I)e liiddcr-Akadcniie in Brandenburg heeft opgehouden een uitsluitend gesticht van opvoeding voor jonge edellieden zijn. Ieder die een bepaald jaar geld betaalt, kan zijne kinderen er in laten opnemen, onder deze voorwaarde heeft de Koning aan die school eene jaarlijksche toelage van staatswege toe- gezegd. MARENDORF, 25 September. In deze stad door hare spinnerijen als eene niet onaanzienlijke plaats in Westphalen bekendheeft heden een wedstrijd in het spinnen of een spinfeest plaats gehad, ten einde meer ijver en lust voor het spinnen bij kinderen op te wekken; 76 kinderen namen deel aan dien wedstrijd. Een meisje, Elizabeth Stoepelmanoud 11 jaren, bekwam den prijs, hebbende 640 Berlijner ellen, 2®. lood garen het fijnste en beste afgesponnen. De 2e prijs werd behaald door den knaap H. Schmecr, oud 11 jaren, die 620 ellen, 3,1 lood garen, het gelijkste en spoedigste had afgewerkt. Deze twee werden tot koning en koningin vau het feest verklaarden ontvingen elk een twee-daalderstuk en medaillon om met een wit en rood lint om den hals te hangen. De ande ren, die hen nabij kwamen, ontvingen boekgeschenken. De kindereu werden daarop aan eene welvoorziene tafel onthaald, waarna er werd gedanst, en de lecstgenooten onder muziek naar de markt werden geleid. SAKSEN. DRESDEN, 2 October. De vereeniging van Oostersche Letterkundigen hield heden hare eerste openlijke zitting; er waren 47 geleerden uit alle streken van Duitsehland tegenwoordig. Er is eene Commissie tot ontwerping van statuten benoemd bestaande uit de HH. FlesscherTuchBrockhaus uit LeipzigRüdigcr uit Halle, von Ammon van hier, von Ewald uit Tübingenvon Hofmann uit Jena en Neumann uit Munchen. De Staats-Minister von Wieherheim heeft het gansche gezelschap op een middagmaal genoodigd. EN GELAND. LONDEN9 October. Z. M. de Koning der Franschenvergezeld door den Hertog van Montpen- sier en eenen luisterrijken stoet, is eergisteren te Portsmouth aangeland en met groote plegtigheid ontvangen. Door eene bezending uit den gemeente raad werd aan Z. M. nog aan boord van zijn stoomjagt de Gomer een adres van gelukwensching aangeboden, naar welks voorlezing Z. M. met groote aandacht luisterde, en hetwelk hij met groote hartelijkheid beantwoordde. Bij de her innering der gastvrijheid, in vroegere dagen zoo lang hier te lande genoten, was hem, zeide hij deze gelegenheid, tot uiting zijner gevoelens van erkente lijkheid, welkom. Het bezoek der Koningin, hem ten vorigen jare gebragt, had veel tot versterking der vriendschapsbanden tusschen de beide landen bij gedragen. Tijdens hij vroeger Engelands gastvrijheid genoot, betreurde hij den toen heerschenden oorlog, zegende het eindigen daarvan, en nam zich later voor, de goede verstandhouding tusschen de beide Rijken bestendig aan te kweelccn. Wel is waar moest bij zich het eerst aan de belangen van zijn eigen land wijden, maar tot die belangen behoorde de onderlinge vrede, voor de wederzijdsche welvaart en die van geheel het menschdom zoo noodig, naardien geen land in voorspoed kan aanwassen, dan door den aanwas van den voorspoed zijner naburen. Steeds besefte hij hoe het wederzijdsch belang medebragt, dal er geen ijverzucht tusschen de volken bestond, en dat, kon zij niet ten eenenmale uitgeroeid worden, men zich daartoe echter zooveel mogelijk moest beijveren. «Mogen wij allen, mijne Heeren (dus eindigde de Koning), de zegeningen des vredes genieten. Dit is mijn wensch en mijn doel. Rekent er op, dat ik in Frankrijk ijverig in zijne bewaring en aankwee king zal worden bijgestaan, en zijt althans verzekerd, dat geene poging van mijnen kant daartoe gespaard zal