BUITENLANDSCHE BERIGTEN. WEST-INDIE. PARAMARIBO, G Julij. Men verneemt, dat liet gouvernement den grond Voorzorgin Benedcn- SaramacCa, ten behoeve der kolonisatie heeft aangekocht. De bekende vrucht baarheid van dien hodemde uitgestrektheid der landerijen (1008 morgen), het bestaan van een groot getal kostgronden aldaar en de voordeclige ligging, waardoor men acnzelven aan de stad gemakkelijk verbinden kan, geven de blijde hoop dat het ontwerp van kolonisatie spoedig eenen gunstigen uitslag zal erlangen. VEREEMGDE STATEN. NEW-YORK, 23 Julij. Een groot ongeluk is door de welberadenheid van een der machinisten op den spoorweg nahij Manaijunk afgewend. Toen namelijk Vrijdag 11. de spoor trein de houten brug van Rcading-Kail-Rood zon overtrekken en de trein reeds even op de brug was, bemerkte de machinist dat zij begon te wag gelen; zonder zich een oogenblik te bedenken laat hij dadelijk al de stoom uit, en de trein, uit 35 rijtuigen bestaande, vloog met eene verschrikkelijke vaart over de brugde laatste wagen was er naauwelijks over toen zij in stortte; de brug was 10 Ned. el hoog en 27 lang. ALGERIE. De laatste bcrigten van den Maarschalk Bugcaud zijn van den O116"; dien dag bezette de Maarschalk nog altijd zijn kamp van Lalla-Magrenia. Dc on derhandelingen met het Marokkaansche kamp hadden tot geene uitkomst ge leid het leger van den Maarschalk was overvloedig door de Fransche stoom- booten van levensmiddelen voorzien. Het smaldeel van den Prins de Joinville was nog den 9,Jcn in de wateren van Tanger, dc averij herstellende aan twee zijner schepen door de batterijen der stad tocgebragt. Dc Prins had naar Cadix eene stoomboot afgezonden belast om liem onderscheiden voorwerpen cn steenkolen aan te brengen. Hij was vervolgens den ll'lcn naar Mogador onder zeil gegaan. Deze berigtcn door den Messager medegedeeldworden door het Journal des Délats uitvoerig ontwikkeld, dat tevens meldt, dat het geruchtalsof dc Maarschalk op Fez zou aanrukken, geheel bezijden de waarheid is, dewijl hem daartoe de strijdkrachten ontbreken. AVanneer die krijgstogt voor nood zakelijk mogt gehouden worden, zou hij niet eer dan in het aanstaande voor jaar kunnen plaats hebben. Een dag later (22 Aug.maakt de Messager het volgende telegraphisch berigt van den Gouverneur-Generaal bekendgedagteekend Bivouac van Koudiat-Abd-Errahman14 Augustus: Tegen het Marokkaansche leger opgetrokken zijndehetwelk dagelijks ster ker en dreigender voor Algcric werdheb ik het den 14<lcn ontmoettwee «ren vóór zijn kamp. Het is met 20,000 ruiters aanvallcndcrwijze gaan handelenop het oogen blik, dat de hoofden onzer kolonncs de Isly overtrokken. Wij zijn van alle kanten omringd geworden. De volkomenste overwinning is ons gebleven. Onze infanterie en een weinig later onze cavalerie hebben met groote stand vastigheid wonderen van dapperheid verrigt. Wij hebben achtereenvolgens alle kampen genomen, welke eene ruimte van bijna eene mijl besloegen. Elf stukken geschut, zestien vaandels, duizend a twaalfhonderd tenten, waaronder die van den zoon des Keizers, zijn parasol, tceken van het bevel hebberschap al zijne bijzondere bagageeene groote hoeveelheid oorlogsmu nitie en een onmetelijke buit zijn in onze raagt verbleven. Dc vijand heeft omstreeks 800 dooden op het slagveld achtergelaten. Onze verliezen, hoewel gevoelig, zijn gering in aanmerking van zulk eenen beslisscnden dagwelken wij den veldslag van Isly zullen noemen. Dc hoogte van Koudiat-Abd-Errahman, van