8°. Aardappelen nit zaad te telen, blijft steeds van bet hoogste gewigt. Wanneer men, omtrent een en ander meerdere inlichtingen wenseht te hebben, of mededeclingen zoude willen doen, verzoekt C. die franco toe te zenden, onder letter A, aan het Bureau der Utrechlsclie Courant. 's GRAVENHAGKIC April. Bij Koninklijk besluit is bij het Departement van Koloniën benoemd tot Referendaris, de Hoofd-Commies J. F. Boogaard. Naar men verneemt, heeft Z. M. benoemd tot Substituut-Officier bij de Arrond.-Regtb. te Rotterdam Mr. A. Siewertsz van Reescma Jr. Z. M. de Koning is gisteren morgen ten 5 ure van hier naar Socstdijk vertrokkenen gisteren avond omstreeks 8 ure herwaarts teruggekeerd. H. M. de Koningin, IIH. KK. HH. Prins en Prinses van Oranje en Prins Hendrik hebben gisteren middag gedineerd bij Z. K. H. Prins Alexander op zijn buitenverblijf aan den Bezuidenhoutschen weg. Heden is eraan het Ministerie van Buitenlandsche Zakeneene lang durige conferentie gehouden tusschen Z. Exc. den Generaal-Majoor Wilinar, Belgisch Minister, en Z. Exc. den Heer Mercier, Buitenwoon Belgisch Gezant aan het Nederlandscbe Hof, eenerzijds, en HH. Exc. de Ministers van Buiten landsche Zaken en van Financiën, aan den anderen kant, over het ontstane verschil betrekkelijk het tarief. Men verneemt dat Z. Exc. de Minister van Marine, de Vice-Admiraal Rijk, sedert eenige dagen ernstig ongesteld is, en dat het niet houden zijner gewone wekelijksche audiëntie, daaraan is toe te schrijven. Berigten van heden meldendat hoezeer Z. E. een onrustigen nacht had dnorgebragthij zich echter iets beter gevoelt dan gisteren. In de Zitting van den 8slen dezer van de Tweede Kamer der Statcn- Gcncraalis ingekomen eene Koninklijke boodschap met daarbij behoorende 6 ontwerpen van wet, tot verhooging van de IIdc, Illde, IVde, Vdc en VIIiste hoofdstukken en van het IXdc hoofdstuk B der staatsbegrooting over de jaren 1846 en 1847, ter zake van pensioenen, welke alsnog op het Algemeen Bur gerlijk Pensioenfonds zijn aangewezenmet eene memorie van toelichting. Voor het llde wordt eene verhooging vastgesteld van ƒ1,659; voor het IIIde van ƒ4,361; voor het lVde, van 8,118; voor het Vde, dat van Binnen- landschc Zaken, van ƒ23,317, voor het Vlllsle, van ƒ2,672; en voor het dat IXdc, van Finantiën, van ƒ639,406. In verband met het nu ingediende wets-ontwerpwaarbij als beginsel is aangenomendat zoowel de later toe te kennen pensioenen aan de bestaande ambtenaren, als die welke op het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds zijn aangewezen, met den lstcn Januarij 1846, ten laste van den Staat moeten komen en gevolgelijk op de begrooting der staatsuitgaven zullen worden ge- bragt, is het onvermijdelijk geworden, om ter voorziening in die uitgaven de benoodigde fondsen aan te vragen. De verleende en niet verstorven pensioenen ten laste van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds beloopen, volgens den overgelegden nominatieven staat, welke onder dagteekening van den lslen Augustus 1845 is opgemaakt, eene som van ƒ682,092.50; volgens de beide lijsten welke bij de beantwoor ding van het voorloopig verslag werden overgelegd, zal dit bedrag, ten gc- Valgc van de sedert verstorvene en ingeschrevene persioenen tot den laatsten December 1845, kunnen worden teruggebragt tot de som van ƒ679,533.50, zoodat er reeds ƒ2,559 is bespaard; deze som moet, krachlens art. 125 der Grondwet en art. 27 der wet van den 5dcn October 1841 worden gebragt ten laste van zoo vele hoofdstukken der vastgestelde staatsbegrooting over 1846 en 1847, als daarbij zijn betrokken; terwijl het cijfer der baten, waarvan het beloopuit hoofde de wet op de burgerlijke pensioenen eerst met 1 Julij 1846 in