als beslecht beschouwen. Men moet thans pogen te behouden wat nog te behouden is. De ervaring van de jongste jaren heeft geleerd dat er voor Nederland de grootste voordeden waren te behalen geweestindien onze ma gazijnen niet ledig waren geweest, ten gevolge van de graanwet van 1835. Op alle takken van volkswelvaart moeten dezelfde regels worden toegepast zij maken slechts gedeelten van een geheel uit. Spreker roept de geschiedenis in tot bestrijding van het beschermend stelsel, en beroept zich onder anderen op de voorstellen van Huskisson, in 1824 aan het Parlement gedaan, ter be vordering van den handelop Gogelen wat bijzonder de wet van 1835 be treft, op de gevoelens van de Hoogleeraren Wttewaal, de Brueys en van Hall. Engeland bereidt zich voor om in dezen terug te keeren. Voor ons Vaderland ware het eene groote weldaad geweestindien wij het eerst op den beteren weg waren getreden. Door die intrekking intusschen van de graanbepalingcn uit de voordragt, blijft de zaak in haar geheel en later zal daarop kunnen worden teruggekomen. Het ontwerp over 't algemeen voldoet geenszins aan Sprekers verwachtingnoch beantwoordt aan de verkregene ervaring. Hij ziet hier verbetering ja, maar ook achteruitgang. Wat is de bedoeling van de Regering Zal binnen weinige jaren op het tarief worden teruggekomen Hiervan zal zijne stem afhangen. De Heer van Rechteren zou zich niet van inconsequentie te verdedigen weten indien hij gaaf voor dit ontwerp was. Hij is toch tegen alle konst- matigc opdrijving van nijverheid. De Regering heeft hier beide beginselen van vrijen handel en van bescherming in toepassing willen brengen. Indien bij de zekerheid kon verkrijgen dat de wet slechts van tijdelijken aard isdan zou hij er voor zijn. Hij toch wil langzamen overgang van het beschermend stelsel tot bet vrije handelssysteem. De Regering heeft wel gedaan er de zaak der granen uit te nemendaardoor blijft deze op zich zelve. De Heer Gevers wijst op het groot belang van eenen uitgebreiden handel voor 's Volks welvaart. De handel gaat met fabrijken en landbouw goed te zamen. Die allen maken een geheel uit. Er is een ruim veld voor den han del geopend. Ook de spoorwegen geven eene geheel andere rigting. Juist daarom moeten wij zorgen weder de algemeene stapelplaats te worden. De handelsbloei kan thans juist herleven. De afwisselende stelsels, het embargo, de onbegrijpelijke korenwet van 1835 hebben onzen handel groot nadeel gedaan. Beschermende regten dooden den handelmaken duurder wat zij bescher men; maken juist onmogelijk den wedijver met het buitenland. Wat zijn er niet formaliteitendie door den handel moeten in acht geno men worden Onbeschrijfelijk groot is de omslag geworden. Spreker verlangt gelijke, vaste, matige regten om dan de zaak aan zich zelve te kunnen overlaten. Het onderhavig tarief strookt geenszins met de beginselen in de memorie tot toelichting blootgelegd. Er zijn wel 60 artikelen verhoogd; de graanwet wordt behouden en geen uitzigt tot verbetering geopend. Spreker wijst in 't bijzonder nog op de nadeelendie de graanwet heeft veroorzaakt en verder nog veroorzaken zal. Belgie aan den eenen kant Hamburg aan den anderen zullen de laatste sporen van onzen graanhandel wegrooven, indien wij ons niet nog even bij tijds daarvoor behoeden. Zitting van 5 Junij. In de Zitting van heden is voorgelezen het centraal verslag nopens de steenkolenmijnen te Kerkraede. De beraadslagingen daarover worden bepaald op Zaturdag morgen ten 11 ure. Voortzetting van de beraadslagingen over het tarief. De Heer Mutsaers zegt dat het