BUITEINLAINDSCHE BERIGTEN.
ten vijf ure, voor een iedertegen 25 Centen. Éénc Damedoor een lieer
begeleid en voortdurend vergezeldis vrijgesteld meerdere Dames betalen
kinderen beneden de tien jaren zullen niet worden toegelaten.
UTRECHT, 30 April.
Op Javaresidentie Samarang 700 voeten boven de zeeis eene kleine
bron, die hoogstens 230 kruiken water bevatten kan, en uitgeput zijnde,
eerst in 26 uren weer vol wordt: bet water dezer bron beboort tot de op den
aardbol zeldzaam voorkomende iodium-houdende watersoorten welke genees
krachtig zijnvooral voor klierzieken. Dit water, Gebangan's water ge
noemd, is nu van wege het Departement van Koloniën door Prof. Mulder
alhier onderzocht en in eene brochure beschreven, en te Rotterdam a 60 Cts.
de kruik verkrijgbaar gesteld.
CHIÜA.
MACAO20 December.
Een Duitscher schrijft van daar aan de Augsb. Zeitungdat het met de
vooruitzigten van den handel in China niet gunstig staat. Er is naauwelijks
geld genoeg in omloop om den alles verslindenden opium te betalen, en onder
wijl stroomen de toevoeren uit EngelandDuitschland en vooral uit Amerika
herwaartsen om terugvracht te bekomenzijn de prijzen zoo opgedreven
dat ze 20 tot 25 ten honderd verlies geven. Men gelooft in Europa dat de
laatste vrede met Engeland een vrij verkeer met China heeft geopendmaar
dat is een dwalingwant er zijn slechts eenige buitenhavens voor de Euro-
peërs openuit de hoofdsteden van het binnenlandzelfs uit Kanton is men
uitgesloten. Met is hier zoo moeilijk om den stand der zaken te leeren
kennen, dat zelfs Engelschen die sedert vele jaren hier zijn, omtrent belang
rijke handclsaangelegenheden in het onzekere zijn. In de noordelijke havens
durft men ongeveer eene dagreis te voet zonder bezwaar ondernemen doch
te Kanton en hier geen schrede zonder met steenen te worden geworpen.
OTAHEITE.
2 Januarij.
Volgens berigten met den Walvischvaarder Kapitein Duval te Havre binnen-
geloopen, lag de Schout-bij-Nacht Hamelin, met zijn smaldeel van vijf schepen
te Papeiti voor anker. De stoomboot Phaëton kwam terug van eene zending
bij Koningin Pomaredie onverzettelijk bij haar besluit was gebleven om zich
op geenerlei wijze met de Fransche gezagvoerders in te laten. Zij heelt zells
een' brief van den Koning geweigerd, en verklaart dat zij in geen zamen-
spraak wilde komen dan in tegenwoordigheid van den Engelschen Admiraal
wiens komst aan boord van een tachtiger haar was berigt.
Overigens was bet bier rustighoewel in een der streken nog inboorlingen
verzameld waren. De staat van gezondheid der Franschen was voldoende en
soldaten en matrozen wedijverden in het werken aan de fortificatiën en andere
openbare werken.
OOiT-INDIE.
Berigten van Batavia melden, dat aldaar de tijding was ontvangen, dat
er onlusten in de bovenlanden van Padang waren ontstaan. Een particulier
schrijven van den 20sten December li!Ai deelt dienaangaande de volgende
bijzonderheden mede
Op den IS"1™ dezerdes avonds ten 5 urewerd de Kapitein Beijerman
met een gedeelte zijner compagnie, naar Sochkie (op den weg naar Pauw)
gezonden.
In den nacht aldaar aangekomen werd hij alsmede de Resident en de
Schout met 10 Policie-dienaren door de oproerige Maleijers aangevallen, en
verloren bij die gelegenheid, do Kapitein Beijerman, de Schout de Waal,
een Sergeant en tien flankeursongelukkig het leven.
