AL6GRIË, Het dagblad Le Semeur zegt, dat de nieuwstijdingen van daar in meer dan een opzigt bedroevend zijn. Niet alleen wordt de Fransche heerschappij op nieuw bestreden in deze volkplanting die ons reeds zooveel goud en bloed heelt gekost, maar de daden van stuitende wreedheid schijnen er toe te nemen naarmate de worsteling ernstiger wordt. Wij voeren een oorlog Attilla waardig[deze Koning der Hunnende geesel Gods bijgenaamd verwoestte met een leger van 500,000 man een groot deel van Europa, van het jaar 441 tot 451] schrijft een ooggetuige van deze tooneelcn van woest heid. Men herinnert zich het schrikkelijk feit in de holen van Dab ra, dat FrankrijkEuropaja alle beschaafde volken met afgrijzen heeft vervuld. Wel nu, dergelijke daden worden in Algerie herhaald. De dagbladen spre ken van twee nieuwe berookte spelonken (enfumées), om de aangenomcue spreekwijze te gebruikeneen honderdtal personen had er zicTi in verscholen. Men voegt er bij dat de Generaals bevel hebben ontvangen om zoo veel dorpen te verbranden en zoo veel hoofden af te slaan als zij slechts konden. Keeds zijn er in den omtrek van Tlemcen dertien dorpen in de asch gelegd. Vijftig gevangenen zijn op cenen enkelen dag doodgeschoten. De Generaal Bourjolli, zegt een Correspondent, gaat voort met het neervellen der bevolking, zonder mededoogen ieder man doodende die in zijne magt valt. Ziedaar de feiten die tot ons zijn gekomen. Hoeveel anderen die wij niet kennendie wij nooit weten zullen. Hoe vele bijzondere wreedheden die met dikke duisternis bedekt zijn gebleven, behalve voor Hem die er eenmaal rekenschap van zal vragen! Als eens de deur voor al de woede der driiten is opengesteld en dat er het voorbeeld van is gegeven door de Legerhoofden zclvenals men vreesselijke moorden niet alleen aanmoedigtmaar wat meer isbeveeltwaar zal dan de bijzondere wraakoefening eindigen. Bloed wekt en prikkelt de dorst naar bloed. Is het dat wat Frankrijk over het land van Africa heeft gebragt. Moorden in koelen bloede bevolen en uitgevoerd, branden, verwoestingen, ondergang, het schouwspel eindelijk van eene barbaarse!)heid, die de wildste bevolkingen zou stuiten. Moet men om de beschaving in Algerie in te voerener eerst een uitgestrekt eenzaam oord van maken En zal men onder ons in naam der staatkunde de talloozc moorden weder zien beginnen, die de Spanjaarden in America in naam van de godsdienst hebben bedreven? ITALIË. ROME, 18 December. In een schrijven uit deze stad omtrent bet verblijf van den Keizer van Rusland, leest men nog het volgende: Bijna ongeloofelijk zal het aan het buitenland voorkomen, wanneer wij berigten, dat aan den Keizer, tot erger nis van alle fatsoenlijke Romeinenover de 1600 bedelbrieven zijn over handigd; de meeste vloeiden hem toe als hij zich naar werkplaatsen van kunstenaars begaf, van welke er velen in afgelegen straten wonen. De Politie wilde deze onvoegzaamheid reeds den eersten dag verhinderenmaar baar werd door den Keizer zeiven verzochtdit niet te doen. Dit groot getal bedelbrieven zal het denkbeeld des Keizers van den trots der Romeinen niet verhoogd hebben. Zoo men het gerucht gelooven magwerden voor de aankomst van den Keizer onderscheiden zich hier ophoudende Polen verwijderd. Op eene zijner wandelingen viel hem eene Poolsche vrouw te voethem smeekende om de bevrijding van haren zoon uit Siberiëwelke bede de Keizer haar toestond. Den dag voor de afreize van Z. M. kwam Prins Albrecht van Pruissen hier aan, den Keizer de aangename tijding overbrengende, dat de gezondheid van zijne gemalin