leiding van Matth. XXf. 13a, luidende: En hij zeide tot hener is ge schreven mijn huis zal een huis des gebeds genaamd worden. In de inleiding dezer rede werd door den geachten lccraar de godsdienstige bewind hebber dezer landen gedanktonder wiens bestuur bet kerkgebouw is vol tooiden welverdiende buide gedaan aan de nagedachtenis van den ontslapen Gouverneur-Generaal Mr. P. Merkus, die liet vroeger wel eens voorgenomen, doch niet ondernomen werk van den tempelbouw heelt doen beginnen; zijnde daarbij almede erkentelijk vermeld de goede en lofwaardige zorgen door liet tegenwoordig plaatselijk bestuur van Buitenzorg aan dat nuttige werk gewijd, en de geldelijke offers door velen daartoe bijgedragen. Maar vooral werd het Opperwezen gedankt voor de gunst en genade aan de gemeente te Buitenzorg bewezen, dat thans ook orider haar een bedehuis gesticht is. In het overig gedeelte zijner rede schetste de redenaar de hooge bestemming van het Gods gebouw wekte de gemeente tot getrouwe bijwoning der openbare godsdienstige bijeenkomsten in het huis des gebeds op en spoorde dezelve eindelijk aan tot een heiligen, Gode welgevalligen levenswandel. Deze rede, met gevoel, waar digheid en ernst voorgedragen maakte zigtbaar een diepen indruk op de ge meente en stemde baar tot edele gezindheden en verheven gewaarwordingen. De kerkliederen zijn gezongen met begeleiding van het achordion van den Heer van Oeckclen daartoe bepaaldelijk van Batavia herwaarts overgebragt terwijl bij deze gelegenheid tevens de benoemde ouderlingen en diakenen waar diglijk in hunne bedieningen zijn bevestigd geworden. Na den alloop hiervan beeft de Pastoor Cartenstatt de kerk voor de Roomsch- Katholijke gemeente ingewijd door de bediening van ecne plegtige miswelke door de talrijke vergadering met ernst en eerbied is bijgewoond. Bij voortduring worden berigten ontvangen, welke van het aanwezen van een groot aantal zeeroovers en van hunne toenemende stoutheid getuigen. Op den 28stcn Februarij is eene praauw, te huis behoorende te I.assem (Rembang) op de hoogte der residentie Megal, door een zeerooversvaartuig overvallen en uitgeplunderd, de opvarenden dezer praauw, 6 in getal, zijn later door hen losgelaten en is hun de praauw teruggegeven; volgens verkla ring van den Djoeragan was liet rooversvaartuig eene praauwbemand met 20 koppen en gewapend met lillas en cenig minder schietgeweer. Ken klein handelsvaartuig, te huis behoorende te Pckalonganis op den 16llcn Maart, nabij Oedjoeng Goenoeng, door een zeerooversvaartuig, be mand met 12 koppen, aangevallen en uitgeplunderd; later hebben nog een klein handelsvaartuig en twee visscherspraauwenmede in dezelfde residentie te buis behoorende, een gelijk lot ondergaan. Behalve de twee voor de residentie Pekalongan bestemde kruisbooten welke thans de kust dier residentie onophoudelijk bekruisen, zijn tot dat zelfde einde twee met pradjoerits bemande inlandsche vaartuigen in dienst gesteld. Het is echter tot dus ver niet gelukt om er een der rooversvaar- tuigen mede te bereiken, welke over het algemeen kleine en ligte vaartuigen zijnen naar men vermoedt door grootere vaartuigendie zich meer van de kust verwijderd houdenderwaarts worden gezonden. Den 13den Maart zijn te Singapore aangekomen de Fransche oorlogsche pen la Clcopatre en la Victorieuse en het stoomschip l'Archimcde; aan boord van eerstgenoemd schip bevindt zich do Heer Lagrcnée, Ambassadeur en Plc- nipolentiaris van den Koning der Fransehen bij den Keizer van China. Ilij is den 2dcn April alhier aangekomenzal verschillende plaatsen in den Archipel bezoeken, en tegen de maand Junij te Singapore terugkeeren, ten einde de Markies de la Fcrriere te