COURANT.
LEYDSCHE
N°. 82.
VRIJDAG10 JULIJ.
De Prijs dor Courant is f 13 in het jaar}
de afzonderlijke nommers worden tegen 10
Centen afgegeven.
De Courant wordt MaandagWoensdag en
Vrijdag uitgegeven,
uit Zaturdag avond.
BINNEJN LAJN'DSCHE BERIGTEN.
LEYDEN, 9 Julij.
De Raad van Administratie van de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maat
schappij zal den 16(lcn dezer te Amsterdam aanbestedenhet maken van een
Stationsgebouw te Rotterdam.
Als een bewijs voor de goede orde op den Hollandschen spoorweg kan
dienen, dat er Zondag en Maandag den 5den en 6den dezer, behalve de 10
gewone treinenop ieder dezer dagen nog 7 extra treinen geloopen hebben
zoo geheel doorloopende als tusschen Amsterdam, Haarlem en Eeyden, cn dat
deze belangrijke diensten zonder eenige stoornis zijn verrigt.
De Leeghwater heel't voorleden Donderdag, in bijzijn van verschillende
autoriteitentot algemeen genoegenmet al de pompen gewerkt.
De 7de of laatste haringjager is eergisteren te Brielle aangekomen. Men
zou trachten Woensdag of Donderdag den jaagharing in massa te verkoopen,
opdat dezelve tegen den 20sten, wanneer de buizen mogen binnenkomen op
geruimd zij. De prijs is thans ƒ100. De 7 jagers hebben te zamen 1,181
ton aangebragt. Alles was bijna vóór den 24sten Junij gevangenop welk
tijdstip men in vorige jaren eerst begon te visschen zoodat men dit eerste
proefjaar als volkomen welgelukt kan beschouwen.
Een molen aan de Zaantoehehoorende aan den Heer A. Mulis door
het onweder in den nacht van Zondag op Maandag in brand geraakt en geheel
in de asch gelegd.
'sGRAVENIlAGE, 9 Julij.
Vervolg en Slot van het Verslag der Gedep. Staten van Zuid-Bolland.
(Zie ons vorig Nommer.)
De veilingen der Ned. Ilandel-Maatschappij te Rotterdambedroegen in
1845: Kollij, 363,700 balen (52000 minder dan in 1844); Suiker, 128,221
kranjangs en kanassers (38000 racer dan in 1844); Indigo, 722/1 en 5,812/2
en /4 kisten (ruim 400/2 en /4 kisten minder dan in 1844); Notenmus
kaat, 1,435; Foelie, 445; Nagelen, 644; Thee China, 4,765/4 kisten; id.
Java, 4,846/4 kisten; Kaneel, 1,147/1 en 187/2 fardeelen, 560 balen, 365
pakken, 84 gonjes, 32 matten, 20 kisten; Cochenille, 227 kisten (78 meer
dan in 1844). Het getal landverhuizers, van Rotterdam vertrokken, bedroeg
in 1845, 4,549; dat is, 2,677 meer dan in 1844. Daaronder bevonden zich
526 Nederlanders. De handel op Frankrijk was vrij belangrijk. De Maas
en Goeree vielen 130 schepen van daar in en vertrokken derwaarts 64 schepen.
De aanvoer van wijn uit Bordeaux bestond uit 17,900 okshoofdenzijnde
14,900 meer dan in 1844. Van Cette daarentegen werden slechts 600/2
stukken aangebragt, zijnde 500 minder dan in 1844. Groot waren ook de
aanvoeren van granen, bijzonder van boonen en boekweit; van liet laatste
artikel 4000 last. Uit Frankrijk werd eene hoeveelheid van 150,000 Ned.
ponden rood klaverzaad ingevoerd. Van onze Koloniale voortbrengselen blijft
bij voortduring ons Banca-tin in Frankrijk den meesten aftrek vinden. Java-
koffij werd door den hoogen prijs hier te lande weinig derwaarts uitgevoerd.
Onder de belangrijkste uitvocr-artikelen naar Frankrijk behoorde ook in het
verloopen jaar onze Zuid-Hollandsche kaas. De mislukking van den aard
appelen oogst heeft invloed uitgeoefend op den aan- en uitvoer van granen.
De uitvoer van geraffineerde suiker naar Petersburg was hoogst belangrijk
doch daar de toelating uitsluitend door Engeland was verkregen, moest onze
suiker van daar worden verzonden. De handel op Groot-Britannië bleef aan
zienlijk, zonder" dat daarin nogtans iets buitengewoons voorviel. De verbete
ringen, welke in het tarief van regten in Engeland zijn daargcstcld, zullen
in vele opzigten gunstig op onze handelsbetrekkingen met dat rijk werken
gelijk reeds aanvankelijk ondervonden wordt in den toenernenden uitvoer van
vee. Immers, gedurende het afgeloopen jaar werden met de geregelde stoom
bootdiensten op Londen en Huil uitgevoerd: Rundvee, 7,912 stuks (5,534
meer dan in 1844); Schapen, 12,890 stuks (10,342 meer dan in 1844);
Varkens, 660 stuks; en deze uitvoer schijnt nog voor groolcre uitbreiding
vatbaar te wezen. De kaashandel is op nieuw vrij levendig geweest en de
grootste uitvoer van boter heeft wederom naar Oost-Indie plaats gehad. De
sleepdienst op de Waal is grootendeels ongebruikt geblevenzijnde daarmede
slechts 3000 lasten vervoerd. Door den spoedwaarmede de goederen tegen
woordig door de Ncdeilandschc Stoombootmaatschappij Rijn-opwaarts worden
vervoerd, staat de waterweg van Rotterdam naar Mentz, Mannheim enz. niet
achter bij den spoorweg van Antwerpen. Onze handelsbetrekkingen gedurende
het afgeloopen jaar met Belgie, zoowel langs de Maas als op Antwerpen, waren
belangrijk. Te Dordrecht zijn 88 schepen minder naar zee gezeild dan in
1844, hetgeen toegeschreven wordt aan het ontbreken van dc in het vorige
jaar plaats gehad hebbende geheel buitengewone aanvoering van ijzer ter ex
peditie naar den Rijn. De overzeesche eigen consignatie- en commissiehandel
kan echter gezegd worden haar standpunt gehandhaafd te hebben. De expe-
ditiehandel naar den Rijnafgescheiden van het bovengemelde onderwerp
ijzer, is in het algemeen verminderd, hetgeen door de Kamer van Koophan
del te Dordrecht aan het nieuwe tarief van regten op den in- uit- en door
voer wordt toegeschreven. De handel in granen te Schiedam is verminderd.
