noodig oordeelde, het tweede escadron van het 4<k' reg. Afrikaansche jagers onder bevel van Colonel Berthier, ter hulp te zenden; doch in een aanval, is Colonel Berthier gesneuveld; een snaphaankogel had hem in het hart ge troffen. Colonel Leclerc van het 9Jc reg. jagers van Orleans is mede zwaar aan het been gekwetst, zoodanig dat, naar men zegt, het hem afgezet heeft moeten worden, en Joden, die op het oogenblik van Mostaganem kwamen, zeiden dat hij de kunstbewerking niet overleefd had. Gedurende het gevecht, dat verschrikkelijk geworden is, hadden de Arabie ren zich van het lijk van Colonel Berthier meester gemaaktdoch cenige jagers, woedend over zijnen dood, zijn geslaagd het bun te ontweldigen en hebben bet te Mostaganem teruggebragt. De colonne is naar Bel-Assel moeten afdeinzen. Wij hebben 100 deels dooden deels zwaar gekwetsten. Zoo het schijnt is die opstand niet de cenige. Men spreekt van cencn ande ren naar den kant van Tlemccn. Zijne schoonste sieraad echter ontvangt het door de van sneeuw blinkende toppen van den Guadarrama, die links af van Madrid het gansclie landschap bestrijkt. Madrid zelf ligt op den rug van een' heuvel. Wandelplaatsen en tuinen vertoonen zich aan de afhelling des heuvels tót aan den Manzanares. Aan I gene zijde der rivier kondigt geen tuin, geen zomerhuisje, geen openbare I plaats van vermaak de nabijheid der hoofdstad aan. Eene dubbele rei oude olmen is de cenige versiering van den weg tot aan die rivier, aan welker oever men de eerste vijf of zes huizen vindt, die van het aanwezen eener stad getuigen. Dadelijk achter deze voorposten der Madridsche beschaving, opent zich de prachtige brug van Toledo, die den trotsten stroom der wereld waardig isen met de eerste schrede daarop is men zich bewustdat men in de residentie is. De stevige bouw der brug, hare bekoorlijke afmetin gen de rijke stijlde voortreffelijk gehouwen steende sierlijke leuningen de torentjes en nissen met beelden van heiligen versierddat alles zegt even zoo duidelijk als een opschrift: hierheen voert de weg naar de Spaansche Koningsstad. De Manzanares was in den tijd van Philippus II voor groote schepen bevaarbaar, doch dit is opgehouden sedert niet alleen in den omtrek van Madridmaar ook in geheel Nicuw-Castilie de bosschen zijn omgehou wen, die gezegd worden de wolken tot zich trekken. Thans wordt die rivier bijna uitsluitend door de sneeuw van den Guadarrama gevoed en daarom droogt zij ook geheel opzoodra de zomerzon den wintervoorraad van sneeuw verteerd heeft. Op den linker oever van den Manzanares loopt de Toledo-brug uit op een halfcirkelvormig pleinmet standbeeldenpyramiden en zuilen versierd en van dit plein loopen drie verschillende paden met boomen, evenwijdig beplant, naar drie poorten der stadwaarvan die van Toledo eene der weinige schoone gedenkstukken is, welke de Begering van Ferdinand VII beeft nagelaten. De weg ter regterzijde voert met eene zachte glooijing naar den stadsmuuren dezen langs gaande komt men aan de poort van Atocha. Met de eerste schrede binnen de stad is men in het Prado, met zijne hreede, gelijke voetpaden, zijne digtbelommerde olmen en zijne prachtige marmeren fonteinen. Rcgt van het Prado ligt achter een zeer lang ijzeren traliehekde kruidtuin een waar bosch van sieraad-planten en bloemen. Dan stuit het oog op een groot paleis, waarin het nationale museum is, waarna het Buen-Retiro begint, waarin het midden van een veld met rozen en leliën de naaldzuil zich verheft, welke het volk van Madrid dagelijks aan den wel ongelukkigen maar echter roemvollen tweeden Mei 1808 herinnert. Schuins tegenover het Prado ligt de straat van Alcalabreed als eene marktplaatswelke regts op do statige poort van dien naam uitloopt en links tussehen acacia's en prachtige gebouwen naar het middenpunt