BÜITEINLANDSCHE BERIGTEN. ALGERIE. GUELMA, 9 Augustus. De Brigadier Gérard is van de Leeuwenjagt teruggekomen die ditmaal al lergelukkigst is geweest, wijl hij den gevaarlijken vijand der bosschen beeft gedood op drie mijlen ten Zuidwesten van het kamp, onder toejuichen der Arabieren, de Arabische dames er onder begrepen, die een groot vreugdevuur liebben aangelegd, en den overwinnaar met al de loftuitingen overladen welke hare verbazing haar ingaf. Gérard is door de Spahis (inlandschc ruiters) Bouaris-Ben-Raffat en Moham- med-Sala verzeldden leeuw zijn opwachting gaan maken ter plaatse waar hij gewoonlijk vóór zonne-ondergang zich met de leeuwin vertoonde. Die leeuw had verscheidene ossen ontvoerd in tegenwoordigheid van al de vereenigde Arabieren, in weerwil van al het geschreeuw der verschrikte mannen en der in hare tenten wegkruipende vrouwen. Sedert eenige dagen bragten de Arabieren hun vee niet meer naar dien kant; maar op verzoek van Gérard hebben zij den 8stcn 'savonds ten G ure een troep ossen derwaarts heen geleid. Tc 7 ure toen de leeuw zijn eerste gebrul liet hooren staat Gérard op met zijn twee dapperenen stapt op hem aan. Zij waren in dichte struiken bezet toen de leeuw andermaal brulde. Zij gingen hem verder te gemoet en hiel den pas op, toen een derde gebrul hen had gewaarschuwd dat hij niet meer dan nog maar zestig Ned. ellen, van hen was verwijderd. Daar hielden zij op en luisterden. Gérard boort den leeuw naderen; hij waarschuwt zijne onder nemende makkers dat de leeuw er is, en geeft hun een teeken om zich niet te verroeren. Na verloop van vijf minutenvolgde op het gerucht zijner voet slappen de eensklapsche verschijning van het gevreesde dier. Een vlugtigc beschouwing overtuigde Gérard dat hij met een' tegenstander zou te doen liebben die waardig was onder zijne slagen te vallen. De leeuw de drie strijders bespeurende die hem onbewegelijk wachttenheft in plaats van terug te wijken den kop op en loopt op hen aan. De Arabieren, zoo als zij den leeuw ontwaarden op hem aanleggende, grijpt Gérard wiens geweer nog op den grond lag, met de linkerhand het geweer van Bouaris, die zich gereed maakte om vuur te maken, en beveelt hem niet te schieten. De leeuw komt nader, reeds is hij niet verder dan omtrent 25 Ned. ellen. Nu legt Gérard aan; maar daar hij maar éénen kogel kan schieten en dat deze den leeuw den dood moet aanbrengen, wacht hij tot op een' afstand van 6 Ned. ellen. Het schot gaat af, de leeuw valt, de kogel heeft hem aan de regterzijde van den kop getroffen. De doodstrijd van den leeuw heeft niet lang geduurd; een dof gebrul kondigde zijn einde aan. Hij woog 280 Ned. ffi, en had drie ellen lengte. RUSLAND. PETERSBURG, 17 Augustus. De Grootvorst Troonopvolger, heeft eergisteren aan den militairen Gouver neur-Generaal een afschrift gezonden van den volgenden brief, door IIII. MM. hem toegezonden »De echtgenoot van wijle uwe Zuster, onze zeer beminde Dochter Alexandra- Nicolajewna, Prins Frederik van Ilesse, heeft ons zijne begeerte kenbaar ge maakt, om de gedachtenis van zijne echtgenoot te vereeuwigen door een werk van barmhartigheid in de hoofdstad van Rusland daar te stellen. 