Ministerdat voortaan al degenendie de Christelijke godsdienst belijden van kastijdingen ontheven -worden, en ik smeek vuriglijk uwer Keizerlijke genadedatindien eenigen het strafbaar paddat zij hebben verlaten ■weder intraden, of nieuwe fouten pleegden, zij te regt zouden mogen worden gesteld overeenkomstig met de grondwetten van den Staat. »»Wat de onderdanen van Frankrijk betreft, alsmede die van al de vreemde landen, waar men de gezegde godsdienst belijdt, het zal hun geoorloofd zijnkerken voor de eeredienst op te rigtenmaar eeniglijk in de vijf voor den vreemden handel geopende havens zij zullen niet in het binnen land mogen doordringen, om hunne leerstellingen voor te dragen. Indien iemand ongehoorzaam wordt aan deze bepalingof vermetel de grenzen der aangewezene havens overschrijdtzullen de district-overheden hem op staanden voet vatten en aan den meest nabijzijnden Consul zijner Natie overleveren hij zal niet met te veel overhaasting of gestrengheid moeten gestraft en niet ge dood moeten worden. »»Op die wijs zal een teeder medelijden bewezen worden zoowel jegens hen, die van verre komen, als jegens bet zwartharig menschengeslacht. De goeden zullen niet met de slechten vermengd wordenen door de genadige goedkeu ring Uwer Majesteit zullen de wetten en de beginselen der rede met regtvaar- digheid en opregtheid worden toegepast. Dit is mijn verzoek, dat de uitoefe ning van de Christelijke godsdienst voortaan geenerlei kastijding kunne na zich slepen voor hendie de pligten van goede en getrouwe onderdanen ver vullen. Daarom heb ik eerbiediglijk dit vertoog opgesteld, en ik smeek vu riglijk de Keizerlijke genadeom de gevolgen daarvan te willen vruchtbaar maken." »Den negenden dag van de elfde maand van bet vieren twintigste jaar van Tank wang is het Keizerlijk antwoord ontvangen, waarbij de toetreding tot dit verzoekschrift gegeven wordt. Eerbiedigt dit." Naar de laatste berigtenvalt de betaling der oorlogschatting aan de Engelschen (waarvan weder ƒ5,000,000 in Engeland is aangekomen) voor de Chincsche regering zeer moeijelijk. Hare schatkist was in eenen zeer ongun- stigen toestand, en men had, om in de dringende behoeften daarvan te voor zien, tot het verkoopen der zoogenaamde letterkundige graden moeten over gaan hetgeen als eene voor den goeden gang des bestuurs verderfelijke nieu wigheid werd aangemerkt. Die letterkundige graden geven toch aanspraak op liooge ambtsbetrekkingen in China, en deze zouden dus in het vervolg niet meer in den regel aan wezentlijk verdienstelijke mannen kunnen worden toege kend. Ook blijkt het uit de bedoelde Chinesche berigtendat toen tusschen de hong-kooplieden te Canton en de regering aldaar eene overeenkomst gesloten was over de betaling van eene som van 2 millioen dollars die zij geacht wer den aan vreemde kooplieden schuldig te zijnmaar die dan tochals eene door de Engelschen aan Canton opgelegde brandschatting reeds veel vroeger uit de provinciale schatkist was betaald. Er was vooraf langen tijd over het bedrag, dat de hong-kooplieden moesten opbrengen, onderhandeld. AMERIKA. Er woeden tegenwoordig hevige branden. Den 26sten Julij is de bloeijende stad Matanzas op het eiland Cuba voor een gedeelte door de vlammen ver nield men begrootte de schade op ƒ2,000,000. WEST-ISTBIE. PARAMARIBO, 25 Junij. Vrijdag den 20sten dezer is voor het etablissement Voorzorg in Saramacca, ten anker gekomen bet schip Susanne Maria, gevoerd door Kapt. E. Meijer, aanboord hebbende