klaard, is hij drie dagen daarna veroordeeld tot ecnwigdurende ballingschap, met verbeurdverklaring zijner goederen. De uitspraak omtrent de toepas sing der straf, is met eene meerderheid van 21 stemmen uitgebragt. Het schijnt zekerdat eenige leden voor de doodstraf gestemd hebben maar het is voor de Regering van Mexiko niet genoeg, bet. oude opperhoofd van het Gemeenebest te doen veroordeelenzij moet ook hare fouten herstellen en ein delijk den bemiddelenden weg inslaandoor haar zoo lang reeds beloofd. De vredebreuk toch met de Vereenigde Staten zou van groot gewigt zijn en men hoopt, dat de Mexikanen zich zullen wachten van tot dat uiterste te komen. De Generaal Almonte, die Washington verlaten heeft, was de aanhanger van Santa Anna, en heeft volgens zijne bevelen moeten handelen; het is nu voor de Mexikaansehe Regering van groot belang, er spoedig een' anderen Ambas sadeur heen te zenden en de vriendschaps-betrekkingen met de Vereenigde Staten te herstellen. De dagbladen van Texas geven te kennen, dat de vereeniging van dat land met de Vereenigde Statenzoo als het ontwerp daartoe door het Congres te Washington was aangenomen, in Texas zelve eenen levendigen afkeer ver wekt. Men vreest dus dat Texas er geen genoegen in zal nemen zelfs zou de President Jones aan het Engelsch Ministerie stellig beloofd hebben de aaneenhechting in het Congres te zullen bestrijden. MONTEVIDEO. 31 Januarij. Eergisteren is er eene wapenschouw gehouden over het Fransche legioen ruim 2,800 man sterk. Men rekent op eene algemeene wapening van al de Fransche weerbare manschapdie men op zesduizend schatwanneer men bij de komst van Riveira en Paz slag zal moeten leveren. EGYPTE. ALEXANDRIE, 19 Maart. De handel verkeert hier nog immer in eene doodelijke kwijningzonder uitzigt op eenige verlevendiging. De ellende in het binnenland is onbeschrij felijk; geheele dorpen zijn ontvolkt, uitgestrekte, vruchtbare landerijen liggen woest en onbebouwd. Met de geringere klasse in beneden-Egypte is het ook droevig gesteld. De soldaten zoeken hen met geweld naar de bijzondere lan derijen te voerenwaarom velen vlugtenhunne velden woest laten en het doel om arbeiders voor den Pacha te bekomen, toch niet bereikt wordt. Zij trekken bij duizenden naar Syrië. De hier uit Beyrut met eene stoomboot aangebragle troepen zijn naar Kaïro vertrokken en worden verder over de landengte van Suez naar de Ara bische provincie Hedschah, in welke Mecca en Medina liggen, gezonden. Dezer dagen is er weder eene tweede Turksche stoomboot met troepen van Beyrut alhier aangekomen. RUSLAND. PETERSBURG3 April. De aanstaande veldtogt in den Kaukasus wordt met de beste hoop begon nen. Het is echter moeijelijk te weten waarop deze vooruitzigten gegrond zijn. Voor zoo ver men daarbij op de werkelijke onzijdigheid van Engeland rekent zal men zich in allen gevalle bedriegen. Men beweert, dat de Keizer van Ruslandtijdens zijn laatst verblijf in Engelandbij bet Engelsch ministerie persoonlijk zou hebben aangedrongen, dat dit land de bergvolken van den Kaukasus niet meerzoo als tot dusverremet oorlogsbehoeften zou onder steunen. Dit is mogelijk; men kan zelfs toegeven, dat het Engclsche minis terie beloofd beeft de Tscherkessen niet meer tè zullen ondersteunen. Doch zal zich de speculatiegeest der Engelsche kooplieden door belolten der minis ters laten afbrengen van het voortzetten van voordeelige handels ondernemin gen? En kan het aan de in dit opzigt maar al te bekende Engelsche staat kunde ooit ernst zijn, den