h. Verbod van het gebruik bij de branderijen. Het gebruik der aard appelen aldaar verbiedt zich zelf bij te hooge prijzen naardien het product alsdan niet meer kan concurreren met suikerstroop of korenjenever. Zijn daartcboven slechte aardappelen niettemin bruikbaar voor dit fabricaat, dan is het beter ze daartoe te gebruiken dan te laten verrotten. Ook zoude een verbod, wilde men geene regten krenken, de vcrpligting tot aanzienlijke schadevergoeding kunnen opleggen. c. Opkoopen en aanleg van magazijnen voor de gemeenten. De Staat is niet bij magtc, om de gemeentebesturen daartoe te dwingen. Het laat zich aanzien dat van de 1217 gemeenten, vele niet willens of niet bij magte zouden zijn daartoe over te gaan, zoodat de maatregel in geen geval van een alomvattenden invloe I zoude worden. Zulks zonde niet alleen naijver opwek ken maar wat erger wareeene zoo schromelijke concurrentie voor opkooping ten gevolge hebbendat de reeds hooge prijzen op eene ongehoorde wijze nog meer zouden stijgen. Men zou daardoor de huisgezinnen buiten staat stellen in het zelve aanschaffen van den vereischten voorraad te voorzien. Blijft het kwaad zoo erg, als de berigten tot dusverre luiden, dan zijn de gemeenten toch niet in staat zich dien voorraad aan te schaffen. En vermits het karak ter der ziekte schijnt mede te brengen dat de aardappelen spoedig bederven, konvooral bij gemis van genoegzaam uitgestrekte hooge en drooge berg plaatsen, het doel der opkooping ligt worden gemist. d. Opkooping door de Regering. Het bovengezegde geldt ook bier. Daar komt bijdat de maatregel om te baten op eene groote schaal zoude moeten worden aangelegden mitsdien zeer aanzienlijke sommen zoude ver- eischen. Stelten die stelling is niet overdrevendat er in een tekort van 3 a d millioen mudden moet worden voorzien, dan zoude dit, wilde men de aardappelen voor den gemeenen man verkrijgbaar stellenmet een verlies van ƒ1, zoo niet van ƒ2, of zelfs van meer, moeten gepaard gaan. Het kon ook ligt nadeelig terugwerken op den eigen ondernemingsgeest. e. Premiên op den invoer. Deze maatregel is onuitvoerbaartenzij de zelve gepaard gaat met een verbod van uitvoer. De aardappelen worden anders ten gevalle der premiehij wijze van doorvoernaar elders gebragt. De duurte der prijzen is als ccn meer afdoende prikkel te beschouwen, om de kooplieden tot den uitvoer aan te moedigen. Daarentegen heeft de Regering in hare magt twee soorten van middelen om bet kwaad eenigzins te lenigen dat men a. zich zoo volledig doenlijk met den waren stand der zaak hekend maakt, ten einde zoowel overdreven vrees als het werkeloos berusten voor te komen, en aan den eigen ondernemingsgeest de middelen te verschaffen om vooraf met grond de uitkomsten te kunnen berekenen b. het zoo veel mogelijk vrijstellen van den invoer der meest noodige levens behoeften om althans geene noodelooze kosten op de voedingsmiddelen te doen drukkenen den speculatie-geest op te wekken c. het tijdig ontbieden van zaad en gezonde pootaardappelcn van goede soor ten uit landen waar de ziekte niet bestaat. Aan de eerstgenoemde wordt aanvankelijk door de bekendmaking dezer nota gevolg gegeven. Tevens wordt de invoer onverwijld meer gemakkelijk gemaakt. Er zijn reeds maatregelen genomen, ten einde te vernemen, hoe en onder welke voorwaarden een gezond product tot voorbereiding van den oogst voor het volgend jaar kan worden verkregen. Men onthoudt zich op dit oogenblik aan te duidenwaarin de tweede soort van maatregelen bestaatwelke van regeringswege zouden kunnen genomen worden. Des geraden zal men daarop nader terugkomen. Zij zullen echter in geen geval bestaan in het buiten 'slands opkoopen van regeringswege, om in de loopende behoefte te voorzien zoodat de kooplieden te dien opzigte voor geene concurrentie met den Staat hebben te vreezen. Voor het overige bestaan er middelen van voorziening, welke meer uitslui tend van de eigenaren zeiven afhangen b. v. het mogelijk voorkomen van het bederf door het maken van meel uit de aardappelen het beproeven om loopende den winter, aardappelen te teel en het zorgdragen om de uitge- rooide aardappelen tegen vochtbroeijen en vorst te bewaren. IV. Uilzigten. De toekomst is onzeker. Zeker is het, dat er een aan zienlijk tekort op het aardappelen-product zal ontstaanmaar even zeker dat de oogst van meest alle andere producten niet onvoordeelig uitgevallen is. In 1844 was de oogst hier te lande van de verdere meest voorname voe- dingsmiddclen als volgt: Rogge circa 3,000,000 mudden. Tarwe n 1,300,000 Garst 1,250,000 Boekweit 1.000,000 Boonen 300,000 Erwten 150,000 De opbrengst van dit een en ander zal vermoedelijk dit jaar in doorslag niet minder zijn. Bij de mededceling van het verslag nopens den staat van het armwezen over 1843, acht men het ter voorkoming van verkeerde gevolgtrekkingen dienstig, het volgende op te merken. Men heeft in de laatste tijdende meening geuit dat de bedeeling der ar men hier te lande meer dan twintig millioen gulden in een jaar zoude kos ten en alzoo op de natie zou drukken eene armenbelasting van ongeveer 8 per hoofd. Zulks schijnt daaruit ontleend te zijndat volgens verslagen