werking komt, en daarop eenen aanmerkelijkcn invloed zal uitoefenen, voor alsnog met geene zekerheid kan worden bepaald, onder de middelen tot dekking der staats-uitgaven zal worden opgenomen. De 6 wetsontwerpenwelke aan de overweging der Staten-Generaal worden onderworpenwijzen gezamcntlijk het 'cijfer der uitgaven aanwaarvan hier boven gewag is gemaakt. Aanstaanden Maandag zal de Tweede Kamer der Staten-Generaal hare werkzaamheden hervatten. Dien dag zal er beraadslaagd worden over de voor- dragt van wet tot het vcrlcenen van schadevergoeding-, ter zake van militaire innndatien in Noord Braband Zeeland en Limburg. Men verwacht daarna spoedig de beraadslagingen over de ontwerpen van wet1°. tot vaststelling van het eerste boek van het wetboek van stralregt2". tot voorwaardelijke verhooging van regten op den in-, uit- en doorvoer, en 3°. tot gelijkstelling van de schepenvarende onder Russische vlagmet die van de meest begun stigde vreemde natie. Uit een verslag van den staat der Bijbelvereeniging alhier, over het nu voleindigde 30ste jaar blijkt, dat in dat jaar ruim 1,000 zoo Bijbels als Nieuwe Testamenten, Psalm- en Gezangboeken, aan behoeftige stadgenooten zijn uitgereikt. Nopens de Lees- en Schrijfschoolwordt in het verslag gezegd dat het mecrcndeel der 72 leerlingen thans vrij gezet ter school komten het onderwijs aan het doel dezer school beantwoordt, om jonge lieden in hunne jeugd door onderscheidene omstandigheden in het onderwijs ten achteren gebleven, zoo ver te brengen, dat de bijbel voor hen geen gesloten boek be hoeft te blijven. De vier Bijbelscbe leerscholen van welke eene te Scheve- ningendie meer regtstreeks ten doel hebben het voor verstand, harten wandel vruchtbaar maken der Bijbelsche Geschiedenis, en te zamen 761 leer lingen tellen, leveren stof tot blijden dank, ook van wege de getrouwe op komst. Het Godsdienstig bezoek, de niet minstgewigtige instelling, wordt op het dringendste aanbevolen aan alle ware vrienden des Heerendie gedron gen door zijne liefde, bij warmen ijver voor zijne zaak en hartelijke liefde tot den naasten, den tijd er toe weten uit te woekeren wenschende het bestuur niets vuriger, dan dat dit bezoek aan dcszclfs oorspronkelijke strekking een maal moge beantwoorden. De Christelijke kinderschoolwaarin een getal van omtrent 500 kleinen onderwijs genieten, en de Tusschcnschool die 94 leerlingen bevat, leveren goede uitkomsten op. Meer dan 1,400 kinderen en jonge lieden en nevens deze een groot aantal behoeftige Protestantsche huisge zinnen, plukken derhalve de gezegende vruchten van den, vooral in de laatste 12 jaren, zoo wijd uitgebreide inrigting, de vrucht van geloof en liefde. AMSTERDAM, 15 April. De 4de klasse van het Koninklijk Nederlandsch Instituut van Wetenschap pen, Letterkunde en Schoone Kunsten, hield hare 16de openbare zitting op gisteren, in het gebouw des Instituuts. De Voorzitter der klasse de Heer 11. II. Klijnopende de vergadering met eene redevoeringOver den strijd op het gebied der Schoone Kunsten beschouwd als edel en heilzaam te midden van het hevigst strijden over meeningen en begrippen onder de volken. Hierna werd het verslag van de werkzaamheden gedurende de twee laatst- verloopene jaren door den vasten Secretaris den fleer D. D. Buchler voorge dragen. Wij nemen daaruit het volgende over. De herstellingen aan de praalgraven van den Vice-Admiraal Isaac Sweerts, en van den Sehout-bij-Nacht Willem van der Zaan, in de Oude Kerk alhier, waren door tusschcnkomst en medewerking der klasse tot stand gekomen. Ook ten gevolge van het gunstig advijs der klasse, welke deswege was ge raadpleegd geworden was door de Hooge Regering aan de Maatschappij tot bevordering der toonkunst eene