BUITEN LA INDSCÏIE BERIGTEN. AMSTERDAM, 10 November. H. M. de Koningin beeft aan de Directeuren der Gebroederscbap: Tot dek king der Atmen, ƒ100 doen toekomen. LEEUWARDEN, 8 November. Wij vernemen, dat HH. Gedep. Staten van Vriesland een gedeelte van bet onde Landshuiswaarin vroeger de Staten vergaderden en later de Regtbank van eersten aanleg zitting had tot tijdelijk gebruik hebben afgestaan aan den kerkeraad der Hervormde gemeente alhier, om te strekken tot bet houden van bijbellezingen en godsdienstige toespraken ten behoeve der lagere volks klasse, die om velerlei redenen van bet bijwonen der godsdienstoefeningen in de kerken wordt teruggehouden. Tot goedmaking der kosten van inrigting, enz., hebben cenige aanzienlijke leden der gemeente op eene edelmoedige wijze bijgedragen. Nadat een vroeger plan tot het stichten van eene kerk voor ar men niet tot uitvoering is gekomen, hopen wij, dat deze loffelijke poging', om iets bij te dragen tot verbetering van den zedelijken en geestelijken toestand van onze verarmde en verwaarloosde natuurgenootenheilzame vruchten moge dragen voor tijd en toekomst. Ieder, die weet tot welk eene diepte van gees telijke ellende vele armen in groote steden verzonken zijn, en hoe onkunde en dwaling veelal de ooizaken zijn van de meeste misdrijven, zal deze poging van den kerkeraad van harte toejuichen. ASSEN, 9 November. Gisteren is te Gasselte brand ontstaan in een schuur, welke met de daar aan verbondene woning, den geheelen inboedel, al de levende have, bestaande uit 2 paarden, 10 koeijen, 1 stier en 15 schapen, eene prooi der vlammen is geworden. Het huis was tegen brandschade verzekerd doch de inboedel niet. Men vermoedt dat de brand door kwaadwilligheid is veroorzaakt. GRONINGEN, 10 November. Men verneemt dat de door de Heeren Balkema en Comp. aangevraagde concessie tot bet aanleggen van spoorwegen in de provinciën Groningen, Drenthe en Vrieslanddoor Z. M. is verleenden dat de rigting van die wegen, wat ons gewest aangaat, zal zijn als volgt: Van de stad Groningenalwaar het stations-gebouw zal komen te slaan buiten de Steenstilpoortnabij de herberg de Altena, naar Noordlaren, bij Vries langs naar Assen van daar over Reilen naar Meppol enz. Van Groningen over WesterbroekHoogezandSappemecrZuidbroek Eextadaar over liet Diep naar Winschoten en verder, over Nieuw Beerta naar de Nieuwe Schans. Van Groningen naar Bedum op Middelstum over Wester-EmdenLopper- sumTjamsweerAppingadam naar Delfzijl en Van Groningen door liet Westerkwartier bij het Kolonelsdiep langs naar Augustinusga en zoo verder naar Leeuwarden. 's HERTOGENBOSCH, 9 November. Gisteren is alhier overleden de Heer Mr. L. W. E. van Heurneen der oudste leden van het Provinciaal Geregtshof van Noord-Braband. BREDA, 8 November. Het stoffelijk omhulsel van den edelennederigen en beminnelijken Gijsbert JacobGrave van Ilogendorpwerd heden morgen uit Tilburg gevoerd en le Nieuwkerk door zijne diep bedroefden broeder en diens twee zonen opge wacht. Toen bet lijk aan den ingang van den geopenden kelder geplaatst was, hield Dr. G. D. J. Schotel, Predikant te Cliaam, Alphen en Baarle- Nassau, eene korte doch treffende lijkrede, naar aanleiding der woorden: uGij zult den dood sterven," die onder plegtige stilte en bet storten van vele tra nen, met eerbied, door bonderden R. C. en andere gezindten werd aangehoord. Ook de R. C. geestelijkheid, inzonderheid de eerwaardige Pastoor van Goirle, moet