7.. II. be stemt ten dien einde een kapitaal gelijk staande met de waarde der edelge steenten en kostbare voorwerpentot den bruidschat van de Grootvorstin bc- hoorende. Wij hebben met een waar genoegen het edelmoedig aanbod van den Prins aangenomenomdat hetzelve zoo overeenkomstig is met de edelaardige gevoe lens waarmede onze welbeminde dochter steeds bezield was en de Keizerin en ik hebben onze toestemming er toe gegeven en aan Z. H. ons welgevallen in het aanbod doen kennen. Overeenkomstig zijne begeerte en ten einde dit merk der liefdedat Gode aangenaam isten uitvoer te brengenbelast ik u met het daarstellen van een Comitéonder uw voorzitterschap zaamgesteld uit den Generaal-Aide-de- Camp Prins Wolkonsky, de Prinsen Peter van Oldenburg en Alexander van Hesse en den Generaal Aide-de-Gamp Kawelin. Ik boop dat ter gedachtenis van uwe Zuster, de hoofdstad weldra versierd zal zijn van een nieuw weldadigheids-gesticht ter ondersteuning van ongeluk- kigen, in hetwelk de gebeden voor de rust der ziel van onze welbeminde dochter zich eeuwig zullen verheffen. Overeenkomstig de begeerte van den Prinszal het nieuw weldadigheids- gesticht den naam dragen van: Gesticht van Mevrouw de Grootvorstin Alexandra Nicolajewnaopgerigt door den Prins Frederik van Hesse. GeteekendAlexandra. Nikoiaas." Zoo men wil weten, zou de Paus geweigerd hebben, den onlangs ge kozen en door den Keizer bevestigden Bisschop van Kalisch (eene Poolsche stad) te erkennen en hem het uitoefenen der Bisschoppelijke werkzaamheden hebben verboden. Het spreekt echter van zelf, dat het Pauselijk gezag ten deze krachteloos zal zijn. GRIEKENLAND. ATHENE6 Augustus. Koning Otto heeft eene amnestie uitgevaardigd aan de hoofden der oproeren in Akarnanië en het oostelijk gedeelte van Griekenland, gedurende dc maanden Mei en Junij voorgevallen, van welke echter de bekende Grivas en nog negen anderen zijn uitgesloten, met voorbehoud noglans van aan dezen, nadat hun vonnis zal zijn opgemaakt, zijn Koninklijk regt van gratie uit te oefenen. De Minister van Justitie, Lontos, welke den bevelhebber der gendar merie te Patras naar eenen geringeren post verplaatst had, omdat deze niet genoegzaam op zijne verkiezing als Afgevaardigde had gewerkt, is uit zijne betrekking ontslagen. Genoemde bevelhebber namelijk wetende, waaraan hij zijne rangsvermindering te danken had, verzocht gehoor bij den Koning en toonde hem den brief door den Minister geschreven, omtrent de pogingen welke hij ter zijner verkiezing moest in het werk stellen. Dc Koning over zulk een gedrag hoogst ontevredenontnam den Minister dadelijk de porte feuille. Men meent ook, dat de Minister van Oorlog, Ilodiusuit het Mi nisterie zou verwijderd worden. MALTA. 13 Augustus. De twee Nederlandsche fregatten de Rhijn en de Jasononder bevel van Z. K. II. Prins Hendrik der Nederlandenzijn heden van Tunis alhier aan gekomen naar men verzekertzullen dezelve zich naar de Levant begeven. Door deze aankomst hebben wij tevens vernomen dat vier Fransche schepen onder den Admiraal Parceval-Dechenes, thans voor Tunis liggen. Men zegt dat hunne verschijning in verband staat met de vaste grensscheiding tusschen Tunis en Algiers, en dat Frankrijk ook de grenzen aan den kant van Tripoli wil bepalen. De Turksche vloot was, volgens de Levantsche bladen, op het eind van Julij nog op de ku«ten van Syrië. De Fransche pakelboot Leonidas den 16den Augustus van hier vertrokken heeft tijdingen van den 7den uit Alexandrië medegebragt. Mehemet-Ali is van Kaïro daar teruggekomen en heeft na eene afwezigheid van 4a 5 dagen het beheer der zaken weder opgevatalsof hij slechts een uitstapje had ge daan. Tc Kaïro is een raadsvergadering gehouden, waarin hij zich beklaagd heeft dat men de treurige gesteldheid van zeer vele dorpen en de daaruit opgerezene klagten voor hem had verborgen. Daarop hebben de opperhoofden en ook Ibrahim-Pacha aangeboden, om een jaar lang zonder betaling te dienen. Mehemet-Ali heeft dit met