ten hunnen gloed en opgang verleend. Krnmmachcr was liet levendig voor
beeld van het oude spreekwoord, dat het hart den godgeleerde maakt, en zijn
hart vormde hem niet alleen tot godgeleerde maar ook tot dichter. Gelijk
zijn hart hem op het eerste gebied den vorm van het geloof gering deed ach
tenzoodat bij op verscheidene tijden van zijn leven zich in gewijzigde opvat
tingen der christelijke leer begaf, maar ten allen tijde werkzaam was in de
liefdezoo voerde het hem op het veld der poëzij tot den eenvoudigslcn vorm
en kinderlijkste taal en leerde hem in deze den edelsten kernhet diepste
gemoed en de wijste leer op te nemen. Hij voelde zich tot kinderen getrok
ken, welken hij behalve zijne gelijkenissen nog andere schriften en onder deze
den bijbel-kateehismus toewijdde, die niet minder dan tien uitgaven be
leefde. Met deze geringe aanwijzingen moeten wij ons hier vergenoegen en
het aan dieperen blik overlaten dit edel levensbeeld meer ontwikkeld voor
te stellen. De dood kan 11a zoo rijk voleindigd leven geen verlies genoemd
worden. Heet dat sterven," laat de vereeuwigde zelfde moeder der levcn-
digen in eene gelijkenis zeggen, »0 dan is de dood des rcgtvaardigen slechts
de tweede ontwikkeling tot schoonoren bloei van een nieuw leven
FRANKFORT.
21 April.
In 1844 zijn 43,661 landverhuizers uit Duitschland naar de Vercenigde
Staten, Texas, Brasilia en Kieuw-Holland vertrokken en wel 1774 over Ham
burg 19,863 over Bremen2403 over Nederland2961 over België en
16,660 over Havre.
LONDEN, 21 April.
Uit een officieel stuk aan het Ministerie van Buitenlandsche Zaken inge
diend, op last van het huis der gemeenten en sedert in het licht gegeven,
blijkt dat het geheel getal der Afrikaansche negers van 1815 tot 1843 op de
eilanden of het vaste land van Amerika ontscheept, 639,145 beliep, van
welke 555,834 op Brasiliaansch76,685 op Spaansch, 3,423 op Fransch,
1,123 op Nederlandsch 200 op Denemarksch grondgebied, en 1,880 op
Montivideo waren overgebragt. Het getal der slaven aan boord der schepen
schepen gevonden en door de kruisers gedurende dienzelfden tijd in vrijheid
gesteld was slechts 18,042.
Als een bewijs hoe onvolledig de criminele Justitie in Engeland isdiene
het volgendeEene ellendeling had dikwijls de vrouwmet welke hij buiten
gemeenschap van het huwelijk leefde, gedreigd, het kind dat hij bij haar
bad, het hoofd te zullen afsnijden; dit heeft hij werkelijk koelbloedig ten
uitvoer gebragt in tegenwoordigheid der moeder, zich daarbij van een breed
keukenmes bedienende. Voor de assises gebragt werd zijne misdaad zonneklaar
bewezen en men verwachtte een doodvonnistoen de Raad de uitzondering
deed gelden, dat het vermoorde kind niet wezentlijk den naam droeg, dien
men het in de akte van beschuldiging gegeven had. Dit vraagstuk over den
vorm was beslissend; de jury bragt de uitspraak uit van: niet schuldig, en
de moordenaar werd door zijne onwaardige buren als in triomf naar zijn huis
terug gevoerd.
Vóór eenige dagen is in den omtrek van Formill-Water, Mejnfv. Sweeny
overleden in den hoogen ouderdom van 129 jaren; zij was in 1716 onder de
regering van George II geboren en had aldus 5 regeringen beleefd.
FRAAIHRIJl.
PARIJS, 22 April.
Den 21slen zijn in de Kamer van Afgevaardigden de beraadslagingen over de
conversie der 5 in 4) pCt. schuldbrieven begonnen. Men meent algemeen,
dat na afloop der tegenwoordige zitting de Kamer zal ontbonden worden
waarom nu reeds de beide partijen toebereidselen makenom zicli bij de
nieuwe verkiezingen te doen gelden.