tarief steeds beginselen doet behandelen die lijnregt tegen elkander overstaan. In ons Rijk zijn alle takken van volksbestaan aanwezig. Hij had gewenscht dat de onbeperkste vrijheid had kunnen worden ingevoerddoch let hij op hetgeen elders plaats vindtdan moet hij die onbepaalde vrijheid als verderfe lijk beschouwen. Wij mogen, juist omdat wij eene kleine Natie zijn, gcene proeven nemen. Zoolang Nederlandsche producten op vreemde markten wor den uitgesloten, zoo lang zal de opheffing van regten wederkeerig onmogelijk 2'j"- De handel vormt zich hersenschimmen van die vrijheid. Spr. zal aan de voordragt zijne goedkeuring niet weigeren, omdat hij goedkeurt dat inen met beradenheid de vrijheid uitbreidt. Maar leed doet het hem dat de Regering in sommige opzigten de bescherming aan eenige takken van nijverheid heeft onthouden. Overigens prijst hij hetdat men de heffing der regten over het algemeen niet naar de waarde zal berekenen. Hij dringt op krachtige mid delen ter wering van den smokkelhandel aan. De Heer de Kempenacr houdt eene uitvoerige rede, waarin hij 1°. het standpunt nagaatvanwaar deze voordragt moet beschouwd worden2°. onze behoeften op dat oogenbliken 3". het ontwerp meer in het bijzondere beschouwt. Ad. I. Spreker roemt zeer het plakaat van 1725 en de onbekrompene toepassing van hetzelve; beroept zich op Luzac's werk, en wijst aan, hoe door de vereeniging met Belgie belemmering van den handel en moeizucht in de nijverheid is ontstaan. Door een beschermend stelsel treedt de Regering bui ten haren kring en hare bevoegdheid dat stelsel is een groot kwaad voor den handelen onvoldoende voor het fabrijkwezen. Alle fabrijken klagen niettegenstaande dat beschermend stelsel, zoo nadeelig voor den eerlijken man, een lokaas voor sluikerijeen geessel voor den Staatwelke Reglementen instruction en formaliteiten doet uitvaardigen, vele ambtenaren vordert, le ges, disposition enz., doet betalen, onder al hetwelk de handel gehukt gaat, en een staat van oorlog tusschen denzelven en de ambtenaren wordt geboren. Zoo wordt alle handelsgiest, alle ondernemingsgeest uitgedoofd, zoo neemt de welvaart al' en de armoede toe, en is het te vreezen dat het eenmaal zoo handeldrijvende Nederland van handelaars ontbloot zal worden. Ad. II. Het kan dan wel niet twijfelachtig zijn, waaraan wij behoefte hebben. Aan de Afschaffing van een beschermend stelselaan keering van den sluikhandel, aanmerkelijke vermindering van formaliteiten, aan het op houden van alle leges en daardoor aan opwekking van den alouden handels geest bij onze Natie. Ad. III. Wat de onderhavige voordragt betreftalles blijft daarbij bestaan wat hij afgeschal t had willen hebben. In het tarief is noch regelnoch stelselnoch uitzondering het is slechts eene pogingom den een en ander zoo wat te vreden te stellen en om de voordeelen der schatkist zooveel moge lijk te behouden. Ten slotte rigt Spr. zich tot den Minister van Finantiënen zegt dat Z. Exc. het in handen heeftom door een vrijgevig handelsstelsel voor te komen dat de Natie niet ten onderga, dat zij hare volkplantingen kunne behouden. Hij wenscht dat de tegenwoordige voordragt worde ingetrokken en vervangen door een mild tarief, waardoor Z. Exc. zich een gedenkzuil zou stichten in Nederlanden waarvoor het late nageslacht hem nog zou zegenen. DELFT, 4 Junij. Den lstcn dezer overleed alhier, in den ouderdom van 73 jaren, Z. Exc. de Vice-Admiraal P. Ziervogel, Commandeur der Orde van den Nederland- schen Leeuw, Ridder der Militaire Willems-Orde, 3dc klasse, enz. GORINCHEM, 3 Junij. Door Kerkvoogden