BU1TENLANDSCHE BERIGTEN. Ned. mudden Tarwe, 80,802 N. m. Rogge, 187,739 N. m. Gerst, 312,602 N. m. Haver, 543 N. m. Boekweit, 13,908 N. m. Erwten, 91,181 N. m. Boonen, 185,965 N. m. Aardappelen, 43,283 N. m. Koolzaad en 25,420 N. m. Graansoorten onder de overige niet begrepen. Voorts 536,157 N. ponden Meekrap, 566,878 ponden Vlas (per steen berekend op de drie Ned. ffi) 30,500 ponden Beetwortel voor de Suikeren 835,908 ponden Hennip. De Aardappelen-oogst is, met uitzondering van de vroegere soorten en die aan den duinkant en hier en daar op zandgronden geteeld waarvoor zeer hooge prijzen van 9 a ƒ10 per mud en meer is besteed, door de meermalen ge melde oorzaak nagenoeg geheel misluktzijnde onder het opgemelde cijfer ook de vroegere soorten begrepenterwijl het product van het vorige jaar 1,536,967 mudden bedroeg; blijkende het verder uit de door de plaatselijke besturen, na gedaan onderzoek, ter voldoening aan eene aanschrijving van den Staatsraad-Gouverneur ingezonden statistieke opgaven, dat van 12,300 bunders in deze provincie met Aardappelen bepoot, slechts 164 bunders van de ziekte geheel zijn verschoond gebleven. Voorts wordt met genoegen ver meld dat het Aardappelen-zaad uit andere landen, waar de Aardappelenziekte zich niet heeft geopenbaard, door het Departement van Binnenl. Zaken ont boden en ter beschikking van eenige landbouwers gesteld, over het algemeen goed is opgekomen en stevige planten heeft voortgebragt; zoodat indien onver hoopt dezelfde ziekte zich later in dit jaar weder in de Aardappelen-plant mogt openbaren en de kiem daarvan in den aardappel zelf mogt gelegen zijn het thans nieuw gezaaide een aanzienlijk getal poters zal opleveren, waaruit, voor het volgend jaar een nieuw gezond gewas mag worden verwacht, terwijl overigens de voorloopige berigten omtrent de te veldstaande Aardappelen en Granen, met uitzondering alleen van de Rogge, waaromtrent nog niets met zekerheid te zeggen valtallezins gunstig luiden en de beste uitzigten op een goed gewas geven. De Paardenfokkerij gaat steeds voordeelig, zijnde er in 1845 in deze pro vincie door goedgekeurde hengsten gedekt 7,610 merriënterwijl er vele veulen overgewonnen en de jonge paarden voor goede prijzen verkocht zijn. Ged. Staten hebben eene somma van 600 bestemd als een prijs van wege de provincie bij de wedloopendie den 3den Augustus aanstaande te Scheve- ningen zullen worden gehouden. Die prijs zal gesteld worden voor de wed loopen van inlandsche paarden. De longziekte onder het rundvee, ofschoon, in vergelijking met vroegere jaren, wel in hevigheid verminderd, blijft ongelukkig hecrschen, en berok kent nog altijd groote verliezen aan den veestapel. Het aantal aangetaste runderen is alzoo eenigzins minder dan in 1844, doch de sterfte daarentegen is grootcr geweest, en wel bepaaldelijk in den voorzomer van 1845. In de laatste drie maanden van het jaar was nogtans de sterfte veel minder, en sedert den lsten Januarij van 1846 meent men eenige gunstige verandering in den loop der ziekte, welke deze provincie nu gedurende 10 jaren teistert, te kunnen waarnemen, zoo zelfs, dat dezelve op sommige plaatsen geheel geweken is, en op anderen veel van hare hevigheid heeft verloren. De be rigten omtrent den veeteelt luiden overigens over het geheel niet ongunstig. De Groote of Zout-Haring-Visscherij heeft in het afgeloopen jaar weder een zoo ongunstig resultaat had opgeleverd, dat men die inderdaad mislukt mag noemen, daarin gelijk staande met het nootlottig jaar 1843, toen met 123 schepen werden aangebragt 1,148 lasten haring, en nu met 127 schepen 1,259 lasten, en daarentegen in 1842 en 1844, dat toch zeer matige en weinig