BUïTENLAiNDSCHE BERIGTEN. OOST-I IV WIE. BATAVIA, 14 Januarij. De algemeene vergaderiug van het Rataviaasch genootschap van kunsten en wetenschappen heeft heden plaats gehad onder de leiding van den Heer Voorzitter D*. W. R. Baron van Höevell. De bijeenkomst werd vereerd met de tegenwoordigheid van Z. Exe. den Gouverneur-Generaal als beschermheer des genootschaps. De Voorzitter heeft Z. Exe. verwelkomd en te kennen ge geven op welken hoogen prijs het genootschap het voorregt stelde, om aan deszelfs hoofd geplaatst te zien eenen man wiens voortreffelijke hoedanigheden, groote kennis, en verheven standpunt den zekersten waarborg opleverden, dat -onder zijnen onmiddelijken invloed de bloei des genootschaps bijzonder zoude toenementerwijl zijne hooge bescherming eene toekomst deed vooruit zien, welke de schoonste gevolgen voor de beoefening der wetenschap in deze gewesten zoude opleveren welke aanspraak op eene treffende en minzame wijze door Z. Exe. werd beantwoord. Met veel genoegen zcide Z. Exe., had hij die bescherming op zich genomen als volkomen overtuigd dat de beoefe ning der wetenschappen, verlichting en deugd verspreidt, en dat het dus daarom eene vcrpligting van iedere goede regering is, om dezelve aan te moe digen en te ondersteunendat hij het des te gereeder had aangenomen omdat het op eene loffelijke wijze aan deszelfs bestemming trachtte te vol doen, en hoezeer dan ook in deze gewesten met meerdere moeijelijkheden te kampen hebbendedan andere instellingen van dien aard in Europa, des niettemin aan de wetenschap goede diensten bewees en de verspreiding van I nuttige kennis zoo hier als elders bevorderde. Z. Exc. betuigde ten slotte, dat ofschoon zijne vele en hoogstgewigtige bezigheden hem zouden beletten I in de werkzaamheden des genootschaps te dcelen, hij zijne medewerking hoofd zakelijk daarin zoude tooncndoor de materiële belangen des genootschaps voor te slaan en alzoo de pogingen van deszelfs leden gemakkelijker en aan de wetenschap meer bevorderlijk te maken. Vervolgens tot de werkzaamheden der vergadering overgegaan zijnde, heeft de Heer Dr. S. A. Buddingh, daartoe door den Voorzitter uitgenoodigdin eene korte rede, een geschiedkundig overzigt geleverd van het genootschap, en Ij den aard en tegen woord igen toestand doeltreffend en onderhoudend uiteengezet. Daarna las de Secretaris, namens de directie, eene uituoodiging aan de leden, waarin op verschillende punten, in onderscheiden takken van weten schap gewezen werd w ier opheldering voor de kennis van Indië van groot j gewigt zoude zijn en waartoe de medewerking der leden werd ingeroepen betrekking hebbende op Indische taal. en letter-, oudheid-, penning-, na tuur- en volkenkunde, landbouw en nijverheid. Alsnu werd door den Voorzitter mcdedccling gedaan, omtrent liet houden I van voorlezingen over anatomie en physiologie, opgehelderd door het hier |l aangebragtc kunstlijk en omtrent de spreekbeurten in den loop van dit jaar. II Eindelijk betuigde de Voorzitter, namens de directie, zijnen dank aan den J Heer Mr. P. Meyer, die wegens vermeerdering van ambtsbezigheden genood- I zaakt was geworden zijne betrekking als Secretaris neder te leggen, voor zijne II vele en belangrijke diensten, terwijl mede aan den lieer P. J. Godefroy, die I verlangde als Thesaurier af te treden de erkentelijkheid der directie werd I betuigd. Tot Besturende Leden des genootschaps werden benoemdde Heercn W. I Bosch Med. Doet.Chef over de Geneeskundige dienst in Ned. IndiëM. I