Britschen handel te verlammen, de Russische magt in Azië meer en meer voet te laten winnen en haar aan Oost-Indië meer nabij te brengen? Geen nieuweling in de staatkunde zal dit gelooven, maar de diplomatieke spreekwijzen van de ware staatkundige meening en han delingen weten te onderscheiden. Maar wanneer nu de Engelsche kooplieden blijven voortgaan den Tscherkessen oorlogsbehoefte te leveren, waarop rekent men dan Op de sterkte van het leger En welke is de zedelijke kracht van dat legerdat in den Kaukasus voor Rusland zal strijden De nieuwe ligting in de westelijke provinciën, welke deze met ontevredenheid vervult, zegt het ons. Deze nieuwe en Poolsche soldaten zullen even zoo min iets uitrigten als de vorige. Een uit den Kaukasus teruggekeerde officier verhaalde onlangs dat de Polen en de talrijke Russen uit de strafdivisiën die derwaarts gezon den wordenhoopsgewijze tot de Tscherkessen overliepenen den Russen buiten de forten, niets dan dood en verderf wachtte. Zoo was het tot dus ver. en zoo zal het blijven; want de oorlog in het gebergte zal zijnen aard nergensen in den woesten en onmetelijken Kaukasus het minst verloo chenen. Bij den aanvang dezer maand heerscht alhier op nieuw vrij felle koude, zoodat de thermometer van Reaumur somtijds tot 10 gr. teekende. NOORWEGEN. CHRISTIANIA27 Maart. Terwijl de winter in onze streken en in het zuiden onbedenkelijk streng is geweest, was daarentegen in IJsland en in het noorden van Schotland de luchts- gesteldheid zeer zacht. De IJslandsche posteenige dagen geleden te IVyhel- lesund aangekomenheeft brieven aangebragtvolgens welke men dit jaar zeer weinig ijs in die streken had gezienin het begin van den winter was de koude niet hooger geweest dan 6 graden. In het noorden van Schotland was er bijna geen winteren de werkzaamheden der lente zijn in de eerste dagen van Maart kunnen begonnen wordendaar de grond geheel vrij van sneeuw was. ZWITSERLAND. ZURICH, 13 April. Het besluit van den Landdag omtrent de te verleenen amnestie door de Regering van Lucern aan de gevangenen, luidt aldus: De Zwitsersche Landdag alle noodige maatregelen willende nemen, ter herstelling van de rust en ter voorkoming van nieuwe wanorde, en aangezien dat dit doel des te ligter zal te bereiken zijn, naarmate de hooge Staat van Lucern, nadat de burgeroorlog zoo veel burgers het leven heeft gekostmet matiging van zijn regt tot straffen zal gebruik maken besluit na het verslag en de voor stellen der Commissie te hebben gehoord, dat: 1°. De hooge Staat van Lu cern dringend verzocht wordt om ten opzigle der gebeurtenissen van December 1844 en Maart en April 1845 vergiffenis of genade te verleenen en ingeval er doodvonnissen moglen worden uitgesproken, ze niet ten uitvoer te leggen, en 2°. zullen de Bondscommissarissen het tegenwoordig besluit aan de autori teiten van het Kanton Lucern mededeelen en persoonlijk op de nakoming daarvan aandringen. Den laatsten Zondag dezer maand zal er te Lucern een pleglige dank stond plaats hebben voor de afgewende gevaren. Als een bewijs van dankbaarheid voor de zoo spoedige als krachtdadige hulp, welke de kantons Unterwald, Zug, Uri en Schwijtz verleend hebben, heeft de Groote Raad van Lucern besloten, om aan ieder een stuk geschut hetgeen op den vijand veroverd is, ten geschenk te geven. De Groote Raad heeft tevens volmagt gegeven, om een gedeelte der troepen af te danken, en die van de verbondene Staten naar huis te zenden. PRUISiSEN. BERLIJN, 15 April. De Provinciale Landdag heeft in hare