mede de Officieren en manschappen van het zich aldaar tijdelijk bevindende Nederlandsche stoomschip Vesuvius met de tot hetzelve behoorende brandspuit en verdere middelen, zoo veel mogelijk hulp tot blussching bcbben toegebragt. De stedelijke Regering van Falmouth beeft dan ook onder anderen aan den commanderenden Officier van gedachten bodem, den Luitenant ter zee van de lste klasse van Hoogenhouck Tulleken, eene resolutie van dankbetuiging doen toekomen voor het bij deze gelegenheidzoo door voornoemde Officieren als manschappenaan den dag gelegd lofwaardig gedrag. Voor eenige dagen hebben wij den dood gemeld van de jonge tooneel- speelster Clara AVebster, die op het tooneel in vlam geraakte en aan de ge volgen harer ontvangen wonden overleed. Zij was aan een jong mensch ver loofd die haar innig bemindedeze heeft den slagdoor haren dood hem toe gebragt niet kunnen dragen; eerst heeft hij zich van honger willen doen om komen op de bede van zijne betrekkingen had hij dit plan echter laten varentoen heeft hij getracht zich den keel af te snijden ook hierin verhin derd heeft hij ten laatste zijne klecderen in brand gestokenen onder de hevigste folteringen den geest gegeven. Een onzer rijkste bankiers, de Heer Richard Seyland, heeft zijnen broe der met name Rullen daags voor zijnen dood 1 millioen in klinkende munt ten geschenke gegeven, en dit om den Staat van de successie-regten te versteken. Dit is mogelijk de aanzienlijkste geldgift, welke ooit in En geland en Europa gedaan is. De Scliipping Gazette van den IS"1™ Januarij behelst eene lijst van twintig schepenwelke in 1844 verwacht werdenen van welke men geene tijding beeft gehad. Men vermoedt met veel reden, dat al die schepen met man en muis zijn vergaan. FRANKRIJK. PARIJS, 21 Januarij. De beraadslagingen over het adres van antwoord zijn in de Kamer van Afge vaardigden met hevige aanvallen tegen het Ministerie begonnen. In het verloopen jaar hebben wederom 30 suikerfabrijken haren arbeid gestaakt en is dus het getal tot 286 verminderd; ook is het getal magazijnen van 59 tot 26 gedaald, doch de opbrengst is ruim een millioen ponden meer geweest dan in 1843, en het vertier is ook eenigzins gestegen. De Propaganda te Lyon heeft in 1844 ontvangen 3,562,088 fr. Frank rijk heeft er 1,835,029 toe bijgedragen, Beijeren 232,748, Pruissen 145,066, het overige Duitschland 49,159Groot-Britannië 237,795Ierland alleen 181,005, Spanje slechts 10,578, Rusland 2,449.. In Italië hebben de armste landen bet meest bijgedragen, als Sardinië 217,464, en Sicilië 109,118. De Vereenigde Staten van Amerika 6,384, geheel Zuidelijk Amerika 10,247, Occanië 240, doch heeft 503,836 fr. ontvangen. Men heeft uitgegeven voor de Vereenigde Staten 1,440,895, voor de zen dingen in Afrika 266,069, in Asië 997,125, in Europa 547,111, voor kosten van drukken 256,360. De uitgaven hebben 3,668,762 bedragen dus een te kort van 106,674 fr.er bestond van het vorige jaar reeds een te kort van 300,000 fr.. Een werkman, een arm huisvader, den 12dcn dezer eene portefeuille bevattende 20,000 frs. in wisselbrievenhebbende gevondenhaastte zich dezelve bij den persoon te brengenwelken bij er oordeelde den eigenaar van te wezen. Dezen goed bescheid gegeven hebbende, kreeg zijnen schat terug en gaf tot belooning drie franks l BELGIE. BRUSSEL21 Januarij. De onderscheiden middelen hebben voorleden jaar 72,806,615 fr. en in 1843, 66,560,550 fr. opgebragt, dus eene vermeerdering van ruim 6,000,000, welke