1
LEYDSCHE
COURANT.
N". 117.
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
De Courant wordt Maandag, Woensdag en De Prijs der Courant is J 13 in het jaar;
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt MAANDAG, 29 SEPTEMBER. do afzonderlijke nommers worden tegen 10
Zaturdag avond uitCenten afgegeven.
LEYDEN27 September.
Men verneemt van goeder hand dat door de Regering dezer Stad eene Com
missie is benoemd om maatregelen te nemen ten einde in de tegenwoordige
schaarschtc van levensmiddelen te voorzienen dat deze bereids met de inrigting
eener Kokerij voor Soep op eene zeer ruime schaal is begonnen eenen aanvang
te makenwelke Soep tegen eenen matigen prijs zal verkrijgbaar worden
gesteld.
Heden hield alhier de Kon. Nederl. Maatsch. lot Aanmoediging van den
Tuinbouw bare eerste Algemeene Vergaderingonder Voorzitting van Jhr.
Pb. Fr. von Siebold. De Voorzitter opende de Vergadering met eene vooraf
spraak aan de aanwezige Leden welke ten getale van 13 waren opgekomen.
Na bet mededeelen van een kort verslag aangaande den tegenwoordigen staat
der Maatschappij, werden onderscheidene punten van huishoudelijk belang in
beraadslaging genomen en is ten slotte tot den aangekondigden verkoop van
planten overgegaan.
Uit particuliere Surinaamsche berigten in het Haagsche Dagblad ont-
leenen wij het volgende:
De overtogt der kolonisten naar den mond der Saramacca is even spoedig
als gelukkig geweestslechts één kindje is op de kust van Guyana overleden.
De twee eerste schepen hebben echter eenige dagen voor den mond der rivier
moeten toeven, omdat de stoomboot die ze binnen moest slependoor den
Gouverneur-Generaal Elias naar Curasao gezonden was; de enge behuizing op
een schip werkte natuurlijk min gunstig op de gezondheid der kolonisten
ofschoon zich dadelijk geene ziektegevallen voordetien.
Te Voorzorg bevonden de kolonisten de inwendige inrigting der gebouwen
beter dan het uitwendige beloofdedaar dezelve uit drie vrij ruime vertrek
ken bestonden, waarvan het eerste met fijne schulpen bevloerd was. Onder-
tusschen waren er slechts 28 in plaats van 50 woningenzoo als men ver
wachten kon in gereedheid zoodat een gedeelte der kolonisten op bijgele
gene plantaadjen geplaatst werd. Het beleidwaarmede de Heer Copijn deze
moeijelijke zaak bestuurde werd algemeen geroemd. Twee dagen na hunne
aankomst verscheen de Meer Leers Administrateur van Finantienop Voor
zorg hetgeen eenen gunstigen indruk op de kolonisten maakte. Ofschoon
in de voeding, althans door het Surinaamsche gouvernement, zeer goed voorzien
was, willigde deze heer op eigen naam, alle aanzoeken van de kolonisten be
reidvaardig in, en verdient deswege, alsook in andere opzigten allen lof.
De kudde Kaapverdisclie runderen, die evenwel zeer ingedund was, werd
bij lotingtot groot genoegen verdeelden de kolonisten begonnen ook moed
te scheppenvan weldra door eigen inspanning zich voor goed en wel te ves
tigen de vruchtbaarheid van Voorzorg overtrof hunne verwachtingdoch
ongelukkig was door de menigvuldige regens de kleigrond slibberig, terwijl
ook de waterloozing van dien polder in geenen behoorlijken staat gebragt
was. De toegezegde benoodigdheden van den Heer Leers bleven niet achter
en de kolonisten erkenden ook daarin, dat zij niet verlaten of vergeten
werden.
Inmiddels tastte de landziektedie de meeste Europeanen ondergaan moe
ten, vóór dat zij geacclimateerd zijn, vele kolonisten op hetzelfde oogenblik
aanen tot groote ramp moest de regtschapen bestuurder de Heer Copijn
het eerste slagtoffer van zijne moedige onderneming wordenwat op de ziels
gesteldheid der overige lijders natuurlijk schadelijk werkte; 29 van het aan
zienlijk aantal kolonisten bezweken. De Procur.-Generaal, de Heer de Kanter,
die na het vertrek van den Heer Elias bet provisioneel bestuur der kolonie op
zich genomen hadheeft niets verzuimdom de kolonisten van de noodige
geneeskundige hulpgeneesmiddelenenz. te voorzien onmiddellijk is dan
ook de Heer v. d. Monde, Officier van Gezondheid, naar Saramacca gezonden,
ten einde met den kolonialen geneesheer de Jong de dienst te verrigten
tevens hebben zich D1'. Horstman en de Officier van Gezondheid Tydeman
naar Voorzorg begevenom alle maatregelen te beramendie tot verligting
bemoediging en ondersteuning der kolonisten konden strekkenterwijl de
koloniale raad van Suriname zich bereid verklaard heeft, daartoe met al zijn
vermogen mede te werken.