voortdurend in beterschap toeneemt. Naar men meldtheeft de Keizer alhier ook het gesticht der propaganda bezigligden zulks ofschoon de bestuurders van hetzelve de daartoe gedane aanvraag met zeer weinig beleefdheid hadden beantwoord. Er wordt veel gesprokendat wijle de Prinses Borghese heilig zou ver klaard wordenen wel meest door toedoen van het Romeinsche volkals ook van hare schoonmoeder, die op haar, gedurende baar levenzeer jaloersch was geweest en haar hevig had vervolgd. Deze schijnt dus na haren dood, nu zij niets meer van haar te vrcezen heefttot inkeer tc zijn gekomen. De familie van de overledene heeft reeds 100,000 scudi voor de plegtighcid der canonisatie gereed indien het Hof tot dezelve zal besluiten. Wel verre dat de opgewonden toestand der Italianen zou verminderen door de strafoefeningendie tegen de oproermakers hebben plaats gehad neemt de gisting der gemoederen nog steeds toeen openbaart zich door zamenscholingenbrandbrieven oproerige plakschriften en moorddadige aan slagen op ambtenaren en soldaten. De uitgewekenen worden gezegd eene nieuwe onderneming tegen Italië op de Ionische eilanden uit te rusten waarvan de ontevredenen te Ancona, Bologna en in de Legatiën grootc ver wachting hebben. Voor eenigen tijd is met een woord gewag gemaakt over de groote brug tc Venetië gebouwdthans leest men daarover in een dagblad van Triest de Lloyd Austriacohet volgende Thans reikt Venetië eene vriendschappelijke hand aan den vasten wal haren broeder, van welken zoo vele eeuwen baar gescheiden hadden. Het is een grootsch werk en het vaderland waardig van die Dogen en die Patriciërs die hun goud in kostbaar marmer wisten te veranderen en in onvergankelijke gedenkteekenenwelke tot heden toe het sieraad en de eer van hun vaderland uitmaken. Binnen kort zal Venetië, die gevallen Koningin van de Adria- tische zee, de eene hand leeneude aan Milaan, door den spoorweg, en de andere aan Triest, door de stoombootenniet alleen haren ouden voorspoed zien herleven, maar zij zal ook het hare bijbrengen om de broederlijke banden vaster toe te halen, welke de bewoners van dit land moeten zamenvoegen, door hunne belangenhunne nijverheid en hunnen handel te vereenigen. De geheele lengte van de brug die van Venetië naar den vasten wal gelegd is, bedraagt 3,635 ellen, de breedte 9. Zij heeft twee hoofden, elk 20 ellen lang, eene groote opene plaats van 40 el breedte op 136 el lengte, in het midden der brug, vier kleine opene plaatsen van 100 ellen ieder, 36 groote dubbele pilarenwaarvan 12 van 14 el24 middelmatige van 9 elen 180 pilaren van ruim 2 eldie de bogen ondersteunenen eindelijk 222 bogen» De borstwering is van gehouwen steen van istriain welke een waterleiding is, die het water naar de stad moet brengen. Voor den bouw dier brug zijn 80,000 palen, 21 millioen gebakken en 1,200,000 gehouwen steenen aange wend en gedurende den geheelcn duur van het werk zijn meer dan 1,000 werlieden dagelijks bezig gehouden. De kosten worden opgegeven 2 mill. Ned. tc zijn, doch hierin zal wel eene dwaling plaats hebben, daar het onmo gelijk is, dat zulk een kolossaal werk, zoo weinig zou gekost hebben. p ïj i s e ar. BERLIJN, 27 December. Sints lang had het verwondering gebaard, dat de uitgave van al de wer ken van Frederik den Groote, welke op last van onzen tegenwoordigen Koning en op zoo grootsche bewerkstelligd werdDog steeds en nu reeds sints gerui- men tijd, blijft steken. Nu zegt men, dat de liberale geschriften van den beroemden Koning aanstoot en verhindering bij de censuur te Berlijn