ALRERIE. 28 Augustus. Laatstleden Donderdag is liier de Kolonel EynardAide-de-Camp van den Maarschalk Ilugeaud aangekomen met 21 vaandels, den 14'len op de Marok kanen veroverd de zonnescherm van 's Keizers zoon en de groote tent die meer dan 100 personen kan bevatten en op 22 muilezels in diens gevolg werd meegevoerd. De Kolonel was in April vertrokken aan het hoofd eener expeditie naar het zuidwesten, opdat Abd-el-Kader geen gemeenschap zou hebben metdestammen van Teil. Sedert drie cn een halve maand doorkruistte de Kolonel die streek in alle rigtingenom onze bondgenooten gerust te stellen en de orde te bewarentot de gebeurtenissen te Marokko hem derwaarts riepenwaar hij drie dagen voor den slag van Isly aankwam. Wij weten nu bet juiste bedrag onzer verliezen van dien dag, namelijk 21 dooden en 99 gekwetsten. Zoo men de Arabieren gelooft, zouden de Ma rokkanen geen 800 maar 3,000 man hebben verloren. Zoo veel is zeker dat het slagveld met lijken was overdektdie den volgenden dag reeds tot bederf waren overgegaan, zoodat de Maarschalk bij een hitte van 45° uit vrees voor hesmetting zich een uur verder beeft gelegerdvier mijlen west van Ouschda. Men heeft den Marokkanen meer dan 400 quintalen kruidkogels, enz. ontnomen, 1,000 hoefijzers, zeer veel meel en groote voorraad beste China- thee, waarmede de soldaten zich verkwikken, en meer dan 2,000 tenten. Het schijnt dat de Keizer zijn bekomst heeft van den oorlogalthans de Maarschalk heeft de ontboden versterking afgezegd. De veroverde vaandels zijn van zijde met rijke borduursels. Het zonnescherm is van roode met goud en zilver bewerkte zijde, en gouden en zilveren sieraden. Het leger trekt zijn voorraad over zee, waar het digt bij is gelegerd. De Spaansche Eco del Comercio spreekt aldus van de levendigheid welke te Algiers heerscht Men zou zich niet kunnen verbeeldenhoeveel geld er in deze stad ver kwist wordt, om baar den titel waardig te maken van Afrikaansch Parijs welke haar reeds gegeven is. Er is geen straat waar geerie huizen naar Eu- ropesche wijze in aanbouw zijnwaar het niet wemelt van hotels en koflij- huizen. De groote voorstad Mustapha stijgt thans uit den grond op met cenc snelheid, welke men van cenige steden der Vereenigde Staten verhaalt, lijf tien omnibussen bedienen reeds deze schepping van de Fransche bedrijvigheid. Het Gouvernementom de Mooren aan zich te bindenheeft zich niet ver genoegd om nieuwe Moskeen op te rigten, het heeft ook nog twee of drie bazars op zijn Moorsch laten bouwen. Men kan zich geen denkbeeld maken van het geraas en de levendigheid, welke in de stad hcerschcn, en de reiziger zou geen punt van vergelijking ten dezen aanzien in cenig deel der wereld kunnen vinden. De verscheidenheid van kleedingvan deze menigte Franschen, Mooren, Joden, Spanjaards, Maltczers doet letterlijk het hoofd duizelen. De vreedzaamste bewoners, gelijk de Mahomedanen, vijanden van alle leven digheid, cn die zich onteerd zouden meenen, indien men hen hunne schreden zag verhaasten, verwijderen zich zooveel zij kunnen van dit woelige ras, hetwelk de rustdie zij genotenis komen storen en men treft hen zelden aan in Europesche wijkendit evenwel heeft slechts betrekking op de voorname klasse, want de geringe Arabieren mengen zich onder de beweging en de kinderen der inboorlingen hebben veel smaak voor het beroep van schoene- poelser. De Europeanen brengen den gehcelen dag in het kofKjhuis en in het hotel door; want de kruidtuin, welke tot wandelplaats kon dienen, is