LEYDSCHE COURANT. N°. 13. VRIJDAG, 30 JANUARIJ. bhvnénlandsche berigteiv. De Courant wordt Maandag, Woensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt De Prijs dor de afzonderlijke nommers worden Centen afgegeven. tegen 10 LF.YDEN29 Januarij. Ö'e loting voor de Nationale Militie zal Iiier plaats iiébben op Woensdag en Donderdag den 4(len en 5<lcn Maart. De kosten op de loting vallende, zullen bij besluit van Gedeputeerde Staten geheel ten laste der gemeente komen, in welke zij plaats heeft. Van alle kanten wordt de buitengewone zachtheid van den tegenwoordigen winter gemeld die als eenc vergoeding vóór de langdurigheid des vorigén is. liet verschijnsel is niet vreemd, gelijk wij met cén paar voorbeelden uit de vorige eeuw zullen bewijzen. De winter van 17541755 was langdurig en streng. Het volgende jaar wordt gemeld: »zoo langdurig de vorst was in den wintér van den verleden jare, zoo gering is dezelve nu geweest, en bet thans vcrloopen wintersaizoen dat in deze lentemaand zijn einde neemt, is de lucht zoo zacht geweest, dat, zoo lang'Men het winter heeft moeton noemen, zoo veel ijs niet gezifn is, dat er eene hbn over zou hebben kunnen loopen, en de weinige nachtvorsten, die men gehad heeftvertoonden de wateren niet zoo gestremdof de zacht heid der lucht des daags deed alles weder verdwijnen, soo dat wij niet behoe ven te herinnerendat de vaart in het geheel door geen ijsgang of stremming der wateren is belemmerd geworden (Ne de tl. Jaarb. 1756 bl. 42G.)" De strenge en langdurige winter van liet jaar 17941795 is nog in het aandenken van sommigen. Hij maakte den overtogt der Fransche legers over onze rivieren gemakkelijk. Dë volgende van het jaar 1796 was des te zachter. ytVele zeer zachte winters heeft men ondervonden (meldt de Konsl- én Let terbode 5 Febr.) doch geen maand Januarij zal gelijk zijn aan de laatst algc- loopenegeen nachtvorst zelfs en geen sneeuw en een zoodanige graad van warmte, dat op den 31stc,i Jan. open Hensche bloesem in de opene lucht is gezienen dat meer dan ééne soort van veldbloemenzoo als paardebloemen niadalieven enz.in het veld hier en daar bloeijen." Vervolgens wordt opgegeven (12 Febr.) »dat op den 15den Jan. twee vroege tulpen in vollen bloei van den open grond zijn afgesneden en dat men er meer zou hebben kunnen snijden." Ook wordt er medegedeeld een versje, dat op den 8ste" Jan. 1796 door een Landman van even buiten Haarlem met een schaapje van graasde boter aan zijne klanten ten geschenke gezonden De vruglbre hemeldaauw gaf aan natuur het leven Tot in bet barst' saizoen hel gure jaargetij. 't'AVas onder AVijk aan Duin. Wie VOrid het ooit beschreven Dat men in Louwmaand zag het melkvee in de wei? AVie mogt in dit gewest dit meer dan nu aanschouwen? Ik denken wel met regt voorzeker niemand niet. Laat dit o stervelingn steeds op God doen bouwen Verheugenwen ge, als nu, zijn Alvermogen ziet. (Pr. Gr. C.) In de Staats-Courant van gisteren leest men een uitvoerig stuk, hierop ncderkoinende, dat de Regering, na rijp beraad, bet minder nuttig had geoordeeldom pooter-aardappelen van buitenslands te laten komen en voor onze landgenooten verkrijgbaar te stellendoeh dat zij echter door tus- schenkomst van hare Consuls eene beperkte hoeveelheid pooters had doen ont bieden tot het nemen van proeven, en bovendien bestellingen gedaan had op buitenlandsch aardappelen-zaad. Dat er insgelijks pogingen aangewend zijn tot het bekomen van mais of Turksche weit tot zaaikoren. Zoodra het be stelde zal aangekomen zijn, zullen de Gouverneurs het ter beschikking der commissiën van landbouw stellen, die het kosteloos aan bekwame landbou wers zullen uitdeelen. Volgens officiële opgaven bestond de Nederlandsche koopvaardij-vlootop ultimo December 1844, uit 1815 schepen, metende 181,819 lasten. In 1845 zijn er 81 nieuw aangebouwde schepen in de vaart gakomen, me tende te zamen 5053 lasten, waardoor het opgemelde getal schepen opgeklom men is tot 1896; te zamen inhoudende 186,872 lasten. Intusschen zijn, volgens de in den loop van het jaar 1845 ingekomen be- rigten, door verongelukking, slooping en buitenlandschen verkoop, buiten de vaart geraakt 27 vaartuigen metende 1686 lasten. Be