ontmoetendie aldaar tegen dat tijdstip uit Frank rijk met het geratificeerde verdrag verwacht wordtzullende alsdan de Fran sche zending naar China terugkeeren. Men wist niet of hij dan trachten zou vergunning te erlangen om naar Peking te gaan. 1FEST-IITDIE. SURINAME, 11 Junij. Naar wij van gocderhand vernemen, zal Zr. Ms. stoomschip Curasao, Com mandant Hinlopcnden 12de" dezer van bier naar het eiland Curasao ver trekken, ter afhaling van den Baron van Raders; volgens berigten, heden uit het moederland ontvanger., bestemd tot Gouverneur dezer kolonie. Sedert 8 dagen bevindt zich hier weder de Wel Eerw. Heer Bet ting om volgens beschikking der Regering naar het moederland terug te keeren, na zich gedurende twee jaren aan de SaramaCea te hebben bezig ge houden, met de moeitcvolle voorliereidcndc werkzaamheden ten behoeve der Kuropesehc kolonisten wier aankomst dagelijks te gemoct gezien wordt, 's Mans karakter, inborst en hoedanighedengepaard bij zijne voortreffelijke eigenschappen als kanselredenaar en leer.tar, hebben hem de achting en toe genegenheid verworven van de inwoners van Suriname, die, zoo om de be langrijke onderneming, aan welker hoofd zijne verkregene plaatselijke kennis zal gemist worden, als om zichzelvcn, zijn vertrek met leedwezen te gemoct zien. - Dezer dagen zijn alhier twee schepen met landverhuizers aangekomen waarbij Ds. Copijn, terwijl nog een derde wordt verwacht met Ds. van den Brandhof. Het is waarlijk te betreuren, dat men hier zoo weinig in gereed heid gebragt heefttot den ontvangt dier menschcn. Van de 50 woningen ilic gereed moesten zijn tot de ontvangst der kolonisten, zijn er niet meer dan 26 slechls half in orde, cn die woningen zijn niets dan ellendige hutten. Kl is zeer weinig geplant, eh wat voorts nog geplant is, is voor het grootste gedeelte door het water vernield. Het schijnt dat men liet er op aangelegd liecft om de kolonisatie, die buitendien daar, waar men haar beproeftzeer veel kans heeft van slechte uitkomsten op te leveren zeker tc doen mislukken. Het denkbeeld is pijnlijk, dat de Europeanen, die zich met het vertrouwen, dat zij hier tot hun ontvangst alles gereed zouden vinden, naar deze kolonie hebben begeven, zich in hunne verwachting bijster teleur gesteld vinden. De Gouverneur heeft nog nooit een voet gezet op de plaats der kolonisatie. Het is te hopen en ook te verwachten dat de nieuwe Gouverneur hier beter in voorzien zal. Van do werking van het centralisatie-plan kan men nog niets zeggen. KAAP BE GOEDE HOOP. 28 Mei. Aan de noord-oostelijke grenzen namen de zaken een meer gunstige keer. Ten gevolge van de tegenwoordigheid der Britsche troepen hadden de vijan delijkheden tusschen de boeren en de Griqua's een einde genomen, en men vleide zich dat de komst van den Gouverneur, die uit de Kaapstad derwaarts vertrokken en den 19den j\jci te Worcester was aangekomen, tot eene geheele bevrediging der gemoederen zoude leiden. Het laatste berigt uit Colesberg, dat door het dagblad van Grahamsstad medegedeeld wordtis van den 12den Mei en van den volgenden inhoud Alles is rustig en de zaken schijnen eenen gunsligen keer te nemen. Colonel Richardson is druk bezig geweest met het bezoeken van de onder scheidene streken des lands waarin zijn kamp gelegen is, maar hij heeft geene gewapende partijen of boeren-kampen gevonden. Er liep een gerucht dat een versterkt kamp door de boeren aan de Modderrivier geformeerd was; maar aan dit gerucht wordt weinig belang gehecht; en men is algemeen van gevoelen, dat de snelle en beslissende beweging van Colonel Richardson den vrede van dat gedeelte des lands volkomen verzekerd heeft. De aankomst van den Gou verneur wordt met