Art. 5. Na zons ondergang zal niemandzonder daartoe van den Directeur •van Polieic verlof te hebben ontvangencenig voer- of rijtuig of wagenhoe onk genaamd, op straat laten staan, en in geen geval anders dan voorzien van eenen ontstoken lantaarn. Art. 6. Twee voer- of rijtuigen zullen elkander op de bruggen niet mogen voorbij rijden. Het voer- of rijtuig, hetwelk voor de brug staat, zal wachten tot dat het andere, hetwelk zich reeds op de brug bevindt, dezelve zal zijn afgereden. Deze bepaling geldt ook ten aanzien van losse paarden, Art. 7, Losse paarden, diligences, gcladenc Meekers-, koorn-, molenaars- en andere vier- of tweewielden vrachtwagens, zullen niet anders dan stapvoets langs de straten gereden worden, behalve bij het op- en afrijden der bruggen, ter lengte van 40 ellen. Op omnibussen en rijtuigenpersonen van en naar den spoorweg voerende mits met geene vrachtgoederen beladenzijn de in dit Art. vervatte bepa lingen niet toepasselijk. Art. 8. Geene twee wagens zullen, aan elkander vastgemaakt en door hetzeliile paard of paarden getrokken anders dan stapvoets gereden worden. Art. 9. Bij het ontmoeten van twee voer- of rijtuigenzal cr bij tijds ter regterzijde (van de hand) worden afgehouden. Dezelfde bepaling geldt ook ten aanzien van losse paarden. Art. 10. De vellingen en ijzeren banden der wielen van diligences, omni bussen en andere in Art. 7 opgenoemde gcladenc vierwielden wagens zullen minstens ecne breedte moeten hebben van 10 duimenen zoo zij meer dan 2,500 Ned. ffi gevvigt hebben (hunne eigene zwaarte daaronder begrepen) zal voor iedere 300 Ned. 10 daarboven, een duim breedte meerder vereischt worden. De vellingen en ijzeren banden der wielen van tweewielden wagens, gela den tot 1000 II' ponden, zullen eene breedte moeten hebbeo van 10 duimen, en zal voor iedere 300 Ned. daarboven, één duim breedte meerder ver eischt worden. Art. 11. Honden voor karren of wagens gespannen, zullen steeds gemuil band moeten zijn, stapvoets geleid worden en dcrzclver geleiders den ouder dom van 16 jaren bereikt hebben. Op genoemde hondenwagens zal noch de voerman, noch iemand anders mogen zitten. De voerman zal altijd voor aankomende rijtuigen aan de zijde van dat rijtuig moeten gaan, en bij tijds uithalen en stilstaan. Art. 12. Gecnc hondenkarren of wagens zullen op de straat of openbaren weg staan, zonder dat de eigenaar of een ander geschikt persoon daarbij toc- zigt boude. Art. 13. Karren, noch wagens met honden bespannen, zullen, evenmin als de losse honden daartoe behoorende, worden vastgemaakt aan hoornen en lantaarnpalen, noch aan leuningen en stijlen van bruggen en stoepen, tenzij j in het laatstgemeld geval met toestemming van de eigenaren of bewoners dier huizen. Art. 14. Zoodanige rijtuigen, welke bij gelegenheid van kermissen ol andere soortgelijke vermakelijkheden op de naburige dorpen worden aange boden voor het vervoer vau personen derwaarts, zullen op gecnc andere standplaatsen worden toegelaten dan: Op de Oude Varkenmarkt, aan het Noordeinde. Op de Turfmarkt tusschen de boomen. Op de Beestenmarkt tusschen de palen. Op het Plein buiten de Zijlpoort. Op het Plein buiten de Uoogewoerdspoort. Op het Plein binnen de Marepoort. Mits aldaar geheel buiten de gewone passage nevens elkander geschaard Staande. Zij mogen die rei niet verlaten dan om onmiddclijk weg te rijden. Art. 15. Bij bet houden der bijeenkomsten enz. in de Stads-Gchoorzaal zullen, zoowel bij den aanvang als bij bet eindigen, de rijtuigen, welke aldaar lieden brengen of afhalenmoeten komen van de zijde van bet Raad huis, en vervolgens langs de Walsche Kerk en Kantoren der Stedelijke Be lastingen of verder in eene dubbele rei staan wachten; terwijl bij het wegrijden de rijtuigenaan de binnenzijde staandedie der buitenzijde of j tweede rei zullen voorgaan; met bepaling tevens, dat het plaatsen der rijrui- gen beginnen zal nabij den ingang der gezegde Kerk, en zoo, dat voor de Mandcmakerstecg erne genoegzame rnimte blij ve. Art. 16. Bij het houden van bijeenkomsten of het geven van tooncclvoor- slellingcn enz. in den Schouwburgzullen de rijtuigenzoo bij den aanvang als bij liet eindigenalleen mogen komen van de zijde der Turfmarkt langs de Oude Vest, en vervolgens wegrijden naar de zijde van de Mare regts af te rijden. De rijtuigen tot liet afhalen van personen aldaar, zullen, op be hoorlijken afstand der ingangen tot den Schouwburg, geplaatst blijven en steeds onbelemmerd den toegang laten tot de Schcistraat. Art. 17. De Voerlieden mogen hunne rijtuigen niet verlatenen met dezelve eenmaal in de rei staande, daaruit niet komen, dan in bijzondere gevallenwanneer zij met vergunning der Beambten van Polieicvóór het eindigen der vertoomng opgeroepen wordenen evenmin mogen zij in liet oprijden