BUITEJNLAJNDSCHE BERIGTEJN. een zestigste deel der wedde, zonder het twee derde gedeelte, noch de som van ƒ3,000 te boven te kunnen gaan. Het pensioen van hen, die ongeschikt zijn geworden, wordt, onaangezien den diensttijd, bepaald op twee derde deel der wedde, behoudens bet maximum van drie duizend gulden. Dat der weduwen en weezen, in dat geval op drie vierde gedeelte van dat, waarop derzelver echtgenooten of vaders aanspraak zouden gehad hebben. Voorts hebben de hoofden der Ministeriële Departementen aanspraak op pensioen in geval van aftreding te regelen naar een twaalfde deel hunner be zoldiging voor ieder dienstjaar, en wel van ƒ3,000 tot ƒ5,000. Het pensioen van Hoogleerarenten gevolge van vrijwillige aftreding uit hoofde van zoodanige ongesteldheid die hun ongeschikt maakt voor de behoor lijke waarneming van bun ambt, wordt geregeld voor ieder jaar dienst op een vijf en dertigste deel der wedde, en zal nimmer de som van ƒ3,000 kun nen te boven gaan. De aanspraak op pensioen is verbonden aan de verpligting tot bijdrage, van een gedeelte der wedde. De wedde van alle burgerlijke ambtenaren ondergaat, behoudens eenige uitzonderingen, bij de eerste aanstelling en bij latere ver hooging eene afloopende korting en vervolgens eene doorloopende korting ten bedrage van een vijfde gedeelte over elk der vijf eerste jaren voor die van boven de ƒ700; voor minder doch meer dan 400 een achtste over elk der acht eerste jaren. Die beneden de ƒ400 zijn onderworpen aan eene doorloo pende korting van twee ten honderd. Die van ƒ100 of minder is geheel vrij. De wedde van de Hoofden der Ministeriele Departementen ondergaat enkel eene doorloopende korting van 5 pCt. Geen pensioen wordt verleend dan op aanvragebinnen vijf jaar in te dienen. Geen pensioen wordt toegekend anders dan bij besluit van den Koning, houdende vermelding der gronden, waarop het pensioen verleend wordt. Van die besluiten wordt in de Staats-Courant melding gemaakt. Alle bijdragen betzij die van de afloopende of van de doorloopende kortin gen afkomstig zijnmaken een afzonderlijk fonds uitonder de benaming van Pensioenfonds voor burgerlijke ambtenaren. De pensioenen der be langhebbenden in deze afdeeling begrepen komen ten laste van bet voorschre ven fonds. Het bestuur en het beheer van hetzelve wordt opgedragen aan een raad onder den titel van Raad van bestuur van het Pensioenfonds voor bur gerlijke ambtenaren. In buitengewone gevallen, waarin bij deze afdeeling niet is voorzien, of waaromtrent de bepalingen derzelve geacht worden geen billijken maatstaf tot vergelding van diensten door burgerlijke ambtenaren van den Staat bewezen op te leveren wordt bij afzonderlijke wetten voorzien. De tegenwoordige wet wordt in werking gebragt te rekenen van den lsten April 1846. ROTTERDAM, 8 December. Donderdag 11. zijn alhier in veiling verkocht de 2,966 balen geelachtige Java-rijstonlangs aangevoerd van Batavia per schip Mariatot 13. ZWOLLE, 6 December. De gemeente Hengelo, waar het fabriekwezen bij den dag vooruitgaat, zal binnen kort een nieuwen tak van nijverheid bezitten in eene stoominrigling van broekstoffinde eerste van dien aard in ons land. De Heer Lonnes eigenaar van dergelijk eene fabriek te Gladbach in Rhijn-Pruisenheeft be sloten deze op te breken en naar onze gemeente te verplaatsen, waar hij reeds bezig is zijne fabriek, en wel op eene uitgebreide schaal, op te rigten. Deze nieuwe onderneming, waarbij reeds