vooral is te weeg gebragt door den accijns op de suiker. De ontvasngten van de spoorwegen leveren eene verhooging van 2,000,000 fr. op. Heden ochtendkort na het vertrek des eersten spoorwagentreins van Luik is een gedeelte van den grooten tunneltusschen Tienen en Leuven ingestort. De bijzonderheden van dit ongeval zijn ons nog onbekend en wij deelen het herigt mede, zoo als het heden ter beurze werd verhaald. STARS BERIGTEür BURGEMEESTER en AVETHOUDERS der Stad LEYDEN, Gehad hebbende de onderstaande verzoeken tot bekoming der vereischte vergunningals 1°. Van P. Timp, Koekbakkerwonende alhier, om in de Iluizinge, staande en gelegen in zekere Poort, genaamd: de Klimmende Leeuw- steeg, gelegen tusschen de Oude Vest en het Marendorp, AVijk VI. N°. 521een Koekbakkers-Oven te doen plaatsenen 2°. Van A. Kloots, mede alhier woonachtig, om in de Huizinge, staande en gelegen ep de Haarlemstraat, AVijk VI. N°. 542 een Wasch- en Verwketel te plaatsen. Gelet op Zijner Majesteits besluit van den 31slen Januarij 1824, rakende vergunning ter oprigting van sommige fabrijken en trafijken. Brengen bij deze ter kennis van alle daarbij belanghebbenden, dat tot het hooren der Eigenaars en Bewoners van de naastbijgelegene en belendende pan den ten opzigte der informatiën de Commodo et Incotnmododoor de Com missie van Fabricage zal worden gevaceerd op het Raadhuis dezer Stadop Dingsdag den 285ten Januarij aanstaande, des middags ten twaalf ure, zullende de belanghebbenden verpligt zijn, hunne bezwaren tegen opgemelde verzoeken op dien tijd bij genoemde Commissie in te brengen terwijl bij ver zuim daarvan zij gehouden zullen wordenzich tegen de inwilliging van de zelve zich niet te hebben verzet. Burgemeester en AVethouders voornoemd, Leyden 23 Januarij 1845. DU RIEU. Ter ordonnantie van dezelve. v. PUTTKAMMER. BURGEMEESTER en AVETHOUDERS der Stad Letden, brengen mits deze ter kennisse van de belanghebbenden, dat bij Hun Ed. Aehtb. van den Heer Controleur der Directe Belastingen is ontvangen bet Supletoir-Kohier der Personele Belasting, dienst 1844 en 1845, welke op den 14dcn dezer maand is executoir verklaard, en aan den Heer Ontvanger verzonden. Leyden 23 Januarij 1845; DU RIEU, Ter ordonnantie van dezelve. v. PUTTKAMMER. NOG IETS OYER DE RUNDERPEST, Bevattende eeniye bepalingen en voorschriften van vroegere dagen zoo hier als elders. (Met eenige verkorting uit het Verslag van E. Rissecuw, in de Middelb. Cour. medegedeeld.) In de Vlaamsche Cronijken wordt dikwijls melding gemaakt van besmette lijke Veeziekten, doch AVijdts, in zijne bekende Cronijlc, spreekt meer bepaald daarover op het jaar 1682. liet was dezelfde ziekte, waarover in de na te melden Publicatien van HII. 1111. MM. wordt gesproken, doch de schrijver beschouwde het kwaad als van minder belang. Althans hij zegtdat de ziekte uit het Milanesclie was overgebragt, en men spoedig met een geneesmid del bekend werd, daarin bestaande, dat: valleen met eenen Silveren pen ning met tandekens gescherptde binders op de tonge toerden geopend de tonge gesuyvett, en dus alle beesten gheneesen." AVijdts Iaat in eenen adem volgenDezelfde ziekte heeft men nog ondervonden en dus gheneesen op dezelfde wijze in het jaar 1731." I)at de schrijver hier geheel en al in dwaling verkeert hewijst het placaat van Karei VI, dato 3 Augustus 1714. Onder meerdere maatregelen werd voorgeschrevendat zoodanig vee hetwelk ongeneeslijk werd geoordeelddadelijk moest worden afgemaakten onder ongebluschten