laatste zitting onder anderen ook behandeld de vraag omtrent de emancipatie der Joden. De meerderheid heeft zich tegen eene geheele emancipatie verklaarddoch verlangddat de wet van 11 Maart 1812 zou uitgevoerd worden, volgens welke alle in Pruisscn geboren Joden tot Akademisclie bedieningen en Schoolonderwijzers worden toe gelaten echter met eenige bepalingendie den kerkelijken toestand en de verbetering van het onderwijs der Joden betreffen. Men verlangde daarenbo ven dat de Joden ten opzigte van hunne geloofwaardigheid in criminele zaken en het doen van den eed met de Christenen gelijk gesteld zouden worden. WITRTEMBERG. STUTTGARDT, 13 April. Ons ministerie van Binnenl. Zaken heeft prijzen van wege de regering voor den vlasbouw uitgeloofdvooral omdat het inlandsche vlas nog zoo weinig be looft voor de vorderingen der werktuigelijke spinnerij. De prijzen zijn naar de soort en hoeveelheid bepaald; die voor de grootste en beste partij van meer dan 12 centenaars bedraagt 160 florijnende laagste prijs voor een partij van 6 centenaren 50 florijnen. Bovendien wordt er nog een prijs uitgeloofd voor het beste, fijne, gehekelde vlas voor handspinnerij. De Kamer der Afgevaardigden heeft de door de Regering aangevraagde som van 10,000 fl. voor geheime fondsen geweigerd, ofschoon die som reeds sedert 1830 jaarlijks was toegestaan. Deze weigering heeft algemeen verwon dering gebaard en doet ziendat de oppositie in de Kamer, die al lang blijk baar was, meer en meer veld wint, zoodat het niet onwaarschijnlijk zou zijn, dat de Koning tot den maatregel kwam, om de Kamer te ontbinden. De hier uitkomende Süddeutsche Zeitung verzekertdat de vrijheer van Wessenberg de hem gedane aansporing om zich aan de spits der Duitsch- Katholijke kerk te stellen met verontwaardiging van de hand heeft gewezen. Wessenbergs mislukte hervormingsproef strekte zich, zoo als bekend is, uit tot de geheele stelling der geestelijkheid ter vorming van hunnen tijd, maar liet de leerstukken der kerk doorgaans onaangeroerd. Wat den Hoogleeraar Hen drik Schreiber betreft, die een zoon van Aloys Schreiber zich door ver scheidene geschiedkundige werken heeft bekend gemaakt, deze liet zich reeds in zijn in 1831 uitgekomen Leerboek over de zedekundige godgeleerdheid tegen den ongehuwden staat uit. Daar hij zulks weigerde te herroepenwerd hem eenige jaren daarna op voordragt van den Aartsbisschopzijn godgeleerd Hoogleeraarsambt ontnomen en hij tot Hoogleeraar in de geschiedenis benoemd. BADEN. FREIBURG, 13 April. De verklaring waarmede de geestelijke raad Dr. Schreiber, Hoogleeraar al hier, den Aartsbisschop zijnen overgang aankondigde, luidde: «Hoogeerwaarde! ik heb de eer u mijne aansluiting aan de Duitsch-Katholijke kerk onderda- niglijk te berigten. Sedert lang lag u mijne leer en leven opentlijk voor oogen. Gij weet dat het mij steeds heilig was in beiden der beledene waarheid ge tuigenis te geven. Daartoe heb ik mij niet alleen als mensch en christen maar in het bijzonder ais Hoogleeraar geregtigd en verpligt gehouden. Ik durf alzoo wel hopen dat U Hoogeerw. ook in dezen stap de getuigenis van zware beproevingen en zuiver godsdienstige, zedelijke overtuiging niet zult miskennen. Paaschdag, 1845. Dr. SCHREIBER. De Aartsbisschop heeft met de volgende regelen geantwoord Eerwaarde Heer! als antwoord op uwe verklaring, gedagteekend op Paaschdag, maar eerst gisteren ontvangen kan ik slechts mijn medelijden uitdrukken dat gij,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1845 | | pagina 2