TURKTE. CONSTANTINOPLE11 Februarij. In den avond van gisteren zijn de voornaamste stralen, door de Fransclien in de voorstad Pera bewoondvoor het eerst met lantaarns verlicht geworden. De bewindslieden hadden tot dus verre al de daartoe gemaakte plannen en toebereidselen altijd verijdeld. Tc Salonika is in den nacht van den 3den Febr. brand ontstaan in een hooipakhuis, belendende aan het Kederlandsch-Toscaansche consulaat, hetgeen daardoor veel gevaar gcloopcn heeft van vernield te worden, daar het onder den wind lag. Hoofdzakelijk heeft men hel behoud van het gebouw te dan ken, aan de ledige tusschenruimle van den tuin en aan den hoogen, dikken muur, welke dezen omgaf. Eenige winkels en huizen zijn verbrand. rRUIISElV. POSEN, 25 Fcbrnarij. De Oostenrijksehe troepen onderrigt zijnde, dat eene menigte opstandelingen Krakau naderde, hebben het raadzaam gekeurd haar te verlaten en zijn in goede orde op Podgorze teruggetrokken. De opstandelingen hebben daarop de brug tusschen Krakau en laatstgenoemde stad afgebrokenzoodat alle gemeen schap gestremd is. Of er reeds Pruissisehe troepen op Krakausch grondgebied waren aangekomen, was nog niet zeker, maar voortdurend rukten uit Silesie aanzienlijke strijdkrachten naar de grenzen. In Polen zou het tot nog toe rustig zijn. Te Krakau hebben de opstandelingen den 22slen Febr. het volgend manifest van de nationale regering der gemeene Poolsche zaak, uitgevaardigd, geteekend door L. Gorzkowski. [Dit klinkend manifest belooft aan twintig millioen Polen (het gehecle oude koninkrijk zal ongeveer 6 millioen bevatten) eene onbeperkte vrijheid die Polen als tot een aardsch Paradijs moet maken cn vordert tegelijk onvoorwaardelijke gehoorzaamheid aan eene Nationale rege ring, uit welker in 7 vervatte staatsregeling (zie onder het manifest), de geur der liefelijkheid van die nieuwe Poolsche vrijheid, der Natie tcgen- vaaitvooral uit 7waarbij op de weigering om eenige openbare betrek king aan te nemen de dood staat. Dus de vrijheid of de dood De tijd zal lorren of de Polen langs zulk een' weg een volksbestaan zullen herkrijgen, dat ieder volk dierbaar is en waarop ieder volk regt heeftdoch tot welks vernietiging inwendige tweedragt, middeleeuwsche adclheerschappij en jesui- lismus weJIigt meer hebben toegebragt dan vreemde ovcrhcersching.] Polen! De ure des opstands heeft geslagen! Het gansche vaneengeretene Polen verheft zich. Reeds zijn onze broeders in het Groot-Hertogdom Posen, in Russisch Polen in Litthauen opgestaan en strijden in Rusland met den vijand; zij strijden voor hunne heiligste regtendie hun arglistig en door overmagt ontnomen zijn. O 1 gij weet het wat gebeurd isen wat nog op den duur gebeurt. De bloem onzer jeugd versmacht in den kerker; onze voorvaderen, wier raad ons eenmaal tot steun verstrekte, zijn aan de verach ting prijs gegeven de geestelijken van hun aanzien beroofd. Metéén woord: ieder, die in de daad of slechts in gedachten besloten had voor Polen te leven of te sterven, is vernietigd of zucht in den kerker of is elk oogenblik daaraan blootgesteld. Het jammergest'hrei der milliocnen broeders die in onderaardsche holen verkwijnen, die gedreven werden naar de rijken hunner onderdrukkers, ge kweld met alles wat menschelijke krachten vermogen te dulden, heeft een ldoedigen weêrklank gevonden in onze harten. Ontroofd werd ons onze roem, verboden onze taal, verboden het geloof onzer vaderen te belijden. 