LEYDSCHE
COURANT»
1845.
VRIJDAG7 NOVEMBER.
N°. 134.
BINNEN LANDSCHE BERIGTEN.
De Courant wordt MaandagWoensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
Zaturdag avond uit.
De Prijs der Courant is f 12 in het jaar;
de afzonderlijke nommers worden tegen 10
Centen afgegeven.
LEYDEN, 6 November.
Door bet Provinciaal Utrechtsch Genootschap voor Kunsten en Wetenschap
pen zijn tot leden uit onze stad verhozende Heeren Dr. E. M. Beima en
Dr. C. G. Cobet.
Staat, aanwijzende het aantal Reizigers, benevens de Opbrengsten, ge
durende de maand October 1845 op den Hollandscben IJzeren Spoorweg.
Opbrengsten van
Vertrek van Aantal Reizigers. Reizigers en Goederen.
Amsterdam15653 17547.60
Haarlem9921 - 6661.20*
Leyden 7823 - 5847.50
'sGravenhagc. 11152 - 14477.15J
Halfweg330 - 120.90
De Vogelenzang573 385.15
De Hillegommerbeek79 - 41.20
Veenenburg671 - 507.75
De Piet-Gijzenbrug591 - 409.65
AVarmond358 - 228.55
Voorschoten503 - 257.05
Nieuw Oost-Einde 121 - 133.05
Vervoer van Rijtuigen, Paarden,
Slagtvee, enz- 579.60
Totaal 7 47775 47196.36
Bedrag der vorige opgave 506702 - 519279.00
Totaal Generaal554477 566475.36
De Staats-Courant van gisteren bevat het Ontwerp van AVet op de
Schutterijenwaaruit wij uit hoofde der groote uitgebreidheid alleen de voor
naamste punten zullen mededeelen
Art. 44 bevat het volgende omtrent de verdeeling der dienstpligtigen in elf
klassen
1. Ongehuwden of weduwenaars zonder kind of kinderen, van 2428 jaar.
2. Ongehuwden en weduwenaars zonder kind of kinderen, van 2933 jaar.
3. Gehuwden zonder kind of kinderen van 2428 jaar.
4. Gehuwden zonder kind of kinderen, van 2933 jaar.
5. Gehuwden en weduwenaars met kind of kinderen, van 24—28 jaar.
6. Gehuwden en weduwenaars met kind of kinderen, van 2933 jaar.
7. Ongehuwden en weduwenaars zonder kind of kinderen, van 3438 jaar.
8. Gehawden zonder kind of kinderen, van 3438 jaar.
9. Ongehuwden en weduwenaars zonder kind of kinderen, van 3949 jaar.
10. Gehuwden zonder kind of kinderen, van 3949 jaar.
11. Gehuwden en weduwenaars met kind of kinderen, van 3449 jaar.
In art. 69 leest men: De Koning benoemt en ontslaat de Officieren der
schutterijen.
De aanstelling der Kommandanten en Hoofd-Officieren geschiedt zonder
voordragt.
Die der mindere Officieren uit eene voordragt, zoo mogelijk ten minste
een dubbeltal candidaten bevattende.
Art. 70. Tot Officieren worden bij voorkeur benoemd leden van de
schutterij waarbij de vacatures bestaan.
Het staat den Koning almede vrijactieve of gepensioneerde militairen als
Officieren bij de schutlerlijke korpsen te detacheren.
Art. 71. Alvorens hunne betrekking te aanvaarden leggen de Komman
danten en de Hoofd-Officieren bij de schutterijen, in handen van den Gouver
neur der provincie, en de overige Officieren in handen van den Komman-
dant der schutterij (die der dienstdoende, zooveel mogelijk, wanneer de schut
terij onder de wapenen is) den navolgenden eed af:
»lk zweer (belove) getrouw te zullen zijn aan den Koning, de bepalingen
»der wet op de schutterijen stiptelijk te zullen naleven, en mij in de uitoe-
»fening van mijne betrekking als man van eer te zullen gedragen."
