LEYDSCHE
COURANT
1844.
WOENSDAG,
4 SEPTEMBER.
BINNEN LANDSCHE BERIGTEN.
De Courant wordt driemaal in de week uitgegeven, des MaandagsWoensdags en Vrijdags. De Maandagsche Courant wordtuit
hoofde van den ZondagZaturdag avond verkrijgbaar gestelden de Advertentiën voor dat nommer worden Zaturdag vóór drie ure verwacht.
De prijs van deze Courant is ƒ3.voor de 3 maanden.
LEYDEN, 3 September.
Z. Exc. de Minister van Finantiën heeft bekend gemaakt, dat ten Kan
tore van den Agent van het Ministerie van Finantiën te Amsterdam, van nu
af lot en met Zaturdag den 21slen September tot des namiddags twee ure,
zal worden gevaceerd tot het aannemen der verklaringen van de eigenaars
der op den 24sten Augustus Uitgelotene Kapitalen, van het 5 pCts. Grootboek,
welke niet verlangen op het 4 pCts. Grootboek, met den lsteu October onder
genot eener vergoeding van vier gulden van iedere honderd gulden kapitaalover
te gaan; wordende hierbij herinnerd, dat die verklaringen moeten geschieden
met naauwkeurige opgave van het hoofd van rekening, letter, deel en nom
mer, alsmede van het juiste bedrag derzelven, of van dat gedeelte waarvan
de aflossing verlangd worden.
Nog heelt Z. Exc. opgeroepen alle houders van kapitalen ingeschreven 5 pCts.
Nat. Schnld, (niet begrepen onder de op den 24slcn Augustus Uitgelotene Kapi
talen) welke, met den lstcn October hunne kapitalen wenschen te verwisselen
tegen Inschrijvingen in het 4 pCts. Grootboek, om daarvan te doen blijken
door inschrijving in het register, hetwelk van den lsten tot en met den
21s,en September eerstkomendewordt geopend ten kantore van den Agent
van het Ministerie van Finantiën te Amsterdammitsgaders van de Agenten
van 'sRijks Schatkist in de hoofdplaatsen der provinciën en te Rotterdam;
Gelijk ook alle houders van 4) pCts. Schuldbekentenissen van het Amorti
satie-Syndicaat, welke verlangen, hunne kapitalen te verwisselen tegen In
schrijvingen in het Grootboek der 4 pCts. Nat. Schuld, onder genot eener
vergoeding van drie gulden en vijftig cents voor iedere honderd guldeu
kapitaal, en met ingang van renten van den lsten October 1844, om daarvan
te doen blijken door Inschrijving in het register, hetwelk tot dat einde van
den tslen tot den 21sten September eerstkomendewordt geopend ten kantore
als boven.
De Handel-Maatschappij zal voor deze maand de volgende schepen be
vrachten
Voor Amsterdam Hcnriette ClasinaElisabeth AnthoniaJapan.Jeannette
Philippine en Prins Hendrik. Voor RotterdamBatavierMaasnyrnphKor-
tenaarLibra en Admiraal Zoutman. Voor Middelburg Middelburg.
Uit Wassenaar schrijft men: Zondag den 25sten Augustus, des avonds
ten tien ure, is op den Leydschen straatweg, op de hoogte van Bakkershage,
een jongeling uit deze gemeente, door een' kerel aangerand. Hij vroeg hem>
eerst om gelddaarna vorderde hij heten toen hij eene weigering ontving
haalde hij een mes te voorschijn. De jongeling trok almede zijn mes en hragt
den aanrander eene wonde toe, terwijl ook hij over zijn buis eene snede be
kwam. De aanvaller, bemerkende dat hij het onderspit zou delven, riep om
hulp, waarop nog twee kerels toeschoten, die hem ontzetten. De aangerande,
die zich zoo dapper gedragen had, nu ziende, dat verdere worsteling eene
dwaasheid zou wordenredde zich door de vlugt.
'sGRAVENIIAGE, 2 September.
Men verneemt, dat Z. M. de Koning, van Hoogstdeszelfs reize naar Weimar,
tusschen morgen en overmorgenin deze Residentie zal terngkeeren.
De Minister \an Koloniën zal den 4dcn dezer geene audiëntie geven.
Men verneemtdat bij Gedeputeerde Staten van Zuid-Hollandhet
voornemen bestaatom eerlang nieuwe voorschriften met betrekking tot het
opmaken der stedelijke en gemeentebegrootingenuit te vaardigen, welke
reeds op die voor de dienst van 1845 zullen moeten worden toegepast.
Dienvolgens zijn de besturen der steden en gemeenten in die provincie uitge-
noodigd, om met het opmaken der bogrootingen voor de dienst van 1845
vooreerst niet voort te gaan maar zulks uit te stellen tot tijd en wijle over
dit onderwerp nadere voorschrilten door de Vergadering van Gedeputeerde
Staten zullen zijn gegevenwordende dezelve niettemin uitgenoodigdom
inmiddels alles voor te bereiden, wat tot het doen der vereischte voordragten
ten deze aan de stedelijke of gemeenteraden noodig is, en speciaal een
naauwkeurig onderzoek te doen ten aanzien der uitgaven, welke in het vol
gende jaar voor verschillende onderwerpen en bijzonder voor het onderhoud
der stedelijke en gemeentewerken en eigendommen en voor het armwezen zul
len bcnoodigd zijn.
