LEYDSCHE COU 1845. If N0.. 20. VRTJDAG, 14 FEBRUARIJ. De Courant wordt Maandag, Woensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt Zaturdag avond uit. De Prijs der Courant is f 12 in het jaar de afzonderlijke nommers worden tegen 10 Centen afgegeven. BINNEM LANDSCHE HERIG TEM. LEYDEN, 13 Februarij. Heden nacbt is er een beginsel van brand geweest op de Hooglandsclie Kerk- gracht bij den Scbrijnwerker Arbouw. hetwelk echter spoedig, zonder hulp van brandspuiten gebluscbt is; even als dat, hetgeen Maandag morgen 11. zich vertoonde op den Hoogewoerd bij den Sigarenl'abrijkant en Wolhandelaar Hartog. Z. M. heeft bij het Hoog Milit. Geregtsh. benoemd: Tot Advocaat-Fiscaal, Mr. J. S. Vernede, thans Raadsheer in dat Geregtshof; tot Raadsheer, Mr. W. J. van Hoytcma. thans Substituut-Fiscaal; tot Substituut-Advocaat- Fiscaal Mr. J. de Walthans Subsituut-Officier bij de Regtbank alhier. De Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben aan de Besturen der steden en gemeenten te kennen gegevendatnaar aanleiding van het Re glement op het vervaardigen, ijken, herijken, keuren en gebruiken der bo tervaten in de provincie Zuid-Holland, tot Ijkmeester alhier is aangesteld J. Visser, en tot Keurmeester Mr. L. Brandligt. Ook zijn Burgemeesteren en AVethouders of Assoren verder uitgenoodigd de in hunne stad of gemeente aanwezige Waagmeesters aan te schrijven, om, wanneer tusschen koopers en alleveraars van ter waag gebragte bolcr verschil van gevoelen over de deugdelijkheid van het vaatwerk mogt bestaan, dezelve naar den Keurmeester in het Arrondissement te verwijzen. Het Journal de la Haye van heden in eene wederlegging tredende van den Observateur Beigedie gezegd had dat de beweging in Holland, ten gunste van de herziening der Grondwet, eene uitbreiding begon te krijgen, welke ernstig verontrustend voor de Regering zou kunnen worden, meldt, dat uit het verslag van de Tweede Kamer blijkt, dat er petition zijn ingekomen uit onze stad, Rotterdam, Arnhem, Deventer, Hattem, Enschede en Venloo, bovendien van eenige particulieren uit dorpen en vlekken in Holland, Vries- lan l en Groningenallen te zamen ongeveer 2,000 onderteekeningen bevat tende. 's GRAVENHAGE, 12 Februarij. Z. M. heeft tot Notaris alhier benoemd den Heer A. A. Nieuwland. Z. M. heeft de Heer Mr. II. Nierstrasz, Burgemeester der stad Maastricht en Commandeur der Orde van den Nederl. Leeuwbenoemd tot Staatsraad in Buitengewone dienst. Z. M. heeft den Heer J. S. Mann Jr., benoemd tot Nederlandsch Consul te Lubcck. Z. M. heeft bewilliging verleend tot de oprigting eener naamlooze ven nootschap, onder den titel van: Vorsters Kolen-Maatschappij.te Amster dam, met bet doel, om de uitvinding eener nieuwe harst- en asphaltachtige substantie, waarvan het product tot onderscheidene einden, en vooral tot buitengewone voordeelige brandstof geschikt iste fabriceren en te verkoopen. Gisteren is er eene luisterrijke soiree gehouden bij Z. Exc. den Minister van Finantiën, den Heer van Hall. Dezelve werd vereerd met de tegenwoor digheid van HH. KK. 11H. den Prins en Prinses van Oranje, Prins en Prinses Frederik der Nederlanden, Prins Alexander en Prinses Louisa. Al de Ministers, het Corps Diplomatique, en de aanzienlijksten der Residentie, woonden deze vereeniging bij. De afdeelingen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal zijn heden vergaderd geweest over de voordragten van wet, nopens de geneeskunde, en betrekkelijk het stem- en kiesregt. Morgen zullen zij wederom over deze ontwerpen van wet bijeenkomen. Daarna zal de centrale afdeeling eene zitting houden over de voordragten van wel ten aanzien van het hoofdstuk der Staats- begrooling voor 1844 en 1845, wegens de Nationale Schuld, en over die, strekkende tot aanvulling der middelen, tot dekking der uitgaven over de beide jaren. Ten gevolge van de ingevallen vorst, is heden, AVoensdag-morgen de stoomboot Ocean, Kapitein llaste, weder van Scheveningen naar Londen ver trokken. Morgen wordt de boot van Londen te Scheveningen verwacht. DORDRECHT, 12 Februarij. Gisteren morgen vroeg heeft het ijs op de rivier voor deze stad zich op nieuw gezet, en geschiedt thans de overtogt met schietschouwendeels over, deels door het ijs. AMSTERDAM12 Februarij. Alhier is Zaturdag 11. in den ouderdom