7,ij stellen onoverwinnelijke hinderpalen in den weg aan de verbetering van onzen maat schappelijke toestand, wapenen broeders tegen broeders, strooijen laster uit tegen de edelste zonen des vaderlands. Broeders! Nog ééne schrede slechts, cn Polen bestaat niet meer, ja zelfs geen enkele Pool. Onze nazaten zullen onze nagedachtenis vervloeken, dat wij in het schoonste gedeelte der aarde slechts woestenijen cn puinhoopen hebben achtergelaten; dat wij ons krijgs haftig volk in boeijen hebben laten slaan; dat zij een vreemd geloof belijden, een vreemde taal spreken; dat zij slaven zijn van de onderdrukkers hunner regten. De aseh onzer vaderendie martelaars waren voor de regten der natie, roept tot ons uit de graven, opdat wij hen wreken; wij vernemen de roepstem der zuigelingen, die ons vermaant dat wij voor hen het vaderland bewaren, hetwelk ons door God is toevertrouwd: de roepstem der vrije natiën van de gansche aarde, die verwachten dat wij onze nationaliteit niet zullen laten vernietigen de roepstem van God zeivendie eenmaal rekenschap van ons zal vorderen. Wij zijn twintig millioen steik. Laat ons opstaan als één man, en geen geweld zal aan onze magt weerstand kunnen bieden. Eene vrijheid zullen wij verwerven, gelijk zij op aarde nooit bestaan heeft. Laat ons het zwaard aangorden ter verkrijging van eene woonstede der vrijheidder gemeenschap alwaar ieder naar mate van zijne bekwaamheid en verdiensten de goederen der aarde genieten kan. Geen voorregtonder welken vorm ookgelde meer. Elke Pool vinde daardoor voor zichvoor zijne vrouw en kinderen cenen waarborg, en hij die naar het ligchaam of naar den geest misdeeld is, vinde 20nder vernedering onfeilbare hulp bij de gansche gemeenschap, wier onvoor waardelijk eigendom de grond wordtdie thans slechts in het bezit van en kelen is. d De tiendende vroondiensten cn alle dergelijke vorderingen bebben een einde, en de opoffering voor de nationale zaak met de wapenen in de hand zal beloond worden met schadevergoeding uit de nationale goederen. PolenVan nu af kennen wij geen onderscheid meer! Laat ons nu zonen zijn van ééne moederhet vaderlandvan éénen vaderden Almagtigen God! Tot Hem roepen wij om hijstand; Hij zal onzè wapenen zegenen en ons de overwinning schenken! ij Maar laten wij dan ook, opdat Hij onze beden verhoore, ons niet bezoe delen met dronkenschap of andere schande laten wij de ons toevertrouwden niet met willekeur behandelen, de ongewapendende vreemden, de belijders van een ander geloof niet vermoorden. Want niet tegen de volken, tegen onze onderdrukkers is onze strijd gcrigt. »En laat ons nu, ten teeken der eenheid, de nationale kokarde opsteken, en den eed zweren »lk zweer, mijn vaderland Polen met raad, woord en daad te zullen die- »ncn! Ik zweer, aan hetzelve al mijne gevoelens, mijn leven en mijn ver- amogen ten offer te brengen! Ik zweer, onvoorwaardelijke gehoorzaamheid »aan de nationale regering, welke te Krakau den 22slCD dezer maand, ten »8 ure des avonds, ingesteld is, cn aan alle door haar benoemde overheden; azoo waarlijk hclpe mij God »Dit manifest zal in de dagbladen der regering geplaatst, door geheel Polen verspreid cn terstond in alle kerken van de kansels en in alle gemeen ten door aanplakking bekend gemaakt worden." Hierbij is gevoegd de Staatsregeling der Revolutie: 1. De regering der revolutie is voor geheel Polen volstrekt eene cn de zelfde, en jegens de natie verantwoordelijk. 2. Ieder, aan wien de regering of eene door de regering aangestelde overheid, cenigamht, bevel, of een voorloopigen post opdraagt, neemt die opdragt aan op straffe des doods. 