winstgevende jaren waren2,961 en 2909 lasten haring, waaruit ligtelijk is na te gaanwelke belangrijke verliezen bij dat bedrijf op nieuw geleden zijn. De laatste door de Regering genomen welwillende beschikkingen en genomene proevehebben volkomen aan de verwachting beantwoord ja wat meer is dezelve overtroffen zijnde door den eersten jager (het stoomschip) van de vangst van twee nachtenwaarbij nog niet al de schepen tegenwoordig wa ren, reeds op den 16den Junij jl.meer haring aangebragt, dan men gewoon lijk met den eersten jager ontvangt; die haring was tevens volkomen rijp, volgroeid en zeer smakelijk, en is voor een goed gedeelte tot ƒ700, ƒ600 en ƒ500 de ton verkocht, terwijl de aanbrengst van den tweeden jager, welke slechts twee dagen na den eersten uit de vloot is gezeild, mede voldoende is geweest, hetgeen bewijst dat er van het eerste oogenblik af veel haring gevan gen is. De op deze wijze van Regeringswege genotene begunstiging der groote visscherij, wordt door de reederijen met dankbaarheid erkend, en zal haar, zoo wij vertrouwen, opwekken, om met inspanning van krachten, onder den Goddelijkcn zegen, te trachten dezen belangrijken tak van Oud-Hollandsche Nij verheid voor het Vaderland te behouden. Voor het Ioopende jaar 1846 is het volgende getal schepen ter haringvangst uitgerust geworden: Vlaardingen 69, Delftshaven 1, Zwartewaal 6, Middelharnis 4, Dordrecht 1 en Maassluis 14; uitmakende, met 21 schepen in de provincie Noord-Holland te huis belioo- rende, een totaal van 116, en dus 11 minder dan'in het vorige jaar. De Versch-IIaring-Visscherij is in de beide provinciën Zuid- en Noord-Holland door een getal van 89 bomschuiten uitgeoefendzijnde 1 meer dan in 1845, en leverde dit jaar door eene ruime vangst, niettegenstaande de prij zen gedrukt waren, een meer voldoend resultaat dan in vorige jaren. De Beug- of Hoekwant-Visscherijdoor 128 schuiten, zijnde 2 minder dan in 1846, uitgeoefend, leverde eene minder gunstige uitkomst op. De met voornoemde visscherijcn verbondene vischvangst met kor- of sleepnetten is mede niet voordeelig geweest. De Beug of Winter-Kabeljaauw-Visscberij is in den winter van 1845 a 1846, uitgeoefend door 36 schepen, te weten: wegens Vlaardingen 20, Maas sluis 4, Zwartewaal 8, Pernis 3 en Dordrecht 1; en hoezeer deze visscherij op zich zelve niet zoo geheel ongunstig is uitgevallenis dat bedrijf almede niet dan met groote schade voor de rceders en sobere verdiensten voor de vis- schers, kunnen gedreven worden. De visscherijcn wachten dus verlangend naar eene overeenkomst omtrent deze aangelegenheid met België, omdat het haar voortdurend bestaan in eene groote mate daarvan afhangt. Wat de Jagt en Visscherij aangaatmeent men eindelijk te moeten herin neren, dat men nog altijd eene nieuwe wet te gemoet ziet tot regeling van het jagtwezen, ter vervanging van die van 11 Julij 1814 StaatsblN°. 79), De Staten van Zuid-Holland hebben heden tot leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal herkozende Heeren: 1. Mr. L. C. Luzac 2. Mr. S. II. Anemaet, Pz.3. Mr. G. W. Verwey-Mejan 4. Jhr. Mr. D. T. Gevers van Endegeest; 5. E. P. de Monchy, en 6. Mr. J. C. Faber van Riemsdijk. Gisteren heeft de aanbesteding plaats gehad van het Krankzinnigen- Gesticht nabij 'sHage, hetzelve is aangenomen door den Ileer Key, aannemer te Nieuwerkerk aan den IJsselvoor de som van 354,000. ROTTERDAM, 8 Julij. Door de Heeren P. J. M. Fanchey, F. van Vollenbovcn N. IJzendoorn Mr. J. H. D. Schenkenberg van Mierop en P. Couwcnberg Burgerhoudt, Hoofd ingelanden van Schieland, is dezer dagen aan de Provinciale Staten van Zuid- Holland ingezonden een adres, houdende verzoek, dat door