LEYDSCHE
COURANT.
MAANDAG, 29 JUNIJ.
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
De Courant wordt Maandag, Woensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
vit Zaterdag avond.
De Prijs der Courant is f 13 in het jaar
de afzonderlijke nommers worden tegen 10
Centen afgegeven.
LEYDEN, 27 Junij.
Onze Stadgenootde verdienstelijke Historieschilder Cornetheeft dezer da
gen eene treffende schilderij voltooidvoorstellende het laatste afscheid van den
Admiraal de Ruvter van zijn gezin bij zijn vertrek naar de Middellandsche
Zee, waar hij in den strijd tegen den beroemden Frauschen Vlootvoogd Du-
quesneden 22sten April 1676 de wonde bekwam aan welke hij een week
later in de baai van Syracnse, in zijn zeventigste jaar overleed.
Geeraart Brandtwaardig levensbeschrijver van den grooten man vermeldt
zijn afscheid aldus: »ln 'tscheiden van zijn huisvrouw, dochter, schoonzoon,
en andere vrienden werdt geen kleene ontsteltenis en beweeging van droef
heid bespeurtwant zijne groote en ongewoonlijke bekommering ontstelde
hnnne gemoederen en scheen hun eenigh genaakend ongeluk te spellen,"
Deze woorden heeft de Heer Cornet tot grondslag gelegd zijner roerende
ordonnantie.
De Ruytcr staat met zijne huisvrouw, dochter en schoonzoon, den Amster-
damschen Predikant Somer, in het voorhuis zijner woning; 'tzijn de laatste
oogenblikken des afscheids; reeds is de deur geopend, waardoor men even den
IJkant ziet. Meerdere personen zouden de ordonnantie hebben overladen; men
kan veronderstellen dat de vrienden van welke Brandt spreekt, of reeds ter
denre zijn uitgegaanof zich nog achter in huis bevindenom bet gezin
thans niet hinderlijk te zijn.
Hij staat daar als hoofdpersoon van den groep, door de zijnen omgeven
zijne vrouw aan zijne regterhand met het hoofd op zijn schouder leunende
zoodat men haar gelaat ter zijde ziet. Achter haar om reikt de Admiraal
de hand aan zijnen schoonzoon die op den achtergrond staat. De Ruyters gelaat
getuigt van die bekommering, maar tevens van den rustigen heldenmoed van
hem die, nog kort te vorentoen men hem aanried om daar hij op grond
der gebrekkige uitrusting, de eer der vlag in gevaar zag, zijne toenmalige on
gesteldheid te baat te nemen om zich van dien togt te ontslaan, ten ant
woord gaf: >5 Ik zal den toght doen al zou men mij naar het schip draagen."
Die mengeling van zijn somber voorgevoel dat hij op dien togt zou blijven
met dat onverzaagde van zijn edelenzijn christclijken heldenmoedzijn op
het gelijkend gelaat en in het gansche voorkomen met eene waarheid uitge
drukt die den aanschouwer als onder dit gezin verplaatst. De hevige aan
doening zijner vrouw en de diepe weemoed zijner dochter, zijn in beider
stand en gelaat meesterlijk voorgesteld, terwijl men zich nogtans gedurig
bovenal naar den hoofdpersoon getrokken voeltzonder dat het beeld van
den Predikant Somer over het hoofd zal worden gezienhetwelk de innigste
meewarigheid kenteekent van den man die zoo naauw aan het huisgezin van
den vromen zeeheld was verbonden.
De aandoenlijke eenvoudigheid van dit tafereelzoo geschikt om den be
schouwer tot tranen te roerengaat met eene uitvoerigheid en keurigheid
van penseel-behandeling gepaarddie de waarde van dit uitnemend kunst
stuk nog meer verhoogt.
Wij verheugen ons dat deze schilderij tot een sieraad voor Teyler's museum
bestemd is, en alzoo voor het kunstminnend publiek, te Haarlem toegankelijk
blijft.
Zoo hebben in Brandt, zijnen weisprekenden levensbeschrijver; in Francius
en Vollenhovendie zijnen dood bezongen in Feithdie hem in twee lof
dichten verheerlijkte; in Pieneman, aan wiens beroemd penseel wij een tafe
reel zijner laatste verwonding hebben te dankenen nu in onzen Cornetde
uitnemende gaven van velen zich vereenigdtot huldiging van de nagedach
tenis van den zoo nederigen Christenheldwiens gelijke de geschiedenis niet
ligt ergens zal aanwijzen.
Moge de Heer Cornetdie vroeger met niet minder gunstigen uitslag bet
sterfbed van Hugo de Groot, om van andere stukken niet te spreken, tot het
voorwerp van zijn penseel heeft verkozen, ook nu, na dit tafereel van de
Ruiter's afscheid in de geschiedenis des Vaderlands nog menige aanleiding
vinden om bij voortduring zijn talent zoo gelukkig te bestedenwaartoe
het hem bij het voortreffelijke van zijn arheidvoorzeker niet aan voldoe
ning en aanmoediging zal ontbreken.