Rudolph, I.id van de Weeskamer te Batavia; P. Blcekcr, officier van Ge- I zondheid 2dc klasse, Bibliothecaris des Genootschaps. Tot Corresponderende Ledende Hccren Mr. C. J. van Assen en L. Ver- I dain Hoogleeraaren te Ecyden A. van Goudoever, Hooglccraar te Utrecht I A. Numan, Directeur van 'sRijks Veeartsenijschool te Utrecht; P. J. Velh I Ilooglecraar te Amsterdam; J. J. Hollander, Phil. Thcor. Mag. en Litt. Hum. I Doet., Lector aan de Koninklijke Akadcmic te Breda; A. Meursinghe, Litt. Hum. Doet., Leeraar in de taal-, Land- cn Volkenkunde aan de Kon. Acade- I mie te Delft, H. C. Millies, Predikant te Utrecht; C. .4. Vinccndon Dumou- I) lin, Ingenieur Ilydrographe de la Marine royale de France; Jidore llcdde, Ij delcgué de commerce de l'Ambassade Franijaise de Monsieur de Lagrénée en I Chine. Tot Gewone Leden: de Heeren E. van den Bosch, Schout-bij-NaehlI Commandant van 's Rijks zeemagt in Oost-lndie en Inspecteur der Marine; I F. C. Baron von Gagern, Gcncraal-Majoor, Adjudant van Z. M. den Koning; I F. Schultze, Hoofd-lntendant der militaire administratieF. F. Rövekamp, I Onder-Intendant dierzelfde administratie; H. H. Creyghton, majoor der Infon- I terie, G. Fabius, Luitenant ter zee lste klasse, adjudant van den Schout-bij- I Nacht, Commandant van 's Rijks zeemagt in Oost-Indië en Inspecteur der I Marine; G. W. M. van der Velde, Luit. ter zee 2(le klasse, Ambtenaar ter I algemeene SecretarieJ. MunnichOfficier van Gezondheid 3de klasseJ. I Grooff, Bisschop van C'anea, in part, inf., Apostolisch Vicaris en Pastoor te I Batavia; J. C. de Lannoy, waarnemend Adjunct-Secretaris van het gouver- I nement T. J. CantervisscherOntvanger der in- en uitgaande Regteri te I Batavia; J. A. Clignett .Ir., Lid van de Weeskamer te Batavia; Mr. H. W. I du Cloux, Griffier bij den Raad van Justitie te Batavia; Mr. J. A. A. Lee mans, lste gezworen klerk bij het Hoog-Geregtshof van Nedcrlandsch Indië; I H. Vernédc en C. Darling, te Batavia; E. A. van Vloten, te TagalH. W. I de Munnick, Inspecteur der kultures. (In eene vorige vergadering is tot Lid I benoemd: P. L. de Gaay Fortman, Predikant te Banda.) De Voorzitter sloot hierop de Vergadering met eene korte toespraak, waarin I de leden des genootschaps werden opgewekt om door algemeene medewerking, het uitgebreide cn nog zoo weinig l>earbeide veld der Indische wetenschap te bewerken. Dezer dagen is van de pers gekomen en alom in deze gewesten verzon den het Prospectus van een Tijdsein ift ter bevordering van Ckristelijken zin in Nedet landsch-Indiëonder medewerking van de Hccren Predikanten in Ned. Ind. en ten voordeele van het Weeshuis te Parapattau, uitgegeven door W. R. van IloëvellTh. Dr. en Prcd. te Batavia. De overweging dat er slechts weinige gemeenten hier te lande het voorregt bezitten van zich geregeld op vaste lijden te kunnen vereenigen om, van het gewoel der wereld afgezon derd, openbare godsdienstoefening te vieren, en het besef, dat men op de meeste plaatsen al die hulpmiddelen mist, welke strekken tot verlevendiging van den C'hristelijken zin cn tot bevordering van eenen cclit godsdiensligen wandelen waarin de geringste dorpsbewoner in het vaderland zich verheugen mag, deed den lieer van Iloëvell het plan tot de uitgave van dit Tijdschrift ontwerpen. Het werk zal in verschillende rubrieken bestaan en de behande ling van het hoofddoel op verschillende, wijzen geschieden met inachtneming van de meest mogelijke verscheidenheid, en, wat den vorm betreft, van al die vercischten, welke een beschaafd publiek, gelijk dat van Indiëvan eiken schrijver mag verlangen. De hoofdrubrieken, waaronder de opstellen in dit godsdienstig maandschrift zullen gerangschikt worden, zullen, blijkens het prospectus, in de volgende bestaan: 1. Opstellen, betreffende de geschiedkundige waarheid, het wezen, de voor treffelijkheid enz. van den persoon van Christus. 