P de gaven en ontvangsten der onderscheidene instellingen van weldadigheid 1 ieder ruim ƒ20,000,000 hebben bedragen. Eene aandachtige lezing van den geheelen inhoud van die verslagen doet in- tussehen zien, dat die meening geheel onjuist is; immers staat daarin be paaldelijk uitgedruktdat onder de uitgaven omtrent de werkplaatsen van liefdadigheid en die der Maatschappij van Weldadigheid groote sommen voor komen welke slechts aangemerkt kunnen worden als omgezette geldenbij de uitoefening der bedrijven aan elke dezer instellingen eigen, en welke som men dus gezegd kunnen worden aangewend te zijn tot het verleenen van on derstand noch ook tot de ontvangstendoor middel van welke in die uitga ven is voorzien, en dat deze opmerking mede toepasselijk is op banken van leening en spaarbanken. Daarenboven kunnen ook de uitgaven der zieken- en begrafenis-bussen en der weduwen- en weezen-fondsen niet beschouwd worden als te strekken tot onderstand van bchoeftigen. Het doel dier instellingen is niet om armen bij te staanmaar om het ontstaan van armoede voor te komen. In meerdere of mindere mate is dit ook toepasselijk op de uitgaven van het fonds voor de ge wapende diensten der instituten voor doofstommen en blinden. Hierbij komt nog, dat onder de uitgaven van vele der andere soorten van instellingen van weldadigheid, aanzienlijke sommen voorkomen, wegens aflos sing van opgenomen en belegging van beschikbare gelden. Ook zijn niet alle uitgaven van instellingen van weldadigheid, tot onderstand van behoeftigen aangewendbestreden uit de opbrengst van belastingenimmers blijkt uit de tabellendat die middelen voor verreweg het grootste deel bestaan uit in komsten van eigen bezittingen dier instellingen en uit vrijwillige bijdragen en giften. Het eenige, hetwelk men zou kunnen achten bestreden te worden uit de opbrengst van belastingen, zijn de subsidiën, aan de instellingen van welda digheid verleenden een gedeelte van de uitgaven der Maatschappij van Wel dadigheid. Doch dit een en ander (in 1843 heeft hetzelve p. m. drie millioen gulden bedragen) is dan ook uit den aard der zaak reeds begrepen onder de berekeningen, welke men gemeend heeft van de rijks-, provinciale of gemeen telijke belastingen te moeten makenzoodat er geene aanleiding bestaatom daarbij nog iets te voegen onder den naam van armen-belasting. 's GPiAVENHAGE16 September. Z. M. zal eene subsidie van 500 verleenentot ophouw ecner Protcs- tantsche kerk en pastorij te Hoogeveen provincie Assen. Z. M. heeft, tijdens zijn verblijf te Luxemburg, de statuten der spoor wegmaatschappij van Aken naar Maastricht goedgekeurd. Bij Koninklijk besluit van den den 11<ï™ dezer is aan den Heer J. D. Bosse een eervol ontslag verleend als Ontvanger van het buitengewoon zegel te 's Gravenhage, en in deszells plaats benoemd de Heer K. F. Lannoije, thans ontvanger der registratie te Tilburg. Het standbeeld van Willem den Zwijger, te paard, hetgeen op kosten van Z. M. den Koning te Parijs vervaardigd iszal voor een der bogen van het thans in aanbouw zijnde gedeelte van het Koninklijk paleis in het Noordeinde geplaatst worden. Het Provinciaal-Geregtshof van Zuid-Holland heeft het vonnis vernie tigd door de Arrondissements-Regtbank te 's Gravenhage geveld tegen E. Meeter, uitgever van de Ooijevaarop grond dat de aanklagt te laat was geschied. ROTTERDAM, 15 September. In den nacht van Vrijdag op Zaturdag is hier brand ontstaan in een huis op de Hoogstraatwelks bovenste gedeelte de Heer Rijnhout bewoondedie te voren reeds door den brand bij den Heer Mugbij wien hij ook toen ka mers had betrokken alles verloren haden nu wederom groote schade lijdt. De brand is echter spoedig gebluscht. GORINCHEM, 14 September. Drie personenwelke men vermoedt medepligtig te zijn aan de inbraak en diefstal onlangs te Ridderkerk gepleegd, zijn hier gevangen genomen; men is ook de twee anderen op het spoor. HAARLEM15 September. De proeven dezer dagen met de Leeghwaler genomenzijn gunstig uitge vallen en openen het vooruitzigt dat dit werktuig aan het oogmerk zal voldoen. UTRECHT, 13 September. De Provinciale Staten hebben in hunne vergadering van heden, in plaats van w ijlen Baron van Heeckeren van Brandsenburg, tot Lid der Tweede Kamer der Staten-Generaal benoemdden Heer Mp. N. P. J. KienBurgemeester dezer stad. Alhier heeft zich een der achtingswaardigste handelaren aan het hoofd gesteld van eene Commissie, die aardappelen en andere levensbehoefte uit andere landen zal doen halen voor eigen rekening, om dezelve in den winter zonder winst aan minvermogenden af te staan. 's HERTOGENBOSCH, 13 September. Als eene merkwaardigheid wordt medegedeeld, dat te Orthen in twee trekken met een net (waarschijnlijk een zegen) tusschen de 3 en 4,000 pond visch werd gevangen. BREDA, 13 September. Eenige leden der Kamer van Koophandel en Fabrijken hebben aan de Re gering dezer stad een ontwerp aangeboden, om den handelstand uit te noo- digenom tegen hoogst billijke prijzen van nu af tot het einde van April 1846, aanzienlijken voorraad levensmiddelen in magazijnen cn winkels be-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1845 | | pagina 2