De vijand wilde daarop het kruidmagazijn in de Lacoa in den brand ste
ken hetwelk echter mislukte. De opstand werd echter algemeen en daar
men veronderstellen moest, dat ook een groot gedeelte der ingezetenen van
Padang in denzelven betrokken waren, werd den [)ec, de stad in staat
van beleg verklaardhetgeen vroeger nooit is behoeven te geschieden.
Niet alleen zijn alle militairen, maar bovendien alle weerbare mannen
gcrequireerdom tegen den vijand op te rukkenmet dat gevolg, dat eenige
dorpen, waar de oproerlingen zich genesteld hadden, zijn verbrand. Het
onmiddelijk gevaar is dus voor het oogenhlik geweken, ofschoon men bij het
vertrek dezer tijdingen nog handgemeen was. (N. Rott. Cour.)
BRASIEIE.
24 Februarij.
Den 22stcn is de Keizerin van een' zoon bevallen. De vreugde was alge
meen omdat thans in de vermoedelijke opvolging van den troon is voor
zien.
WEST-ODIE.
Wij lezen in een onzer Ned. dagbladen over den baron van Raders, die
vroeger gezaghebber van Curasao en onderhoorigheden was en onlangs door
Z. Maj. tot gouverneur van Suriname benoemd is, het navolgende:
»llet bewind van van Raders over Curagao is in vele opzigten gezegend
geweest; bij is volkomen met den tropischen landbouw en vele takken van
nijverheid bekend, en misschien de geschiktste man, om eene kwijnende ko
lonie van den ondergang te redden; hij is het, die (gelijk de heer Sloet on
langs in zijn bekend Tijdschrift schreef,) in zes jaren tijds de kale rotsen der
eilanden', aan zijn gezag onderworpen, de aloë-harst, de cochenille, de be-
henolie en het pitavlas deed voortbrengen; die de bijenteelt aan de nieuwe
cultuur der moringa verbonden heeft, die, behalve de teelt der Agave Mexi-
caria, eene plant ten hoogste door von Humboldt aangeprezen, de merinos-
schapen, den Amerikaanschen ploeg en de Spaansche noria heeft ingevoerd;
die eene aanmerkelijke uitbreiding aan de zoutpannen op Bonaire gegeven
eene maatschappij tot gouddelving op Aruba gevormd, en bovendien de open
bare gebouwen hersteld, het geldwezen, maar ook tegelijk het onderwijs ver-
beteterd heeft." Ook voor de kolonisatie aan de Saramacca mag men van
deze benoeming veel goeds verwachtenreeds voor lang moet van Raders een
plan tot" kolonisatie van Suriname ontworpen hebben. De natie zal den mi
nister van koloniën regt laten wedervaren, een eerlijk en trouw dienaar van
Koning en Vaderland, een staatsman van den ouden stempelwiens bestuur
zich door orde en voortvarendheid onderscheidt, en die in de bekende zaak
van Schenleij onze regten tegen Britannie mannelijk handhaaft; de natie zal
de zelfzuchtige oppositie naar waarde weten te schatten der Hollandscbe ad
ministratiekantoren verbonden met de administrateurs der plantaadjes in
Suriname, en ondersteund door eenige dagbladschrijvers, die den waren aard
van het geschil en deszelfs geheime drijfveren niet kennen."
ProvGron. Cour.)
TEXAS.
Onder het opschrift: Slavenhandel in Texas bevat een dagblad het volgende:
Volgens een officieel stuk zijn er thans 30,000 slaven in dat land. Doch
langs welken weg zijn zij er ingevoerd? Men weet, dat de constitutie van
het land de invoering verbiedt, zoo zij niet van den kant der Vereenigde
Staten plaats heeft. Maar is het wel zeker, dat er 30,000 slaven daaruit zijn
aangevoerd? Indien wij de zaken naauwkeurig nagaan, dan bevinden wij,
dat op genoemd getal, meer dan twee derden nimmer een' voet op het grond
gebied der Vereenigde Staten gezet hebben en dus langs een' anderen weg
zijn ingebragt. Men weet, dat er vóór de laatste omwenteling in Texas, ten
minste volgens de wet, geenc slaven waren en, zonderling, weinig tijds na
hare scheiding van Mexikowas het uitgemaaktdat hun getal reeds 5000
bedroeg, die na verloop van 7 jaren aangegroeid is tot 30,000.
