des Rijks 739,847 minder opgebragt, dan in gelijk tijdsverloop in 1844;
doch over het geheele jaar, eindigende met 5 Junij was de ontvangst 847,1 <8
meer dan in het voorleden jaar.
FRANKRIJK.
PARIJS, 10 Julij.
In een stuk van den Heer Blanqui, lid van de afdeeling der Staatshuis
houdkunde bij de Akademie der zedelijke en staatswetenschappen alhier,
vindt men omtrent het verbods stelsel de volgende opmerkingen:
Wanneer men thans spreekt van vreemde voortbrengselen die tegen de in-
landscbe verwisseld wordenschijnt dit eeno pest waarlegen wij een gezond -
heids-cordon moeten trekken. De kreeten zijn te heviger naar mate het
voortbrengsel overvloediger en goedkooper is; iedere nieuwe weldaad der Voor
zienigheid wordt als een ramp aangezien en moet volgens dit vreemde denk
beeld met des te meer kracht worden aangevallen, naar mate deze weldaad
de genietingen der menschen algemeener moet maken, en de ware rijkdom
doen aangroeijen. Het bijzonder belang heeft het hoogste woord, het vraagt
steeds om nieuwe verhooging van regten en de regering verlaat de verdediging
van het algemeen belang.
Wij gehoorzamen aan de treurige strekking orn ons al naauwer en naauwer
in te sluiten, en bij onze eigene markt te bepalen.
Vreemde zaak! alle vijf jaren worden de voortgangen onzer nijverheid met
ridderkruisen, gouden, zilveren en bronzen penningen beloond; zij zijn trotsch,
verklaren zich sterk en bekwaam, men zou ze voor de overwinnaars der over
winnaren van de aarde houden. Den volgenden dag is het toonecl veranderd
en nu vragen allen oin verhooging van tarief. Wij waren alle volken de baas
toen het er op aankwam om belooningen te verwerven, nu zijn wij de minste
der broederen. In waarheid dat is te veel zedigheid na zoo veel trots.
En van waar die duurte van inlundsche voortbrengsels, waarmede de voor
standers van het beschermend stelsel schermen, wat is er tegen te doen?
daar breken zij hun hoofd niet mede. Beschut door het schild der tolbeamb
tenbehalen zij aanmerkelijke voordeelen, en bekommeren zich weinig over
algemeenen rijkdom of armoede.
De verbetering van het lot der arbeidende klasse is innig aan de handels
vrijheid verbondendie het voorregt van overvloed van voortbrengselen aan
het lijden van gebrek in de plaats stelt. Wat is het middel om het
meest voort te brengen met de minste opoffering van krachten en kapitaal?
Daarin zit het gansche geheim der staatshuishoudkunde en daarin lossen al de
waarheden der wetenschap zich op.
De Heer Blanqui heeft door zijne stem te verheffen om waarbeden te herin
neren die het uitsluitend belang van een klein aantal voortbrengers zoekt
te verduisterender wetenschap en het land een ware dienst bewezen.
Te St. Etienne is eene uitvinding gedaan, van welke reeds de oudheid,
echter meer als fabel, gewaagt. Zij bestaat daarin, het witte doorzigtige
glas in kouden toestand even zoo smeedbaar te maken als in de hoogste gloei
hitte. De uitvinder geeft aan deze massa den naam van Silicon, hij heeft op
het stadhuis aldaar proeven van zijne uitvinding ten toon gesteld. Het glas
is volkomen wit, even doorzigtig als kristal, en kan boogsgewijze rond en
zoo vlak uitgesmeed worden, als ieder ander metaal.
- Te Grenelle, een dorp niet verre van Parijs, is in der» nacht van den
8stcn dezerdoor den bliksem een'schoorsteen vernield,hij is door een' muur van
vijf nederl. palmen heengeslagen, heeft in eene kamer de gordijnsringen ge
smolten en eene secretaire stnk geslagen, een zinken pot doen smelten bij
het bed van twee kinderen zonder dat deze ontwaakt zijn, sloeg het raam
stuk en weder in eene andere kamer van het buis in; liet daar vier personen
zonder letsel, ging weder door een ruit naar buiten en vernielde het zinken
dak. Dit alles was het werk van een oogenblik. Nu schiet de bliksem naar
de overzijde der straatsmelt 17 francs zilvergeld in bet voorschoot van
eene melkverkoopster, die voor de deur van een kroeg stond, doorloopt daar
het huis, slaat acht ruiten stuk, zonder verder spoor na te laten.
