BU1T E JN L A JNDSÜHE BERIGTEN. daarvoor hij liet ontwerp een regt van f 3 wordt voorgedragen, of een be schermend regt van 2.78hetgeen men veel te hoog oordeelde en bijkans gelijkstaande aan een verbod. Ook ten aanzien van het voorgestelde regt op meel werden verscheiden aan merkingen gemaakt. Men had met verwondering gezien, dat tot bepaling en in allen gevalle dat roggemeel lager belast moest worden dan het tarwe meel. Ook was men van oordeel, dat bet mad van Maïs, welk graan hier te lande niet schijnt gemalen te kunnen worden, met het roggemeel behoorde te worilen gelijkgesteld. Eindelijk werd gevraagd of de benaming van meel hier in zulk ccncn algemeenen zin moet worden opgevat, dat daaronder mede begrepen is het meel van aardappelen Ten aanzien van den termijn tot op welken de invoer tegen verminderde regten zou worden toegestaan, was men bijkans algemeen van gevoelen, dat die ruimer behoort te worden gesteld. Dit werd vooral noodzakelijk geacht voor de in art. 2 genoemde graansoorten, waarvan de belangrijkste aanvoeren, die uit Rusland, de Oost- en Zwarte zeeën plaats hebben, meestal eerst in den nazomer kunnen verwacht worden. Uit dien hoofde wenschten dan ook som mige leden den termijn verlengd te hebben tot 1 September 1846, anderen tot 1 October, anderen weder tot 1 November van dat jaar; doch allen kwa men hierin overeen dat zij den voorgestelden termijn van duur als geheel onvoldoende aanmerkten, om het doel te bereiken. Ook wenscht men van de Regering te vernemenin welke zin moet op gevat worden bel gezegde in de memorie van toelichtingdat tegen den lsten Junij de nieuwe oogst, althans aanvankelijk, in de behoefte zal kunnen voorzien." Nog is door de Centrale Afdeeling opgemaakt het voorloopig verslag nopens de voordragt van wet, betrekkelijk de vervanging der Schatkistbiljetten. Daaruit blijkt, dat het bovengemelde ontwerp van wet, hetwelk in de Af- deelingen der Tweede Kamer door 45 leden onderzocht is geworden, bij He de meerderheid van die leden tegenstand heeft ontmoet. Vele leden twijfelden omtrent de noodzakelijkheid van dien maatregel, daar toch uit onderscheidene opgaven der Regering was gebleken dat er genoeg zame ruimte van kapitalen in de schatkist aanwezig is. De meerderheid vond bezwaar in het daarstcllen van zulk een aanzienlijk kapitaal vlottende schuld oordeelende dat in oogenblikken van gcldscliaarste of by buitengewone omstandighedendaaruit bedenkelijke gevolgen voor bet craliet van den Staat zouden kunnen voortvloeijen. De minderheid achtte het volstrekt noodig, dat, tot aantooning van de noodzakelijkheid en doelmatigheid derzelve, meerdere inlichtingen worden medegedeeld. Vooreerst het verslag nopens den toestand der schatkist op 1° Januarij 1845. Ten andereof de voorgestelde creatie van nieuwe schat kistbiljetteninoct beschouwd worden als blijvende schuld, en zoo ja, waar om dan niet de voorkeur wordt gegeven aan de daarstelling van gevestigde schuld, liever dan de toevlngt te nemen tot de vermeerdering der vlottende schuld waartegen altoos vele bedenkingen bestaan. Zij wenscht derhalve ophelderingen te bekomen nopens het doel eener zoo aanzienlijke vermeerdering der vlottende schuld, en tevens te vernemen of de Regering meent zulk een groot kapitaal \an die soort van schuld op den duur noodig te zullen hebben, dan wel of de aanvrage daartoe alleen geschiedt ter voorziening in cene tijde lijke behoefte. Eindelijk heeft zij gevraagdwelke conliöle er zou plaats hebben met opzigt tot de behoorlijke uitvoering van de tegenwoordige wet wanneer zij tot stand rnogt komen, en waarom in dit ontwerp