Het Engelsch blad de Atlas neemt op zich om dit raadsel op te lossen. Het
is genoeg, zegt het, om hier eenige daadzaken aan te halen, die overigens
genoegzaam in Texas bekend zijn. Ziet hier dezelve: Reeds sedert lang heeft
een vrij uitgebreide slavenhandel tusschen het eiland Cuba en Texas plaats
gehad, eerst opentlijk, maar later meer in het geheim. In 1836 b. v. zijn
onderscheiden scheepsladingen slaven, van de Havanah komende, op Texas
onder de volgende omstandigheden ontscheept: De slaven op zee door de En
gelschen genomen, worden voor eenigen tijd als leerlingen in de koloniën
geplaatst, die daartoe zijn ingerigt. Deze slaven worden vervolgens onder
eenig voorwendsel in Texas ingevoerd. Daar gaan zij schijnbaar voor een
zekeren tijd over in dienst der kolonisten, maar in waarheidvoor hnn ge
heel leven, en zij, zoowel als hunne kinderen, zijn voor altijd slaven.
De uitbreiding aan dien handel gegeven, zal genoegzaam kunnen afgeme
ten worden naar de groote winsten, welke hij aan hen waarborgt, die er
zich mede bezig houden, als ook uit de gemakkelijkheid om de slaven op de
kusten van Texas te ontschepen. Te oordeelen naar het groot getal jonge en
gezonde Negers, welke men op de plantagien van dit land aantreft, moet
hunne invoering op eene zeer groote schaal gedreven zijn. Alleen langs dit
kanaal heeft deze ontzaggelijke vermeerdering van zwarten in Texas kunnen
plaats grijpen. Verre van ons het denkbeeld, om dezen staat van zaken te
willen wijten aan een oogluiken der Britsche Regering; het is bewezen, dat
strenge maatregelen tegen dezen schandelijken handel genomen zijn. Wij
zijn er even ver af, te gelooven, dat Texiaansche burgers er zich op toe leg
gen; want alles dringt ons tot het denkbeeld, dat die handel uitsluitend
door vreemdelingen wordt gedreven, Hoe het ook zijhet is zeker, dat het
kwaad bestaat, en daar het niet mogelijk schijnt hierin langs den wettigen
weg te voorzien, zoo moet zelfs de aanhechting van datzelfde grondgebied
aan de Vereenigde Staten daaraan eene nieuwe uitbreiding geven.
KirSLAAS.
PETERSBURG, 20 April
De Keizer heeft bepaald dat alle Joden hunne Poolsch-Joodsche kleederdragt
zouden afleggen, en de nationale kleeding aannemen. Tot 1850 zullen zij
van de eerstgenoemde nog gebruik mogen maken, mits eene zekere belasting
betalende, na 1850 is zij geheel verboden. De Joden der steden Wilna, Odessa
en Berdytscheff hebben reeds in den zin der Keizerlijke bepaling gehandeld.
De nieuw benoemde Generaal voorden Caucasus, Woronzow heeft eene pro
clamatie uitgevaardigd aan de inwoners der landstreek Daghestan, welke ook
in het Turksch en Armenisch is verspreid, van den volgenden inhoud:
Bewoners van DaghestanZ. M. de Keizer mij met zijn vertrouwen veree-
rende heeft mij volle magt gegeven om de orde en rust in uwe landstreken
te herstellen, en eindelijk aan al de Caucasische stammen den vrede en de vei
ligheid terug te geven, die alleen het geluk en de welvaart van een land
kunnen verzekeren.
Eene langdurige ondervinding heeft u moeten leeren dat gij noch door ge
weld van wapenen, noch door verbitterde vijandelijkheden die weldaden kunt
magtig worden. Verre van daar stort gij door in een roekeloozen strijd tc
volharden, uwe huisgezinnen in gevaar, vernielt de welvaart van uw land
dat gij tot de rampen veroordeelt die onafscheidelijk zijn van den oorlog, en
dwingt gij de regering om strenge maatregelen te nemen, die noodlottig
voor u zijn.