frankfort. engeland. frankrijk. belgie. NOTIFICATIE. H E R IJ K, akademie'nieirwi arvertentien. tot nw eigen onheil, tot de ten eenenmale beginsellooze, nieuw ontstaande sccte zijt overgegaan, met den wnnseh dat de barmhartige Gorl u zijne genade schenke, opdat gij tot beter inzigt voor het heil uwer ziel moogt geraken. Ik behoud mij voor hierop nader terug te komen. Freiburg31 Maart 1845. HERMANN, Aartsbisschop. 15 April. Het zaad staat in onze streken meer hoopgevend, dan wclligt ooit te voren, en men mag een' allergunstigsten oogst te gemoet zien. Alleen schijnt het koolzaad in sommige districten iets geleden te hebben, hoewel hierover nog geen juist oordeel kan worden uitgebragt. LONDEN, 16 April. Het voorstel tot verhooging van de rijkstoelage voor het Katholijk collegie te Maynooth met 17,000 houdt de gemoederen in beweging. De zaak is tot nu toe in het Parlement meer uit een staatkundig dan godsdienstig oogpunt beschouwd. De voorstanders verklaarden dat, hoe men ook over het lloomsche kerkgeloof dacht, een goede en zorgvuldige opleiding der leeraars nooit kon worden gewraakt. De HeerByng, een hoogbejaard lid van het huis, zeide: sdat de Iersche Katholijken slechter geregeerd waren geworden, dan eenige andere onderdanen van het Britsche rijken dat hij sedert 67 jaren diep me degevoel voor hen had gekoesterd. Hij had in de Heilige Schrift nooit iets gevonden, dat hem er toe kon brengen, om iemand wegens zijn godsdienstig geloof te haten. Ieder mensch had het regt om God naar de inspraak van zijn geweten te dienen; aan God alleen stond het oordeel, of de tol Hem op- gezondene gebeden opregt waren. Van het oogenblik af, dat hij eene zitplaats in het huis verkregen had, had hij zicli tot pligt gesteld, om niet zoo zeer te vragen, wat hij voor zich zeiven dacht, maar wel wat het heil zijner me- demenschen vorderde." De bestrijders wezen op het ongehoord getal verzoekschriften tegen dien maatregel ingekomen, velen vielen den Minister Peel met hevigheid aan en zauen er eene ondermijning in der gevestigde beginselen. Tot hiertoe had de Minister zijne voordragt nog niet verdedigd. PARIJS, 17 April. De indirecte belastingen hebben de eerste drie maanden van dit jaar, 1,649,000 fr. meer opgeleverd dan in 1843 en 642,000 meer dan in 1844. Deze vermeerdering is vooral te zoeken in de opbrengst van suiker, zout, tabak en den brievenpostdaar andere belastingen eene groote achteruitgang heb ben geleden, onder anderen hebben die op de regten van zegel, hypotheken enz. 2,632,000 fr. minder opgeleverd dan in 1844; ook is de vermindering op de tolregten van onderscheiden koopwaren 2,252,000 fr. ANTWERPEN, 17 April. Men leest in de Gazette van Gend Toen Holland door overstroomingen had geleden cn men de tusschcnkomst van den vorst noodig achtte om de rampen te helpen herstellen, begaf men zich soms nog met half beslykte beenen ten hove; men wierd er ontvangen cn met die minzaemheyd die Willem kenschetste, aenhoord, en nooyt wierd men ongetroost weggezonden. Dit is zoo waer, dat wy ons nog de anecdoot herinneren der twee dorps-burgemeesters, die, de bezwaren hunner onder- hoorigen aen den vorst voor oogen gelegd hebbende, zoo verrukt henen gin gen over de gulhartige antwoorden van den oud-Koningdat zyby het uytgaan van het paleys, aen den van dienst zynden Hof-Marschalk, die juyst dien dag den graef