beide kanten voor de ruiterij toegankelijk, is een heuvel, gelegen vóór het kamp van Lalla-Magrenia, hal- verweg van Ouschdawaar de laatste Algcrische post gesteld is. Een beek Isly genaamdwelke de grens vormtvloeit er voorbij. EGYPTE. ALEXANDRIE, 7 Augustus. Brieven uit deze stad van gestelde dagteekening geven te kennen, dat dc Onder-Koning van zijne reis naar Mekka afgezien en het beheer der za ken weder had aanvaard; men meldde zijne wederkomst in deze Stad. Uit brieven van Konstantinopel van dezelfde dagteekening blijkt, dat de Porte eenen buitengewonen Commissaris naar Alexandria gezonden had, om over den troonsafstand van Mehemed-Ali volledige berigtcn in te winnen cn naar Kon stantinopel over te zenden. RUSLAND. PETERSBURG18 Augustus. Eergisteren heeft alhier de plegtige begrafenis van Wijle H. K. H. de Grootvorstin Alexandra plaats gehad, bij welke gelegenheid het volgend mani fest van den Keizer is openbaar gemaakt: 3) Nadat ik bet stoffelijk overschot van mijne overleden dochter naar de laatste rustplaats begeleid heb, is het de eerste behoefte mijns harten u op te dragen, om aan dc bewoners dor hoofdstad te verkondigen, hoe diep, hoe hartelijk wij allen getroffen zijn door de algemeene deelnemingdie ons zoo wel gedurende de lange doodelijke ziekte onzer geliefde dochter, als ook bij haar afsterven en eindelijk in dezen nachtbetoond is geworden. Niet nieuw zijn voor mij deze blijken van het algemeen gevoeltol dusverre vertoonden zij zich slechts in de dagen van geluk, maar nu het Godc behaagd heeft ons door het smartelijkst verlies te beproeven, wat kan juist nu troostrijker voor onze ouderlijke harten zijn, dan de treffende, aandoenlijke ondervinding, dat onze smart eene algemeene smartde smart is van het ganschc door God ons toevertrouwde volk. AVij danken vaderlijk voor deze kinderlijke liefde. Deze liefde strekt ons tot troosten geeft mij kracht om op den moeijelijken weg voort te gaan. Mogen deze wederzijdsche gevoelens het onderpand zijn van Iluslands toekomstig geluk." Niettegenstaande sommige Duitsche bladen sedert ecnigen tijd berigtcn hadden medegedeeld, omtrent groote verliezen, welke dc Rassen in den Kau- kasus zouden geleden hebbenzoo wordt thans gemelddat Z. M. de Keizer onderscheiden Ridderorden had toegekend aan Officierenter zake van de door hen behaalde overwinningen op de bergvolken eene dezer werd behaald op de hoogte van Dokkul-Bar den 21sten Junij, op een corps van 8000 Sur- ginzen. De op Keizers verlangen tegelijk met de regeringsbladen in het jaar 1836 opgerigte volksbibliotheken bestaan in 42 steden. Zij geven de volksbeschaving een' snellen voortgang. De meesten tellen wel naauwelijks 1,500 tot 2.000 banden, anderen echter zoo als te Odessa en Tambow 10 tot 12,000; alle groeijen ziglbaar aan door de aanzienlijke bijdragen van het publiek. De wer ken der drie beroemdste klassieke schrijvers der nieuwere Russische Letter kunde, Puschkin, Schukowsky en Bertuchew, zijn in volledige uitgaven ver schenen. De nieuwsbladen kondigen nu de gczanientlijke werken van üestu- schew aan, in de Russische Letterkunde alleen onder den naam van Marlinsky hekend, in 12 deelen. Van Schukowsky is onlangs verschenen Kal en Damn- janieeen Indisch verhaal in verzen. ZWEDEN. STOKHOLM, 1G Augustus. Z. M. de Koning heeft aan de Deputatie der Kamers, die hem kwam verzoeken, dat hij zich met de Koningin nog gedurende deze zitting zou laten krooncnhet volgend antwoord gegeven 33 Met