3. Al w ie bekwaam is om de wapenen te dragen en zich niet binnen de 24 uren nadat de opstand op zijne woonplaats afgekondigd is, ter beschik king van het plaatselijk bestuur stelt, wordt als deserteur voor cenen krijgs raad vervolgd. 4. Al wie zich schuldig maakt aan plundering, aan willekeurige be handeling van personen, al hebben deze daartoe aanleiding gegeven, aan het afdwingen van tienden of vroondienstenaan weerspannigheidaan verspie ding, aan het verdonkeren van openbare gelden, of aan het besteden daar van tot andere einden dan voor de regering, wordt met den dood gestraft. 5. Al wie, zonder magtiging der regering, clubs, committés of genoot schappen oprigtis een verrader des vaderlands. 6. Elke gemeente rigt terstond op haar gebied zoo vele alarmseinen op, als blijken zullen noodig te zijn om zich met alle naburige gemeenten in verband te stellen. Zij beslaan uit palen of slakenmet stroo bcwoeld en met pik begoten. Wie zulk een seinpaal vernielt of aan het aansteken daarvan beletselen in den weg legt, wordt met den dood gestraft. 7. De nationale leus is wit cn purperrood een witte adelaar op pur- perrooden grondmet uitgespreide vleugelen cn ter regtcr zijde gekeerden kop, in den regter klaauw een eiken krans, in den linker een lauwerkrans. Deze adelaar is bij gevolg het zegel van alle vaderlandschc overheden en regt- banken. Krakau, 23 Februarij 1846. L. GORZROWSKV. J. Tïssowskt. A. Grzegorzewsrv. De Secretaris der RegeringK. Rogawskï." Tijdingen van de Silesischc grenzen van den 27sten Februarij melden," dat de Oostenrijksehe troepen ook Podgorse hadden moeten ontruimen cn op Wicliczka terugtrekken; later hadden zij ook die stad verlaten, door de opstandelingen vervolgd. De stad Wladowica, zuidelijk van Krakau gelegen, waar evenzeer Oostenrijksehe troepen w aren binnengerukthadden zij mede niet kunnen houdendoch volgens een bcrigt uit Frankfort zouden de Oostenrijk sehe troepen te Tarnow een gevoelige nederlaag aan de opstandelingen hebben toegebragt; terwijl uit Berlijn gemeld wordt, dat de vereenigde Oostenrijksehe en Russische troepen Krakau binnengerukt zijn, de orde hersteld cn een aan tal belhamels van den opstand ter dood hebben gebragt. Ondertusschen is het zeker, dat het bestuur der opstandelingen dadelijk bij zijne oplreding te Krakau de orde had gehandhaafdcn dat de Russische en Oostenrijksehe Residenten niet vermoord, maar met de troepen uit de stad verhuisd waren. Uit Lemberg en omstreken luiden de berigten gunstig; daar had de op stand nergens kunnen slagen, maar hadden de landlieden zeiven de opstan delingen bedwongen. De rijke stad Philippopolis in Bulgarije is op den 13den Februarij voor het grootste gedeelte door brand vernield 1500 huizen benevens de bazar werden eene prooi der vlammen. BEIJEREN. Het Vervolg en Slot van de beraadslagingen in de Kamer der Beijet a scïie Stendenover het weren der Redemptoristenthans door plaatsge* brek opgehoudenzal in het volgend nommer worden medegedeeld. ENGELAND. LONDEN, 4 Maart. Eergisteren ving het Lagerhuis de behandeling der afzonderlijke artikelen van het wetsontwerp wegens de granen enz. aanen werd gisteren het eerste daarvan, waarbij de vervanging der tegenwoordige regten door andere, welke tot 1 Februarij 1849 van kracht zullen zijn, bepaald wordt, aangenomen. Een amendement ter onverwijlde opheffing van alle regten op inkomende gra nen werd verworpen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1846 | | pagina 2