en Notabelen der Hervormde Gemeente alhier is aan den inzender van het best gekeurde plantot opbouw van de om bare bouwval ligheid afgebrokene groote kerkop hare oude grondslagengeteekend met deze spreuk: liet Huis des Gebedstoegekend de prijs van ƒ300, en aan dien van het naast daarbij komende plan, met de letters IVL, ƒ150; waar tegen die stukken het eigendom worden der Gemeenteterwijl bij de opening der billctten bevonden zijnals onlweipers van het eerste de Ileeren L. cn D. van der Taste Schiedamen van het laatste de Heer Servaas de Jongte 's llertogenbosch. HAARLEM, 4 Junij. Gisteren namiddag heeft zekere J. Beilman, tandmeester en barbierop den Heer van Tets van Goudriaan President der Arrondissements-Regtbank op de straat, van achteren op korten afstand, een dubbel pistool afgeschoten, en terstond daarna, met een derde schot, zich zeiven van het leven beroofd. De Heer van Tets is oogenblikkelijk neergestort, maar heeft, met behulp van eenige personen, die dadelijk toesnelden, zijne nabijgelegene woning bereikt alwaar is gebleken, dat hij in den rug door een kleinen kogel gewond was en aan een der schouders eene minder belangrijke kwetsuur van een schamp schot had bekomen. De booswicht was in April 1843 bij vonnis van voornoemde Rcgtbank in hooger beroep bevestigd door het Provinciaal Geregtshoftot eene gevan genisstraf van eene maand veroordeeld geworden ter zake van moedwillige verwonding. Naar men verneemt, koesterde bij een steeds toenemenden wrok wegens die veroordeeling. UTRECHT, 3 Junij. De Burgemeester dezer stad heeft heden den eersten steen gelegd aan het gebouw bestemd om de vroegere stads-rauzijkzaal te vervangen en tevens tot plaatsing van al de inrigtingen voor de beoefening van wetenschap en kunst, die hier gevestigd zijn. De aanzienlijkste ingezetenen hebben tot de oprigting van dit gebouw geldel ijken onderstand bijgedragen. LEEUWARDEN, 2 Junij. Wij vernemendat op Vrijdag den 30slcn Mei jl. hier ter stede de eerste vergadering is gehouden van de Predikanten-Vereeniging in Friesland, ten doel hebbendeom de banden van onderlinge gemeenschap naauwer toe te halen ten einde daardoor met meerdere vrucht tot bevordering van den uit- en in- wendigen welstand der Hervormde Kerk werkzaam te kunnen zijn. Deze vergadering, welke in eene voorloopige bijeenkomst van den 30stcn Augustus 1844 was vastgesteld en die voortaan in de maand Mei van elk jaar zal hervat worden, werd door een zestigtal predikanten bijgewoond. ZWOLLE, 3 Junij. De kerk welke voor de Hervormde Gemeente te Ominerschans zal gebouwd worden, is op den 30,u'n Mei aangenomen door den Mr. Timmerman Baarslag alhier, voor de som van ƒ12,600; men meent te weten dat tot dat doel door Z. M. den Koning eene subsidie van 13,000 is verleend zoodat uit deze som niet alleen het bouwen, maar ook de overige kosten der teekening, plans en uitbestedingenkunnen bestreden worden. VLISSINGEN, 2 Junij. Heden voormiddag ten 10 ure is Z. M. de Koning, met het stoomjagt de Leeuw, voor deze stad aangekomen, en heeft zich dadelijk aan boord van het oorlogschip den Rijnonder bevel van Z. K. H. Prins Hendrikbegeven. Na de inspectie is gemeld schipalsmede de JasonCommandant J. F. D. Bouricius, aan welks boord zich Z. Exc. de Gouverneur-Generaal Rochusscn bevonddes middags ten half één ure vertrokkengesleept wordende door de stoomschepen de Cerberus en de Cycloop. Z. M. de Koning bevond zich aan boord van den Rijn, welk schip IJ. D. ten 2 ure, op de hoogte van het Sluis-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1845 | | pagina 2