Ten gevolge der onlangs in de Kamer der Pairs gehoudene beraadsla
gingen over het onderwijs, is het vraagstuk der Jesuiten wederom op den
voorgrond gesteld. De Kamer der Afgevaardigden zal zich daarmede binnen
kort bezig houden. Men leest nopens een en ander in het ministeriële Och
tendblad het volgende
»A1 de oppositie bladen kondigen aandatbij gelegenheid der wet op
de buitengewone credieten, waaronder betrekkelijk het minislerie van justi
tie en openbare eeredienstcnaan het bewind inlichtingen zullen gevraagd
worden nopens de houding welke het tegenover bet genootschap der Jesuiten
denkt aan te nemenwelks beslaan in Frankrijk voortaan onloochenbaar
zeker is.
»IIet bewind zal, wij zijn er zeker van, gereed zijn om te antwoorden.
Het vraagstuk is rijp en de beraadslaging noodig. Het schijnt overigens, dat
de vrienden der Jesuiten zelve dit gevoelen, want zij doen al wat in hun
vermogen is, om de beraadslaging uit te lokken en haar levendiger te maken.
Het dagblad l'Univers kondigt heden morgen aan, dat het genootschap
sedert een jaar 1000 nieuwe leden heeft aangeworven, en dat liet thans ge
noeg bloeitom aan de vijanden der Kerk in Eu> opain Ametikain
Opper-Axiè' en in alle andere gedeelten der wereld gelijkertijd het hoofd
te bieden."
Wie dacht(zegt hel Journal des Debats) nog geen 3 jaren geleden
aan de Jesuiten Zij hebben zeiven zich het gedruisch en den oorlog op den
hals gehaald. Hun verderfelijke invloed heeft zich hersteld door de onver
wachte vernieuwing der godsdienstige twistendoor de hevige bestorming
der universiteit (de stichtingen van openbaar onderwijs) en door de wijze,
waarop een deel der geestelijkheid zich van den Staat tracht af te scheuren.
Wij zijn gedwongen geworden om zoo onregtvaardige aanrandingen af te kee-
ren. Wij vragen niets dan de uitvoering der wetten. Is het waar, dat het
charter door het verkondigen van de vrijheid van eeredienst, al de oude wet
ten, die het genootschap der Jezuiten troffen, al de nieuwe wetten, die aan
de geestelijke orde niet veroorloven om zich in Frankrijk te vestigendan
na daartoe uitdrukkelijk magliging te hebben verkregen, ja zelfs de wet op
de genootschappen, die van latere dagteekening is dan bet charter en dan de
omwenteling van Julij in het wezen der zaak heeft afgeschaft? De vrienden
der Jesuiten beweren het. Het vraagstuk verdient voorzeker, dat men het
behandele. De Kamers zijn bevoegd om het op te lossen en de Regering,
wij twijfelen er geen oogenblik aan, zal hare beslissing aannemen.
De Heer Guizot schijnt volkomen van zijne onpasselijkheid hersteld
reeds gisteren is hij uitgereden en heden heeft bij zijne werkzaamheden aan
zijn departement hervat.
Uit eenen vergelijkenden staat van de begrootingen sedert 1814blijkt,
dat van dit jaar tot 1829 ontvangen is 15,911,135,625 en uitgegeven
15,931,408,697 fr. zoodat er een tekort was van 20,273,072 fr. De begroo
tingen van 1830 tot 1844 waren geraamd op 17,851,515,106, doch de uit
gaven hebben bedragen: 18,341,425,317 fr., dus een tekort van 489,910,211 fr.
Op een der banken in de omstreken van Cancale, in Bretagne, heeft
voorleden week eene buitengewoon voordeelige oestervangst plaats gehadzoo
dat men haar getal, op éénen dag gevangen, op niet minder dan 200,000,000
schat. Deze voordeelige vangst heeft de geheele week aangehouden en Zatur-
dag was het strand zoodanig met oesters bedekt, dat men de vangst moest
staken, om eerst den voorraad op te ruimen. De vreugde der bevolking,
die met den verkoop goede winsten maaktzoowel als van de visschers was
zeer groot, want elk dezer laatsten heeft, naar gelang de grootte van het
schip 80 tot 150 fr. voor zijn aandeel bekomen.
