LEYDSCHE COURANT, WOENSDAG, 9 APRIL. BÏNNEJNLAJNDSCHE BEMGTEIV. 1845. J]e Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt Zaturdag avond uit. N°. 43. De Prijs der Courant is f 13 in het jaar; de afzonderlijke nommers worden tegen 10 Centen afgegeven. LEYDEN8 April. Heden is alhier op de gewone wijze de 21stc verjaardag gevierd van H. K. H. Prinses Sophia, Erfgroothertogin van Sakscn-Weimar-KisenacbDochter van Z. M. den Koning. De handelsbetrekkingen van ons land met Frankrijk zijn voorleden jaar aan zienlijk toegenomenhet aantal ingeklaarde schepen in de haven van Bordeaux was 74, bet hoogste getal sedert 10 jaren. De invoer heeft vooral bestaan in kaas, namelijk 622,200 stuks. Uit Nederland zijn in de havens van Londen in 1844 ingekomen 522 schepen, betgeen eene vermeerdering geeft op 1843 van 54 schepen. De invoer bestond voornamelijk in boter, welke voor hooge prij zen verkocht is. Dit voortbrengsel wordt te Londen nog altijd voorgetrok ken boven de Duitschc, Belgische en Noord-Amerikaansche boter. 'sGRAVENHAGE8 April. Zondag namiddag om half één nre is H. K. H. de Erfgroothertogin van Saksen-Weimar-Eisenach in deze residentie aangekomenter viering barer verjaardag welke heden plaats heeft. De Tweede Kamer heeft lieden hare werkzaamheden hervat. In de Zitting van heden zijn weder onderscheidene verzoekschriften ingekomen, die in handen der daartoe bestemde Commissie gesteld zijn. De Vergadering is tot nadere bijeenroeping gescheiden. Het Journal de la Haye deelt heden een verslag mede van het man dement van den Bisschop van Chersonesus, Apostolisch Vicaris van Luxemburg. Het mandement begint met de stelling dat aan de kerk de opvoeding en het onderwijs der jeugd toekomt. Het zwaait vervolgens hoogen lof toe aan het monniken-leven der middeleeuwen en aan de volkomene gehoorzaamheid, die voormaals door de Priesters aan hunnen Bisschop werd betoond, die de vertegenwoordiger is van God. Hij beschrijft hoe vervolgens de boom des levens door den boom der kennis is bedorvenhoe de Hoogescholen zich boven de Seminariën hebben verheven. Toen hebben de Priesters door de bekoringen eener hoogmoedige wetenschap verleidzich naar de Hoogescholen begeven waar eene beweging heerscht als op de jaarmarktentoen hebben de kinde ren Gods zich met de kinderen der menschen vermengdzoodat het Gode berouwen moest dat Hij den volken de eenheid des geloofs had gegeven toen openden zich de afgrondende logengeesten rezen uit de dieptede aarde werd er door overstroomdde kennisse Gods ging meer en meer verloren en de scheuring (de hervorming) werd voltooid. Maar God heelt in de zestiende eeuw zijner strijdende kerk een wel geprdend leger ter hulp gezonden; dat leger werd door een dapper opperhoofd aange voerd die Loyola heette. Toen is de opvoeding der jeugd door de grootste Pausen en wijste Souve- rcinen aan de Jesuiten toevertrouwd. Maar de dwalingen die in de zestiende eeuw in het gebied van het geloof waren ontstaan, verspreidden zich meer en meer in het maatschappelijk leven en schokten in de achtiende eeuw de grondvesten der Europesche Staten. De zoogenaamde hervorming wilde zich in eene omwenteling herschoppen. Ter bereiking van dat doel moest de geest der vernieling, door eene helsche in ge ving geleid, zich wenden tegen de grondvesten van het godsdienstige leven en het onderwijs door de geestelijkheid gegeven. De Vorsten aan de zinne lijke vermaken aan de eerzucht en ijdelheid overgegevenlieten zich door de zoogenaamde wijsgeeren medeslepenom het hof van Rome te dwingen om voor een tijd de heilige orde van Ignatius den Groote op te heffen. Philippus II, die welwillende en wijze Koning, verleende in 1572, veer tien nieuwe bisdommen aan zijne Nederlanden om er den geest van dwaling cn scheuring te verbannen, maar de ongelukken van den tijd en de onwillig heid van de Bisschoppen van Trier, Luik en Keulen, deden dit schoone plan in duigen vallen. Even als Napoleon van den troon werd gestoten, omdat hij zich in het bestuur der kerk van zijn rijk had willen mengen, even zoo min wisten de Vorsten van het oude Koningsgeslacht, nadat zij hunnen troon hadden terug verkregen, hunnen val te voorkomen, omdat zij der kerk de noodige vrijheid