1846. WOENSDAG25 FEBRUARrj. BINNEN LANDSCHE BERIGTEN '4:<" De Courant wordt Maandag', Woensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt Zaterdag avond uit. lg.\ h ,i i i1 De Prijs der Courant is f IS in het jaar; de nfzondorHjko nummers wonden, tegen 10 afgegeven. iDtxnrj ab TJ :i noiilifiiijll LEY DEN, 24 Februarij. De Arrondissemcnts-Regtbank alhier heeft uit de vüordragt, door de orde der Advokaten opgemaakt in eebc algcmeone vergadering, ingevolge, art', C van Zr. Ms. besluit van 5 December 1844, ter vervulling der vacatures,, ontstaan in den raad van toezigt en discipline, door de aftreding va» de Ree- ren en Mra. G. P. van Outereri en P. G. Hübrecht, beide op nieuw benoemd en den eêrstgemelde tevens als deken aangewezen. i In bet begin dezer maand overleed te Venetië de in de geleerde wereld met roem bekende Abt Bettio, sedert f>3 jaren Oppörbibliotbecaris van de Marcus-Bibliotheek aldaar. Niet ligt zal hijwat naauwkeurige kennis van den hem toebetroowden schat en, liefde voor de wetenschap betreft, waardig lijk te vervangen zijn. Ook onze Iloogleeraaraar Cobet mogt gedurende zijn verblijf van 22 maanden te Venetië in 1844 ter onderzoek van Grieksebc Handschriften, de buitengemeene welwillendheid en hulpvaardigheid van dien edelen 80-jarigen grijsaard in ruime mate óndervinden. U. M. heel't aan de Vrouwen-vereeniging Tabiiha eene gift van SÓ geschonken. - j- 0„;.m M fcoolliElfitf oawj Jam De beide stations-gebouwen voor den spoorweg te Delft en Schiedam zijn aangenomen door J. B- Maxwill te 's Gravenhagevoor 14,390 en 13,890. Tc Dordrecht beefl ecne loterij ten behoeve der armen in November Ij. opgebragt. 555ecne, 11. Donderdag gehouden 744 terwijl eene toopeel- voorstelling door een gezelschap liefhebbers 356 beeft opgeleverd, Naar men verneemtis in de afgeloopen week in dienst gesteld de schooner Arnba, liggende te Rotterdam, onder bevel van den luitenant ter zee der lstc klasse Berghuys, en bestemd naar de West-Indien. Voorts zul len in dienst gesteld worden: met 1®. Maart 1846, Zr. Ms. l'regat de Sambre, onder bevel van den Kapitein ter zee, II. Ferguson, met eene bemanning van 280 koppenbestemd tot het doen véri kruistogten en btnnenlandscbe dienst; de korvet Castor, orider bèVél van den KapiteinrLnitenant Ippiiïs Fockens, met eene bemanning van 1ÖO koppenwelke bodem tevens zal dienen tot wachtschip in liet Nienwediep, ter vervanging van eerstgenoemd fregaten met den lstcn April de korvët Nehalennia, onder bevel van den Kapt.-l,tiit. ter zee van Braam Houckgeest; met eene bemanning van 160 kop pen en bestemd naar de Oost-ludiën. 's GRAVENUAGE23 February. In de zitting van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van heden waarin HH. Exc. de Ministers van Finantiën, van Koloniën en van de Her vormde Eeredienst enz. tegenwoordig waren, zijn weder vijf verzoekschriften ontvangen, om bij de aanvulling der vacature in het collcgie van Raden en Gencraal-Mecsteren der Munt in aanmerking te komen zij zijn van de Heeren Mr. ReigersmanAdvocaat te Arnhem en Essayeur van het kantoor van waarborg; van Riemsdijk, Agent van de Schatkist te MaastrichtValckeDaar, Gepensioneerd Kapitein der Genie Ivan Hohoken, Controleur van het kantoor van Waarborg le Zwolle, en Stern,, Inspecteur der Registratie in Nooril-Bra band. Voorts zijn ingekomen eenige verzoekschriften. De Heer van Dam van Isselt heeft daarop bet woord genomen cn gezegd Edee Mogende Heeren! Na den woordenstrijddie ip de Vergadering van 11. Donderdag gerezen was tusschen Zijne Exc. den Heer Minister van Finantiën cn wij, vertrouwde ik mijne belangen ten deze toe aan den Heer Baron Nahuyslid van dp Algemeene Rekenkamer. De Heer van Ilall had zijnerzijds daartoe zijne keuze gevestigd op Zijue Exc. den lieer Luitenant-Generaal Trip. Deze beide Heeren meendonom het regelen cn vaststellen van meer crp» stige puntenzoo mogelijkvoor te komendat zij moesten beproeven of- Cf geene termen bestonden om de partijen te bevredigendaar de Heer van Hall reeds dadelijk had herhaald, hetgeen Zijne Exc. ook in de Vergadering hacj gezegd, dat bij hem geene de minste intentie had bestaan mij te beleedigen. In den namiddag van Zatnrdag gaven de Heeren Trip en Nahnys mij ken nis dat de Heer van Hall bereid was te verklaren Dat bij nimmer zoude aarzelen verschooning te vragenindien hij ooit onwillekeurig iemand belecdigd mogt hebbendat hij zich echter in dezen geheel vrij kende van alle beleediging of van beleedigende bedoelingen 0|is 3|il9St00Illfifi flylB^ OJufiBl til> Ui 06.) ^81 19 lOwSOfl «gelijk hij zulks reeds dadelijk in de; Kamer verklaard had, toen hij uit het antwoord van den Heer van Dam aan den President ontwaarde, dat deze «zijne Wöordfin bad opgèvat, als of hij hem van laster had hesebüïdigd dat ttfhrij dus alsnog kon verklaren, dat hij geene de minste intentie heeft gehad deh Héér van Dam van Isselt te beleédigendoor de door hem gebezigde "«uitdrukkingen: dat hij bedoeld heeft, dat hij den persoon, die bpitëp dc «i Kamer die zaak 'aan' dén Héér' van' Dam mogt hebben medegedeeld zoude beschouwen als een lasteraar." Nadat de lieer Luitenant-Generaal Trip, zoowel als dc Heer Nahuys, mij idé plegtige- Verzekering hdddeii gegeven dat zij van oordeel warendpt ik met die verklaring genoegen konde nemen, gaf ik mijne toestemming, om de verklaring van den Heer van Hall te ontvangen ten huize van den Heer Nahuys,, in tegenwoordigheid van den President en van eenige leden dezer Vergadering, het willende overlaten aan de beslissing van mijne geaehtp arnbtgeriootenof ik mij met die verklaring des Heeren van Halt 'konde te vreden, stellen. ni.f - e. i a-.-,a -a :>bi,lad t Des namiddags ten vier. are begaf ik mij,i naar de woning van den Heer Nkhuyfe en bad dc oer aldaar aan te treilen, de Heeren: van Ilall, Tripj Bruce, Gevers v. Endegeest, Verwey Mejan, Telling, v. Goltstein en do'Man. Nadat de Heer van Hall dc bovenvermelde verklaring had voorgelezenen nadat de Heeren Trip cn Nahnys hadden verklaard dat door geepe dép pan» tijen eenige démarche was gedaan, strijdig wet de beginselen van eer, nam ik de vrijheid aan mijne geachte ambtgeppoten ar tp yragenof zij meepden dat ik mij met die verklaring mogt tevreden stellen? er bijvoegende, dat ik mijne beslissing ten deze had afhankelijk gemaakt,van hunne meènjng, en dat ik mij het regt had voorbehoudende verklaring van den Heer vpn l(all openbaar te mogen maken. De Président dezer Vergadering, na de meening. van de Heeren Trip en Nahuys vernomen te hebben, verklaarde, even als mijne vijf overige geachte mcdelëdendat zij met die meening van genoemde Heeren instemden en dat "zij geloofden, dat ik npj met de gegcvcnc verklaring behoorde tevreden te stellen. Nadat de Heer van Hall zijne toestemming had gegeven tot de openbaarma, king van de door hem gpgevene verklaring, heb ik ook mijnerzijds niet ge aarzeld te verklaren, dat ik alsnu de zaak wilde beschouwen als afgedpan en hébben wij elkander daarop de hand ter verzoening toegereikt. Van de mij gegevëne vrijheid gebruik makende, heb ik gemeend, dat de mepst gepaste wijze pm die verklaring openhaar te makendaarin zoude be staan, dat ik in deze Vergadering verslag deed van bet voorgevallene. Hieraan, Edel Mogende Heerenheb ik met de meest mogelijke naauwkcu- righeid voldaan. db,« h Hot rij mij vergund te.beslniten met den hartelijken wensch, dat gij allen VOO hetzelfde gevoelen ntoogt zijn, als de door rny opgenoemde medeleden. Mogtèrt cebter een of meerderen van U EdelMogenden wijn gehouden ge drag in dezen niet goedkeuren, dan stel ik genoeg vertrouwen ip het karakter niynor; geachte mede»afgevaarbigdenam mij oveKnigd te houden, dat zij mij hunne bezwaren met rondborstigheid zullen mèdedeelen; Zé Exc. de Minister van Finantiën heeft daarop het woord genomen en gezegd EDE! MOGENDE HïïREN! ui in 1.1 Ik heb geen oogenblik geaarzeld, om aan den geachtcn vorigen spreker de gevraagde magtiging tot openbaarmaking te verleenen. Wat Z. Ed. Mogende heeft medegedeeld .is volkomen overeenkomstig met bet werkelijk gebeurde. Ik verheug mij des te meer over deze openbaarmaking e8 zCg den spreker daarvoor dank, omdat daardoor pok builen deze Vergadering zijn voorgekomen allé eenzijdige voorstellingen, welke men reeds zooverre heeft durven uit breiden, dat men het votum van U Edel Mogenden over een ontwerp van wet in verband heeft durven brengen met een persoonlijk incident. Voor het overige zal ik voor alsnog mij wederhouden vap eenige meening té uilen omtrent het vraagpunt of ik na dat votum al dan niqt aan het Hoofd van het Departement van Finantiën zal kunnen blijven. Daaromtrent zal ik niet vooruitloopen de beschouwingen van het geëerbie digd Hoofd van den Slaat, en zal men mij ook wel willen veroorloven mijne eigene rijpe overweging voor te behonden. Daarna wordt de Zitting opgeheven. De afdeelingen van de Tweede Kamer hebben zich heden bezig gehouden wet het onderzoek van het voorstel tot herziening van Jiet Reglement van Orde en zullen dal onderzoek morgen voortzetten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1846 | | pagina 1