Onder,anderen wordt daarin gezegd: dat Griekenland aan eenige Mogendheden door dankbaarheid en bijzondere verpligting was verbonden, en dat de Rege ring, om te toonen hoezeer zij die op prijs stelde, zich ten taak had gesteld hare inkomsten te regelen, de uitgaven te verminderen, de takken van wel vaart te vermeerderenen alzoo zijne hulpbronnen uit te breiden ten einde dc bij die Mogendheden aangegane schuld zoo mogelijk te kunnen afbetalen. De troonrede wordt in het land gunstig beoordeeld. ITALIË. ROME, 1 Januarij. De berigten uit deze stad meldendat er nog gedurig eene voor dat land ongewone koude bleef heerscheniederen morgen is de Campagna met rijp overdekt en hangen ijskegels aan de monden der fonteinendie zelfs op den dag niet geheel wegdooijen. Onderscheiden Russische familiëii, welke na van Godsdienst te zijn ver anderd, uit Rusland verbannen zijn en zich hier met der woon gevestigd hadden, hebben van den Keizer gedurende zijn verblijf alhier teruggave van hunne verbeurdverklaarde goederen gevraagden na des Keizers vertrek door den Russischen Gezant ButenicfF een gunstig antwoord bekomen. PRÜISSEX. RERLIJN, 15 Januarij. De Evangelische geestelijken, die de algemeene Synode hier bijwonen, zijn eergisteren aan de Koninklijke tafel genoodigd, en zijn daar, volgens oud ge bruik, in hun geestelijk gewaad verschenen. De natuuronderzoekers te Manhcim hebben thans een welbewaard Mam- muthsbeen van eene buitengewone grootte onderhandenhetgeen bij het kabi net van natuurlijke geschiedenis zal gevoegd worden; het was door een bagger machine uit dc haren aldaar opgehaald. Te Luchenwalde bij Maagdenburg is eene aanzienlijke lakenfahrijk in de asch gelegd, waarop bijna 800 menschcn werk vonden; dc fabrijk was voor 200,000 till, verzekerd. Ook is te Heidenhcirn in Wurtemberg den lldc" dezer de katoenlabrijk van de Hoeren Moebolk en Comp. afgebrand. BEIJEREN. MUNCHEN, 12 Januarij. Dc Prins von Wrede heeft in de Zitting der Rijksraden een voorstel ge daan om den Koning te verzoeken, dat de Minister van Binnenlandsche Za ken aan dc steden zon geven, eene lijst van al de thans in Beijeren bestaande kloosters, de oorkonden van stichting en dotatie dier kloosters overleggen; opgeven, tot welk doel elk dier kloosters hersteld is geworden; uit welke middelen elk van dezelve is gedoleerd; aan de pogingen, om nog meer kloosters in het Koningrijk op te rigten, de Koninklijke toestemming te ont zeggen en dezelve tegen te gaanliet getal der kloosters te bepalenen volgens de te doene bepaling overtollig bevonden wordende kloosters op eene gepaste wijze weder te verminderen en eindelijk met name de Redemptoris ten, die door hunne leeringen en grondstellingen de gemoederen van zwakke tot bijgeloovighcid overhellende menschcn diep verontrusten, weder uit het land' te verwijderen of onschadelijk te makendaar de regering, door dezelve in te roeperi en te dulden, in de achting van het volk noodzakelijk veel heeft moeten verliezen. Bovendien hééft de Prins een voorstel gedaan, om zeker bepaalde handelin gen van het bewind te doen afkeuren, bijzonder Van den Minister van Bin nenlandsche zaken von Abel, en aan den Koning eene wet op de verant woordelijkheid der Ministers te verzoeken, waarbij straffen op de schending der wet bepaald worden. Bij de ontwikkeling van dat voorstel heeft hij den Minister beschuldigd van liet willens en wetens schenden der staatsregeling, door het verkorten van de staatkundige en burgerlijke regten der Protestan ten, en hem verwetendat hij, door