een getal van 17 huisgezinnen, benevens 15 vrije ar beidsters, te zamen uitmakende 104 kolonisten, onder de leiding van den Wel Eerw. Heer Ds. Copijn welke personen gedeeltelijk op Voorzorg en ge deeltelijk op den post Groningen zijn gehuisvest. De koloniale schoener Henrietta Elisabeth, gevoerd door Kapt. P. Hansen, die, met medewerking van eenige manschappen der aan den mond der rivier Saramacca gestationneerdc brik de Brakbovengemelden bodem tot aan het etablissement heeft geleid, is onmiddelijk wederom afgevaren, ten einde de schepen Noord-Hollandgevoerd door Kapt. II'. H. Ruylop hetwelk zich be vindt een getal van 12 buisgezinnen, vergezeld van 15 vrije arbeidsters, te zamen uitmakende 86 personenen de Antonie en Eugenieop welke zich bevonden 15 huisgezinnen, tezamen uitmakende 125 personen, onder geleide van den Wel-Eerw. Heer Ds. van den Brandhoflinsgelijks naar het etablis sement te geleiden. Op bekomen tijding van de aankomst der kolonistenzijn op last van Z. Exc. den Gouverneur-Generaal, 11. Zaturdag, dc noodige levensbehoeften en gerijfelijkhedcn naar Voorzorg opgezonden. RIJ§LA]VD. MOSCOU. Er wordt alhier een nieuwe hoofdkerk gebouwd. Acht groote voorstellingen uit het oude en nieuwe testament worden door Russische beeldhouwers in halfverheven beeldwerk, onder leiding van een Duitsch bouwmeester, gereed gemaakt. De Keizer en de stad hebben 24 millioen florijnen toegestaan voor den bouw dier hoofdkerk, waartoe niet minder dan 15 jaren zullen worden gevorderd. IV O OR WE GEIV. I1ALMSTADT, 22 Julij. Gisteren heeft hier in de rondte een geweldige orkaan twintig schepen om ver geworpenhoornen ontworteld en meegesleept en menschcn gekwetst. De zee is eerst zeer afgeloopcn en toen met geweld teruggekeerd. Dergelijke verschijnselen hebben zich ook op onze kusten vertoond ten tijde van de aard beving te Lissabon in 1755 en van Messina in 1783. SPASJE. MADRID3 Augustus. Den 2dcn Augustus is de Koningin te St. Sebastiaan aangekomen. De Cor tes zouden tegen den 10den October worden opgeroepen. Het dagblad El Tiempo beweert, dat ten gevolge van eenen Kabinets raad, die te Sarragossa was gehouden, de Heer Castillo y Aycnsa uit Rome zou zijn teruggeroepen. El Ueraldo raadt het ministerie aan om niet te vergetendat men met Rome onderhandelendekracht en zelfvertrouwen moet ontwikkelen; dat Rome, uit de hoogte sprekende tegen zwakke of on derworpen volken, zijn' hoogmoed aflegt, zich nederig en toegevend toont aan magtigc regeringen dat smeeken de beste weg niet is om met Rome te on derhandelen en dat men vooral niet verdragen moet dat Rome zich nog de titels eener wettigheid voor de Koningin zou doen afkoopen, welke geen magt in Europa haar thans meer betwist. ITALIË. ROME, 21 Julij. De Gazette Ilaliana schrijft het volgende: Beter onderrigt dan vele Parijsche dagbladenkunnen wij verzekeren dat de Heer Rossi het doel zijner onderhandelingen heeft bereiktdoor zich onmiddelijk tot de Staatsdienaren van Gregorius XVI te wenden en niet tot Pater Roothaanen dat de huizen der Jesuiten in Frankrijk op uitdrukkelijk verlangen van den Paus zullen gesloten worden, die daarenboven Pater Roothaan gelast heeft, om de hevigste en stoutmoedigste Fransche Jesuiten naar Rome terug te roepen. De Patcr-Provinciaal der Jesuiten is van hier naar Frankrijk vertrokken, om over te gaan tot de opheffing der gestichtenwelke die orde daar bezit. De beginselen en sporen van verval in verscheiden gedeelten van de Sb Pieterskerk