slechts des Zondags open. Hetgeen de Arabieren leed doet, is de duurte van de Europesche manufacturen; ook hebben zij liet nieuwe tarief met leede oogon aangenomenten einde tegen de Engelschen te kunnen opwe gen maar hetgeen in waarheid den algemeenen handel den doodsteek toe brengt. Alle invoer geschiedt thans inderdaad door Tunis en Marokko. Het Fransch blad, dat dit artikel uit den Eco overneemt, merkt op dit laatste aan Om deze oordeelvelling tegen het nieuwe tarief in Algiers ingevoerd te be grijpen, moet men zich herinneren, dat de Eco del Comercio een Spaansch- EngeJseh orgaan is, dat hel der Fransche Regering niet vergeeftdat zij de belangen van onze nationale nijverheid in bescherming heeft genomen, tegen de invoering van Engelschc voortbrengselen, welke onze Algerische volkplanting reeds bedreigden. EGYPTE. ALEXANDR1E20 Augustus. Zoo als reeds gemeld is, is Mehemed-Ali, na zijn plan, om de Regering neder te leggen, te hebben laten varen, hier teruggekeerd, en door de be volking met de grootste vreugdebewijzen ontvangen. Het gehccle Corps Di plomatique heeft zich daarop naar hem begeven, om hem met zijnen terug keer geluk te wenschen. Den 1G'1'" is hier aangekomen de buitengewone Gezant der Porte, Mas- luin-Bey, welke uit Konstantinopel gezonden was, om onderzoek te doen naar de beweegredenen, die Mehemed-Ali hadden aangedreven, om afstand vau de Regering te doen. Hij was zeer verwonderdtoen hij de haven bin nen kwamde terugkomst van tien Onder-Koning te vernemen. Zoodra deze de aankomst van den Gezant vernamliet hij hem bij zich verzoeken en heeft zich met hem bijna vier uren onderhouden. Daar Maslum-Bey het doel van zijne reis wilde verbergen, cn echter naar hetzelve door Mehemed-Ali gevraagd werd gaf hij voor, dat daar dc Sultan de ziekte van den Onder- Koning vernomen had, hij naar den staat zijner gezondheid naanwkenrig onderzoek wilde doen. De Onder-Koning zou gezegd hebben, dat hij waarlijk zeer vermoeid was geweest door familie-zorgenmaar dat alles geschikt was. Hij bad zich vervolgens breedvoerig uitgelaten over den voorspoed van Egypte, en wel in zulke bewoordingen, die van eene groote opgewondenheid ge tuigden. Degenendie Mehemed-Ali omringenzoeken alle middelen op om zich van zijn paleis te verwijderen. Cherifi-Pacha heeft gevraagd om naar zijn landgoed te mogen vertrekken, zoo ook Abbas-Pacha. Zijn zoon Ibrahim zelf blijft te Kaïro. De handel blijft altijd in denzelfden toestander worden zeer weinig zaken gedaan. De Onder-Koning weigertop raad van een houder van ka toen, zijnen oogst te verkoopen hoewel hij groot gebrek aan geld heeft. GRIEKENLAND. ATHENE20 Augustus. Het nieuwe Ministerie is, ten minste voor een gedeelte zaaingesteld; het bestaat uit Koletti, als President van den Raad en Minister van Binncnlandsche ZakenMetaxa Minister van Finantiën en voorloopig van Marineden Maar schalk Kitzos Tzavellas, van Oorlog en Zaphiros Balbi, van Justitie. Dit nieuwe Ministerie heeft den 19,Icn de volgende proclamatie uitgevaardigd HellenenDe Koning heeft ons met zijn vertrouwen vereerd door ons met het bestuur der zaken van den Staat te belas-ten. De omstandigheden zijn gewigtig en mocijeüjk. Maar, onze hoop vestigende op de Voorzienigheid, die ons reeds zoo dikwerf Haren bijstand heeft geschonkenvol vertrouwen op de vaderlandsliefde waarvan gij nu onlangs weder zoo veel bewijzen hebt ge- gegeven, en op den geest van orde en den eerbied voor de wet die het Griek- sche volk kenschetsenmitsgaders op zijne zucht