gevonden hebbendat er veel uitgeschrapt isen dat zelfs het oppergeregt der censuur deze zaak niet verhelpen kan dat dus de uitgave van al de werken van den Grooten Frederik weder tot onbepaalden tijd blijft uitgesteld. ERFURT, 21 December. Eene gebeurtenis, welke aan die van Caspar Hauser doet herinneren, ver wekt alhier veel opziens. De regeringsraad von Ehrenberg alhier had bij zijne eerste vrouw twee dochters, van welke er eene huwde, doch de andere uit hoofde van ziekte bij haren vader bleef, die daarna in een tweede huwe lijk trad. Aan deze twee voordochters was een belangrijk erfdeel te beurt ge vallen. De vader vertrok met zijne zieke dochter naar eene verwijderde bad plaats, van waar kort daarna de tijding werd ontvangen dat zij overleden was, en aan het 21 jarig overleden meisje werd niet meer gedacht. Sedert zijn 7 jaren verloopen, toen de dienstmeid van den regeringsraad in het huwelijk trad. Haar man verwonderde zich, dat zijne vrouw van haren vo- rigen meester van tijd tot tijd geld ontving, hetwelk hem verdacht voor kwam. Hij drong daarom op inlichting aan, en dreigde eindelijk met eene echtscheiding. Deze bedreiging had tengevolge, dat zij erkende, dat zij dit geld ontving voor het verzwijgen van een geheim daarin bestaande, dat de voordochter van den regeringsraad niet overleden wasmaar in eene kamer opgesloten werd, alwaar zij haar vroeger eten en drinken bragt. Deze man deed hierop aangifte bij de justitie, welke onderzoek deed, en werkelijk het meisje in eenen jammerlijken toestand vond. Zij is aan de zorg van den Militairen Dr. Wittke toevertrouwd, en de zaak zal gcregtelijk worden behandeld. is a S9 e ar. Te Heidelbergde oude hoofdstad van de Paltzmaakt men toebereidselen tot het vierenop den 4den Januarijvan het 3de eeuwfeest der Hervorming aldaardie onder de belangrijkste gebeurtenissen in de geschiedenis der Pro- tcstantsche_kerk van Duitscbland te rangschikken is. LVXEIIBVRC}. MARCfIE28 December. Gisteren heeft deze stad door eenen zwaren brand zeer geleden, 's Morgens braken de vlammen uit en woedden 7 uren, door hevigen wind aangeblazen, onafgebroken voort, waardoor ruim 20 huizen, welke eene geheele straat uitmaakten, vernield zijn. Uit de verbrande woningen heeft men niets kun nen redden. FRAI1RIJR. PARIJS, 29 December. Ter vergadering der Afgevaardigden van heden waren ongeveer 200 leden tegenwoordigonder welke men de meeste hoofden der oppositie heeft opge merkt. In acht der negen afdeelingen heeft de ministeriële partij de boven hand gehad. Het ministerie zal op eene meerderheid van 50 stemmen kun nen rekenen, en men verwacht dat de Heer Sauzet tot Voorzitter der Kamer zal worden benoemd. Heden is alhier bet voorloopige berigt ontvangendat de groote gou- vernements-stoomboot Je Papin, op de Africaansche kust, bij Mogador, is vergaanen dat 75 personen daarbij het leven hebben verloren. De stad Bordeaux is door een orkaan zwaar geteisterd. LAON20 December loob bglovoD .1 Twee wildstroopers zijn beboet. Men beeft ze overvallen terwijl zij 70 pa trijzen en twee kwartels bij zich hadden. Zij bedienden zich van een net dat men het doodlaken noemt. Dit net is soms 100 tot 150 Ned. ellen breed zeer sterk, van zijde, en tevens zoo fijn dat het opgerold, niet meer omvang heeft dan een klein pakje. Het is wijd van mazen en van onder zijn er stee nen aan vastgemaakt om het opwaaijen te voorkomen. Twee man nemen het bij de punten en gaan er zoo mede voort. Zij hebben een stok in de hand

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1846 | | pagina 3