aandoening en dankbaarheid ontvang ik het verzoek van de Stenden des Rijks betrekkelijk het volvoeren der krooningsakte voor mij cn mijne Ge malin gedurende de tegenwoordige Rijksvergadering. In dezen wensch in dit gevoel, hetwelk denzelven heeft uitgelokt, verheug ik mij een nieuw be wijs te ontwaren van de toegenegenheid der Stenden des Rijks jegens mij en mijn geslacht. Iloc vaster Koning en volk zich door wederzijdsche blijken van vertrouwen en achting aan elkander sluitendes te zekerder zullen zij de rust en welvaart van een geliefd vaderland beschermen cn deszelfs aanzien naar buiten doen stijgen. Als handveste, als een zegel op deze betrekking, zal ik in uwe tegenwoordigheid, op een door mij te bepalen tijdstip, dc plegtige daad voltrekken, welke gij van mij verlangt, mij gelukkig reke nende indien de Goddelijke Voorzienigheid ook mij vergunt onder dc versier selen der kroon welke mijn onvergetelijke Vader zoo roemrijk heeft gedra gen, de schoonste van alle, de liefde des volks, te mogen tellen." §PANJE. VALENCIA, 1G Augustus. Gisteren zijn alhier HH. MAL de Koningin cn Koningin-moeder, van Tarragona komende, met gejuich ingehaald. De Keizer van Afarokko schijnt cenige meerdere inschikkelijkheid omtrent onze eischcn te bctoonen dan tot nog toe het geval was doch hij blijft wei geren den l'acha uittelcvcrendie den Spaanschen Consulaircn Agent had doen ter dood brengen. AVcl wilde de Keizer toegevendat hij van al zijne waar digheid vervallen wierd verklaard en zijne ontzetting op de plaals zelve van den moord zou geschieden, terwijl dan de Spaansche vlag gehcschen en met 21 eereschotcn zou begroet worden. Niettegenstaande deze vredelievende ge zindheden des Keizers worden steeds troepen naar Ceuta overgescheept. Men leest in den Casiellatio van Madrid van den 14Jen Augustus: Men kan ligt vooruitzien welk einde dc oorlog met Marokko zal nemen. Dc Keizer wederstaat in weerwil van zichzelvcn aan de eischcn van Frankrijk, omdat hij moet onderdoen voor het fauatismus zijner onderdanen op welken Abd-el-Kader een' onweerstaanbaren invloed uitoefent. Evenwel zal zijne na tuurlijke neiging, zijn welbegrepen belang hem inct groote droefheid de ver woesting zijner havens, de eenige rijkdom van zijn rijk die slechts in inko mende en uitgaande regten bestaat, doen beschouwen. Zoo het fanatismus der Arabieren en dc kunstgrepen van Abd-el-Kader hem tot hiertoe eene oorlogzuch tige houding hebben doen aannemen, is het toch waarschijnlijk dat hij de eerste gelegenheid zal aangrijpen om zonder gevaar de voorwaarden van Frankrijk aan te nemen. Die gelegenheid zal zich weldra opdoen. Als de Arabieren hunne rijkdommen en huizen vernield zullen zien, als zij den tijd zullen heb ben dc ongelukken te berekenen die hen bedreigen, zullen hunne oorlogsplannen zich ongetwijfeld in wederbcstellingen verwisselen, die geschikter zijn, om het onweder dat boven hunne hoofden rommelt, te bedwingen. Ilet is waar dat de bergbewoners en de woeste horden, die aan Abd-el-Kader gehoorzamen, zich tegen den vrede verzetten. Die tegenkanting zal echter, naar ons inzien, wij ken voor de bedenkingen van algemeen belang die zelfs in dit nog barbaarsche land eindigen metzoo als overalover de scheurzieke aanmatigingen der fa natieke cn oproerige minderheid te zegepralen. De Vertegenwoordigers der Qverige volken zullen met alle magt aan deze ontknooping medewerken, vooral

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1844 | | pagina 2