toctegeven aan de aanmatigingen van den pauselijken Stoel, geheel ondergeschikt is geworden aan de partij der geestelijkheid, derzclvcr ultramontaansche werking bevorderden verkorting van de regten der Kroon toegelaten heeft; dat hij wijders alles heeft ge daan, wat strekken kan om de Protestanten in hunne gehechtheid aan den Koning te doen wankelen, en Beijeren in het buitenland deszclfs achting te doen verliezen; dat zijn bestuur, 't welk slechts de strekking heeft om 't geen tot het Rijk der duisternis behoort, te bevorderen en alle verbete ring en vooruitgang te verhinderen, als een zware last op het land drukt: enz. Genoemde Prins Von Wrede is. zelf een belijder der R. K. Godsdienst en daarom hebben zijne voorstellen, die de Kamer in overweging zal nemen, te meer indruk gemaakt. FRAKKR IJ K. PARIJS, 18 Januarij. net adres van antwoord op de Troonrede is door de Kamer der Pairs met 120 tegen 23 stemmen aangenomen; het bevat niets bijzonders. Ons Kabinet zou inslructiën naar 's Gravcnhage hebben gezonden, om de sluiting van onderhandelingen te bespoedigen, betrekkelijk de vestiging in beide landen van het regt van wederzijdsche erkenning van het letterkun dig eigendom. Reeds sedert geruimen tijd heeft men gesproken van een der gelijk verdrag met de Duitsche Staten. De buitengewone Gezant van den Bey van Tunis heeft den Koning in een bijzonder gehoor een brief van dankbetuiging van zijnen Souverein over gegeven, die door den Koning tot Grootkruis van het Legioen van Eer be noemd was. De lieer Lenormant, Hoogleeraar in de nieuwere geschiedenis aan de IIoo- geschool alhier, is genoodzaakt geweest zijn ontslag in te dienen, omdat de Studenten bij herhaling hem belet hebben om het woord te voerenen de Faculteit hem te kennen heeft gegeven, dat zij daar tegen niets zou doen, omdat zij zijne leerstellingen afkeurde. Lenormant is een tegenstander van den Hoogleeraar Quinet, dien van Regeringswege geboden is, zijne voorle zingen te staken. De ontvangst der gezamentlijke spoorwegen in ons land hebben in 1845, 23,230.000 ff. opgeleverd, omstreeks 1 millioen meer dan in 1844. Gedurende de vastenavond-feesten neemt het getal der gemaskerde bals hier zoo zeer toe en worden zoo druk bezocht, dat de verhuurders van klee deren er een tak van bestaan van groote uitgebreidheid van gemaakt hebben; er zijn hier meer dan 200 zulke verhuurders, die alle goede zaken doen. Vrijdag 11. heerschte er in het begin van den avond een zoo zware mist in de stad Lyon, dat men slechts met gevaar de straten kon begaan; men kon niets onderscheiden en de koetsiers waren verpligt de paarden aan de hand te leidenhet gazlieht deed niet eenig nut. Uit berigten van Algiers van den 10'len dezer blijkt, dat de Maarschalk Bugeand wegens de afmatting zijner troepen van het vervolgen van Abd-el- Kader naar Orleansville was moeten terugkeeren de Generaal Jussuf zou intusschen met eenige ruiters de vervolging voortzetten. Later echter was Bugeand weder met vcrsche troepen ten velde getrokken, om zich in verbin ding te stellen met den Generaal Larnoricière in de provincie Oran. BELGIE. BRUSSEL, 18 Januarij. Dezer dagen heeft in de Kamer van Vertegenwoordigers de Minister van Buitenlandsche zaken een verslag der regering over het handelsgeschil met Ne derland ingeleverd waarin hij onder anderen hoofdzakelijk het volgende zegt In liet rapport van den 24steQ April 1844 aan de kamers, heeft mijn voor ganger de moeijelijkheden opengelegd, waarmede de met Nederland begonnene onderhandeling omringd was. Daden