vele wevers zijn aangenomen ver sterkt het vertrouwen, welke de belangrijke bestellingen der Handelmaat schappij heeft opgewekt, dat wij den winter, wat de verdiensten voor de arbeidende klasse betreft, zonder bezorgdheid kunnen intreden. LEEUWARDEN, 4 December. Op den avond van gisteren hebben wij de straten en grachten dezer stad voor het eerst algemeen met gaz mogen verlicht zien. Na den opgang, welken het gaz reeds lang in andere landen gemaakt heeft, en nadat het bereids in Amsterdam, Rotterdam, Haarlem, 'sGravenhage Utrecht en Arnhem is ingevoerd, is Leeuwarden thans, zoo wij meenende 7<te stad in ons rijkwelke daarmede verlicht is. OOiT-INMIE. Bijzondere berigten van het begin van October melden de plegtighcden waarmede Z. Exc. den Gouverneur te Batavia is ontvangen. Zoodra bet fregat Jason de reedc van Batavia naderdedeed het wacht schip 21 salutschoten terwijl de overige schepen, ter roede liggende, para deerdon, werd Z. Exc. andermaal begroet door 21 salutschoten der batterij aan den walen bet toeken gegevendat het fregat het anker had laten vallen. Inmiddels had zich reeds eene deputatie op het jaagpad bij het water-eta blissement verzameld, bestaande uit den algemcenen Secretaris, den Resident van Batavia en andere Ileerendie zich met eene sloep naar buiten en aan boord van het fregat begaf, om Zijne Exc. den Gouverneur-Generaal uit naam van den Vice-President, waarnemenden Gouverneur-Generaal met zijne aankomst in Nederlandsch Indië te begroeten. Met het aanbreken van den volgenden dag wapperden van alle landsvaartui- gen en schepen van oorlog de vlaggen der natiënwaartoe de schepen be hoorden. Dit was een inderdaad overheerlijk schouwspelnimmer lagen er welligt zoo vele schepen ter reede als op den morgen van dien plegtigen dagen de helderschijnende zon zette nog meerder schoonheid en luister bij aan de indrukmakende plegtigheid. Ook van het paleis, het stadhuis, 'slands werl en van alle inlandsche groote vaartuigen in de vrijhavende groote ri vier en elders wapperden de vlaggen. Alle toebereidselen waren inmiddels aan land gemaakt om den Opperland- voogd in Nederlandsch Indië op het plegtstatigst te ontvangen. Ten 6 ure had zich het korps der infanterie der Bataviasche schutterij in groot tenue op het Koningsplein verzameldhet marcheerde naar Noordwijk en stelde zich aan de zuidzijde van het kanaal, tegenover het hötel Rijswijk, alwaar zich de waarnemende Gouverneur-Generaal bevond, in bataille. Het garnizoen van Rijswijk en Weltevreden was inmiddels ook onder de wapenen gekomen ter wijl de infanterie en verder gewapende korpsen zich van het hötel af en haije stedewaarts hadden geschaard. Bij het hötel Rijswijk was eene eerewacht geplaatst. Op het Prinsenveld stonden 5 kompagniën gekleede inlandsche pickeniers iedere kompagnie had aan derzelver hoofd een districts-commandant in zijn nationaal costuum alsook de inlandsche officierenAllërissen genaamd. Daaraan sloten zich de Chinezen met hunnen Majoor, Kapitein en Luitenants, in groot tooisel uitgedost. Verder-was nog, reeds des morgens ten 6 ure, het bataillon Gapangers en Mooren op het Stadhuisplein verzameld. Des morgens ten 7 ure bevonden zich de Bevelhebber van het Indisch legerdc Directeur-Generaal van Finan ciën, de Procureur-Generaal en meerdere Autoriteiten aan den steiger op het jaagpad, waar de Gouverneur-Generaal aan land zoude stappen, om Z. Exc. op te wachten en geluk te wenschen terwijl op