nemen op eene onrustwekkende wijze toe. De Hoofdkoepel wordt nu reeds met 10 ijzeren banden van 120,000 ponden gewigt bijeenge houden; thans is gebleken, dat ook de met 32 zuilen en 16 kandelabres ver sierde lanternino onder den kloot van het kruis door en door gebarsten is waarschijnlijk door het verzwakken der steunpilaren van den koepel door het aanleggen van trappen en bewaarplaatsen van reliquien in de pilaren. Er worden kettingen en banden om gelegen om het kwaad zoo veel mogelijk te stuiten. OOSTENRIJK. TURKSCHE GRENZEN. Voor twee weken werden 18 Oostenrijksche potaschbranders op het Bosnische gebied door de Turken vermoord en hunne hoofden aan de grenzen op pieken gestokenverscheidene andere Oostenrijksche onderdanendie voor handels zaken over de grenzen gegaan warenworden vermistzonder dat men weet wat van hen geworden is. Daarmede niet te vredentrokken dc Turken bij Kladus over de grenzen en schoten de schildwacht dood. De Overste Jellachich eischtc voldoening, en toen deze geweigerd werd rukte hij met 6 compagnien uit om wederwraak te nemen. Den 0llen trok deze afdeeling over het riviertje Glinawaarover in der haast eene brug was opgeslagen, op Tnrksch gebied binnen en verbrandde eenige huizen en molens. Het toeval wildedat de Bosniakendie anders altijd onderling verdeeld zijn, juist toen in grooten getale vereenigd waren om naar Trawnick te trekken en hunnen Stadhouder tot eene vermindering van belastingen te dwingen of hem weg te jagen. Onze troepen werden dus met onverwachten nadruk ontvangen, teruggedrongen, en aan de brug, die men onbezet had gelaten en waar eene afdeeling Turken hun in de flank viel, deerlijk gehavend. Veertig doodenwaaronder twee officieren, en drie en twintig gekwetsten, is geen gering verlies. Dit ongeval moet alleen aan de zorgeloosheid van den bevelhebber, die zijnen terugtogt vergat te dekkengeweten worden. De lijkendie men genoodzaakt was achter te laten, werden, zoo als van het Turksche gespuis te wachten was, gruwelijk mishandeldde hoofden daarvan afgehouwen en als zegetcekcnen op de buit gemaakte geweren rondgedragen. Misschien leiden de tegenwoor dige gebeurtenissen tot eene schikking, waardoor het gebied der Oostenrijk sche monarchie met omstreeks 87 vierkante mijlen vergroot en aan de zaak der beschaving en des Christendoms in die streek eene groote dienst bewezen zou worden. PRUI§§EN. BERLIJN 2 Augustus. De Koning en Koningin hebben zich den lsten van Stolzenfels naar het nabij gelegen Coblenz begeven, waar Z. M. eene luisterrijke parade heeft bij gewoond na den afloop waarvan hij zich naar het Slot aldaar begaf en aan zijne Ministers gehoor verleende. Zondag moest de nieuwe burgtkapel op Stolzenfels plegtig worden ingewijd. Dingsdag zouden HH. MM. zichaan' boord eener stoombootover Keulen naar Dusseldorf begevenaldaar tot Woensdag vertoevenen dan naar Ruhrort gaan tot bijwoning der inwijding van het gedenkteeken voor wijlen den Opperpresident der provincie Westfalen Vrijheer von Vincke. De Koningin zet daarnamet de stoombootde reis naar Wezel voort, terwijl de Koning, met een gedeelte van zijn gevolg, over Duisburg, Mülhcim en Dinslaken derwaarts gaat. Donderdag wordt te Wezel parade gehouden HH. MM. vertrekken van daaraan boord der stoom boot, naar Emmerik, bezoeken vervolgens Kleef, Geldern en Crefeld schepen zich Vrijdag te Uerdingen weder incn varen naar Keulen. Van

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1845 | | pagina 2