ccner onverwachte strengheid van de regering der Nederlanden heb ben de Belgische regering weggesleept, om te volgen op cenen grond, voor zeker gevaarlijk, maar waarop wij ons moesten plaatsen, wilden wij niet de uitkomsten der onderhandeling gevaar doen loopen, ja zelfs wilden wij den duur dier oneenigheid bekorten. De stappen tegen België hebben niet tot oorzaakeene op zich zelve staande daadzaak, maar dienen tot protest tegen betgeen men sedert vijftien jaren Belgiëns handels-staatkunde genoemd heeft. Na de gebeurtenissen van 1830 werden de Belgische producten in Holland met verzwaarde belasting en verbodswetten getroffen. De Nederlandsche ko loniën werden voor de Belgische goederen en vlag gesloten. Dit duurde tot 1839. België kon met volle regt soortgelijke maatregelen nemen; het onthield er zich echter van, en de Belgische markt bleef eene der gewigtigste plaatsen van vertier voor Holland en zijne koloniën, tot welke de toegang voor de Belgische producten gesloten was. Hieruit blijkt, met welk een' verzoenenden geest de Belgische regering be zield was en dit doet de onderstelling, dat België bijzonder ten doel had den Nederlandschen handel te benadeelen, verdwijnen. Het handelstelsel voor 1830 beantwoordde niet aan de vereischten voor Bel gië als onafhankelijke Staat, dat elke natie volgens haren toestand regelt. In de zitting van de Belgische Kamers, van 1843 op 1844, moest het wetsontwerp omtrent dc differentiële regten worden behandeld. In den tusschentijd werd er, den 14dcn Julij, een Koninklijk.Besluit geno men, dat het tarief op de wollen garens en lijnwaden, op de tapijten en an dere voorwerpen, verhoog.de. De Nederlandsche Regering bragt bezwaren in tegen het nieuwe regt op de tapijten. 7,ij toonde zich daarenboven ongerust (preocoupé) over de instelling vap differentiële regten in Befgie, Het Belgische ministerie bragt ter kennis van den Heer Rochussen, hoe het gezind was om de uitwerkselen te verzachten, die voor den Hollandschen han del uit de invoering der differentiële regten ontstaan mogten. Het stelde een' vierjarigen staat van overgang daar, voor dc verhooging der regten op de suikers en behield zich voor om in ecu traetaai de gewigtigër uitzondering betrekkelijk dé Java koffij te begrijpenen deed in Mei 1844 nog eenen verderen stap op den weg der bewilli'gingën.' Een artikel der wet van 21 Julij veroorloofde het invoeren eenér bepaalde hoeveelheid koffij uil Nederlandsch Indie, tegen betaling der regten, gelegd op den régtstrcckschcn invoer uit de landen van oorsprong, onder Belgische vlag. Den 1 tJ''eü Augustus 1844 diende de Heer Rochussen aan den Minister van buitenlandsche zaken eene nota in, die den staat van zaken geheel en al ver anderde. Ilet was nu niet meer het status quo van 1842 dat men wilde behouden, het was geene afzonderlijke daad meer, waarover do Regering der Nederlanden klaagde, maar zij omvatte in hare bezwaren het geheel van ons tol-taricf en bijzonderlijk onze wetgeving van 1834 tot 1843 op de granen, het vee, den doorvoer van het vee en de visscherijen. De Heer Rochussen besloot zijne nota met te verklaren, »dat de Neder landsche Regering, alvorens maatregelen van wedervergelding te nemen, ge past geoordeeld ha 1 de Regering uit te noodigenhare oogmerken mede te deelen omtrent de rogten op het vee, de granen, de tapijten den visch en de differentiële regten. De Belgische Regering beantwoordde die incdedecling hij cone nota van 17

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1846 | | pagina 2