toelage verleend ter gemoetkoming in de uit gave van eene belangrijke verzameling van Nederlandsche muzijkstukken uit de 16dc eeuw. De bemoeijingen der Klasse wegens het op te rigten standbeeld van Prins Willem Idoor den Heer Roijerhadden de klassen steeds bezig gehouden zij mogt die nu als geëindigd beschouwen, daar de voltooijing van dit gedenk- teeken weldra mag worden te gemoet gezien. Door de klasse was gunstig geadviseerd op een adres van het Hoofdbestuur der Maatschappij tot Nut van 'tAlgemeen, der Hooge Regering aangeboden, strekkende om het volks-zang onderwijs, hier te lande, alom aan het School onderwijs te verhinden. De herstellingen, aan liet zoogenaamde Trippenhuis hier ter Stede hadden de aandacht der klasse tot zich getrokken uit hoofde dat eenC verminking van het karakter des gehouws hiervan het gevolg kon zijn. Eene briefwisseling hierover met het Departement van Binnenlandsehe Zaken gevoerdhad tot geen gunstige uitkomst geleid doch de klasse vermeende, dat de pogingen van elders aangewend nog de zaak ten beste zouden doen keeren. Op de Theoretische vraag in het vak der Toonkunst was geen antwoord ingekomende bedoelde vraag werd op nieuw uitgeschrevenen als nieuwe prijsvraag in het vak der Schilderkunst: Een Schilderij in olievcrw, voorstel lende, Petrus en Johannes bij het graf van Jezus. Vervolgens doet de Hooggeleerde Heer D. J. van Lcnnep rapport omtrent de prijsvraagingevolge de uiterste wilsbeschikking van den Heer Jacob Hen drik Hoeuft, hieruit bleek dat de drie ingekomene Latijnsche dichtstukken, door de daartoe benoemde Commissie zijn geoordeeld geworden, bij de bekroo ning niet in aanmerking te kunnen komen. Op de uitnoodiging van den Voorzitter plaatst zich de Heer J. A. Kruseman op het spreekgestoelte, en draagt eene verhandeling voor, ten doel hebbende het beantwoorden der vraag: Welke zijn de behoeften tot.beoefening der beel dende Kunstenin onzen tijd en in ons Vaderland Deze worden opgegeven te bestaanin de behoefte aan eene meer algeuieene kennis in 'het wetenschap pelijke der Kunst, inzonderheid in de kennis van het menschbeeld. Behoefte aan eene betere beoordeeling en verstandige aanmoediging, en eindelijk be hoefte aan meer dergelijke Kunstvoortbrengselen. Deze rede met belangstellende goedkeuring aangehoord zijndewordt de zitting door eene gepaste toespraak door den Voorzitter gesloten. De gewone jaarlijksche vergadering had heden plaats, waarin de Heer J. van Geuns, Voorzitter der eerste klasse benoemd is tot Voorzitter der eerst volgende Algemeene Vergadering, en het Secretariaat is overgegaan op den Heer W. Vrolik, Secretaris van dezelfde klasse. Heden werd in de Zuider Kerk alhier het Openbaar Examen gehouden der Leerlingenwelke op de Nederduitsche Hervormde Diakonie-Scholen on derwezen worden. De Heer Vice-Voorzitter R. Feith gaf een verslag van den staat der Scholen, waaruit bleek dat in het afgeloopen schooljaar op de buitenscholen 339 en in het weeshuis 65 leerlingen zijn opgenomen en ontslagen 309 op de buiten scholen en 85 in het weeshuis, bedragende het getal der kinderen op de geza- mentlijke scholen 2394 kinderen. Z. Ed. gewaagde van het overgroot getal kinderen, dat zich had laten in schrijven, waarvan slechts de helft op de Scholen konde geplaatst worden, waaruit Z. Ed. aanleiding nam, om het nut van het oprigten eener Zesde School te betoogen, hetwelk een punt van ernstige overweging bij het Bestuur was en welligt met een gunstig gevolg zoude bewerkstelligd worden. Verder berigtte Z. Ed. de gemeentedat de Collectein het vorig jaar aan de huizen der ledematen gedaau, dc aanzienlijke som van 5179.69 heeft bedragen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1846 | | pagina 2