Z. Exc. de Gouverneur dezer Provincie heeft eene circulaire aan de
plaatselijke besturen gerigthoudende voorschriften betrekkelijk het geldelijk
beheer der gemeenten en het doen van onvoorziene uitgaven. Ten slotte dier
circulaire, wordt door den Gouverneur zijn ernstig verlangen te kennen gege
ven dat alle willekeurige beschikking over de plaatselijke finantiën worde
vermedendat Burgemeester en Wethouders of Assessorenzich stiptelijk
houden aan de door de Stedelijke en Gemeenteraden vastgestelde en door Ge
deputeerde Staten goedgekeurde begrootingendat geene kosten of uitgaven
welke uit de daarbij toegestane toewijzigingen niet kunnen worden gevonden
worden gedaandan na vooraf verkregene autorisatie van Gedeputeerde Sta
ten en dat mitsdienna het eindigen van een dienstjaargeene aanvrage
op de onvoorziene uitgaven worde gedaanvermits de alsdan nog te maken
werken of te doene leverantiënmoeten geacht worde tot het dan begonnen
dienstjaar te behooren terwijl de Gouverneur voor die zeldzame gevallen,
waarin eene onvoorziene uitgaaf zoo dringend isdat dezelve zonder gevaar
niet kan worden uitgesteld, en de voorloopige autorisatie van Gedeputeerde
Staten niet kan worden gevraagdhij de Gemeentebesturen gemeend heeft te
moeten verwijzen naar het voorschrift van de 2de3de en 4de al. van art. 76
van het Reglement van Bestuur der Steden, en art. 39 en der 2de al. van
art. 72 van dat ten platten lande, met aanbeveling, om van het in zoodanige
gevallen door den Stedelijken of Gemeenteraad genomen besluit, onverwijld
aan Gedeputeerde Staten kennis te geven.
Z. Exc. de Gouverneur dezer provincie heeftonder dagteekening van
19 Augustus jl.aan de stedelijke en gemeente-besturen de volgende circu
laire gerigt
»Een der Burgemeesters ten platten lande in deze Provincie, heeft mij de
mededecling gedaandatdoor zijne bemoeijingen tusschen de veehouders
binnen zijne gemeente eene overeenkomst is tot stand gebragt tot onderlinge
verwaarborging van de helft der waarde van het aan de longziekte gestorven
rundvee der contractantenwaardoor degenen welke het ongeluk hebben door
de nog steeds heerschende ziekte hun vee geheel of gedeeltelijk te verliezen
voor eenen gcheelen ondergang kunnen worden bewaard en althans voor de
helft van hun verlies vergoeding kunnen vorderen.
mUit de hieromtrent ingewonnen informatiën is mij gebleken, dat voor
schreven maatregel niet alleen onder de ingezetenen van de bedoelde gemeen
te, maar ook in de naburige, den gewenschten bijval heeft gevonden, en
men zich vleit door dat middel de ramp, die sommigen treft, minder druk
kend te zullen kunnen maken.
Deze goede uitkomst heelt het mij na overleg met de Provinciale Com
missie van landbouwvan belang doen achten UEds. aandacht op dit onder
werp te vestigenvooral uit overweging van de verliezendie de veehouders
in dit gewest door het voortdurend heerschen der noodlottige longziekte lijden
en van de ontoereikendheid van het fonds voor den landbouwom meerdere
schadevergoeding dan alleen voor de uiterlijke bekleedselen te verleenen en
ik heb derhalve de eer UEd. bij deze in overweging te geven, om binnen
uwe stad of gemeente het aangaan van eene soortgelijke overeenkomst, als
boven is bedoeld, te bevorderen.
»Tot dat einde kan ik UEd. aanbevelen, het ontwerp door den meergenoem-
den Burgemeester opgemaakten door diens zorg gedrukt en verkrijgbaar ge
steld bij den Boekhandelaar S. E. van Nooten, te Schoonhoven, tegen den prijs
van 25 centen.
lk meen UEd. echter verder in overweging te moeten geven, ombij het
opmaken van het ontwerp der bedoelde overeenkomst voor uwe stad of ge
meente
1°. De deelneming niet verder uit te breiden dan tot de gemeente zelve, of
naar mate van de meerdere of mindere talrijkheid van het vee in dezelve tot
cenige naburige gemeentendoch in geen geval tot eene hoogere deelneming
dan van 1000 stuks vee.
2°. De vetweiders van de deelneming uit te zonderen, maar zich alleen tot
den vasten veestapel van iederen landbouwer te bepalen.
3°. Tot nog meerdere vereenvoudiging en tot voorkoming van misleidingen
en moeijelijkhedenten aanzien der schattingeneene vaste som te bepalen
welke als vergoeding voor ieder aan de longziekte overleden volwassen rund
zal worden uitbetaald;
4°. Te bepalen, dat bij de oprigting niet als deelnemers zullen worden aan-