angstvalligheid verwacht, daar weinig zal gedaan worden om den hangenden twist te beslechten voor dat hij aankomt. De verschijning der dragonders cn artillerie heeft eenen heilzamen invloed gehad op de ge moederen der boeren binnen de kolonie, die zoo veel gesproken hebben omtrent het overgaan van de Oranjerivier, en het maken van gemcene zaak met hunne landslieden in hunnen twist met de Griqua's. Men is hier over hel algemeen van gevoelen dat laatstgemelden even schuldig zijn als de boe ren cn misschien nog meer. De Griqua's hebben zich klaarblijkelijk eene onverdragelijke en beleedigende houding jegens de hoeren aangematigd door de overtuiging, dat zij in hunne voorgevingen door de Regering ondersteund zouden worden. TURRÏE. SMYRNA, 19 Jnlij. Men heeft deze week op nieuw een beginsel van brand ontdekt in de wijk door Europeanen bewoond en hetgeen van meer gewigt is, is, dat naar allen schijn de brandstichters geen andere zijndan de policio.agenten van den Gouverneur. Het geruchtdat hem en zijne onderhoorigen beschuldigt krijgt zooveel vastheid dat al de Consuls gemeend hebben maatregelen van voorzorg tc moeten nemen zij hebben hunne huizen gebarrikadeerd en doen ze dag en nacht bewaken. Het hospitaal van de Fransche marine is nog altijd vol met de zieken van het Oostenrijkschehetgeen verbrand is, cn met meer dan 200 gezinnen, die er alle noodige hulp ontvangen, zonder onderscheid van afkomst of godsdienst. De bevolking woont in de tuinen onder tentenmen bouwt in der haast barakken. PRUIS SEN. BERLIJN, 12 Augustus. Men heeft in Augsburg, na vele proeven, een middel uitgevonden, om steencn tc vervaardigen, die in deugd en duurzaamheid den besten zandsteen evenaren. Daar tot derzelver bereiding geen vuur gebruikt wordtzullen zij ten minste een derde goedkooper uitkomen dan de gewone bakstecnen. Deze nieuwe soort van steen, die door deskundigen onderzocht is cn de proef heeft doorgestaan, bestaat grootendeels uit rivierzand, eenig leem en het cement, waarin het geheim van den uitvinder ligtzij kunnen in allerlei vormen ge slagen worden. KEULEN, 12 Augustus. Gisteren avond omstreeks 8 ure is de Koningin van Engeland alhier aan gekomen. De komst van de Vorstin van Groot-Britannic in de oude stad van Agrippa was luisterrijk, namelijk onder het gebulder van het geschut, het gelui der klokken cn het gejuich der menigte. Van het station van den Rhijnschen spoorweg tot aan dat van het station naar Bonn, waren de hui zen met vlaggen versierden de straten met troepen en menschen bezet. Aan de stationsgebouwen wapperden de vlaggen van onderscheidene natiën. Stapvoets reden de Koninklijke rijtuigen door de stad naar het station Bonn, van waar Koningin Victoria, de Koning van Pruissen, Prins Albert en hun gevolg, met een' bijzonderen spoortrein, naar het kasteel van Bruhl vertrok ken, alwaar gister avond ecne monster-serenade, door de muzijkkorpsen van 20 regementenaan de Koningin is gegeven. Geheel Keulen wilde zich gis teren naar Bruhl begevendoch de treinen waren niet voldoendeom al de menschen over te brengen. Van 8 tot 9-1 ure hebben de konvooijenelk meer dan 1,900 personen overgevoerd; doch 3 a 4 maal zoo veel menschen vorderden plaats. Zander tusschenkomst der politie zoude er wanorde hebhen plaats gehad. Koningin Victoria zal op het kasteel té Bruhl door 20 jonge kweekelingcn van de militaire school van Bensbergh als pages, in antiek kostuum ge kleed, worden bediend, cn 6 jonge jufvrouwen, van de eerste huizen der stad, zullen aan hare bijzondere dienst verbonden zijn. Heden avond zal dc groote illuminatie van Keulen plaats hebben; de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1845 | | pagina 2