naar eene vreedzame ont wikkeling onzer maatschappelijke instellingen, hebben wij die taak aanvaard. Geene bedoelingen koesterende, die niet openlijk erkend zouden kunnen worden, willen wij openlijk en opregtelijk verklaren, door welke beginselen wij ons zullen laten leiden. Regtvaardigheid en onpartijdigheidziet daar onze leus. Met naauwgezetheid al de voorschriften onzer voortreffelijke grond wet en der overige wetten toe te passen voor de openbare bedieningen de voorkeur te geven aan degenendie voor de zaak der onafhankelijkheid opof feringen gedaan hebben, zoo zij overigens de noodige geschiktheid bezittende braafheid te bcloonen en de schuldigen te straffenin het beheer dc grootst mogelijke spaarzaamheid in acht te nemen ziet daar onze voornemens. Indien wij bij de vervulling dezer taak in 'sKonings vertrouwen onzen steun cn in uwe medewerking en eensgezindheid onze aanmoediging vindendan medeburgerskunt gij er op rekenendatmet den bijstand des Allerlioog- sten, onze pogingen voor het welzijn des lands vruchten zullen dragen; en dat zij steeds zullen strekken tot bevordering van het doel uwer vurige wen schende roem en de magt van den constitutionelen troon van Z. M. Otto, onzen geëerbiedigden Koning. »Een der eerste pligten, die wij vervullen zullen, zal wezen de kamcr9 te openenen alle tusschenkomst in de nog niet afgeloopen verkiezingen te ver bieden. ITALIË. ROME22 Augustus. HH. KK. HH. de Prins en Prinses van Oranje hebben gisteren deze stad verlaten de Prins om naar Nederland terug te keerendc Prinses oin over Terni en Perugia naar Florence te reizen en aldaar eenigen tijd te vertoeven. NAPELS, 15 Augustus. Sedert meer dan zes weken hebben wij geen regende hitte is hier boven matig cn bijna onuitstaanbaar. Alle regenbakken zijn geheel ledig. Men vreest zeer dat die groote hitte cn droogte eenige epidemische ziekte zal doen ontslaan. De Vesuvius braakt alle nachten vlammen uit. PRITISSEN. Aan de Kölnische Zeitung wordt uit 'sGravenhage het volgende geschreven: Het verspreide geruchtdat dc Engelschen eene landing op het eiland Borneo bedoelenwaar de Hollanders alleen bezittingen hebben beeft hier eene zekere beweging veroorzaakt. Men vreest, cn dc Engelsche gewoonten regtvaardigen maar al te zeer deze vreesdat deze nieuwe gastenwanneer zij zich eens op het eiland hebben vastgezethetzelve niet meer willen verlaten. Intusschen heeft de Ilollandsche Gezant te Londen de bepaalde bevelen ontvangenom te protesterenen bet is zekerdat nooit een protest meer regtvaardig en gegrond zal geweest zijn. Uit kracht van af zonderlijke overeenkomstentussclien Engeland en Holland geslotenis het laatste alleen, cn met uitsluiting van alle overige Europesche Mogend heden in bet bezit der Sundasche eilanden Borneo enz. gebleven, terwijl aan den anderen kant Holland van alle aanspraak op het vaste land van Azië af stand deed. Dit is het regtmaar is het voor cenen kleinen Staat genoeg het regt vóór zich te hebbenwanneer bet dit regt niet kan laten gelden tegen een maglig en oneerlijk volk? Men moet intusschen hopen dat Enge land ditmaal de onregtvaardigheid te openbaar zal vindendan dat het wagen zoude, haar te plegen. HANOVER. EMDEN, 31 Augustus. Deze westelijke zeehaven van Duilschland aan de Noordzee, wordt nog steeds door hel gebrek aan handelswegen verhinderd, om zich tot eene handelplaats te verheffen van dat aanzien als haar volgens de ligging toekomt, wij moeten

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1844 | | pagina 2