worden." Dit antwoord werd in zuiver Engelsch, met groote vlugheid en blijkbare aandoening, gegeven. Aan het verzoek om een afschrift daarvan te hebben, kon Z. M. zelf niet voldoen, naardien het voor de vuist was uitgesproken, maar de snelschrijver van een der dagbladen, had zich in staat gesteld oqr dit verlangen te bevredigenen had tevens de eer den Koning zeiven den inhoud zijner toespraak aan te bicden. Nadat deze deputatie het koningsjagt verlaten had, reden, even na tien ure, drie rijtuigen de werf op naar het hoofd. In een daarvan waren Prins Albert en de Hertog van Wellington gezeten, die zich, na uitgestapt te zijn, met Sir G. Cockburn en andere hooge Zeeofficieren, in de admiraalssloep be gaven, en naar de Gomer geroeid werden, onder het gejuich der duizenden welke zich op de schepen bevonden. Eene compagnie soldaten van het regc- ment des Hertogs van Montpensier schaarde zich nu op het halfdek, waar weldra ook de Admiraal Mackau, de Baron Athalin en de Generaal Rumigny, allen in volle uniform, verschenen. Kort daarop kwam ook de Koning, door zijnen Zoon en den Minister Guizot vergezeld. Zoodra Prins Albert Z. M. ge naderd wasomarmde deze hem met geestdrift, terwijl hij den Hertog van Wclligton hartelijk de hand schudde. Het was een onbeschrijfelijk levendig en indrukwekkend schouwspel, toen de beide Vorsten, door de Staatslieden en Krijgsoversten gevolgd het koningsjagt verlieten en naar het hoofd geroeid werden, onder het gedonder van het geschut, het vreugdegejuich der menigte, het spelen der meest geliefde Engelsche en Fransche volksliederen en het wap peren van tallooze vlaggen. Aan wal gekomen bestegen de Koning, Prins Albert en de jeugdige Hertog het eerste der gereed staande rijtuigende Minister Guizot en de Admiraal Mackau het tweede, terwijl de grijze Hertog van Wellington te paard tot aan het station van den spoorweg reed. Het was nagenoeg elf ure toen de stoet het stationsgebouw bereikte. Ten ruim half één ure was de togt langs den spoorweg afgeloopen, en stegen de Doorluchtige Reizigers te Farnhorough in de van Windsor gekomen rijtuigen. Zoodra het geschut in het park de nadering der rijtuigen aankon digde, begaf zich de Koningin, van hare Staatsdames omringd, en vergezeld door hare Moeder, de Hertogin-Wed uwe van Kent, naar de Vestibule, en, toen het eerste rijtuig had opgehouden, naar den ingang, om haren door- luchtigen Gast te vcrwelkommendie haar met harlelijkheid hij de hand greep en kuste, waarna hijterwijl de Koningin op zijnen arm leunde, onder levendig gesprek den grooten trap met haar opsteeg, door den Hertog van Montpensier en de wederzijdsche Rijksgrooten gevolgd. Toen Z. M. in de voor hem bestemde assembleezaal gekomen was, werden hem onderscheiden perso nen voorgesteld, waarna de Koningin zich weder naar hare eigen departemen ten begaf. Een half uur later werd gezamenlijk een dejeuner gebruikt, en vervolgens eene wandeling in het park gedaan. Ten zeven ure werd het middagmaal gehouden, aan hetwelk, onder anderen, de Engelsche Ministers WellingtonAberdeen en Peelde Fransche Ministers Guizot en de Mackaude Graaf de Jarnac en de Generaal Athalin deel namen. Het prachtig banket in de Waterloogalerij wordt morgen gegeven. Met uitzondering der groote revue in het park des kastecls, dien dag of twee dagen later, zal er niets in het openbaar plaats hebben dat het publiek in staat stelt de Vorstelijke Bezoekers langdurig te zien. De echtgenoot van den Engelschen Zendeling en voormaligen Consul Pritchard is, met hare drie dochters, alhier aangekomen. Alvorens Otaheite te verlaten had zij, aan boord van het Engelsch schip