IIEd. Gr. Achtb. de noodige maatregelen zullen worden genomen, om zoo spoedig mogelijk te doen ontwerpen en in werking brengen, een nieuw en verbeterd Reglement voor het Hoogheemraadschap van Schieland. DEN HELDER7 Julij. Heden morgen is Z. M. de Koning, vergezeld van H. D. Adjudanten, de Heeren Miellet van Coehoorn en van Karnebeek, na reeds zeer vroeg den Anna Paulowna-polder te hebben bezocht, met het stoomjagt de Leeuw in hel Nieuwediep aangekomen, alwaar Z. M. werd ontvangen door Z. Exc. den Mi nister van Marine en de alhier aanwezige maritime, burgerlijke en militaire autoriteiten. Bij het aan wal komen werden de Officieren der zee- en land- magtde gemeenteraadvele hoofdambtenaren en de geestelijken van onder scheidene gezindheden aan Z. M. voorgesteld, waarna II. D. het maritime etablissement Willemsoord in oogcnschouw nam. Omstreeks een ure begaf Z. M. zich weder aan boord van voormeld stoomjagt en vervolgde zijne reize naar Harlingen. De tegenwoordigheid van Z. M. werd opgeluisterd door een Koninklijk saluut, het wapperen der vlaggen van alle natiën van de ter reede liggende oorlogschepen CastorCycloop en Uraniahet uitsteken van vlaggen van alle publieke gebouwen en van een zeer groot aantal particuliere huizen. Ook de in de haven liggende koopvaardijschepen waren met vlaggen versierd. Van wege de gemeente waren op de havenkade, en van wege de directe der marine op 's Rijks werf Willemsoord eerepoorten opgerigt. Uit Friesland wordt Z. M. Zaturdag in de Residentie terug verwachtvan waar Z. M. zich naar Overijssel en bepaaldelijk naar Kampen zal begeven om de tentoonstelling te bezoeken. Dan zou Z. M. naar Limburg, Luxemburg, Berlijn en Silezië reizen, om zijne goederen aldaar in oogcnschouw te nemen, en over Weimar terugkeeren, waar zich II. M. de Koningin zou bevinden. UTRECHT, 7 Julij. De rigting van den zijtak van den Rijn-spoorweg van hier naar Rotter dam is bepaald langs Woerden, op niet grooten afstand van Oudewater naar Gouda. KAMPEN, 7 Julij. Gisteren is alhier de 3de tentoonstelling van voorwerpen van Overijsselsche nijverheid en kunst, door den Gouverneur der provincie plegtig geopend. De catalogus der tentoonstelling bevat 514 nommers, gesplitst in de volgende 11 afdeelingen 1. Schilderijen, Teeken-Pen- en Plaatwerken, 83 nommers, 2, Goud en Zilverwerken, 6 nommers. 3. Gewevene voorwerpen, 128 nommers. 4. Kastenmakers werk, 17 nommers. 5. Muzijk Instrumenten 5 nommers. 6. Kunstwerken en Werktuigen, 60 nommers. 7. Metalen, 63 nommers. 8. Druk-, Bind-, Karton- en Boekwerken, 19 nommers. 9. Lederwerk, 32 nom mers. 10. Aardewerk, 4 nommers. 11. Voorwerpen van verschillenden aard, 40 nommers. Nagekomene voorwerpen, 51 nommers; en nog 95 vervaar digd door krankzinnigen in het geneeskundig gesticht te Deventer. MEXICO. 31 Mei. De Mexicaansche havens in de Atlantische zee worden door het smaldeel der Vereenigde Staten geblokkeerd en men verwachttedat het spoedig het fort S'. Juan d'Ulloa zou aantasten. De havenstad Mazatlaw en de stad Guada- laxara hadden zich tegen de Regering verklaard. Het leger van Arista in het Noorden verkeerde in de grootste wanorde en tuchteloosheid. Door het nieuwe Congres was de Generaal Bustamcnte tot President ver kozende nieuwe Minister van Finantien Iturbe, had al de fondsen in de verschillende havens in beslag genomen onder welke ook het Engelsch di vidend. WEST-IXDIE. I)e weersgesteldheid was op de meeste eilanden ten goede veranderddoch tc laat om de door de droogte geleden schade, te herstellen. Dnizcnde vaten Suiker minder dan gewoonlijk zouden kunnen bereid en afgeleverd worden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1846 | | pagina 2