hetzelfde uur in het hötel te Rijswijk de Leden van den Raad van Indiëde President van het Ilooge Geregtshof, de President der lactorie van de Nederlandsehe Handelmaatschap pij, de Hoofdofficieren, de President der Javasche Bank en andere hooge burgerlijke en militaire ambtenaren dc aankomst van den Landvoogd ver beidden. Alles alzoo behoorlijk geregeld zijnde om den nieuwen Gouverneür-Gene- raal met de aan zijnen hoogen rang verschuldigde eerbewijzen te ontvan gen begaf zich des morgens ten 6 ure eene deputatiebestaande uit den Bevelhebber van Zr. Ms. zeemagt in Oost-Indiëden algemcenen Secretaris den Resident van Batavia en den havenmeester met de groote Lands-sloep naar boord van het fregatschip Jasonen baalden Z. Exc. afdie aan wal gekomen zijnde in eene prachtige koets stapte, rnet 6 paarden bespannen, onder het gebulder van het geschut der Welkomst-batterij en het geschal van trompet-muzijk. Den weg nemende langs het Molenvliet naar het hötel Rijs wijk,'werd Z. Exc. geëscorteerd door de helft van het escadron Oost-Indische kavalerie en de helft van het escadron kavallerie der Bataviasche schutterij. Eene lange rei rijtuigen volgde de koetswaarin de Gouverneur-Generaal met den bevelhebber van het leger, den bevelhebber der zeemagt en den algemcenen Secretaris was gezeten, en aldus voortrijdende, ten aanschouwe van eene ontelbare zamengevloeide menigtebereikte de schitterende stoet het hötel Rijswijk, waar Z. Exc. door den waarnemenden Gouverneur-Gene raal de Raden van Indië en verdere Hooge Antoriteiten met zijne behouden aankomst werd geluk gewenscht en eene plegtige voorstelling plaats had. Deze afgeloopcn zijnde, verwijderden zich alle Heeren, met uitzondering van de Regeringsleden. KAAP DE GOEDE HOOP. 14 October. Aan den Wetgevenden Raad was een ontwerp ingediendom voor het dis trict van Port-Netal een Geregtshof te benoemen; dit Hof zou te Pieter-Maritz- burg zijnen zetel hebben de handelingen van hetzelve zullen in de Engelsche taal geschieden, en alle criminele zaken zullen daarvoor en voor eene jury- van 9 personen worden gebragt, van welke jury zelfs zij niet uitgesloten worden, die de Engelsche taal niet verstaan. De benoeming van het bestuur was in dc Kolonie wel naar genoegen. De katoenbouw ging goed voort. De inboorlingen zijn gunstiger gestemd voor de Engeschen dat) voor de Portugezen die van Delagoa met hen handel drijven. Den 29sten September hadden er in de omstreken van Grahamstad zware onweders gewoeden te Port-Natal had men schokken van aardbeving waar genomen onderscheiden menschen en vele schapen waren door den bliksem gedood. In sommige streken vertoonden zich groote zwermen sprinkhanen, die veel schade aan het bovendien reeds schrale veldgewas veroorzaakten. MEXICO. 30 October. De vrees voor oorlog met de Vereenigde Staten is thans bijna geheel gewe kendewijl dc Regering er in toegestemd heeft, om een Gezant van daar te ontvangen. In de stad was het rustigdoch in de districten pleegden de Indianen vele ongeregeldheden, liepen het platte land af, en verwoestten on derscheiden dorpen een bende van hen was zelfs tot op 7 dagmarschen van onze stad genaderd. De Fransche Gezant had Mexico verlaten zicb naar Havanah begevende, om aldaar nadere instructie van zijne Regering af te wachten. Santa Anna bevond zich nog steeds te Ilavanahden loop der gebeurtenissen alhier verbeidende.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1845 | | pagina 2