntz herkende. Hierop is de Ridder
van fortuin in verzekerde bewaring genomen en kan in de gevangenis zitten
peinzen over de spreuk: In alle dingen, let op het einde.
Uit Gallicië ineldt men, dat de instructie nopens de oproerige bewegin
gen met veel gestrengheid en buitengewonen spoed voortgezet wordtmen
beeft den regters de striktste onpartijdigheid aanbevolen, en hun tevens aan
geschreven, om ten gunste der beschuldigden te beslissen, zoo dikwerf over
tuigende bewijzen van hun misdrijf mogten ontbreken. Deze regel geldt even
zeer voor de boeren als de adellijken. Overigens wordt de instructie telkens
door gebrek aan voortvlugtige getuigen gestremd, terwijl van den anderen
kant de vreeselijkste wandaden door dezelve aan den dag komen. Uit al de
daadzaken blijkt ten slottedat de meeste boeren verleid zijn geworden door
aanvoerders die tuk op moord en roof warenen dat die boerenin den loop
der gebeurtenissen, wezentlijke kannibalen zijn geworden. De grootste ge
strengheid zal alzoo tegen die aanvoerders der boeren worden toegepast.
ENGELAND.
LONDEN, 14 Jul ij.
In de waterbronnen rondom deze stad is in de laatste jaren eene steeds
toenemende daling van den waterstand waargenomen; door het aanleggen van
nieuwe bronnen neemt deze daling toe. Zoo was vóór 20 jaren in eene bron
•door Combe aangelegd het water slechts 70 voet van de oppervlakte verwij
derd, en thans reeds 120.
Door hevige regens is 11. Donderdag eene mijn bij Truro in weinige
oogenblikken overstroomd geworden, waardoor 43 menschen verdronken zijn.
Tot den houthandel met Noord-Amerika werden voorleden jaar gebezigd
2,080 schepen bemand met 29,190 koppen in 1841 bedroeg het getal sche
pen slechts 1,043 en dat der manschappen 22.890.
FRANKRIJK.
PARIJS, 14 Julij.
Bij besluit van den 10l,cn dezer heeft Z. M. aan den Ex-Generaal, Graaf
Montholon, die deel had genomen aan den aanslag van Lodewijk Napoleon
en daarom tot 20 jaren gevangenschap was veroordeeld, kwijtschelding van
den verderen straftijd geschonken.
De zaak der ontvlugting van genoemden Prins heeft dien dag voor de
■correctionnele regtbank van Peronne gediendde regtbank heeft den genees
heer Conncau tot 3, en den kamerdienaar van Lodewijk Napoleon, Thelin
bij verstek tot 0 maanden gevangenisstraf veroordeeld. De Gouverneur der
vesting Ham is vrijgesproken.
De begrooting voor de stad Parijs over 1847 bedraagt aan ontvangsten
en uitgaven eene som van 46,566,693 fr. De bevolking is thans bijna een
millioen en die van het departement der Seine 1,200,000.
De indruk door het ongeluk op den spoorweg teweeggehragt, is niet zoo
groot als men eerst had gemeend, daar het aantal reizigers weder even zoo
groot is als voor hetzelve plaats had de spoorweg-aandcelen zijn ook weder
tot hunnen vorigen koers geklommen.
BELGIE.
BRUSSEL, 14 Julij.
Nog wordt omtrent het ongeluk op den Parijschen spoorweg berigt, dat
alle rijtuigen, op drie na, uit het moeras zijn gehaald. Aangaande den
waggon, welke met recrulen gevuld was, verzekert de Presse op eene stel
lige wijze, dat deze niets dan pakgoederen bevatte, daar de jonge soldaten
in andere rijtuigen gezeten zijnde, aan de algemeene ramp zijn ontkomen en
met het overige van den trein Douai onverlet bereikt hebben. Het regtcrlijk
onderzoek wordt ijverig voortgezet. De trein welke van Parijs naar Brussel
doorgaat, eergisteren morgen ten 7 ure vertrokken, is ten 10 ure alhier aan
gekomen en bestond al weder uit 28 a 30 rijtuigen, als op den dag van de
ramp. Daar een groote trein altijd meer kans tot ongelukken heeftbegrijpt
men niet, waarom niet liever twee afzonderlijke treinen gebruikt worden, en
vooral waarom twee locomotiven voor één trein worden gespannenen de
administratie in dit gevaarlijke stelselondanks de afschrikkendste voorbeel
den, blijft volharden.