ontbreekt de bepaling, voorkomende in art. 3 der wet van 27 December 1840, dat maan delijks door den Minister van Finantiën bet bedrag der alsdan uitgegeven schatkistbiljetten zal worden aangekondigd. Voorts is door onderscheiden leden de vraag gedaan, of men dit papier niet tegen veel lagere rente zou kunnen plaatsendan waarop bij bet ontwerp schijnt gerekend te zijn en of liet dus niet geraden zij om het bij de wet be paalde maximum van rente eenigzins lager te stellen. Voorts dat niet vol doende is, het minimum te bepalen van de hoegrootheid der uit te geven bil jetten, maar ook een maximum, en voorts, even als in de wet van 28 April 1834, eene aanwijzing van de onderscheidene soorten, die gecreëerd kun nen worden. Door het eerste wilde men de uitgifte van te groote stukken tegengaan het laatste achtte men regelmatiger. Eindelijk gaf men in overweging, om de schatkistbiljetten ook aan de kantoren der Agenten verkrijgbaar te stellen. 6 November. In de Zitting van de Tweede Kamer van beden zijn drie ontwerpen van wet aangebodenals: 1". tot herziening der bestaande wetgeving nopens de bezwaarschriften betrekkelijk de directe belastingen des Rijks; 2°. tot aan vulling van de middelen, strekkende tot dekking van 'sRijks uitgaven over 1844 en 1845, en 3". lot wijziging van het lXde Hoofdstuk der Staalsbe- grooting over 1845, afdeeling A, betrekkelijk de Nationale Schuld. Is ingekomen een verzoekschrift van van Heukclom c. s.van Amsterdam, houdende bedenkingen tegen de voordragt van wet nopens de levensmiddelen. Verzending aan de Commissie. De Centrale Afdeeling heeft verslag gedaan op liet ontwerp van wel betrek kelijk de aflossing van schuld over 1845. De beraadslagingen over die voordragt zullen aanstaanden Zaturdag worden gehouden. Tot dien lijd wordt de Zitting opgeheven. NIJMEGEN, 4 November. Bij den treurigen toestand van den oogst der aardappelen in dit jaar, is liet aangenaam het berigt te kunnen mededcckndat de boekweitpaarden- en duivenboorten veel zaad afleverendat de mangel- en andere wortelen vol doende zijn; dat de knollen en spurrie gunstig staan, en de tabak een goed gewas beeft" gegeven. Het koolzaad had dezen winter veel van de vorst geledenen men bad uit dien hoofde vele akkers van hetzelve omgeploegd hetgeen echter is blijven staan, heeft veel zaad en van goede hoedanigheid opgeleverd. In de Gemeente Groesbeck heeft zich de den-rups weder in het drie tot zes-jarig dennen plantsoen, tocbehoorende aan de erven Singcndonck, geo penbaard. Hoezeer dit insect, hetwelk waarschijnlijk eene andere soort is, dan dat, hetwelk, gedurende den zomer, zoo vele verwoestingen beeft aan- gcrigt, zoo veel mogelijk weggevangen en vernield wordt, beeft liet zich nog- tans over een terrein van ongeveer 10 tot 20 bunders uitgestrekt, en veol nadeel toegebragt. ZWOLLE, 3 November. De poging van eenige mcnselienvrienden alhierom eene scheepslading aardappelen van elders te doen komenom aan minvermogenden tegen in koopsprijs at te leveren, is geheel mislukt, daar de lading, 2,000 mud, grootendeels geheel bedorven aankwam. Waarschijnlijk waren ze niet droog genoeg ingeladen. LEEUWARDEN, 3 November. Heden is alhier in plaats van Dr. S. Brouwer, die voor zijne betrekking bedankt had, als lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal gekozen, Jlir. W. H. Lycklama a Nyeholt, Grietman van Utingeradccl en Oldeboorn. Z. M. heelt vergunning verleend aan de R. K. Gemeente te Bolsward om voor eigen rekening eene nieuwe kerk te bouwen. GOIRLE bij TILBURG 4 November. Heden is alhier overleden ten gevolge van een' val van het paard de