Bij art. 89 wordt bepaald, dat leden der schutterij, opgeroepen tot gewone
garnizoens-diensten in hunne gemeente, of wel wanneer hunne diensten, in
tijd van vrede, tijdelijk buiten de gemeente worden gevorderd, zulks verlan
gende, per dag, van 's Rijks wege de volgende schadeloosstelling zullen ge
nieten
In het eerste geval:
Een onder-officier1.00
korporaal - 0.60
schutter of tamboer- 0.50
In het tweede geval:
Een Hoofd-Officier3.50
Kapitein- 2.50
lste of 2de Luitenant- 2.00
onder-officier- 1.00
korporaal- 0.60
schutter of tamboer - 0.50.
AVanneer echter aan de buiten de gemeenten dienstdoenden huisvesting en
voeding is verstrekt, wordt van de hier boven toegelegde schadeloosstellingen
ingehouden:
van ieder Hoofd-Officier1.50
subaltern Officier- 1.00
onder-officier, korporaal, schutter of tamboer - 0.35.
Art. 100. De sterkte van het actieve gedeelte der dienstdoende schutterij
in elke gemeente bedraagt 2 man van iedere 100 zielen der bevolking.
Art. 116. Ieder lid eener actieve dienstdoende schutterij voorziet zich op
eigen kosten van de vereisclite uniform-kleeding.
Een lid der schutterij, die onvermogend is zich op eigen kosten de uniform
aan te schaffenwordtop het hiertoe door hem aan het plaatselijk bestuur
te doen verzoek, van de voormelde verpligting gedeeltelijk of wel geheel ont
heven en alsdanten laste van de gemeentenvan de hem ontbrekende
kleedingstukken voorzien.
Art. 117. De infanterie van de actieve dienstdoende schutterij wordt
jaarlijks, gedurende de maanden April tot en met de maand September inge
sloten 20 malen, en de vrijwillige cavalerie en artillerie bij dezelve gedurende
de voorschreven maanden 30 malen in den wapenhandel geoefend. Gedurende
de overige maanden van het jaar, kan de Kommandant', zulks noodig oor-
deelendemaandelijks een appel houden.
Behalve aan de gewone oefeningen worden de niet of niet genoegzaam in
den wapenhandel bedreven leden van de actieve dienstdoende schutterijen
gedurende een geheel jaar na de inlijving nog onderworpen aan buitengewone
oefeningennaar het oordeel van den Kommandant te regelenmits de helft
der gewone oefeningen niet overschrijdende.
Art. 118. Boven de in het voorgaande artikel vermelde oefeningen, zijn
de actieve dienstdoende schutterijen jaarlijks aan de volgende inspectiën onder
worpen als
a. eenmaal 'sjaars aan eene inspectie, te houden door eenen hiertoe door
den Koning aan te wijzen Generaal of militairen Hoofd-officier, bepaaldelijk
over de wapenen, het ledergoed en de theoretische en practische oefeningen; en
b. tweemaal 'sjaars aan eene inspectie, te houden door den Kommandant
der schutterij.
Zij, die bij de inspectiën, in de a en b bevolen, niet tegenwoordig zijn
geweest, zijn, onverminderd derzelver vervolging wegens dienstverzuimin
dien daarvoor termen bestaanaan eene afzonderlijke inspectie onderworpen.
Art. 119. In elke gemeente wordt een gedeelte der actieve dienstdoende
schutterij als hrand-piket aangewezenen maandelijks afgewisseldten tijde
dat deszelfs dienst als zoodanig aanvangt, houdt de Kommandant eene wapen
schouwing over hetzelve.
De tot brand-piket behoorende manschappen zijn bevrijd van de gewone
wapenoefeningen en inspectiën.
Art. 120. Het staat den Koning vrij, ter behoorlijke leiding van de oefe
ningen militaire officieren en onder-officieren bij de actieve dienstdoende
schutterijen te detacheren.
Art. 121. De Kommandant der dienstdoende schutterij gelast den niet
genoegzaam geoetenden officieren, onder-officieren en korporaals van de actieve
gedeelten, boven het in de artikelen 117 en 118 gevorderde, het bijwonen
van theoretische oefeningen op een door hem te bepalen tijd.
Art. 205. In tijden van oorlog en gevaar worden de schutterijenzoo