De Kamer van beschuldiging van het Geregtshof te Brussel heeft bij
eene den 13<len Julij gedane uitspraak den rijks-ingenieur de Ridder en den
aannemer Borguet naar het hof van assises der provincie verzonden. De be
schuldiging in deze zaak beperkt zich thans tot het feit, dat Borguet, de
Ridder als rijks-ambtenaar heeft omgekocht, door hein een percentsgewijs be
rekend aandeel in den aannemingsprijs der werken voor het aanleggen van den
tunnel van Comptieh toe te zeggenen dat de Ridder dit geld heeft aan
genomen.
STADS BERIGTEN.
SCIIVTTEIIIJ.
PUBLICATIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad LEYDEN, brengen bij
deze ter kennis van de belanghebbenden, dat de Commissie, volgens art. 15
der wet op de Schutterijenvan den ll<i«a April 1827, benoemd tot het
onderzoeken van, en beslissen omtrent de redenen van vrijstelling en uitslui
ting, zal vaceren op het Raadhuis dezer Slad, op Donderdag den 23stcn
Julij aanstaande's namiddags ten 5 ure; en worden diensvolgens op
geroepen
1°. Al de zoodanigen, welke aan de loting van dit jaar deel genomen hebben;
2". Degenen, die sedert de vorige inschrijving alhier zijn komen wonen,
en geboren zijn in de jaren 1812 tot 1820 ingesloten
3". Zijdie ambtshalve zijn ingeschreven en eenige redenen tot vrijstel
ling vermeenen te hebben
4°. Degenen die na hunne indienst-stelling bij de Schutterij regt op vrij
stelling hebben verkregenalsmede die bij het Bataillon om lig-
chaams gebreken tijdelijk zijn vrijgesteld, en
5". Degenen die, volgens L en M der wet, als tot de Nacht- of Brand
wacht hehoorende, lijf- of huisbediende zijnde of bedeeld wordende,
vrijstelling kunnen erlangen;
Om zich voor gemelde Commissie, op bovcngemelden dag, al ware het,
dat bij dezelve geen oproepings-biljet was ontvangente sisteren ten einde
over derzelver reclame uitspraak worde gedaan terwijl zijdie alsdan niet
compareren, geacht zullen worden geene redenen tot vrijstelling te hebben,
en mitsdien, overeenkomstig art. 16 van Zr. Ms. besluit van 28 Junij 1828,
voor zoo verre zij dienstpligtige Nommers getrokken hebbenbij de Schutterij
zullen worden ingelijfd.
Aldus gedaan en gearresteerd bij HH. Burgemeester en AVelhoudcrs
der Stad Leyden, op den 13den Julij 1846.
DU RIEU.