van Limburg Stirum was, eenen der rykste edelen van het land, twee guldens gaven, zeggende: Neem, jongetje, dat is voor jojtw. Maar in dien tyd klaegde men, den vorst was koppighet hof ongenaekbaer cn om die klagten te stelpen moesten vorst cn hof wegen men deed zulks. Thans is het beter. Hongerige werklieden, de raffinadegaslen van Gent, be geven zich by hunnen vorst om hunne klagten aen zyne voeten neer te leggen. Zy hebben de formalilcyten niet vervuld en worden weggezonden. Zegenvolle omwenteling!! {Anlw. Day hl.) STARS I6ERIGT. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad LEYDEN, gezien hebbende de Notificatie van Hun Ed. Gr. Acht. de Heeren Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, in dato den 14(lcn Januarij jl., Provinciaalblad N°. 5) be treffende den Herijk der maten en gewigten in Zuid-flollanden gelet op de voordragt van den Arrondissements-Ijker alhier, van den 21stcn en 22,len dezer maandgeven mits deze den Ingezetenen dezer Stad hunne verpligting te kennentot het doen Herijken van al de bereids te voren geijkte lengte en inhoudsmaten en gewigten benevens de bij de inhoudsmaten voor drooge waren hehoorende strijkels, waarmede deze, overeenkomstig art. 8 van Zr. Ms. besluit, van den 21sten December 1822, Staatsblad N°. 54) moeten wor den afgestreken. En worden zijlieden ten dien einde opgeroepen, ter bezor ging der gemelde maten en gewigten, wel schoon gemaakt en gezuiverd, aan het Lokaal van den Ijk, in de Schoolsteeg aan de Latijnsche School. Zul lende daartoe tegen dadelijke betalingworden gevaceerd Voor Wijk VI, op 21, 22 en 23 April, W. VII, op 24, 28, 29 cn 30 April, en W. Vil], op 5 cn 6 Mei; met uitzondering echter van de Goud en Zilversmids-, benevens de Apothekers- of Aledicinale gewigten, voor welker herijking afzonderlijk zitting zal gehouden worden, te weten: voor de Gouds- en Zilversmids-gewigten op 8 Meien voor de Aledicinale gewigten op 7 Mei telken dage des morgens van 8 tot des namiddags 2 ure. En waarschuwen Burgemeester en Wethouders voornoemdallen en een' iegelijk wien het aangaatmet herinnering tevens aan art. 2 van Zr. Ms. be sluit in dato 30 Maart 1827Staatsblad N®. 13) om op bovengemelde dagen, (na welke de Arrondissements-ljker zich, overeenkomstig art.'lO der Notificatie van Hun Ed. Gr. Achtb. de II. H. Gedeputeerde Staten van Zuid- Holland, in dato 18 Januarij 1822, tot uitoefening van den Herijk naar de buitengemeenten van het Arrondissement moet begevenen alzoo builen de mogelijkheid is, om gereedelijk aan het verlangen der verzuimd hebbenden te voldoen,) zich overeenkomstig hunne verpligting omtrent dezen Herijk stipte- lijk te gedragen, ten einde buiten bekeuring te blijven zullende er na den afloop van den bepaalden termijningevolge dispositie van Hun Ed. Gr. Achtb. de H. Ged. Stat. van Z.-IIolJ., in d. 22 Nov. 1831geene verlenging van tijd, of zoogenaamde nadagen, gegeven worden. Wordende de belanghebbenden in het algemeen bij deze voorts herinnerd aan de Notificatie van Hun Ed. Gr. Achtb. de H. H. Ged. Stat. van Z.-Iloll., in d. 4 Aug. 1820, volgens welke de ijkpligtigheid zich uitstrekt tot alle handel- en neringdoende lieden, Fahrikeurs en Ambachtslieden, die, in hun nen handel of hun bedrijf, eenige maten of gewigten gebruiken, cn de Apo thekers of Medieijnbereiders in het bijzonder, aan art. 3 en 5 van Z. M. be sluit d. 21 Oct. 1819, StaatsblN°. 