trachten elkander voorbij te rijden. Art. 18. De Beambten van Policie zijn belast met de handhaving dezer bepalingen, zoowel als met bet toezigt en beleid, tot bevordering ccner goede ordeterwijl aan ben de bevoegdheid wordt toegekendom zoodanige rijtuigenwelke langer dan den vereischlen tijd hij het afhalen van personen moeten vertoevenof door liet dralen hinderlijk zijn aan de opvolgende rijtui gen langs den geschiktsten weg te doen verwijderen of achteraan plaatsen. Art. 19. De overtredingen van de bepalingen dezer Keure, zullen worden gestraft met eene boete van één tot zes gulden, ten voordeelc der Stedelijke kasof bij onvermogen met eene gevangenis van één tot drie dagenen bij herhaling met het maximum dezer straften. Zullende afschrift dezer worden ingezonden aan 1111. Gedeputeerde Staten 'dezer Provincie, ingevolge Art. 70 van het Stedelijk Rcgerings-Reglement. Aldus vastgesteld door den Baad der Stad Leydenden 16den Junij 1845. De Burgemeester, DU R1EU, De Secretaris, y. PUTTKAMMER. Zullende de bovenstaande Kcnre van den ls,en November eerstkomende, ter executie worden gelegd. En ten einde niemand hiervan onwetend zij, zal deze worden gepubliceerd en aangeplakt, waar zulks gebruikelijk is. Aldus gedaan te Leydenden 22slen September 1845. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden DU RIEU. Ter ordonnantie van dezelve, V. PUTTKAMMER. LEYDSCIIE 1IOOGESC1IOOL. De Senaat dezer Hoogcschool beeft in deszeifs vergadering van den 27stcn September, op voordragt der Faculteit van Wis- en Natuurkundige Weten schappen besloten den graad van Doctor in die Faculteit, honoris causa op te dragen aan de Hoeren Mcdicinae Doctores Prof. C. L. Blume en J. II. Molkenhocr. GRONINGSCIIE HOOGESCHOOL. Dc jaarlijkschc overdragt van het Rectoraat der Hoogcschool alhier had heden hij gelegenheid der viering van haar 231jarig bestaanplaats. De Rector-MagnifieusII. Nicnhuis, droeg het Rectoraat over aan den Hoogleeraar A. A. Sebastian, en hield eene redevoering: dejusta ac prudenti leguni quihus utimurcivilium aestimatiotiedat isover het regtvaardig en gepast heoordeelen onzer burgerlijke wetgeving. PROMOTIE. Den 0Jcn October de Heer V. II. Star Lichten voort, van Leeuwardenin de beide Regten, na verdediging zijner Quaesliones Juris Inaugurates. Z. M. heeft goedgekeurd de door de Kerkeraden der Hervormde Gemeenten van Over- en Neder-AsseltSchoonhovenKorlenhoel', Hoornen van de Lntersche Gemeente van Leyden uitgebragte beroepingen op F. II. Morrccs, Candidaat bij het Prov. kerkbestuur van Zuid Holland; Ds. G. E. W. dc Wys, te Jisp; C. L. Klein, Candidaat hij het Prov. kerkbestuur van Utrecht; Ds. K. S. Adama van Scheltcma, te Colynsplaat en Ds. J. E. Inckcl tc Culcmborg. Ook heeft Z. M. uit eene hem aangeboden nominatie tot Predikant bij dc Her vormde Gemeente te Assen, zijnde eene Koninklijke collatie, benoemd: Ds. A. II. Pareau Thcol. Doet., te Monnikendam. AlDVEB&TEBfgBERir. Mijne geliefde Echtgenoote S. M. W. van BENTEN, beviel beden voor spoedig van eene DOCHTER. Leïden, 7 October 1845. A. STOK1IUYZEN. Heden beviel zeer voorspoedig van eene welgeschapene DOCHTER, A. B. FRENAY, geliefde Echtgenoote van Leyden, B. J. FORNARA, 8 October 1845. Apotheker. Eenige Kennisgeving. Heden verloste zeer voorspoedig van eene welgeschapene DOCHTER, A. RIENKSgeliefde Echtgenoot van Leïden, 10 October 1845. II. F. SCHLETTE. Heden werd ons ouderhart diep getroffen door het afsterven van ons ecnig Zoontje, BERNARDUS JACOBUS, oud ruim 4A jaar. Leïden, B. van deb HORN Jz. 9 October 1845. E. van der HORN, Geb. Couvée. Eenige Kennisgeving. Voor de menigvuldige bewijzen van deelneming bij liet overlijden van ons eenigst Zoontje ondervonden betuigen wij onzen opregten dank. Leïden, J. HEFFTRICH. 11 October 1845. T. M. SANDERS. Alle degenen die iets te vorderen hebben van of verschuldigd zijn aan den Boedel van den Heer J. D. M. CLKVEgewoond hebbende tc Leydenen al daar op den 20stcn September 1845 overleden gelieven daarvan (>iiguve of lietüüüg tc doen, ten Kantore van den Notaris A. B. BARKEY Nz. tc Leydenvóór of op den lstcn November 1845. Ten Kantore van N. NATHANS te Leydenzijn nog tc bekomen IIEELE en GEDEELTEN van liOOP-EOTTENvoor dc 197ste Kon. Ned. Loterijwaarvan dc Eerste Klasse begint te trekken op den 20s,cn dezer. Aan het Kantoor van D. J. LE NOBEL, op de Haarlemmerstraat Wijk VI. N°. 488 te Leydenzijn nog tc bekomen IIEELE en GEDEELTEN van EOTEW. De trekking der Eerste Klasse begint aanstaanden Maandag den 20stcn October 1845. Een BOVENHUIS bestaande uit twee Behangen Kamers, Keuken cn verdorc Gemakken, in eene Slraat op een' fatsoenlijken stanil voor Honderd Guldens. Tc Bevragen aan het Bureau dezer Courant.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1845 | | pagina 3