Ter ordonnantie van dezelve,
Y. PUTTK AMMER.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad LEYDEN, op de verzoeken
tot bekoming der vereischte vergunning, als:
1". Van Jacobüs Johannes Franciscüs Ootman, Winkelierwonende
alhier, om in deszelfs pakhuis staande en gelegen in de Mirakclsteeg
Wijk VI. N°. 1107, eene Kojfijbranderij op te rigten
2". Van Pieter Goddïn, Smidmede alhier woonachtig, oin in de hui-
zinge staande en gelegen in de Bakkersteeg Wijk VI. N°. 584eene
Smidse te stellen en
3". Van \V. Bonte, Distillateur en Winkelier alhier, bij requeste aan
HH. Gedeputeerde Staten dezer Provincie gedaan, om in deszelfs hui-
zinge staande en gelegen op de Haarlemmerstraat Wijk VI. N°. 315,
eene Distilleerderij te plaatsen;
Gelet op het Koninklijk besluit van den 31sten Januarij 1824, rakende
vergunningen ter oprigting van sommige Fabrijken en Trafijken;
Brengen bij deze ter kennis van alle daarbij belanghebbenden, dat tot het
hooren der Eigenaars en Bewoners van de naastbij gelegene en belendende Pan
den ten opzigte der Informatiën de Commodo et Incommododoor de Com
missie van Fabricage zal worden gevaceerd op het Raadhuis dezer Stad
op Dingsdag den 21stcn Julij aanstaande, des middags ten twaalf ure;
zullende de belanghebbenden verpligt zijn, hunne bezwaren tegen opgemelde
verzoeken op dien tijd bij genoemde Commissie in te brengenterwijl bij ver
zuim daarvan zij gehouden zullen wordentegen de inwilliging van hetzelve
zich niet te hebben verzet.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Legden16 Julij 1846. DU RIEU.
Ter ordounantie van dezelve,
v. PUTTKAMMER.
PUBLICATIE.
GEDEPUTEERDE STATEN der PROVINCIE ZUID-HOLLAND, bren
gen bij deze ter kennis van de Ingezetenen der Provincie, dat door
Z. M. den Koning bij besluit van 4 Mei 1846 is goedgekeurd, het
hierna volgende door de Provinciale Staten vastgestelde Reglement
houdende algemeene beginselen of grondslagen naar welke de be
staande Reglementen van de Dijks- en Polderbesturen in de Provincie
Zuid-Holland gewijzigd of de nieuw daar te stellen Reglementen ing -
rigt zullen moeten worden.
Art. 1. Door de algemeene benaming van Waterschap in de volgende
artikelen voorkomende, wordt verstaan, eike zoodanige vereeniging van gron
den en waterenuit welke voor gemeene rekening van alle of de meeste
derzelve, werken ten nutte dier gronden en wateren bekostigd worden, of ten
behoeve van welke in gemeenschappelijke voordeelen wordt gedeeld.
Alle zoodanige thans wettig bestaande vereenigingen worden onder derzelver
tegenwoordige limieten en benamingen erkend.
De algemeene naam van Waterschap omvat dus alle hooge en andere
Heemraadschappen, Waarden, Polders, Droogmakerijen, Indijkingen, Dijka-
giën, Ambachten, in een woord, alle wettig bestaande, of in het vervolg
te ontstane vereenigingen, ten behoeve van welke derzelver gezamenlijke eige
naars in den omslag of op eenige andere wijze, in de gemeenschappelijke
kosten dragen of in de gemeenschappelijke baten dcelen.
Art. 2. Alle Waterschappen zullen tot eene van de drie volgende kate-
goriën behooren.
1°. De zoodanige, zamengesteld uit kleinere over welke derzelver besturen
eenig gezag uitoefenen of waarvan de gemeenschappelijke belangen door
die Besturen worden bekostigd.
2°. De zoodanige, aan dat gezag onderworpen of in het genot der waarne
ming van die gemeenschappelijke belangen doelende.
3°. De zoodanige, welke op zich zelve staan, geen gezag over anderen uit
oefenen, noch aan dat van anderen onderworpen zijn.
Art. 3. In elk Waterschap zal een Bestuur bestaanalsmede een Regle
ment van bestuur, en eene verzameling ven keuren, voor ieder Ingeland ver
krijgbaar. Deze bepaling heeft geene betrekking op Waterschappen die minder
dan 51) bunders groot zijn of die aan minder dan 6 Eigenaars behooren
zullende de gezamenlijke Eigenaars van zoodanige Waterschappen, als der
zelver Besturen worden beschouwd, of ecnen of meer gemagtigden voordat
Bestuur kunnen voordragen of aan Gedeputeerde Staten opgeven.