De Heer van den Brandhoff' heeft de verwachtingen, die ieder welke hem
kende, van hem koesterde, niet teleurgesteld; in alle berigten wordt bij als
een voorbeeld van moed en bemoediging geroemd te midden zijner moeije
lijke omstandigheden schrijft hijOnze moed is niet gezonkenen met
Gods zegen lacht ons bet welslagen der belangrijke onderneming nog toe."
Met alle koloniale autoriteiten verkeert hij in de beste verstandhoudingen
ondervindt de meest mogelijke medehulp in zijnen oudsten zoon, den Heer
van den Grampel en den Heer A. Copynbroeder des overledenen. Met den
aanbouw der huizen, die thans op liet hooger liggend terrein van Post Gro
ningen geplaatst worden, wordt met de meeste kracht gearbeid, en men mag
zich met de hoop vleijendat onder Gods zegende kolonisten deze crisis
alsnu te boven gekomen zullen zijn, en dat de liefderijke zorgen, die het Mi
nisterie van Koloniën in het Moederland genomen en in de kolonie voorgeschre
ven heeft, doch die ten opzigt van den aanbouw der huizen ginds, niet be
hoorlijk in acht genomen zijn, met eenen goeden uitslag, tot heil van de
kolonie en het Moederland beide, bekroond zullen worden.
Men mag van het menschelijk gevoel der redacteuren onzer dagbladen ver
wachten dat zij geene overbodige vrees in het hart van de achtergeblevene
betrekkingen zullen storten door deze zaak met de donkerste kleuren te schet
sen. Zoo ergens, kan hier de eenvoudige waarheid volstaan.
'sGRAVENHAGE, 26 September.
Z. M. heeft nu reeds aan de onderscheiden armbesturen alhier de gewone
jaarlijksche winter-bedeeling doen uitreiken, behoudende Z. M. zich voor, om
wanneer dit later noodig mogt zijn die som te vermeerderen.
De Koning heeft aan den Baron von LeykamSecretaris van het Oos-
tenrijksche Gezantschap bij ons hof, die gedurende eenigen tijd met het be
heer der zaken van die zending is belast geweesthet Commandeurskruis van
de Orde der Eikenkroon geschonken.
Wij vernemen dat de Koning bevel heeft gegeven, dat er voor zijn
Huis dit jaar geen aardappelen zullen opgedaan worden; dit voorbeeld wordt
door de hooge personen in deze residentie nagevolgd.
Er is thans aan de leden der Staten-Generaal gedrukt toegezonden het,
den 20stcl> Mei jl.aan de Kamers medegedeelde verslag, aan den Koning
aangeboden door Z. Exc. den Minister van Financienovereenkomstig art. 126
der Grondwet, en tevens bevattende een overzigt van 's Rijks schatkist op
1°. Januarij 1844, voorafgegaan door eenige opmerkingen, waaruit blijkt, dat
zich op 1°. Januarij 1844, al de tekorten vertoonden als volgt:
1°. Achterstand 1840 en vroeger4,469.259.18.
Nadeel ig slot van
2». 1841156,371.56J.
3°. 1842 8,549,109.79 j.
4». 1843 5,966,377.68.
19,141,118.22.
Doch deze som zal verminderen met hetgeen na de dag-
teekening waaronder dit verslag is opgemaakt, gebleken is
over 1843 nog in voordeel te komen 848,173.73^.
Blijft 18,292,944.48».
Waartoe zich dan ook kan bepalen de eindelijke voorziening ten gevolge van
art. 84 der wet van den B"160 Maart 1844.
Die uitkomst is dus werkelijk gunstiger dan de vroegere opgaven deden ver
moeden, want men had gerekend voor:
1°. Achterstand 1840 en vroegerf 4,488,523.84j.
2°. 3°. en 4°. Aanvulling der middelen van 1841
1842 en 1843 17,152,800.00.
Te zamen f 21,641,323.84
Waarvan afgetrokken wordende de hiervoren vermelde
som van18,292,944.181.
Zoo blijkt, dat al de achterstanden te zgBcn bij vorige
opgaven vergeleken, eene vermindering oififrgaan van 3,348,379.66-
Zoo zullen de voorbereidende werkzaamheden om den achterstand over 1840 en
vroeger vóór 1°. Januarij 1846 ter geheele verevening bij de algemeene reken
kamer volgens de wet over te brengen, geheel ten einde zijn gebragt.
Op de balen was onder 31 December 1843 nog slechts te ontvangen