LEYDSCHE
MAANDAG, 27 OCTOBER.
BÏNNENLANDSCHE BERIGTEN.
Be Courant wordt Maandag, Woensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
Zaturdag avond uit.
De Prijs dor Courant is f 13 in liet jaar;
do afzonderlijke nommers worden tegen 10
Centen afgegeven.
LEYDEN, 25 October.
De Hoogleeraar M. Sicgcnbeek hield heden zijne tweede openbare les over
Jacob Catshandelende over het nut dat de geestelijke en gercgtelijke redenaar
uit zijne dichtwerken kan trekken.
Opgemerkt hebbende, dat verscheidene lezers van ons blad die het verslag
van het werk getiteld Kosmos van A. von Humboldt, in ons Nominer van
den 13dee dezer hadden gelezennog gaarne cenige meerdere inhouds-opgavc
verlangdenzoo willen wij hieraan thans voldoen.
Het doel des Auteurs is in groote omtrekken eene wereldbeschrijving te
geven. Met Hemelbeschrijving vangt hij aan van de verste nevelvlekken tot
de planeten, welke zich met de aarde om onze zon bewegen. Daarna komt
hij tot de beschrijving der aarde, spreekt van hare gedaante, magneetkracht,
inwendige warmtevulcanen de wording en het zamenstel der bergendie
een planten- en dierenrijk der eerste wereld in zich sluiten. Nu volgt eene
vergelijking van zee- en vast land; van de lucht, den oceaan, het omhulsel
van den aardbol; de beschrijving der klimaten, der planten en dieren, vooral
met betrekking derzelver geographischc verspreiding, en eindelijk die van den
menschwaarmede het wereldtafereel voltooid is. Zoodanig is de schets van
een bock, dat aan ieder, die op hoogere geestbeschaving prijs stelt, verdient
bekend te zijn.
Op den 23sten dezer, is alhier de Jaarlijksche Openbare Vergadering ge
houden van het Departement der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. Uit
het verslag van den Staat en de Verrigtingen des Departementswelke werd
medegedeeld, is onder anderen gebleken, dat de Spaarbank steeds in gewigt
en nuttige uitwerking toeneemt; zijnde er in het jaar 1844 weder ruim een
halve tonne gouds aan wezenlijke spaarpenningen ingebragten bedragende
de gelden in de Bank berustende, meer dan een half millioen gulden. Ver
der dat de Volks-Leesbliotheek in getal van Boekwerken en van Lezers blijft
aanwassen; dat op de Naaischool bij voortduring 80 meisjes boven de 11
jaren oudonderwezen worden in alle nuttige kundigheden en met zorg opge
voed voor haren toekomstigen stand; dat eindelijk door de Commissie tot de
Winkelkaartjes, van Julij 1844 tot aan 1° April dezes jaars waren geleverd
11,155 kaartjes, ter waarde van 1,221.90, waaruit en niet minder uit het
debiet van den laatsten zomer, de overtuiging spreekt van de nuttigheid de
zer kaartjes, om fooijen en giften te vervangen. Ten slotte werden de ecre-
blijken en belooningen uitgereikt, welke door de Maatschappij zijn toegekend,
aan diegenen die van Mei 18441845 in onze stad of de nabijheid hadden
uitgemunt in bet bpdrijven van daden van moedige menschenliefdeals
W. OudshoornJ. Heen en H. Vroom ieder een BoekgeschenkN. Stad
houder, J. LarosL. de Groot, K. Hogervorst, A. van WijkJ. J. Ju en
C. Springer, ieder een geschenk in geld; J. Blansjaar, de Bronzen Medaille;
H. van Eykidem en geldgeschenken aan S. GerritsenA. Mooymangeb.
Bakker en den Wel-Ed. Heer Dr. A. Loudon, ieder de Zilveren Medaille en
vereerend Getuigschrift.
Prof. Mr. H. W. Tydeman heeft in den Konst- en Letterbode van den
17ilen October jl. N°. 43, als antwoord op aanmaning van onderscheiden zij
den tot de voltooijing van Bilderdijks Geschiedenis des Vaderlandsbe
kend gemaaktdat zijn Hooggeleerde daarin door beletselen van velerlei aard
verhinderd ismaar vóór Maart 1846 daarmede dacht gereed te zijn.
Middelb. Cour.)
Sedert den 17dcn dezer zijn te Katwijk 7 bezendingen bokking (ge
zamenlijk ten bedrage van 430,000 stuks) aangekomenwaaronder 4 van
de Katwijksche Maatschappij (ten gezamenlijke bedrage van 205,000). Bij
aldien men hierbij de rampzalige uitkomst der pekelharingvisscberij in het
afgcloopen saizoen en den ongunstigen uitslag der Steurharingvisseherij in
de laatstvcrloopen 5 jaren in aanmerk ing neemtmag men de aanvanke
lijk verkregen uitkomsttamelijk voldoende achten ofschoon de berigten van
de vloot omtrent de algemeenheid der vangst, bij voortduring ongunstig
blijven.