Uit den staat der Maatschappij van Weldadigheid en dien harer koloniën
blijkt, dat de bevolking over het jaar 1845 met 506 zielen is toegenomen,
bedragende de sterkte op 1 Januarij10,381 zielen. De sterkte over het
gcheele jaar heeft bedragen 124 bedelaars-kolonisten28 weezen70 leden
van huisgezinnen, gezamentlijk 222 hoofden, welk resultaat als gunstig kan
beschouwd worden.
De oogst was veel beneden dien van 1844 gebleven, waarvan de gedeelte
lijke mislukking van de aardappelteelt met meer dan 60,000 mud de voor
name oorzaak is geweest.
In de fabrieken is gedurende het afgeloopen jaar goed gewerkt. De katoen
weverij in de gewone koloniën heeft 26,226 stukken lijnwaad opgeleverd.
Olschoon de katoenspinnerij om verschillende redenen zeer dikwijls heelt moe
ten stilstaanzijn er toch nog 83,500 15 garen gesponnen. Eindelijk heeft
de kolEjzakken-weverij 485,000 stuks opgeleverd.
In de 3 eerste maanden van 1846 was de sterfte zeer groot, met name in
de bedelaars-gestichten; maar de bedelaars, welke dezen winter aangebragt
werdenwaren ook in het oogloopend verarmd en verzwakt. Gedurende het
verloopen vierendeel jaars zijn er bijna 700 opgenomen, bedragende de bevol
king op 1 April 11. 10,826 zielen. In weerwil van dezen aanzienlijken aan
was, het gebrek van den gewonen voorraad aardappelenen de duurte der andere
levensmiddelen, is de zorgelijke winter boven verwachting gelukkig voorbij-
gegaan.
Over het gedrag van de bedelaars-kolonisten heeft men dezen winter nog
al te klagen gehaddaar menigeen zich aan poging tot brandstichting en
aan verwonding van medekolonisten heeft schuldig gemaakt. Nu echter
schijntbij meerdere werkzaamhedendit ongunstig verschijnsel te verdwij
nen. School- en godsdienstig onderwijs worden met ijver voortgezet.
De bouw der nieuwe Protestantsohe kerk te Ommerschans is weder opgevat,
en zal denkelijk dezen zomer voltooid worden.
In Boskoop zijn door de aldaar bestaande compagnieschap van den
1519den dezer naar Rotterdam 40,251 en naar 's Gravenhage 22,073 potten
aardbeziën verzondenbehalve nog de menigte die naar deze stadGouda en
Amsterdam verzonden zijn.
In de eergisteren te Amsterdam gehouden veiling van 70,008 kranjangs
en kanassers, 100 kisten en 32 vaten Java-suiker, is alles verkocht van
ƒ2540, zijnde 35 boven de taxatie.
's GRAVENllAGE, 27 Junij.
Z. M. heeft bij besluit van den 20sten dezer de algemeene rekeningaan-
toonende de hoegrootheid der Oost-Indische remises in goederen en in geld,
en bet gebruik van die remises gemaakt in het jaar 1845, henevens de tweede
en laatste suppletoire rekening over 1843 en de tweede suppletoire rekening
over 1844, goedgekeurd en de Staals-Commissie ontbonden, met dankzegging
voor haren arbeid.
Z. M. de Koning is gisteren avond omstreeks elf ure, van Hoogstdeszelfs
uitstap naar het Loo, in deze Residentie teruggekeerd.
Naar mijn verneemtis de Staat bij den Hoogen Raad der Nederlanden
in revisie gekomen tegen het arrest van dat collegie, bnrgerlijke kamer, van
den 22stcn Mei 11., waarbij de Staat, op grond der Wet van 29 Nivose,
XIIIdc jaar, verpligt wordt voor de opvoeding te zorgen van een zoon onder
de zeven kinderen van een huisgezin, daartoe door den vader, binnen den
tijd van drie maanden na de geboorte van het zevende kindaan den Gou
verneur der Provincie op te geven. Deze zaak zal derhalve op nieuw voor
den Hoogen Raad worden behandeld.
Aanstaanden Dingsdag ten 1 ure zal de Hooge Raad eene buitenge
wone zitting houden, om uitspraak te doen in het belangrijk, sedert lang
aanhangig regtsgeding, ten aanzien van het vraagstuk der blanco-aandeelen
van de Ned. Handelmaatschappij.
ROTTERDAM, 26 Junij.
Den 17dcn dezer vertrok een aanzienlijk getal Heereri ten 5£ ure met een
specialen trein van Londen naar Ipswich, welke stad (68 mijlen van Londen)
juist in twee uren bereikt werd. Hier werd het gezelschap vermeerderd met
30 of 40 personenen begaf zich aan boord van de stoompaeket Orwell.
Ten 8£ ure kwam bet schip te Harwich aan. Ten 8 ure des avonds arri
veerde het te Briellewaar het gewone onderzoek der tolbeambten plaats
vond. Ten laatste werd verlof verleend om verder te stoomen en weldra be
reikte men Rotterdam.