Fransche historieschrijver Mezeray verhaalt in zijn Abrègè chronolin het leven van Francois 1 op liet jaar 1531dat het tijdperk van het einde des jaars 1528 tot in den aan vang des jaars 1531 maar één enkele zomer, scheen geweest te zijn, zoodat inen in geen vijf jaren twee nachten achteréén vorst gehad heeft. Dc Nederlandsche koopvaardij-vloot bestond derhalve op den 31stcn Decem ber 1845 uit 1869 schepen, inhoudende 185,186 lasten, en is dus gedu rende het jaar 1845 vermeerderd met 54 schepen, inhoudende 3367 last'cn. Onder de in 1845 nieuw in dc vaart gekomen schepen bevinden zichals vólgt 1 fregat, metende 379 lasten, 7 barken, 1586 2 brikken212 5 schooners, 413 35 koffen, 1731 en 31 smakkentjalken enz. 732 terwijl zich onder de builen de vaart gestelde schepen bevinden 1 fregat, metende 169 lasten, 1 bark193 1 brik201 1 brigantijn, 112 16 koffen, 805 1 smak, 36 en 6 tjalken, 170 De vaart onder Nederlandsche vlag is, voor zooveel tie beladen scheepvaart betreft, in 1845, bij vergelijking met 1844, weder vermeerderd, als: bij inklaring met 286 schepen en 19,064 tonnen, en bij uitklaring van 150 schepen en 20,757 tonnen. Ook de vaart onder vreemde vlag, de in- en uitklaringen te zaïnen geno men, heeft in 1845 eenc vermeerdering opgeleverd van 33.697 tonnen. 'sGRAVENHAGE, 28 Januarij. Rij een besluit des Konings, dezer dagen genomen, is aan den Heer J. Ewijkop het daartoe door hem gedaan verzoek een eervol ontslag verleend als Amanuensis van de Commissie van beheer en toezigt over de droogmaking van het Haarlemmermeer, en is als Secretaris dier Commissie henoemdde Heer van Gennep, lid der Commissie. Deze benoeming is op voordragt der Commissie geschied. De tweede candidaat, die voor die betrekking in aan merking was gekomenwas de Heer EyssellCommies bij het Departement van Binnenlandsche zaken. Deze heeft in de Commissie vijf stemmen beko men, terwijl de Heer van Gennep er zes op zich heeft vereenigd. Heden ochtend vroeg heeft de treurige plegtigheid van de ter aarde- bestelling van het lijk van den jeugdigen Prins, Zoon van Z. K. H. Prins Frederik der Nederlandenplaats gehad. Over vijf ure zette de trein zich in beweging, bestaande uit de lijkkoets met zes paarden bespannen, aan elke van wier zijden een lakkei ging. Deze koets werd door eenige andere rijtuigen gevolgd, waarin de Adjudan ten van Z. K.. H. waren gezeten. De trein werd voorafgegaan en gesloten door een escadron lansiers. Een uur nadat dezelve de Residentie, buiten omgaande naar de Delftsche zijde verlaten hadbegaf zich Z. K. II. Prins Frederik naar Delftom tegen woordig te zijn bij de stille bijzetting van een zoo geliefd pand in den voor vaderlijken grafkelder, nadat alvorens de kist met het Rijkszegel was verzegeld. Voor de tweede maal, in weinige jaren, vervulde de Vorstelijke A;ader dezen laatsten pligt; voor de tweede maal ondervond hij de innigste deelneming, van zijn Doorluchtig Geslacht en van het algemeen in zijn groot verlies. AVie zou geen deel nemen in de bittere droefheid waarin de zoo achtings waardige A'orstelijke ouders zijn gedompeld. Mogt, in hunne harten die kalmte en vertroosting nederdalenwelke de vruchten zijn van diepe eerbiediging van het ondoorgrondelijke van Gods wegen, van kinderlijk geloof aan Zijne A'ader- lijke liefde en van de opbeurende hope des zaligen wederziensdie het Evan gelie des Hccren don bedroefden Christen geeft. Door Z. Exc. den Minister van Oorlog zal op Maandag den 9den Maart aanstaande, per regiment worden aanbesteed de leverantie van 688 paarden, gedurende de jaren 1846 en 1847 bij corpsen kavallerie en artillerie benoo- digd, te weten: aan het l5le regement dragonders telken jare 53, 2de reg. 53, 3de reg. 57, reg. rijdende artillerie 85; te zamen 344 paarden in het jaar, en 688 in de twee jaren. Onder de te leveren paarden zullen zich aan het laatstgenoemd corps, ieder jaar moeten bevinden 33 trekpaarden. De voorwaarden der aanbesteding liggen ter lezing zoo in de bureaux van de Gouverneurs der Provinciën, als aan het Ministerie van Oorlog alhier. De benoeming van den Heer Mereicr (zie onder België) wordt hier als

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1846 | | pagina 1