der stad naar de Puerta del Sol heen voert. Aan gene zijde der straat van Alcalaen op gelijke lijn met de Pradowordt deze wandeling langs de Alam Recoletas nog uren lang voortgezet. Het is geen kleine moeite voor een' vreemdeling in Madrid onder dak te komen. In twee der beste logementendie men naar bun uiterlijk aanzien naauwelijks voor herbergen zou bonden, bood men mij kamers aan, in welke ik niet zou hebben willen slapenal had men mij geld toegegeven. Mijn pakdrager sloeg mij eindelijk voor, mij naar eene zoogenaamde Casa de pupilos te geleidenwelken voorslag ik aannam en er mij geluk mede wenschte, want ik heb hier een zeer aangenaam verblijf voor billijken prijs gevonden. De Spanjaarden zelve kiezen op reis altijd deze huizen boven de logementen. Die Casa's worden door burgermensehen gehoudendie een paar kamers voor huurders inrigten en te gelijk voor hunne kost zorgen zindelijkheidzorgvuldige oppassing en goedkoopte zijn de wezentlijke voor deden die men in die huizen aantreft. De eerste zekere geschiedkundige vermelding van de stad Madrid vangt aan in het jaar 930wanneer Koning Ramiro II van Leon met zijne 1c- germagt, deze nog aan de Arabieren onderworpen plaats innam, het groot ste deel barer inwoners ombragtbare muren slechtte en met rijke buit naar huis wederkeerde. De stad werd toen Magerit genoemdeen woord waaraan men eene Arabische afleiding geeft, en dat op den voormaligen overvloed van water in dit oord zou doelen. Mij bevalt verre weg beter eene andere afleiding van Madriddie op het wapen der stad steunten waaraan bet volk zoo zeker gelooft als aan het Evangelie. Madrid voert namelijk een' beer in zijn wapen, die tegen een' boom slaat, en waarvan het volgend vertelsel verspreid is: Vóór lange tijden, toen slechts een paar huizen midden in het woud stondenwaar nu Madrid isvlugtte een knaap door een' beer vervolgd, hier op eencn kersenboom. De beer wilde hem vol gen toen de moeder van den knaap met wanhopig geschreeuw er heen vloog doch de knaap zonder aan zijn eigen gevaar te denken en slechts voor zijne moeder bezorgd, riep haar van den boom toe: Madre id! Madre id! moe der ga heenDoor de zamensmelling nn van deze twee woorden zou de naam Madrid ontstaan zijnwaardoor het aandenken aan dien dapperen knaap vereeuwigd is! [De Ned. geschiedschrijver Hooft schreef altijd Madril, misschien omdat de inwoners niet Madridenos maar Madrilenos worden genoemd.] Lang vóór Philippus II werden in Madrid zeer dikwijls de Castiliaanschc Cortes gehouden en hield er het Hof zijn verblijf. De eerste rijksdag van Madrid valt reeds in 1309, juist 200 jaar nadat de Arabieren voor de laatste maal uit de stad verdreven waren. Na den dood van Ferdinand den Katho- lijke verplaatste de Cardinaal Ximenes den zetel van het gebied van Toledo naar Madriden men toont hier nog heden het thans aan den Hertog van Infantado toebehoorend huisuit welks venster de Cardinaal aan de bij hem verzamelde grooten welke hem het rcgt tot uitoefening van de magt eens Regents wilden betwisten de in het vuren zich oefenende artillerie aanwees IlliL A X D. PETERSBURG, 25 September. Het weder is hier nog zeer schoonmen heeft nog helderen zonneschijn en zoinerschc nachten. Wat de afwisseling van koude en warmte betreft waaraan in het westelijk Europa de ziekte van de aardappelen wordt toege schrevenzoo moeten wij dit bij ondervinding weerspreken, daar wel nergens zoo als in Rusland grootcr afwisseling van het weder, vooral dit jaar is voor gekomen en toch de aardappelen zeer gezond zijn. SWEDEN. KOPENHAGEN, 27 September. Gisteren zijn alhier 8000 tonnen aardappelen voor Nederlandsche rekening gekocht, om den 21stcn October geleverd te worden. Insgelijks zijn er ver schillende koopen van granen gesloten te leveren den 20stcn October. Het zoude dus