Al wat van ijzer in de secretaire was is sterk door magneetstof aangedaan.
Het geld van de melkverkoopster is zoo fijn gemaakt dat het als hagel over
de straat rolde. De vrouw is 24 uren geheel verlamd geweest. In eene
vleesclihal naast het eerste huis zijn 4 a 500 Ned. *8 vJeescli oogenblikkelijk
bedorven.
Men schrijft uit Nnits, Departement Cöte-d'Or, dat de werklieden, die
aan de haan voor den spoorweg werkten, een versteend kakebeen van een'
Hippopotamus of Nijlpaard hebben gevonden.
Een morgenblad vermeldt het volgende omtrent het voorgevallene in de
zitting der Jesniten-congregatie te Rome, in welke de zaak der zending, aan
den Heer Rossi toevertrouwdwerd behandeldDie vergadering bestaat uit
9 ledenen bij de eerste mededeelingen zouden zich 5 leden voor de onmid-
delijke terugroeping der Jesuiten uit Frankrijk of voor hunne verstrooijing
verklaard hebben. Na de beraadslagingen zouden zich nog 2 leden bij de 5
eerste gevoegd hebbenen de eindelijke beslissing zou door de congregatie
bij eene meerderheid van 7 tegen 2 stemmen genomen zijn geweest.
BELGIE.
BRUSSEL, 10 Julij.
De Compagnie tot aanleg en ontginning van de vaart van Jemmapes naar
Aelst en van den spoorweg van Aeth naarl Dendermondc langs de vallei
der Dender, heeft bare inschrijvingen te Londen gesloten en de eerste geld
storting ontvangen. De voorbereidende werkzaamheden zijn nu in vollen gang.
Het kapitaal dezer Compagnie is bepaald op 45 millioen frs. Deze vaart zal
eenen diepgang van 3 Ncd. el en 2 palmen opleveren, zoodat binnenschepen
van 300 en 350 tonnen, en zelfs zeeschepen van 200 en 250 tonnen haar
zullen kunnen bevaren. De Henegouwsche koolmijnen en de Aalster hop-
kweekerijen zullen er veel bij winnen; want de Noordscbc schepen, die anders
van Antwerpen met ballast vertrokkenzullen in liet raidden des lands
vracht kunnen halen. De spoorweg van Aeth naar Dendermonde zal 12
millioen fr. kostendaaronder begrepen het materieelde Compagnie tracht
verlof te bekomen tot het aanleggen van eenen zijtakwelke Dendermonde
langs Zele, Lokeren, Hamrne en Waesmunster aan Temsehe moet verbinden,
waardoor de onkosten met vijf millioenen vermeerderd wordendaaronder be
grepen die voor het maken eener brug op de Scheldete Dendermonde.
ANTWERPEN, 10 Julij.
Gedurende de maand Junij zijn'er uit onze haven uitgevoerd, 170,653
Ned. ffi brood- en 64,342 Ned 8 kandij-suiker.
Onlangs heeft de gemeente Lichtaert eene partij heidegronden verkocht,
en daarvoor omtrent 26,500 fr. bekomen. Nu verneemt men dat de gemeente
Merxplas voornemens is eerlang 86 bunders heide te verkoopen.
STADS BERUST.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad LEYDEN, brengen mits
deze ter kennisse van de belanghebbenden, dat ontvangen is van den Heer
Controleur der Directe Belastingen het Eerste gedeelte van het Kohier der
Personecle Belasting, dienst 1845 en 1846, hetwelk op den lsten dezer
maand is executoir verklaarden aan den Heer Ontvanger verzonden.
DU RIEU,
Ley den12 Julij 1845. Ter ordonnantie van dezelve
v. PUTTKAMMER.