52) bepalende hunne gehoudenheid tot het bezit van een vol stel gewigten, en medeverpligting tot den jaarlijkschen Herijk van hetzelve, alsmede aan het Koninklijk besluit van 5 Febr. 1826, N®. 153, volgens hetwelk de, bij derzelver eersten Ijk gestempelde, greinge- wigten, zonder die eene nadere stempeling te doen ondergaan, jaarlijks door den Ijker moeten worden nagezien en onderzocht. En wordt wijders, door deze, ter kennis van de belanghebbenden gebragt, dat tot jaarlettergedurende 1845 voor den ijk der Maten en Gewigten be paald is de letter 51. Aldus gedaan bij HH. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, op den 25stt'" Maart 1845. DU RIEU, Ter ordonnantie van dezelve. v. PUTTKAMMER. PROMOTIE AAN DE LEYDSCiiG IIOOÜESCIIOOL. Den 19<ien April de Heer Hans Kol'oed. A'. F'., van Amsterdam, in de Medicijnenna Publieke verdediging zijner Dissertatie, continens: Historiam Naturalem Corticis Peruviani. ALKMAAR, 17 April. Uit hel vroeger gemeld twaalftal van Predikanten, heeft de Breede Kerkeraad der Hervormde Gemeente alhier gemaakt het vol gend zestal: DD. L. van Haatten, te Goes; W. Opzoomer, te Wadenoijen; C. P. L. MetelerkampTheol. Doet., te Muiden; R. J. Koning, te Lirnmen; II. H. Sluiter, te Terwolde; cn G. E. W. de Wijs, te Jisp, de laatste met overstemming tegen D\ N. van Wijk, te Wccsp. Waaruit vervolgens gekozen is dit drietal: DD. L. van Haaften, W. Opzoomer en C. P. L. Metelerkamp. 's HERTOGENBOSCH, 16 April. Uit het vroeger medegedeeld zestal van Predikanten is heden door den Grooten Kerkeraad der Hervormde Gemeente geformeerd het volgend alphabetisch gesteld drietal: DD. A. II. Blom, Th.Doet., in 'tWoud; L. van Haaften, te Goes en H. van Voorst, te Wormcr. HEM§TERUUIi. Onder de weinige wijsgeerenwaarop ons Vaderland roemen magbekleedt Frans Hemsterhuis eene eervolle plaats. De studie zijner duidelijk en sier lijk gestelde schriften is nog heden ten dage een waar genoegen voor hem, die diepe gedachten in fraaije vormen weet op prijs te stellendie hoewel minder geneigd tot het volgen van afgetrokkene en dikwijls dorre bespiege lingen echter eenige kennis van de wijsbegeerte verlangt te verkrijgen. Met regt noemen vreemdelingen onzen Hemsterhdis den Bataafschen Socrates. Vreemdelingen stellen hem op prijs, maar wij Dr. Meiboom heeft on langs eene vernieuwde uitgave zijner werken aangekondigdmaar de uitgever ziet zich gedrongen te verklaren, dal het getal inteekenaars onvoldoende is; zoo zal dan door gebrek aan belangstelling die uitgave achterwege blijven Nederlanders, vooral gij, die in Nederland de wetenschappen beoefent, zult gij die schande niet van onze Natie afweren? Nog blijft de intcekening open gesteld, nog is het tijd te voorkomen dat de vreemdelingen zeggen: De werken van HemSTERHUIS konden in Nederland niet uitgegeven worden omdat de Nedet landers zich aan hunnen wijsgeer niet lieten gelegen liggen CO URE SP OMH: TtTTIE Op den brief van N. N., gedagteekend Leyden 19 April, ligt ten huize van den redacteur een antwoord gereed, hetwelk men vriendelijk verzoekt te doen afhalen of kennelijk te maken waar men de bezorging er van verlangt. Getrouwd; C. J. van KETW1CH, Theol. Doet. en Der. Pred. aan de Zandpoort Leiden, en 18 April 1845. m. J. p. van HENGEL.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1845 | | pagina 3