Van den 10dcn Maart schrijft men van Guadeloupe, hetgeen zoo als
men zich zal herinneren voorleden jaar door eene zware aardbeving geteisterd
werddat Point-a-Pitre met spoed herbouwd werd. Reeds waren 527 huizen
weder opgetrokken en 100 nog in aanbouw.
De uitgave van de reis van Victor Jacquemont door Engelsch Oosl-
Indie, op last der Regering ondernomen, is onlangs voltooid. Bij de helderheid
van een doordringenden geest voegde Jacquemont de bekwaamheid in het zoo
zeldzame talent om zijne bevindingen in een' eenvoudigen en sierlijken stijl
mede te deelen. De lezing zijner brieven hebben de oorspronkelijkheid van
zijnen aanleg en de ruime mate zijner kennis in het licht gesteld. Zijne
wetenschappelijke reis regtvaardigt al wat men van de diepte en verschei
denheid zijner wetenschappelijke kennis verwachtte. Na de bergketen van
den Himalaya tusscben de Ganges en de Sutledge te hebben onderzocht
drong hij tot over de bergen in de Chinesche bezittingen door. Van Delhi,
van waar hij als bet middenpunt zijner waarnemingen uitging, vertrok hij
om Pendjab en Cachemire te bezoeken, waar bij vier maanden bleef.
De verzamelingen en bewijsstukken welke hij uit die zoo weinig bekende stre
ken mede bragt, zijn van het hoogste belang. Vervolgens riglte hij zich op
Bombay en doorliep de landen van Jeipour, Adjinir, Indour, Bourhaupour,
Aurengabad, Ellora, Ahinednaghur, Pouna en het eiland Salsettc. Hij maakte
zich gereed om de bergketen der Gates van Malabar tot het meer Comorin te
bezoeken, toen de dood hem te Bombay neder volde.
Het werk bestaat uit bet verhaal dier belangrijke reis, als dagboek door hem
beschreven, uit wetenschappelijke waarnemingen en eenige bijzondere memo-
riën, uitgegeven onder toezigt van den Heer Guizot. Jacquemont 'had zich
voorgesteld om er aanzienlijke bouwstoffen bij te bewerken, die hij gedurende
zijn vierjarig verblijf in Indie had verzameld.
Ware het werk bij zijn leven uitgekomen, het zou in sommige opzigten er
bij hebben kunnen winnen, maar het is te vreezen dat zijne zedigheid en al
te strenge keurigheid ons velerlei beliagelijke bijzonderheden zou hebben doen
missen, die zijn dagboek bijzonder belangrijk maken. De uitgevers hebben
zich ten wet gesteld om niets aan zijne verhalen te veranderen. Zij hebben,
zoo als het behoorde, den eenvoudigen en natuurlijken indruk zijner gewaar
wordingen bij het zien van gedurig nieuwe tooneelen behouden. Zijn
dagboek geheel en zonder eenige uitschrapping door hem zeiven geschre
ven, zal als zijne blieven een toonbeeld blijven van goeden smaak en zuivere
taal.
De drie eerste deelen bevatten het dagboek. Het vierde beschrijft de ver
zamelingen door hem aan het Museum van Natuurlijke Historie gezonden.
Eenige leden van het Instituut en het Museum hebben zich belast met de
beschrijving der platen ten getale van 300, waaronder vier groole kaarten.
BELGIË.
BRUSSEL, 22 April.
Men kan uit goede bron verzekeren, dat de hinderpalen, welke tot
hiertoe in den weg stonden tegen het aanleggen van een' spoorweg van Ant
werpen naar Breda en verderthans opgeheven zijn.
Het Hof van Assises te Henegouwen heeft Andreas Gosselin, Korenhan
delaar te Chièvres, oud 36 jaren, een gehuwd en welgezeten burger, verwe
zen tot een uur te pronkstelling, vijf jaren dwangarbeid en in de kosten van
het procesals schuldig aan het afleggen van valsche getuigenis. Deze mis
daad schijnt thans in Henegouwen niet ongemeen te wezen; want sedert Sep
tember zijn er niet minder dan zes valsche getuigen door de regthanlien ver
oordeeld geworden. Het ware te wenschen dat dergelijke gevallen aan ligtzin-
nigen voor bet gewigt van dit misdrijf de oogen openden.