Behartigingswaardige brief van de Tweede Klasse van het
KoninlijJc Nederlandsch Instituut.
De Tweede Klasse van het Koninklijk Nederlandsche Instituut van Weten
schappen Letterkunde en Schoone Kunsten heeft zich onlangs gewend tot
het Rijksbestuurter wering zoo veel mogelijk en afschaffing van eene hier
te lande heerschende gewoonte, die inzonderheid den briefstijl belemmert en
daaruit alle losheid en gemakkelijkheid verbant. Terwijl de Franschen en
Engelschen in hnnne brieven geen andere titels gebruiken dan die, van welke
zij zich in hunne gesprekken bedienen wordt bij ons met Edel Groot-Acht
baarheden, Hoog- en Wel-E'del-Gestrengheden, Hoog-Wel-Geborenheden
en vele dergelijke, in het ligchaam der brievende stijl overladen en ver
duisterd. En daar de voormelde woorden vrouwelijk en de personen, aan
welke de brieven gerigt wordenmeestal mannelijk zijnziet men zich tel
kens in den moeijelijken tweestrijd gebragt, om öf, bij eene naauwgezette
opvolging der taalregelen door het gebruik van vrouwelijke voornaamwoorden
in den derden persoon van het werkwoord stuitendzoo niet eenigzins belag-
chelijk te worden, óf, ondanks beter weten, tegen de laai zelve te zondigen.
De Klasse, aan welke bepaaldelijk de bewaring en zuivering der Neder
landsche taal bij openbaar gezag is aanbevolenheeft geoordeeld aan hare
roeping te voldoen door het indienen van een adres aan den Minister van Bin-
nenlandsche Zakenwaarbij zij de aandacht der Regering op dit punt. bc-
scheidenlijk heeft gevestigd, en eerbiedig in overweging gegeven, om door
voorbeeld en aandrang hij anderen, eene meer eenvoudige titulatuur in het
ligchaam. der brieven in te voeren waardoor eenvoudigheid en gemakkelijk
heid in den briefstijl zouden bevorderd, en tevens een niet onbelangrijke wenk
zou gegeven wordendat ook het Rijksbewind het belang onzer schoone moe
dertaal allezins ter harte neemt. Zij zag zich met een uitvoerig antwoord des
Ministers op hare voordragt vereerd, waarin hij betuigt: »de strekking daarvan
volkomen goed te keurenen zich bereid verklaart om mede te werken ter
bereiking van het voorgestelde doelhoezeer naar zijn oordeel zoodanige afzon
derlijke pogingen weinig zullen vermogen tegen eene gewoonte, die, reeds
zoolang hier te lande als het ware burgerregt verkregen hebbende, niet wel
anders dan langzaam gewijzigd zal kunnen worden, naar male men bij den
voortgang van ware beschaving het verkeerde van die omslagtigheid al meer
en meer zal inzienwaarom hij dan ook ten slotte de Klasse aanspoortom
ter bevordering van het laatstegepaste middelen aan te wenden en de aan
dacht van het algemeen op het ongerijmde en nadeelige van liet bedoelde
misbruik te vestigen."
De Klasse heeft dicnsvolgcns begrepen in de eerste plaats hare leden en
correspondenten dringend te moeten uitnoodigenom hunne beste pogingen
aan te wendenten einde in het ligchaam der brieven de omslagtigebe
lemmerende en niet zelden met het taaleigen strijdende titulaturen zoo alge
meen mogelijk worden afgeschaft. Maar zij heeft het tevens haren pligt ge
rekend om buiten haren eigenlijken kring en in het algemeen een iegelijk
die de zuiverheid zijner taal op prijs stelt, op te wekken om van een nutte
loos en stuitend misbruik tot bet echt Nederduitsch en alleen in de verbeel
ding onbeleefd gebruik van ons giju en uw terug te keeren.
Men beproeve het slechts, om in zijne briefwisseling zoo al niet op eens,
dan toch voor het minst allengs al die onnutte en lastige omschrijving van
het persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord na te laten; en het zal van zelve
eerlang blijken, dat in onze taal, niet minder dan in de Franschc ofEngelsche,