Basilisk, een onderhoud met Koningin Pomaré gehad, die zich, met haren Gemaal en drie Zonen, op dat vaartuig bevond, en geheel van geld ontbloot was, naardien Kapitein Bruat alle gemeenschap met den vasten wal had verboden. De meeste inboor lingen waren in het gebergte geweken; het fort, ten gevolge van het gevecht bij Mahaena door de Franschen verlaten, was voortdurend in hun bezit. Een zeker getal Fransche deserteurs had hunne zijde gekozen. De meeste Engel sche Zendelingen hebben het eiland verlatenen hunne werkzaamheden konden als geschorst worden aangemerkt. Daarentegen was een Fransch geestelijke met eenige zusters van liefdadigheid aldaar aangekomen. De Luitenant Rose, met het Engelsch oorlogschip Hazard, den 7 Mei te Papecti gearriveerd, beklaagt zich over de willekeurige handelwijze, van de Fransche autoriteiten aldaar ondervonden. Op den verderen togt naar Sydney, heeft de Hazard het Navigators-eiland aangedaan, welks opperhoofden den bevel hebber van dat schip een verzoekschrift aan Koningin Victoria overhandigden, om hare bescherming tegen de Franschen in te roepen, wier bezoek zij ducht ten, en, bijaldien het gegeven wierd, gewapenderhand dachten af te keeren. FRANKRIJK. PARIJS9 October. Z. M. is den 7,len in de zeehaven van Treport, niet ver van het Koninklijk Kasteel van Eu, naar Engeland scheep gegaan. (Zie de berigten onder Enge land). Z. M. had den vorigen dag zijn 71ste geboortedag gevierd. Het Gezin van den Koning bestaat thans uit 22 kinderen, aangehuwde kinderen en kleinkinderen. Het gezamentlijk getal jaren van deze vorstelijke familie bedraagt 971 en eenige maanden. BELGIE. BRUSSEL9 October. Een stalknecht alhier, genaamd Del..., die alle dagen een 30-tal paar den had op te passenis dezer dagen aan de schrikkelijke gevolgen der be kende paardeziektede droesoverleden, niettegenstaande de zorgen der der kunst. Ongetwijfeld is dit ongeluk te wijten aan de noodzakelijkheid waarin hij zich bevond van met zieke paarden om te gaan. Laatstleden Zondag is te Pamelin eene herbergeen manslag ge pleegd. Een boerenknecht kwam dronken te huis; zijn makker, eene andere boerenknecht, al spelende tweemaal de kaars uitgeblazen hebbende, kreeg van den eerste eene steek met een mes in zijne buiken stierf eenige oogen- blikken daarna. De moordenaar is gevat. Den 8sten dezer is er in de 4'le wijk alhier eene dronke vrouw van den trap barer woning gevallenen is op de plaats dood gebleven. ANTWERPEN, 10 October. Wanneer een jaar geledenAntwerpen aan Keulen werd verbonden door een ijzeren weg, besloot men door een herinneringsfeest de verjaring van deze gelukkige gebeurtenis te vieren. Reeds is eene inschrijvingslijst op de Kamer van Koophandel nedergelegd vol van de aanbevelendslc namenniet alleen van den handel- maar van den adel- en burgerstand. Na een feestmaal waarvan de overheerlijkheid geen twijfel kan leiden zal er eene feestvertoo- ning plaats hebben in den schouwburg. Bij de overheden en notabiliteilen van Keulen zullen zich die van Brussel voegen. Ook hebben de Ministers van Binnenlandsche Zaken, Openbare Wer ken en Finantiën het hun aangeboden verzoek aangenomen. GEND10 October. Te Deerlijk heeft men voor eenigen tijd, hij het uitroeijen van een bosch een 100-tal kleine hoefijzers gevonden; heden de gravingen voortzettende, heeft men nog een groot getal van dezelve ontdekt, als ook een schoon zilveren muntstuk, ter grootte van een dubbelen frank, en het jaartal van 1523 dra gende. Niet ver van daar heeft men de overblijfsels en grondvesten van een oud slot gevonden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1844 | | pagina 3