2. Christelijke vertogen, vooral van zedekundigen practischen aard. 3. Verhalen, voornamelijk uit het gebied der kerkelijke geschiedenis en van het Christelijk leven, bijzonder ook met betrekking tot Indië. 4. Mengelingen, Christelijke poëzijbcrigtcn, enz. Dit Tijdschrift zal alle twistgeschrijf en vcroordecling van andersdenkenden vermijden, vier malen 'sjaars uitkomen, en ƒ10.zilver per jaargang kosten. MEXICO. 2 Mei. De toestand der zaken blijft nog bij het oude. Paredes is nog Voorzitler der Republiekdoch men vreesde steeds eene beweging ter voordeele van Santa Anna. De Generaal Almonte, die tot Gezant naar Frankrijk was be noemd, was reeds weder ontzet, omdat er ontdekt was, dat hij hel met de vijanden van Paredes hield. Men heeft de gelden reeds moeten aanspreken die door de tolregten gehe ven wordenten einde de troepen op de grenzen te bezoldigen. IJSLAN D. 15 April. Het bcrigt, dat de uitbarstingen van den Hekla hadden opgehouden, is onwaar bevonden, nog altijd duren die uiet de grootste hevigheid voort. De uitbarstingen zijn in de hoogste mate schrikwekkend, en vuurkolommen stij gen uit drie nieuwe kraters op tot eene hoogte van 14,400 Eng. voet, zij zijn breeder dan de grootste rivier des eilands, de Picerscn. De uitgestroomde lava heeft reeds verscheidene bergen gevormd en de vulkaan heelt massa's steen barnsteen cn erts ter zwaarte van een halve schcepston anderhalf mij len voortgcslingerd. Het ijs en de sneeuwdie de berg eeuwen bedekten zijn gesmolten. De rivier Rangen is dienvolgens herhaaldelijk uit hare oevers getreden en heeft eene menigte doode dieren op het land geworpen. TURRÏE. RUSTSCHUK, 4 Junij. De Sultan is hier aangekomen met een gevolg van G,000 personen; meer dan 50,000 vreemdelingen, onder welke duizende Christenen, bevonden zich reeds in de stad om Z. II. te zien. Rij is van wege 1111. MM. de Keizers van Rusland en Oostenrijk begroet geworden, en zijn hunne Gezanten met die rid derorden begiftigd. Op zijne reis vermaant de Sultan de gezaghebbers, vol strekt geen onderscheid te maken tusschen Mahomedanen cn Christenen, ten aanzien der belastingen en der godsdienstvrijheid. De verzoekschriften van wie het ook zij, nccint de Sultan volvaardig aan, en heeft opentlijk laten bekend makendat ieder zijne klagten regtstrceks naar Constantinopel kan overzendenzoo hun door de plaatselijke overheden geen regt wordt gedaan. R U S li AIV D. PETERSBURG, G Junij. Sedert 3 dagen is het in ons Land weder zoo gevoelig koud geworden, dat men de reeds lang afgelegde winterkleeding wederom heeft moeten aan trekken. SPANJE. MADRID, 16 Junij. In Katalonië hebben cenige uitgewekenen, die uit Frankrijk over de gren zen kwamen, een' opstand willen verwekken; doch zoodra de gezagvoerders daarvan kennis bekwamen, hebben zij krachtdadige maatregelen genomen en de bende na eenigen dcrzelvc gedood te hebben genoodzaakt wederom over de grenzen te vlugten. Het Deensche fregat Geffioen is te Cadix aangekomenmet een zoon des Konings van Denemarken aan boord. Dc jonge Prins zal naar Scvillic gaan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1846 | | pagina 2