openlijk hulde aan de nagedachtenis van den Graaf bewezen hebben zoo door het houden van lijkdienstenals bet laten luiden der klokkenen het opsteken van rouwvlaggen, terwijl de ingezetenen dier plaats, alsof een algemeene ramp hun getroflen bad, hunne woningen gedurende de begrafenis sloten en dien dag hun werk staakten. OOST-INDIE. BATAVIA, 29 Julij. Uit de laatste van Hong-Kong ontvangen bladen is ons geblekendat de weleerwaarde Heer Mcdhurstdie hier ter stede geruimen tijd als leeraar bij de Engelsche gemeente het evangelie heeft verkondigd en ook in de letterkun dige wereld met lof bekend is, thans eene groote reis door het binnenland van China doet; terwijl bij, om beter in zijn oogmerk te slagen, de kleeding der Chinezen heeft aangenomen. Het is te hopenen zijne grondige kennis van de Chineschc taal doet zulks ten volle verwachtendat zijn moeijelijke togt met cenen gunstigen uitslag moge worden bekroond. Volgens berigt van Singapore was aldaar op Vrijdag den 20sten Junij 11. het Britsche stoomschip Phlegethonmet Kapitein Bcthune en gevolgvan eenen togt naar Borneo teruggekeerd. De resultaten van dit tweede bezoek van Kapitein Bethune op Borneo zijn niet bekend gemaaktmen gelooft ech ter dat men steenkolen in grooten overvloed en van uitmuntende soort gevonden heeft. De Sultan van Borneo Proper heeft medegedeeld, dat een Amerieaansch fregat hem een bezoek gegeven heeft, en welks bevelhebber wenschte een verdrag met hem te sluiten, waartoe de Sultan zich echter, volgens zijne eigene verklaringongenegen had betoond. In de Amsterdamsche Courant van den 12den November leest men het volgende: Onlangs hebben wijvolgens particuliere berigten van Bataviavan den 4dtn Mei jl. bekend gemaakt, dat de Generaal Michiels, civiel en militair Gouverneur ter westkust van Sumatra, schikkingen had beraamd om eene expeditie in de oostelijke landschappenwelke nog niet aan het Nederlandscbe gezag zijn onderworpente bewerkstelligen thans verneemt men door passa giersdie kortelings van Java en Sumatra zijn gearriveerd, dat de Generaal in de laatste dagen van de maand Mei jl. uit de bovenlanden te Padang was teruggekomen, zijnde de expeditie volbragt, terwijl het grootste gedeelte der troepenna afloop van dien krijgstogtzich naar hunne vorige standplaatsen in de bovenlanden hadden begeven. Men zegt dat de troepen eene bijzonder moeijelijke en zeer afmattende expeditie uitgevoerd hebben, en wel uit hoofde van de hooge bergen, zware, digt begroeide wouden, moeijelijke ravijnen en stroomende rivieren die gedurende den togt moesten over- en doorgetrokken worden. In weerwil van al de schier onoverkomelijke hinderpalenheeft de krijgsmagt door volharding en buitengewone krachtsinspanning volkomen ge zegepraald. Ongetwijfeld hebben cenige aanvoerders en ondergeschikten door bijzondere bewijzen van ijver, onverzaagdheid en dapperheid zich doen op merken. Het is wel vreemddat de Javasche Courantendie men reeds tot den 29sten Julij jl. heeft ontvangen, van zulke bewegingen niets melden; mogelijk dat deswege, in de nog achter zijnde Couranten van de maand Junij, mede- deélingen gedaan worden. Het zou wel te bejammeren zijn als er luisterrijke daden hebben plaats gehad, dat die niet bekend gemaakt en aan de vergetel heid onttrokken werden. WEST-INDIE. In een artikel van het Handelsbladgetiteld: Vitzigten voor de Kolonie Surinameleest men onder anderen het volgende: Reeds bij de herleving