LEYDSCHE COURANT. VRIJDAG, 11 JUL IJ. De Courant wordt Maandag, Woensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt Zaturdag avond uit. De Prijs der Courant is 13 in het jaar; i de afzonderlijke nommers worden tegen 10 Centen afgegeven. BINJNEPiLAJNDSCHE BERIGTEN. Intrekking der Oude Dubbeltjes. De Minister van Einantiën heeft berigt dat ter intrekking van de dubbeltjes aan alle Rijks-ontvangers en Directeuren van post kantoren eene zekere hoeveelheid nieuwe dubbeltjes zijn ter hand gesteld, om gedurende de maand Julij tot betalingen of verwisse ling te bezigendat gedurende de vier laatste dagen dezer maand bij gemelde Postkantoren nog gelegenheid zal zijnom oude dubbeltjes te verwisselen tegen nieuwe of ook tegen andere spe ciën en eindelijk, dat met den lsten Augustus geene dubbeltjes voor het Rijk zullen worden aangenomen, dan die onverminkt als provinciale of generaliteits-munt kenbaar zijnterwijl de on kenbare zullen worden afgewezen. LEYDEN, 10 Julij. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben Burgemeesters en Wet houders of Assessoren uitgenoodigdom voor het vervolg als vervallen te be schouwen alle bepalingenin plaatselijke belasting- of politiereglcmenten aan getroffen wordendevolgens welke ouders voor hunne kinderenof meesters voor hunne bedienden verantwoordelijk zijn voor de voldoening der boeten en kosten, aan de kinderen of bedienden opgelegd. Wegens overtredingen, door kinderen leerlingen of bedienden begaan worden de ouders of meesters niet in regten betrokken. Volgens het in ons Nommer van den 44en dezer aangekondigd voornemen om bij de mededeeling van de voornaamste bijzonderheden uit het verslag der Gedeputeerde Staten van Noord-Holland op het belangrijk artikel Nieuwe bedijkingen bij nadere gelegenheid te terug te komenlaten wij thans dit Artikel met eenige bekorting alhier volgen. Nieuwe bedijkingen. De belangrijke werkzaamheden tot droogmaking van het Haarlemmermeer worden voortgezet, en eerlang de laatste openingen in den ringdijk gedigt. In den aanvang dezer maand is op nieuw eene proeve genomen met het stoomwerktuig te Spaarndamdienende tot uitloozing van het Meerwater in het IJ. Die proeve schijnt zeer goed voldaan te hebben. Gedurende dertig minuten heeft men met zes schepraderen den boezem tusschen het gemaal en de sluis opgevoerd, en is de opvoering van den boezem gedurende nog 22 minuten met vier schepraderen vervolgd. In dien tijd is het water in den boezem 92 ned. duimen gerezen. Wanneer men in aanmerking neemtdat de boezem grooter is dan 7 bunders, dan volgt hieruit, dat de massa uitge- malen water zeer aanmerkelijk is geweest. Bijaldien het water eene el ware opgevoerd, zoude in 52 minuten tijds ruim 70,000 kub. ellen zijn uitgemalen. Met het stellen en oprigten van de eerste der drie groote pompmachines de Leeghwater genaamd, heeft nog al belangrijke vertraging plaats gehad. Men vleit zich echter in den nazomer eene proeve met dezelve te kunnen nemen, en zoo deze wel gelukt, dan de twee andere soortgelijke machines te kunnen bestellen. De ten vorige jare aangevangene bedijking van de zoogenaamde Waard- en Groetgronden zal met de nu aangevangene verhooging en verzwaring van den Zeedijk nog vóór den aanstaanden herfst zijn volbragt. De dijk zal alsdan eene voldoende buitendocering, buiten de bepaalde tonnerondte eene hoogte hebben van 3 el boven volzee en dus 79 duim hooger zijn dan de al daar hoogst bekende vloed, die namelijk van het jaar 1825. Alsdan ver meent men den nieuwen polder als voor goed aan de zee ontwoekerd te mo gen beschouwen en met gerustheid het winter-saizoen te kunnen te gemoet gaan, om in bet aanstaande voorjaar, door nieuwe verhooging en verzwaring, het dijksprofil tot eene alles afdoende sterkte te brengen. De tegenspoedenwaarmede men bij de indijking te worstelen haden vooral ook de vroeg ingevallene en langdurige winter, hebben den aanbouw der beide kapitale watermolens, welke reeds in Mei 1844 zijn aanbesteed, om met November daaraanvolgende te worden opgeleverd, zoodanig vertraagd, dat thans eerst de eene molen is volbouwd en de tweede niet vóór het laatst van Julij gereed zal kunnen zijn. Het bestuur dezer indijking heeft echter het zoo ver gebragtdat de landen in het eene gedeelte geheel en in het andere grootendeels droog zijndat de geheele polder reeds is verkavelden met kavelslooten doorsneden en de landen voor meer dan twee-derde gedeelte