LEYDSCHE
COURANT.
184 5.
N°. 82.
De Courant wordt Maandag, Woensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die
Zaturdag avond uit.
WOENSDAG, 9 JULIJ.
De Prijs der Courant is ƒ12 in het jaar;
de afzonderlijke nommers worden tegen 10
Centen afgegeven.
BINNEJNLANDSCHE BERIGTEN.
if -
LEYDEN, 8 Julij.
Bijzonderheden uit het Verslaggedaan door de Provinciale Staten der
Provincie Zuid-Holland. Vervolg en slot van ons vorig nommer.j
De scheepstimmerwerven staan, ten gevolge van den overvoerden aanbouw
van schepen, bijna geheel stil. Er bleven met het einde des jaars zeven op
stapel, waarvan drie voor de vaart op de Oost-Indiën bestemd en niet op
de lijst der bevrachting van de Handelmaatschappij voorkomende, onverkoop
baar zijn.
Ten gevolge van den gestaakten aanbouw van schepen, ondervinden ook
de touwslagerijen en houtzaagmolens minder debiet: de laatste lijden mede,
door den aanvoer van gezaagd hout uit Noorwegen.
Eindelijk schijnt de belangrijke machine- en stoomwerktuigen-fabrijk der
Nederlandsche Stoomboot-maatschappij te Feijenoord bij Rotterdam niet voor
uit te gaan daar zij zich genoodzaakt heeft gezien vele werklieden af te
danken.
landbouw. De staat van den landbouw was in het afgcloopen jaar over
bet algemeen gunstig.
De uitvoer van lijnzaad, tegen hooge prijzen, is aanzienlijk geweest.
De boter uit deze provincie beeft den vroegeren aftrek behouden.
De vaart der stoombootcn heeft nog een geheel nieuwen aftrek voor sommige
voortbrengsels van onzen grond doen ontstaanwelke vroeger bijna onmogelijk
was te achten en steeds vermeerderende iszoo zijn bij voorbeeld ook uit
deze provincie, aanzienlijke hoeveelheden boom- en andere vruchten, groenten,
gevogelte, riviervisch, enz., in het afgeloopen jaarnaar Londen en Huil
uitgevoerd geworden.
De wintergewassen stonden bij den aanvang van den winter zeer gunstig.
Het vlas wordt als zeer goed staande opgegeven.
De staat van de veeteelt, zoowel als die der paardenfokkerij, kan als voor
uitgaande beschouwd wordenofschoon de longziekte blijft hcerschen en
groote verliezen aan den landbouw berokkent. Volgens ingewonnen berig-
ten heeft dezelve afwisselendgedurende het jaar 1844in 154 gemeenten
dezer provincie geheerscht, en zijn 4609 runderen door dezelve aangetast,
van welke 3321 zijn gestorven en 1288 hersteld. Op den laatsten Decem
ber des afgeloopen jaars beerschte dezelve nog in 43 gemeenten. De ziekte
schijnt dus in hevigheid te verminderen.
Onverminderd de voortdurende sterfte, door opgemeldc ziekte te weeg
gebragtis de veestapel niet afgenomen en blijft er nog genoegzaam vee
voorhanden, om, zonder eene buitensporige rijzing in den prijs van het vee
te veroorzaken, hetzelve te kunnen uitvoeren; zijnde in het afgeloopen jaar
uitgevoerd 2378 runderen en 2548 schapen naar Engeland, en 813 runderen
en 3285 schapen naar Frankrijkwerwaarls echterdoor de ophefïing van
den vrijen doorvoer door Belgie, de uitvoer is verminderd.
In den loop van 1844 zijn te I.eyden ter waag aangehragt 415,560 Neder
landsche 15 boter en 42,424 Nederlandsche 16 kaas. Gedurende dienzelfden
tijd zijn te Delft 521,450 Nederlandsche 16 boter en 17,925 16 kaas gewogen.
De middelprijs van het eerste artikel was 78 centen en van het tweede onge
veer 10 centen per Nederlandsch 16.
Te Oudewater was de handel in kaas levendig en belangrijkzijnde er in
1844 ter waag gewogen eene hoeveelheid van 1,536,366 Nederlandsche 16,
en alzoo 65,187 Nederlandsche 16 meer dan in 1843.
Visscherij. De groote en kleine vissehcrij ondervindt bij voortduring de
groote bezwarendoor de met verbod gelijkstaande inkomende regten in
Belgie, waardoor de uitvoer derwaarts heeft opgehouden, terwijl vele vis-
schers zich te Ostende hebben verbonden.
De zoutevisch ondervindt den drnk het meest, terwijl de visscherij in het
algemeen, ook ten gevolge van den strengen en aanhoudenden winter, weinig
voordeel heeft opgeleverd.
In den winter van 1844 en 1845 is de heug- of hoekivantvisscherij met
130 schepen uitgeoefend geworden; zijnde 5 meerder dan in 1843.
De haringvangst was beter dan die van 1843; maar kan inct vroegere
voordeelige jaren in geene vergelijking komen.