van Nedcrlandsch volksbestaanvertrok de Baron van Raders met den Vice-Admiraal Kikkert naar bet eiland Curasao. Sedert heeft Z. Exc. wel van tijd tot tijdvoor een paar jarenhet vaderland be zocht doch is steeds op het eiland Curasao geplaatst geweest. Toen derhal ve, in het jaar 1836 de Heer van Raders, als gezaghebber of Gouverneur naar dat eiland vertrok, was het hem bekend, welke behoefte Nederland had aan de uitbreiding der kuituur en productie in onze koloniën, had hij ge zien, welke voortgangen de nijverheid had gemaakt, en welke uitkomsten door de chemie in de laatste jaren waren verkregen, maar hij kende ook de wezentlijke behoeften van Curacao en der onderhoorige eilanden. Deze waren zeer grootwant behalve dat de lands gebouwenwegen enz. in slechten staat waren of geheel ontbraken, hcerschte er algemeen bij de bevolking eene lusteloosheid welke aan moedeloosheid grensde. De nieuwe bestuurder verbeterde de zoutpannen, trachtte den uitvoer van Bonaire en Curasao te verzekeren en op die wijze 's lands inkomsten te ver meerderen, ten einde gebouwen en pakhuizen te verbeteren of daar te stellen en in andere benoodigdheden te voorzien. Hoe geheel anders vertoonen zich tegenwoordig die eilanden bij den tijd toen de nieuwe gezaghebber van Ra ders aldaar in 1836 aanlandde! Ook de zeelieden zijn hem verpligt; zij hebben hem een kustvuur aan de haven van Curasao en een' vuurtoren op de zuidpunt van het eiland Bonaire te danken. Maar de landbouw en al hetgeen daartoe betrekkelijk isheeft de Baron van Raders op het krachtdadigst aangemoedigd en in vele opzigten het voor beeld gegevenom de bestaande vooroordeclen te beter te bestrijdenen ten einde proeven te nemenwaartegen plantersvan wege de kosten mogten opzien. Het merinos-scbaap is door zijne zorg ingevoerden hiervan laat zich het beste verwachten, zoo veel te eerder als de aanvankelijke uitkomsten gunstig genoeg zijn. De watapana, welke voedsel en looistof oplevertis reeds een artikel van uitvoer geworden. De aloë-harst heeft op de Europesche markten winstgevende prijzen bedongen. Er is alle uitzigt dat de pitade agava- Amerieana en de moringaop de Curagaosche eilanden wel slagen zullen en aan den planter en koopman voordeelig worden. Op de nopalplantwelke er te huis behoort, en derhalve op de cochenille cultuur, bouwt echter de Heer van Raders de grootste verwachtingen voor de welvaart der ingezetenen.. Ziedaar derhalve, hoe één man met een helder hoofd, practischen geest, goeden wil en werzaamheid binnen weinige jaren veel goeds verrigten kan. Ook het vraagstuk of Blanken en Europeërs tot veldarbeid te gebruiken zijn, is, onder zijne leiding, naar wenseh opgelost geworden. Men heelt uit dien hoofde allezins reden om gunstige uitkomsten te gemoct te ziennu een man als de Baron van Raders aan het hoofd der Kolonie Suriname is ge plaatst. De Europesche Kolonisten mogen gerust op hem vertrouwen. BR A§ILIE. RIO-JANE1RO, 10 September. De Keizer heeft een zekere uitgestrektheid gronds afgestaan om een nieuwe stad te bouwen in zijne Domeinen van Corrogoseno, en de Provinciale Verga dering van Rio-Janeiro heeft besloten, de vestiging van Europesche Kolonisten op dat punt te begunstigen, ten einde die stad te bevolken, welke eene model-stad moet worden voor de blanke bevolking, om langzamerhand den arbeid van slaven door dien van vrijen te doen vervangen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1845 | | pagina 2