onthielden voor de opvoeding der jeugd en het onderwijs der geestelijkheid. Het Journal de La Haye deelt verder eenige uittreksels uit den kateehis- mus mede die in 1822 te Luxemburg is uitgegeven en tot schrijver heeft den Jesuitenpater Scouville, van welke uittreksels dit blad de oorspronkelijke Duitsche tekst mededeelt en onder anderen het volgende bevat: Mag men zich zeiven of een anderen den dood toewenschen Uit toorn geenszins, maar wel ten goede bijv. om het gevaar van te zondi gen te ontgaan. Is het een zonde om geen tienden te geven Ja groote zonde. Hoe straft de kerk degenen die geen tienden betalen Zij wil dat men uit de kerk worde verbannen en niet worde vrijgesproken voor dat alles teruggegeven zij. AVaar is de hel Midden in de aarde. Is de hel groot Zij is niet zeer groot, want de verdoemden liggen op elkander gepakt als de steenen in een oven. UTRECHT, 6 April. De ongunstige berigten van den lekdijk zijn thans door meer geruststellende gevolgd. Vrijdag had de dijk bij Jaarsveld veel geleden, daar het sluisje aldaar bijna bezweek en hierdoor eene overstrooming zou veroorzaakt zijn. Door vele hon derden zakken met aarde in de opening te werpen, heeft men het dreigend gevaar gelukkig afgewend. Ook de dijk bij het fort te Honswijk heeft zeer hagchelijk gestaan en op het punt van te bezwijken, als wanneer niet alleen de provincie Utrecht, maar ook N. Holland met eene overstrooming zou hczocht zijn geworden. Duizenden handen zijn werkzaam geweest om den dijk te behouden. Men heeft 2 ring dijken om het bedreigde punt opgeworpenen eerst Zaturdag namiddag is men daarmede gereed gekomen en is ook aldaar het bedreigde gevaar, zoo men vertrouwt, afgewend. De steenstraat op den dijk in de molenstceg te Vreeswijk leverde ook gevaar op, daar de keijen in dezelve om hoog werkten. Men heeft dezelve der halve met steenstukken en puin belast. De kleine sluis is van achteren, zoo wel aan de deuren als aan het bovenste muurwerk, gestut met aangebragte balken. Overigens luiden de rivierberigten vrij gunstig. LEEUWARDEN, 3 April. Het Friesch Genootschap van Geschied-, Oudheid- en Taalkunde hield heden alhier deszelfs 50ste vergadering. De Secretaris van het Genootschap Dr. Ot- teraa hield eene belangrijke redevoering over het ontstaan der Zuiderzee, op gehelderd door eene reeds op steen gebragte kaart. Onder Je ter tafelgebragtc stukken verdienden bijzondere opmerking1° eene Latijnsche kortelings nog geheel onbekende belangrijke Friesche Kronijk, getiteld: Preliarius, Reccntiora Frisiae bella continens 14851517, waarvan het eerste gedeelte geschreven is door Jacohus de Oest, Abt te Staveren en het tweede gedeelte door Paulus Rixtel, vroeger Johannes Gruijter genaamd, den 6llen Maart 1518, voltooid is 2° Eene afteekening van eene munt van Keizer Koenraad II (de Salier) (10241039), met het omschrift; fresonia3° eene mededeeling over een aantal zich in de verzameling van den Justitieraad Thomsen te Koppen hagen bevindende munten van Bruno III (10391056), en Egbert. II (1068 tot 1090) te Dockum, Slaveren en welligt elders in het toenmalige Friesland geslagen. 4°. Een rapport over grafschriften, grafsteenen, enz. in Friesland of elders aanweziggevolgd door een voorstel tot uitnoodiging aan de onder wijzers der jeugd ten platten lande, om de bedoelingen des Genootschaps door het inzenden van afschriften of afteekeningen derzelve te helpen bevorderen enz. De toestand van den ongelukkigen lijder Rintje de Wilde, wiens ijse- lijk wedervaren op de Zuiderzee van 16 tot 19 Maart wij mededeelden (zie Leyds. Cour. v. 31 Maart), is allezins bedroevend, aanhoudende koortsen met gewel dige pijnen in ledematen en keel ondermijnen zijn gestelzoodat er bijna een wonder zou moeten gebeuren om hem in het leven te behouden. Daarenboven gaan de handen en voeten, die werkelijk geheel bevroren zijn, reeds tot eencn staat van versterving over, die de afzetting derzelven hoogst waarschijnlijk, ja bijna stellig noodzakelijk maken. VLISSINGEN, 6 April. Dezer dagen zullen ongeveer 170 personen meestal bouw-, handwerks arbeidslieden cn bewoners van het 4de district der provincie Zeelandzich uit

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1845 | | pagina 1