De geheele vloot van 128 haring-schepen voor Zuid- en Noord-Holland heeft
in 1844, in 197 reizen, ruim 2,800 lasten haring, zijnde 1670 lasten
meer dan in 1843, doch 130 minder dan in 1842, aangebragt.
De bestaande reederij-vereeniging werkte daarbij gunstig op den gang van
den handeldoch ten gevolge van de zeer late vangst bleef eene groote
hoeveelheid haring onverkocht, daar, bij het niet tijdig aankomen van den
Hollandschen haringveel Schotsche ter voorziening in de gewone behoefte
naar Duitschland en elders werd verzonden, zoodat de voorraad haring, welke
nog voorbanden bleef, tot lage prijzen verre beneden den inkoop moest
worden afgezet.
De verschharingvisscherij is, in de beide opgenoemde provinciën door 88
bomschuiten uitgeoefend (zijnde 12 minder dan in het vorige jaar)welke
eene redelijke vangst hebben gehad.
De versche-vischvangst was middelmatig, en het schijnt, dat na den ge-
stremden uitvoer naar Belgie andere wegen van debiet zich hebben opgedaan
althans de klagten dezer reederijen zijn minderruim twee honderd schuilen
namen aan dezelve deel.
Blijkens het verslag van Gedeputeerde Staten van Overijssel is de bevol
king dier provincie toegenomen met 2192 personen, en beliep op 1 Januarij
1845 209,339 zielen.
Uit het verslag der Gedeputeerde Staten van Groningen blijkt dat de be
volking dier provincie in 1844 is vermeerderd met 2,527 zielen zoodat zij
op het einde van dat jaar heeft bedragen 187,146 zielen, onder welke be
grepen zijn 1,711 militairen, in verschillende plaatsen in garnizoen.
Uit het verslag van Gedeputeerde Staten van Zeeland blijkt dat de be
volking der steden en gemeenten in dit gewest, zonder inbegrip der militaire
garnizoenen, bedroeg op 1 Januarij dezes jaars 155,149 zielen, te weten:
45,980 in de 9 steden en 109,169 in de steden en gemeenten ten platten
landezijnde dezelve over bet geheele gewestin het afgeloopen jaarmet
516 zielen toegenomen, hoewel de bevolking in de steden weder is afgenomen
met 16 zielen.
De bevolking verdeelt zich wijders, onder de verschillende Godsdienstige
gezindheden, als volgt: 110,997 Hervormden, 39,712 Roomsch-Katholijken
4 Jansenisten, 1,106 I.utherschen4 Remonstranten220 Doopsgezinden,
667 Israëlilen, 1,576 erkende Christelijke Afgescheidenen, 863 niet genoemde
gezindhedenwaaronder Christelijke Afgescheidenendie tot geene erkende
gemeenten behooren.
In het jaar 1844 hebben 6,255 geboorten plaats gehad (zijnde 295 meer
dan in 1843); de sterfgevallen beliepen 5,052, zijnde 43 meer dan in 1843.
In hetzelfde tijdvak zijn 1.244 huwelijken aangegaan en 2 echtscheidingen
uitgesproken.
Door Provinciale Stalen van Gelderland zijn als Leden van de Tweede
der Staten-Generaal benoemd Mr. J. de Man en Mr. R. Scheers van Flaren-
carspelbeide herkozen
Door die van VrieslandMr. A Teltingherkozen.
Door die van Zeeland, Mr, J. F. Bijleveld, lid van de Provinciale Staten,
wonende te Middelburgter vervanging van Mr. J. G. Hinlopen welke ver
zocht heeft bij de verkiezing niet meer in aanmerking te komen.
Te Maassluis is den 5dcn dezer des avonds de 2de Haringjager aangeko
men, aanbrengende 110 ton, welke a 500 is verkocht; hij bragt gunstige
berigten van de vloot mede.
's GRAVENHAGE 8 Julij.
Z. M. heeft bepaald, dat op 1°. Augustus e. k. in geld aflosbaar zijn de
schuldbekentenissen, begrepen in de 26 aan de beurt liggende reeksen van
het Amortisatie-Syndicaat, tot een kapitaal van 5,035,200.
Z. M. heeft benoemd tot Ridder der Orde van den Nederlandsche leeuw,
Mr. P. P. van Bosse, Referendaris bij het departement van Finantien.
Bij koninklijk besluit is eervol ontslag verleend aan den Heer P. A.
Ossewaarde, als Secretaris-Generaal van het Ministerie van Finantien en hij be
noemd tol Raad-Adviseur hij hetzelfde Ministerie, en in zijne plaats aangesteld
de Heer D. van HoytemaReferendaris.
Nopens de verkiezingen, welke in de vorige week door de Staten van
Zuid-Holland alhier zijn gehouden verneemt men nog het volgende:
Bij de verkiezingen tot leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
is de Heer Boreel van Hogelandenherkozen met 70 van de 78 stemmen en
de Heer Nederburgh, met 55 van de 71 stemmen; terwijl de Heer Timmer