in het belang der Nederlandsche schippers zijn, om zoo spoedig mogelijk in ballast herwaarts te komendaar zij in dat geval verzekerd kun- i nen zijn, vrachten te zullen vinden. Drie zijn er uit Elseneur aangekomen, die allen reeds accoord gemaakt bebben. Hier op Scelatid schijnt de aardappe- lenziekte zich gelukkig tot enkele plaatsen te bepalen, daarentegen in de hertog- dommen zeer toe te nemen. De nieuwe verhodswet op het stoken van brande- wijn in Noorwegen zalnaar men meentniet zonder invloed blijven op het verbruik der aardappelen daar te lande, en welligt verzendingen van dat artikel naar buiten 's lands mogelijk maken. SPASfJE. Vet volg der Brieven van een' Reiziger in Spanje: Madrid23 Junij. XV. Wie ooit het ongeluk heeft gehad vier dagen en vier nachten lang in de wandelende folterkast besloten te zijn die men een' postwagen noemt, die zal begrijpen met welke verrukking ik den vijfden morgen na de afreis uit Sevilla mijn' buurman hoorde uitroependaar ligt Madrid 1 De straatweg is niet alleen in de omniddelijke nabijheid der hoofdstad maar ook langs den geheelen weg van Sevilla af, goed onderhouden, en men zou dien in minder dan twee dagen kunnen afleggenwanneer het niet de ongelukkige gewoonte was, meermalen een oponthoud van 5zelfs van 8 uren te maken. Wij verlieten namelijk Sevilla te 5 ure des morgens, ontbe ten anderhalf uur lang in het 6 mijlen verwijderde Carmona kwamen te 5 ure na den middag te Ecya aan hetgeen eerst des middcrnachts werd verla ten; te 7 ure des morgens waren wij te Cordova, en hier werd op nieuw gerust tot 3 ure na den middag. Zoo hadden wij dan om 22 mijlen af te leggen 34 uren noodig, van welke juist de helft in logementen werd doorgebragt. Dit nu mag aangenaam wezen als men zich verkwikken en slapen wil, maar ik houd het voor eene reisplaag te meer. Zoo ook hielden wij te Ocanna van den ondergang der zon tot des morgens 1 uur op. Deze stad was om 10 ure als uitgestorven ik ontmoette niet eens een' nachtwaker in de stralenaan welke het anders in Spanje niet ont breekt. Mijn weg voerde mij uit de stad naar eene beroemde Romeinsche bron niet ver van den straatweg tussehen de stad en eenen heuvelhet water stroomt met kracht uit de rotsen om door een met zuilen omgeven kanaal lancs den heuvel vrij weg te loopen. Uit het kanaal werden twee steenen bekken gevuld, welke ieder over de 100 voet lang zijn. Deze bekken zijn niet anders als eene soort van huisraad en met een waschtrog te vergelijken. De omstreken van Madrid zoo ver men die op den straatweg van Sevilla overzien kanzijn over het algemeen niet rijk en schoon te noemenmaar ik heb die ook niet zoo troosteloos en armzalig gevonden, als menige schil derij mij die heeft voorgesteld. In plaats van een woest, eenzelvig, vlak land, vond ik een zorgvuldig bebouwd landschap, waarin heuvel en dal, hoewel dan ook op een' kleinen maatstaf, elkander bestendig afwisselen. De bodem is wel oogenschijnlijk ondankbaar, maar hij wordt evenwel overal tot den akkerbouw gebruikten men zou te vergeefs naar een enkel ledig heiveld of braak liggende akkers zoeken. Zoo als bijna in geheel Spanjezoo ontbreekt het ook rondom Madridaan bosschendoch overal zyn boomen aangeplant. Zoo is het dal van den Manzanares, zoo ver het oog dit op- en afwaarts vol gen kan, met tuinen en digte plantsoenen van moerbeziën, populieren en acazia's bedekt. Naar landhuizen en vriendelijke dorpen, die men anders altijd in de nabuurschap der hoofdsteden aantreft, ziet men hier te vergeefs uit. Enkele voermanshutten liggen hier en daar aan den straatweg. Daaren- l tegen zijn de toppen der hoogten met oude gebouwen met grijze kerken en kapellen gekroond, die op hunne wijze tot versiering van het oord bijdragen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1845 | | pagina 2