11. K. II. de Prinses Frcdcrik der Nederlanden is met bare kinderen op
bet huis de Paauw aangekomen.
's GRAVENIIAGE24 October.
Men verzekert dat tot Procureur-Generaal bij den Hoogen Raad, in plaats
van wijlen den Heer Mr. T. C. de Bordesbenoemd zou wezen de Heer Mr.
G. A. G. van Maanenthans oudste Advocaat-Generaal bij dat hoogste regter-
lijke Collegie.
De zitting van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van beden is des
voormiddags ten elf ure door den waarnemenden VoorzitterJhr. Mr. van
Akerlaken geopend er zijn 50 leden tegenwoordig geweest.
AVordt alsnu voorlezing gedaan van een Koninklijk besluit van den 22stcn
Octoberwaarbij Mr. G. J. Bruce benoemd wordt tot Voorzitter van de Tweede
Kamer gedurende deze zitting.
De Heer van Akerlaken houdt alsnu de volgende aanspraak:
Edei Mogende Heeren!
Zoo is de taak volbragt, die ik heden juist een jaar geleden aanvaardde.
Ik heb steeds gepoogd de beraadslagingen met orde en onpartijdigheid te
leiden, en eigen gevoelen en beschouwing dan alleen doen gelden, wanneer
ik als lid der Vergadering mij moest verklaren.
Mogt ik in dit mijn pogen zijn geslaagd. Mogt ik in het volbrengen mijner
taak in gelijke mate aan uwe verwachting hebben beantwoord, als ik mij ver
heugen mag over uwe inschikkelijkheid en ondersteuning, zoo dikwijls ik die
behoefde.
Gereed dezen zetel te verlatengevoel ik mij gedrongen U Edel Mogcnden
mijnen dank te betuigen voor de vele blijken van vertrouwen en genegenheid
die ik van U Edel Mogenden heb ontvangen en bovenal voor het zoo vereerend
bewijs uwer goedkeuring, mij voor weinige dagen door zoo velen geschonken.
Ik noodig mijnen geachten opvolger uit, het voorzitterschap, hetwelk ik
thans nederlegte aanvaardenmet den hartelijken wenschdat uwe wel
willende medewerking ook hem ten deele moge vallen, en dat hij bij het
ncderleggen zijner betrekking het voorregt moge genieten dezen zetel te ver
laten met die aangename gewaarwordingen en herinneringenwaarmede ik
thans mijne plaats als lid der Vergadering herneem.
De Voorzittersstoel alsnu door den Heer van Akerlaken aan den Heer Bruce
ingeruimd zijnde, wordt door dezen de volgende rede gehouden:
Edel Mogende Heeren!
Door de stem van U Edel Mogenden en de keuze des Konings tot den voor
zittersstoel in deze aanzienlijke Vergadering geroepen gevoel ik mij gedron
gen U Edel Mogenden voor die eervolle onderscheiding mijnen opregten dank
te betuigen.
AVanneer men, zoo als ik, gedurende de zes laatste jaren, aan zoovele
gewigtige en moeijelijke beraadslagingen deel heeft genomenenalleen zijne
eigene overtuiging volgende, beeft ondersteund hetgeen goedkeuring, en be
streden heeft hetgeen afkeuring scheen te verdienen dan is het eene strce-
lende gewaarwordingom dat staatkundig gedrag door zulk een bewijs van
vertrouwen goedgekeurd te zien.
Het zal mij aansporen om bedaard en standvastig voort te gaan op eencn
weg, langs welken wij alleen, naar mijne innige overtuigingtot de verbe
tering van onzen inwendigen toestand, tot vermeerdering van de algemeene
welvaart, het waarachtig heil van bet vaderland, kunnen geraken.
AVij hebben in de afgeloopen jaren moeijelijke onderwerpen behandeld; de
talrijke verslagen van deze Kamer uitgegaan getuigen van de zorg en den tijd
aan de behartiging van 'slands belangen besteed; er is welk onpartijdige
zal het ontkennen gedurende dien tijd veel goeds tot stand gebragtmaar
nog zijn de moeijelijkheden niet alle verdwenen, nog blijft er veel over, het
welk verandering en verbetering behoeft.
Ook in de tegenwoordige zitting zullen waarschijnlijk de gewigtigstc en de
teederste vraagpunten ter sprake worden gebragt. God geve, dat dezelve
met beradenheid, standvastigheid en kalmte behandeld^ eene beslissing mogen
erlangen, bevorderlijk aan het heil van Nederland.
Ik gevoel al het moeijelijke van de taak die mij wacht; maar bet bewust
zijn van niets anders te beoogen. dan het welzijn des vaderlands, de zeker
heid dat ik omringd ben van mannendie met mij naar hetzelfde doel
streven geeft mij den moedom die belangrijke taak op mij te nemch.