Graaf Mr. G. J. van tlogcndorp, een man, die gedurende een aantal jaren de be schermer en weldoener van deze plaats was, en door het verschaiïen van werk aan talrijke gezinnen cn weldaden van allerlei aard ten zegen dezer gemeente was geweest. KAAP ©E GOEÖE In den Zuid-Afrikaan van 5 Aug. leest men een uitvoerig verslag van cenc nootlottigo schipbreuk cn wonderbaarlijke redding. Den 5,Icl> April kruiste de Engelsclie oorlogsbrik de Cygnct iu de nabijheid van S'. Paul Loando, en bemerkte op eenen groolen afstand, zoo men meende, een cano, doch 't welk nader komende bleek een vlot te zijn, waarop zich 7 personen bevonden in den ellcndigsten toestand, welke aan boord genomen en verzorgd werden. Het was de Luit. Wilson en 6 matrozen van liet oorlogschip de Stardie aan boord van een prijsgemaakt vaartuig geplaatst waren geweest. Dit vaartuig was den 16<len Maart door eene zware zee omgeslagen, en het scheepvolk had naauwelijks lijd gehad, om van 13 sparren een vlot te maken, daarop eenige zeilen te plaatsenen een vat spek en een ton rum te redden. Met dezen ge- ringen voorraad en op dit slecht vaartuig hebben zij 20 dagen op zee rond gedobberd. Zij hebben 3 liaaijen en eenige vliegende vissclien gevangen. Het meest leden zij door den dorst welk lijden verschrikkelijk is toegeno men. In de eerste negen dagen had elk hunner slechts tweemalen een mondvol water genoten gedurende cene ligte regenbuimaar daar de regen toenam, gelukte het hun een weinig in liet ruinvat op te vangen, hetwelk driemalen daags onder hen uitgedeeld wordende in den schoen van Luitenant Wilson, 9 dagen duurde. Zoodra er de minste wind was sloeg de zee over het vlot, hetgeen hen noodzaakte zoo veel mogelijk te staan. Dit was, in hunnen zwakken en afgemattcn toestand, waarlijk vermoeijend, en wanneer zij het waagden nu cn dan te zitten of te liggen, kwam liet water tot aan hun midden. Tot overmaat van ramp deed de hitte der zon, in ver- eeniging met het zout water, hunne voeten, enkels en beenen op eene aller- jammerlijkste wijze zwellen. Op den 19'lcn dag bereikte de ongclukkigcn de kust in de nabijheid van Kaap Paulwaar de Cygnct hen opnam. TUBRÏE, SMYRNA, 20 October. Den Uiten en volgende dagen hebben ons verscheiden schokken van aard bevingen verontrust, terwijl er stroomen regen nederviclen. Den lGden heeft men den laatsten schok waargenomen. Op het eiland Metelinliet oude Lesbos, zijn de schuddingen heviger geweest en hebben er schade veroorzaakt aan huizen, welke moesten verlaten worden. In het dorp Ploumari van dat eiland zijn 3 huizen en 25 winkels ingestort; te Liskoli zijn van 80 huizen slechts 6 staande gebleven. De mineraal-waterbronnen, die sedert eenige we ken bijna waren uitgedroogd, geven nu op nieuw overvloed van water. ZWEDEN. STOK HOLM, 21 October. Uit de provinciën ontvangen wij treurige berigten over den laatsten oogst. In de provinciën Upland, Wcstmanlandeen gedeelte van Södermanland Ocstergotliland cn Calmarslcinzoo mede in Gothland en Oeland beeft men een volkomen misgewas te betreuren, en dit zijn juist die landschappen welke anders nog tarwe plegen uit te voeren, terwijl er nu niet eens genoegis voor de behoefte. Ten gevolge daarvan is de prijs van den brandewijn, alsmede der aardappelen zeer gestegen. Men verwacht dat de Regering bij het verbod van uitvoer van aardappelen, nog verordeningen betreffende het brandewijn- stoken zal maken, waardoor tot nu toe zulk eene groote hoeveelheid van deze vrucht aan liet algemeen gebruik werd onttrokken. De prijzen der levens-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1845 | | pagina 3