De aanvoer heelt 1000 lasten minder bedragen dan in 1844. In 1845 zijn
binnengekomen: te Rotterdam, 1616 schepen; Dordrecht, 292; Schiedam
235; Hcllevoetsluis, 12; Brielle, 3; Maassluis, 6; Delftshaven, 18; Vlaar-
dingen, 53; te zamen 2235; en uitgevaren: Rotterdam, 1565; Dordrecht,
318; Schiedam, 299; Hcllevoetsluis, 9; Brielle, 2; Maassluis, 5; Delftsha
ven, 26; Vlaardingen, 54; te zamen 2278.
Met betrekking tot het fabriekwezen meenen Gedep. Staten, dat de zaken
ook een gunstiger aanzien hebben dan in 1843 en 1844. De Leydsche Baken
en Manufactuurfabrieken hebben in bloei toegenomen. Maar vooral heeft de
Grijnlabrijk zich bijzonder verheven van de treurige verkwijning, waaronder
zij in de twee vorige jaren zuchtte, zoodat vele werklieden daarbij hun
brood mogten verdienen. Hiertoe werkten de ondernemingen van verzending
naar China, het groote ja eenige débouché voor de Poleinieten (de hoofdzaak
bij die fabriek) grootelijks mede; en ook was de Directie der Nederl. Hand.
Maatschappij daartoe zeer bevorderlijk. De pijpen-, potten- en garenfabricken
te Gouda verkeeren in cenen kwijnenden toestand. De overige fabrieken heb
ben over het algemeen nog al geene ongunstige uitkomsten opgeleverd en wel
de scheepvaart door en langs de stad veel vertier gegeven. In den toestand
der korenwijnstokerijen is geene verandering ten goede waargenomen. Zij
blijven gebukt gaan onder de vele en drukkende bezwaren waarover reeds bij
herhaling is geklaagd. Van de 165 branderijen te Schiedam hebben er 4 het
gansclie jaar door stil gestaan en zijn er twee uitgebroken en tot disteleerde-
rijen ingerigtin slechts 3 zijn gedurende een klein gedeelte van het jaar,
6 bakken gestookt geworden in al de overige zijn de werkzaamheden belang
rijk beperkt geworden. De hoeveelheid gefabriceerd gedisteleerd heeft in 1845,
2,621 vaten minder bedragen dan in 1844zijnde er 2,224 vaten minder
naar buiten 's lands verzonden dan in het vorige jaar, Voor de Suikerraffi
naderijen zijn de uitzigten ook eenigzins verbeterd. Van de te Rotterdam be
staande fabrieken hebben vijf gewoon werkende en eene stoomfabriek een
ruim aftrek van haar voortbrengsel genoten. Reeds in de eerste maanden
des jaars 1845, openbaarde zich een vooruitgang in de prijzen, zoowel aan
ruwe als aan geraffineerde suikergrootendeels ten gevolge van den geringen
oogst op Cuba. Deze vooruitgang werd vooral voor geraffineerd, later nog
aanzienlijk vermeerderd door het besluit der Russische Regering tot toelating
van geraffineerde suiker uit Engeland voor de raffinaderijen te S'. Petersburg,
ter vervanging van de gewoonlijk aldaar gebruikt wordende witte Uavannah-
suiker. De groote werktuigen-fabriek der Nederl. Stoomboot-Maatschappij te
Feijenoord, zich gedurende het jaar 1844 en een gedeelte van 1845 verpligt
gezien hebbendewegens gebrek aan bestellingen hare werkzaamheden zeer te
beperken, heeft echter later wederom zulke groote bestellingen, vooral van
de Regering ontvangendat zij gedurende den afgeloopen winter omtrent
1,200 werklieden in dienst heeft gehad, hetgeen de hoop verlevendigt, dat
deze belangrijke inrigting zich zal kunnen staande honden.
De oogst der granen is in 1845 over het algemeen minder ongunstig ge
weest dan menna eenen zoo strengen winter en regenachtig voorjaarhad
kunnen verwachten. De AVinter-tarwe is in eenige gedeelten der provincie
vrij goedin andere minder voordeelig uitgevallen. Dit was evenzeer het ge
val met de rogge. Omtrent de gerst en haver waren de berigten gunstig.
De Meekrap heeft minder gunstige uitkomsten opgeleverd. Op het eiland
Goedereede en Overflakkee zijn alle soorten van erwten zeer ongunstig uitge
vallen. De paarden- en duivenboonen zijn goed gewonnen. Het hooi is over
het algemeen redelijk wel gewonnen, hoezeer niet zoo overvloedig als in andere
jaren. Dc provincie Zuid-Hol), heeft gedurende 1845, opgeleverd 182,244