BELCIE. BRUSSEL, 2 April. Hoewel de Heer van de Wcyer uit het ministerie is getreden, heeft hij ech ter, zoo als hij te voren verklaard hadzijnen Gezantschapspost te Londen behouden en zal zich eerdaags daar weder heen hegeven. De heer Mereier maakte zich weer gereed om naar 'sGravenhage terug te kceren, ten einde met de Nedcrlandsche Gevolmagtigen de onderhandelingen te hervatten, tot wegruiming van dc gerezen verschillen omtrent de in- en uitgaande regtcn. Maandag 11. is de spoorweg voor de linie van Leuven naar Namen en Charleroi plegtig geopend, de geestelijkheid was uitgcnoodigd om dien weg kerkelijk in te wijden; zoo men weet, bestaat de Maatschappij, die het werk ten uitvoer heeft gehragt, uit Engelschen. Er bestaat alhier een beklagenswaardig misbruiknamelijk datvan dc kinderenop den dag hunner eerste communienaar de herberg te leiden en daar met bier en genever vol te gieten. Dit misbruik heeft 11. Maandag een slagtoffer gemaakt. Een jongen uit de Namcnsche voorstad, die op dien dag veel koek had gebruik, is des avonds met zijne ouders in verscheidene herbergen geweestten 9 ure gevoelde hij zich onpasselijk en is onder een hevig lijden bezweken. Eene maagscheuring had hein weggerukt. STADS 15EKIGTEI. -=ar.- In de maand Maart 1840zijn binnen de Stad Legden overleden 139 personenals27 Mannen45 Vrouwen33 Zoons en 34 Dochtersleven loos aangegeven 8. In diezelfde Maand zijn aldaar geboren 127 kinderen, als: 66 Zoons en Cl Dochters, waarbij drie paar tweelingen. NOTIFICATIE. II E R IJ K. BURGEMEESTERS en WETHOUDERS der Stad LEYDEN, gezien heb bende de Notificatie van Hun Ed. Gr. Achtb. dc Hoeren Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, in dato den Gten Januarij jl.Provinciaalblad N°. 3) betreffende den Herijk der Maten en Gewigten in Zuid-Holland, en gelet op de voordragt van den Arrondisscments-IJker alhier, van den 23stcn dezer maand geven mits dezen den Ingezetenen dezer Stad hunne verpligting te kennentot het doen Herijken van al de bereids te voren geijkte Lengte- en Inhoudsmaten en Gewigten, benevens de bij de Inhoudsmaten voor droogc waren behoorende strijkels, waarmede deze, overeenkomstig Art. 8 van Zr. Ms. besluit van den 21s,en December 1822, Staatsblad N°. 54) moeten wor den afgestreken. En worden zijlieden ten dien einde opgeroepenter bezor ging der gemelde Maten en Gewigtenwel schoon gemaakt en gezuiverd aan het Lokaal van den Ijkin de Schoolsteeg aan de Latijnsche School. Zullende daartoe, tegen dadelijke betaling, worden gevaceerd: Voor Wijk II6den April III7den en 8slcn April IV, 9den, 15den en 16dea April, V, 17den, 20slea en 21stfn April, VI, 22s,cn, 23stcn, 24slea en 27slcQ April, VII, i> 28stcn, 29slen, 30stcn April en 1 Mei, VIII, 4dcn, 5dcD en 6llen Mei, En v aarschuwen Burgemeester en Wethouders voornoemdallen en een' iegelijk wicn het aangaat, met herinnering tevens aan art. 2 van Z. M. besluit, in dato 30 Maart 1827, Staatslln°. 13) om op bovengemelde dagen, (na welke de Arrondissements-IJkcr zich, overeenkomstig art. 10 der Notificatie van II. Ed. Gr. Achtb. dc I1II. Gcdep. Staten van Z.-IIolland, in dato 18 Ja nuarij 1822 tot uitoefening van den Herijk der Buitengemeenten van het Arrondissement moet begevenen alzoo buiten de mogelijkheid is, om gerce- delijk aan het verlangen der verzuimdhebbenden te voldoenzich overeen komstig hunne verpligting omtrent dezen Herijk stiptclijk te gedragenten einde buiten bekeuring te blijven; zullende er, na den bepaalden termijn, ingevolge dispositie van H. Ed. Gr. Achtb. dc 11H. Gedep. Staten van Z.-Hol- land, in dato 22 Novemb. 1831, geene verlenging van tijd, of zoogenaamde nadagen, gegeven worden. Wordende dc belanghebbenden in het algemeen bij deze voorts herinnerd aan de Notificatie van H. Ed. Gr. Achtb. Gedep. Staten van Z.-Hollandin dato 4 Augustus 1820, volgens welke de ijkpleglighcid zich uitstrekt tot alle handel- en neringdoende lieden, Fabrikeurs en Ambachtslieden, die, in hun nen handel of hun bedrijf, eenige maten of gewigten gebruikenen de Apo thekers of Mcdicijnbereiders in het bijzonder, aan art. 3 en 5 van Z. M. besluit van 21 October 1819 Staatsbln°. 52) bepaler.de hunne gehoudenheid tot het bezit van een vol stel gewigten, en medeverpligting tot den jaarlijkschen Herijk van hetzelve, alsmede aan het Koninklijk Besluit van 5 Febr. 1826, n°. 153, volgens hetwelk de, bij derzelver eersten Ijk gestempelde, greinge- wigtcnzonder die cene nadere stempeling te doen ondergaan jaarlijks door den Ijker moeten worden nagezien en onderzocht. En wordt wijders, door deze, ter kennis van de belanghebbenden gebragt, dat tot jaarletter, gedurende 1846, voor den ijk der maten en gewigten bepaald is de letter 25. Aldus gedaan bij HH. Burgemeester en Wethouders der Stad Leydcnden 23ston Maart 1846. DU RIEU, Ter ordonnantie van dezelve v. TUTTKAMMER. KENNIS G E Y I N G Derde Zitting van den Militie-Raad over het Kanton Ley denN". 15. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad LEYDEN, ontvangen heb bende van den Heer Militie-Commissaris over de Kanlons 15—21Provincie Zuid-Hollandcene Kennisgeving, dat de Derde Zitting des Militie Raads voor deze Stadzal gehouden worden in den S'. Joris-Doelen te GOUDAop Woensdag en Donderdag den 15den en 16Jen April 1846, des morgens ten 10 ure, ter beoordeeling der Plaatsvervangers of Nummerverwissclaarswelke de dienstpligtige Lotclingen dezer Stad zullen verlangen te geven; alsmede tot het afdoen der belangen van zoodanige Lotelingen, wier zaak tot deze Zit- ting is gcadjourneerd brengen zulks bij deze ter kennisse van dc belang hebbenden, met inlormatie, dat tot het opmaken van de bij de Wet gevorderde certificaten voor Plaatsvervangers of Nummerverwissclaars, (welke laatste zulks echter niet dan met toestemming hunner ouders vermogen te doen,) zat wor den gevaceerd ter Secretarie dezer Stadop Donderdag den O"1™ April aan staande, 'smorgens ten 10 ure; alwaar zij tevens de noodigc information, zoo omtrent het opmaken dezer certificatenals ten aanzien der vereischten welke de Plaatsvervangers, ingevolge de Wetmoeten bezitten, kunnen be komen. Voorts mcenen Burgemeester en Wethouders de belanghebbendenof wel derzelver ouders, te moeten waarschuwen voor zoodanige personen, welke, onder den naam van Commissionairs, somwijlen dezelve misleiden, zoo door met hen kraehtelooze overeenkomsten te sluiten, als door hen, welke Plaats vervangers verlangen te geven, onder voorwending alles voor hen te zullen bezorgen, een aantal onnoodige kosten te doen maken, ja zelfs veelal door beding van al de gelden daartoe benoodigddadelijk in eensof in kort op elkander volgende lermijncn te moeten ontvangenhun voor het vervolg in vele onaangenaamheden wikkelenalzoo van het gelddoor de Lotelingen ten behoeve der Plaatsvervangers te geven, volgens Art. 98 der Wet van den 8sten Januarij 1817, nimmer meer dan een vijfde aan denzelven mag wor den uitbetaald, en de overigen vier vijfden in de kas van Corps moeten wor den gestorten alsdan zoodanige Commissionairs, na het volle geld genoo- tcn te hebbendikwijls (zoo als de ondervinding heelt doen zien) niet in staat zijn dc betaling der verdere termijnen aan het Corps te voldoendc belanghebbenden genoodzaakt worden die gelden nog eenmaal te betalen. Ein delijk worden de belanghebbenden nog herinnerd aan de bepaling van Art. 33 der Wet van den 27s,en April 182Uhoudende dat hij wiens Plaats vervanger gedurende 18 maanden gediend heeft, (de dienst bij de reserve niet mede gerekend) van alle verdere verantwoordelijkheid voor denzelven bevrijd zal kunnen blijven, mits stortende cene som van ƒ150, wanneer in de aan vulling van den Plaatsvervanger, ingeval hij mogt komen te ontbreken, door vrijwillige werving zal worden voorzien. Aldus gedaan en gearresteerdbij HII. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, op den 2dca April 1846. DU RIEU, Ter ordonnantie van dezelve, v. PUTTKAMMER. AKADEMIE-NIEU W§ PROMOTIE AAN DE GRONINGER HOOGESCHOOL. Den lstcn April, de Ileer P. Smit de Klemp, van Groningen, in de Medi cijnen na verdediging zijner Disscrtatiode Induratione telae cellulosae adultorum. NIJMEGEN1 April. Uit het vroeger vermeld drietal is door den Ker- keraad der Hervormde Gemeente alhier tot Predikant beroepen Ds. L. S. P. Meyboom, te Stiens. AUTERTENTIEN. Voor de veelvuldige blijken van deelneming, ons zoo in de ziekte als bij het overlijden onzer geliefde Moeder beloondbetuigen wij langs dezen weg onzen wclmeencnden dank. A. de WRINGER, I.etden, 4 April 1846. C. C. de WRINGER, Eenige Kennisgeving. M. W. WIJNKOOL. Al degenen, welke iets verschuldigd zijn aan, of te vorderen hebben of papieren onder zich hebben van wijlen den Heer ANDREAS I1ENR1CUS JO HANNES IIOELEN, Koopman in Tabakgewoond hebbende te Leyden aan de Vischbrug, en daar den 20stcn Maart overleden, worden verzocht daarvan vóór of op den 15dcn April 1846 betaling-, opgave of afgifte te doen, ten Kantore van den Notaris J. TOMAS te LeydenWijk II, N°. 36. De COMMISSIE van TOEZIGT en BEHEER over de STEDELIJKE SPIJSKOKERIJbrengt bij deze ter kennis, dat mei den lldon April aan staande de gelegenheid tot het verkrijgen van Soep zal gesloten zijn. Leyden24 Maart 1846. De Commissie voornoemd, DU RIEU, President tte Commissie van Bestuurders over het Minnehuis te het/denvoelt zich gedrongen opcnllijk haren opregten dank te betui gen aan den Wel Edelen lieer J. HEYNENwonende te 's Gt avenhage voor zijne belangcloozc mcnschlievendheidook hier ter stede, even als

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1846 | | pagina 3