kalk begraven. Het geneesbare moest afgezonderd worden gebondenenz. Iloe gestreng ook dit placaat mogt wezen, baatte hetzelve weinig, en wij vinden eene publicatie der Landvoogdes Maria Elisabethvan den 17<icn De cember 1731. Bij dit stuk bepaalde men zich hoofdzakelijk tot het voor schrijven van gezondheids-maatregelenen het hevelen om aan het gezond vee het volgend geneesmiddel toe te dienen: Thcriaekel olte oroietan 3 dr. Geroffel (kruid) naegels 1 dr. Canclle 1 dr. Gebroken peper 2 dr. Gennebier (gember) 1 dr. Genevcrbesien 2 dr. Ende eene gemeyne Note Muscade die men moet stampen, alles gemengd met één pint rooden wijn." Dit geneesmiddel moest toegediend worden nadat het dier zes uren had gevast, terwijl de bladders op de tong moesten geopend worden zoo als in 1682 was voorgeschreven. De mond moest gewasschen worden met azijnwaarin zoutpeper en knoflookVoorts op de wonden, der tong zout leggen fijn gemaakt met veetien steen van Cyprischen vitriool." Of met dit alles de beesten genezen werden zoo als Wijdts zegtis af te leiden uit de placaten van 12 September 1742, 17 Augustus 1744, 1 Oct. van hetzelfde jaar, 23 October daaraanvolgende, 30 Januarij 1745 24 Nov. 1752, 13 Feb. 1755 en 14 Julij van dat jaar. (Zie placaten van Vlaenderen 4<le cn 5de deelop het woord Hoornbeesten.) De laatste placaten waren zeer streng, maar dat het kwaad niet geheel was geweerd, is later gebleken. De maatregelen in Noord-Nederland genomenvindt men in de publicatien van HH. IIH. MM. van 12 en 16 Maart 1732 enz.; zij bepalen zich hoofdza kelijk tot hetzelfde als in het placaat van Maria Elisabeth was voorgeschreven. Den 27stcn Julij 1745 werden openbare gebeden bevolen tot wering van de ziekte, doch den 3den February 1750 werd de impost op het zout, voor ge zouten vleesch van buiten inkomende, afgeschaft. Omdat ten gevolge van de langdurige en nog aanhoudende plaege van de sterfte onder het Rundvee waarmede het God Almachtig behaagt heeft het land te besoeken, het vleesch van buiten nog niet kan worden gemist, maar nog ten hoogste nodig is." Eene geheele lijst van publicatien, allen te vinden in het Groot Placaat- boekop het woord Rundvee, doen veronderstellen dat geene maatregelen ecnig afdoende gevolg hebben gehad. In Frankrijk vind ik het eerste voorzieningsmiddel in twee edicten van van 10 April en 16 September 1714. De bepaalde maatregelen waren nage noeg dezelfde als in Noord-Nederland en in Vlaanderendoch even als daar zonder vrucht, en men zag twee meer gestrenge besluiten, als een van 13 Mei 1746 en een van 19 Julij 1748, uitvaardigen. Het kwaad ging evenwel steeds voort, nu eens meer dan eens minder, en toen in 1774 de ziekte meer hevig woedde in het zuiden van Frankrijk, ten gevolge der besmetting, zoo men meende te Bayonnc door het invoeren van huiden van ziek vee uit Holland overgebragt, beval de regering een zeer naauwkeurig onderzoek. Uit het verslag van de benoemde commissie werd bewezendat de ziekte welke over geheel Europa sinds 1714 had geheerschtalom van denzelfdcn aard was geweest, en men besloot dus het kwaad meer ernstig aan te tasten. In het jaar 1714 had de ziekte zich in de Engelsche provinciën Middelsex, Essex en Surrey geopenbaarddoch ten gevolge van den maatregel om elk beest, hetwelk zich ziek vertoonde, dadelijk af te maken, verloor men slechts 6,000 stuks, terwijl er toen alhier meer dan 300,000 waren verloren. El-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1845 | | pagina 3