die wijziging aangenomen, dat de Opperhoofden vier maanden en Ibrahim het half jaar geene bezoldiging zouden ontvangen. SPANJE. MADRID, 20 Augustus. Heden zijn dc beide Koninginnen en haar gevolg op het Koninklijk slot Aranjuez, bij Madrid aangekomen en zullen waarschijnlijk mogen hare plegtige intrede in de hoofdstad doende geheelc bezetting zal dan op de been zijn. Er heerschte te Madrid bij voortduring veel gisting en men vreesde voor nieuwe onlustenvooral omdat de Septemberdagen naderenen daarmede de herinnering, dat nu 4 jaren geleden Espartero zich van het bewind had meester gemaakt. Geene pogingen worden er gespaard om de krijgslieden, welke te C'adix, AlgesirasTarila en op andere punten van Andalusie gelegerd zijnvoor eene mogelijke expeditie tegen Marokko, tot eenen militairen opstand aan te zetten; deze zullen echter bij den goeden geestdie onder de troepen heerschtzeker falen. Omtrent eene processie, bij gelegenheid van den H. Sacramentsdag, te Scvilie nog kort vóór de onafhankelijkheids-oorlogen voor de laatste maal ge houden, bevat het Fransche Tijdschrift: Revue de Paris het volgende: Het feest of de processie duurde den geheelen dagzij werd geopend door de beruchte Tarasca (gedrochtelijke slang), waarvan de oorsprong een' geheim en de naam een raadsel is, hoewel die in gebruik is gebleven in onderscheiden steden van Spanje en in de zuidelijke Provinciën van Frankrijk. Het was als een berguit hout en pleister zaamgesteldop welken zich eene slang met 7 koppen bewoogschuifeldeen tegen de menigte hare 7 vurige tongen woedend uitstak. Deze slang stelde de 7 doodzonden voor en in het algemeen al de ondeugdenwelke de zegepralende toekomst van het zeer Heilig Sacra ment uitwischte. Ter zijde van deze gedrochtelijke slang verhief zich een toren op wiens top een bloembed was, overschaduwd door olijfboomen en lau rieren waarin men twee overschoone vrouwelijke gedaanten zag, met prachti ge kleederen versierd. De armen dc voeten het hoofdhet borstbeeld van deze vrouwen werden in beweging gebragt en bestuurd door Studenten, die in de holte van den berg verborgen warende eene en de andere voerden op de rustplaatsen van de processie al de dansen van het schiereiland uit, wel lustige Fandango's, vurige Jota's, levendige Bolero'sw onderlijke Tzortxico's onder groote toejuiching van het volk, dat lachte, in de handen klapte, of met woede floot, naar dat het ballet aan hetzelve beviel. Deze twee vrouwen aan de zijde van de slang, dat is aan de zijde van de afschuwelijke zonde, vertoonden de aanlokkende zonde met hare onwederstaanbare verleiding, de zachte betoovering welke zich van den mensch meester maakt, van de eerste jaren van den ontluikenden leeftijden hem slechts bij zijn laatste oogenblik verlaat. Onmiddelijk daarna kwam de geestige persoonsverbeelding van het Spaansche volk, de goede Padre Pando (de in lompen gekleede Vader) en zijne knorrige huisvrouw de Madre Papa-Huevos (de eijeren-etende moeder), gevolgd van hun opstuivend half naakt gezin, Los Pandillos(de in lompen gekleeden); 7 a 8 ontzaggelijke figuren met hoofden, zoo groot, dat de Studentenmet haar belastslechts door den mond van hunne maskers konden zienom dezelve te geleiden. De Padre Pando droeg een' bedelaarsstaf en een lomp bij wijze van vaandel; de Madre Papa-Huevos een'weduwe-stok met vergulden knopen een zoo versleten waaijcrdat zij ter naauwernood bij het einde der processie er nog eon stuk van in de handen hield. Deze ouders ondertusschen lieten

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1844 | | pagina 2