van 76 jaren overleden Z. Exc. de gepensioneerde Luitenant-Generaal Jonkh. A. F. Meyer, Commandeur der Orde van den Nederlandschen Leeuw, en van verschillende andere Ridder-Orden. Zijne aan het Vaderland bewezene diensten zijn groot en veelvuldig geweest. Het is bekend dat in het vorige jaar de Heer P. Clébanzich noemende eigenaar van gebouwde eigendommen op Java, suikertahrijkant aldaar en con tractant met het Gouvernementvoor de Arrondissements-Regtbank hier ter stede werd vervolgd ter zake van laster, hoon en beleediging bij geschrifte jegens den Directeur van het kabinet des Konings, den Heer Mr. A. G. A. Ridder van Piappard, zonder voorafgaande klagte der heleedigde partij. Bij vonnis van den 13<len der maand Jnnij van dat jaar, heeft gezegde Regtbank den Officier van Justitie niet ontvankelijk verklaard in zijne actie, op grond, dat die Directeur niet behoorde tot de openbare magtenbedoeld bij art. 22 van het wetboek van strafvordering, en dat alzoo bij, Officier van Justitie, niet bevoegd was deze zaak ambtshalve te vervolgen, maar alleen op aan. aanklagte van den heleedigde. Dit vonnis werd bij het Provinciaal hof van Noord-Holland van den 30,tea Julij 1844 bekrachtigd, doch bij den Hoogen Raad der Nederlanden den 3<lcn December vernietigduit overweging dat de Directeur van het kabinet des Konings wel behoort tot de openbare gestelde magtenen het Openbaar Ministerie alzoo bevoegd was, om ambthalve en zonder aanklagte, die ver- volging in te stellen wordende de zaak naar de Arrondissements Regtbank op nieuw ter afdoening verwezen. Op den 6den dezer werd alsnu de hoofdzaak op nieuw gebragt voor de 3dc kamer der voornoemde regtbank dezer stad. De Heer Suhst.-Officier, Mr. J. Messchert van Vollenhoven, ontwikkelde de aanklagt. Hij beweerde dat de beklaagde bij voornoemde brieven den Heer van Rappard heeft te laste gelegd, dat deze onderscheidene kabinets-beslui- ten bad vervalseht, immers zonder voorafgaande kennis van Z. M. afgezonden, en uitdrukkingen had gebezigd, strekkende om de eer van den Heer van Rappard te belecdigenen requireerde mitsdien, dat Pieter Cléban, dien ten gevolge, op grond van art. 222 en 376 van het wetboek van strafregt,, zou worden veroordeeld tot eene gevangenzetting van ten minste twee en ten hoogste vijf jaren, tot betaling eener boete van ten minste honderd en ten hoogste twee duizend vijf honderd gulden en in de kosten; en dat hij van den dagdat hij zijne straf ondergaan zal hebbenten minste vijf en ten hoogste lien jaren lang, ontzet zal verklaard worden van de regten bij art. 42 van het strafwetboek vermeld. De Advocaat Mr. J. P. Taunay sprakgedurende meer dan drie uren ter verdediging, en behandelde de drie navolgende punten: 1°. een verhaal van hetgeen wat den beklaagde tot het schrijven der vijf brieven aan den Heer van Rappard heeft bewogen2°. een onderzoek of dat schrijven volgens de wet strafbaar zou zijnen 3°. of de vervolging ambtshalve kan worden ondernomen. De verdere behandeling werd verschoven tot den 8sten 11wanneer de voor noemden Heer Subst.-Officier het pleidooi van den Advocaat heeft beantwoord waarna genoemde Advocaat, bij eenen zeer uitvoerigen termijn van dupliek, zijne verdediging heeft volgehouden en nader toegelichten de beklaagde zelf mede eenige woorden ter zijner verdediging beeft in het midden gebragt. Heden beeft de Arrondissements-Regtbank den Heer Pieter Cléban schuldig verklaard aan het wanbedrijf van laster en veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 maanden, in eene geldboete van 100 en ontzet van regten, vermeld bij art. 42 van het voormeld Wetboek. UTRECHT, 10 Februarij. De sedert, eenige dagen ingevallen strenge vorst heeft de scheepvaart voor de tweede maal gestremd. De rivier de Lek was gisteren over een derde van derzelver breedte met drijfijs bedekt, uil welken hoofde de schipbrug, voor zoo ver de buitengewone lage waterstand heelt toegelaten, weder is wegge nomen. NIJMEGEN, 10 Februarij. De dezer dagen op nieuw ingevallen vorst heeft de rivier de AVaal weder met drijfijs bezet, hetwelk heden menigvuldig is en doet vreezen, dat het bij aanhoudende koude zich spoedig zal vastzettenhetwelk de lage water stand zeer zal begunstigen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1845 | | pagina 1