zijn begreppeldzells zijn ongeveer 600 bunders in bebouwing gebragt en met zomerzaad bezaaid. Het koude en natte voorjaar, hetwelk, voor dezeuit den aard der zaak nog meer drasse gronden, uiterst nadeelig was, doet echter de vrees koesterendat dit laatste niet zoodanige uitkomst zal opleverenals men van den goeden aard der gronden meende te mogen verwachten. Deze indijkingop welke men reeds vóór 70 jaar bedacht wasbestaat over het algemeen, in eene laag van één tot een en halve el vette slibklei en, volgens getuigenis van deskundigenevenaren die gronden de beste en incest vrucht bare van ons vaderland. Voor den landbouw is daardoor binnen een jaar eene oppervlakte van ongeveer 1375 bunders best klei-land ter cultuur aange wezen en verdienen dan ook de onvermoeide pogingen van hendie zich met dezeuit haren aard zoo moeijelijke zaak hebben willen belasten en daarin zoo vele teleurstellingen hebben ondervonden, met erkentelijkheid herdacht te worden. Van grooteren omvang is de indijking van het Balgzandthans bekend onder den naam van Anna Paulowna-Polder. Uithoofde van de uitgestrektheid is de omdijking in twee gedeelten ondernomen. De werkzaamheden aan den westelijken polder, begrepen tusschen den Koegrasdijk en het Oude Veer, zijn in het begin der maand April aangevangende zeedijk tusschen het Koegras en Oude Veer is thans gereeden de verdere lengtete zamen uitmakende 14000 ellen, voor het grootste deel in bewerking; zoodat wordt veronder steld, dat op 15 Julij aanstaande de geheele westelijke polder van de zee zal zijn afgesloten. De waterloozing zal vooreerst plaats hebben door middel van eene houten sluis, terwijl de groote zeesluis, aan den mond van liet Oude Veerwaarvan de opbouw bereids is aanbesteednog in den loop van dit jaar voor een aanmerkelijk gedeelte zal worden daargesteld. Men mag zich dus voor het oogenblik met zeer gunstige vooruitzigten vleijen. De ge aardheid der gronden blijkt meer en meer te zijn overeenkomstig de vroeger gedane opnemingen, zoodat de ondernemers zich ook hierin niet te leur gesteld vinden. Een aantal van 1700 a 1800 arbeiders zijn aldaar werk zaam, waarvan onderscheidene zich met derzei ver gezinnen op het werk be vinden. De directie heeft maatregelen genomenom op eene doelmatige wijze in de geneeskundige behandeling en verpleging te-voorzien. Ieder ar beider geeft wekelijks 7 cents van zijn verdiend loonwaarvoor hij en zijn huisgezin hulp en geneesmiddelen ontvangt. Nog meerdere soortgelijke ondernemingen worden voorbereid. Het aanzoek van den Heer Zocher, om indijking van het Ilontrak, zijnde een gedeelte van het IJte Halfweg Haarlem en Amsterdam maakt nog een punt van over weging uit. Overigens is op nieuw tot droogmaking van het Wijkermeer door twee verschillende partijen aanvrage gedaan. De concessionarissen tot droog making van het Graftcrmeer hebben hunne concessie overgedragen en schijnt er meerder uitzigt tot het aanvangen van dit werk te bestaan. Er is wij ders aanzoek gedaan om het eiland Wieringen aan het vaste land te verbinden, door het leggen van twee dijkendoch het schijnt dat deze zaak nog niet behoorlijk is onderzochten dat zich wezentlijke bezwaren tegen deze onder neming zullen opdoen. Desgelijks is ook nog concessie gevraagd tot indijking van aangeslijkte gron den ten Z. O. van dat eiland. Oogenschijnlijk bestaan tegen dit plan min dere bedenkingen, doch ook hieromtrent zijn nadere opgaven noodig. Soortgelijke ondernemingen, welke aan vele handen arbeid geven en in het vervolg van tijd, door aanwinst van land, voor het algemeen van belang zijn, verdienenwanneer zij wel overlegd zijn in ruime mate de ondersteuning der regeringen zijn dan ook de besturen der thans ondernomene indijkingen erkentelijk voor den vrijdom van lastenwelken het Z. M. behaagd heeft aan denzelven te verleenen. Uit het verslag van de Provinciale Staten van Noord-Braband blijkt dat er in die provincie in 1844 geboren zijn in de steden 2,549ten platten lande 9,294 te zamen 11,843 kinderen, zijnde 416 meer dan in 1843. Het getal der overledenen bedroeg in de steden 1,740 en op het land 6,419, te zamen 8,159, zijnde 531 meer dan in 1843; 2476 huwelijken waren er aan gegaan. De bevolking was in genoemd jaar met 3,852 zielen vermeerderd en beliep 1 Januarij 1845, 386,561 zielen, van welke 75,782 in de steden en 310,779 ten platten lande.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1845 | | pagina 1