inwoner der staden op bevel van den Generaal wordt er op de dlgte me
nigte geschotenzoodat er verscheiden gedood en gewond werden.
De verbitterde oproerlingen vielen nu de troepen des Generaals aanmen
streed dien nacht met gelijke woede en nog in den morgen van den 8sten
werd het geschut gehoord. Eindelijk werd de rust hersteld. Verscheidene
oproerlingen zijn gevat. Vijftig a zestig personen zijn bij dit oproer om
gekomen of gekwest.
De gebroeders Smith van de sccte der Mormoniten die door de hunnen
voor Profeten werden gehoudenzijn te Carthago in Louisiana in de gevan
genis door oproermakers doodgeschoten uit vrees voor verdere wanorde wer
den troepen daarheen gezonden.
De stoomboot Especuladoravarende lusschen Rio-Janeiro en Nicteropy,
is door het springen van den stoomketel geheel verongelukt, waardoor 70
menschen het leven verloren hebben en 30 andere zwaar gekwetst zijn.
Een brief deelt de volgende bijzonderheden mede, omtrent de belegering
van Montevideo, welke sedert twee jaren voortduurt:
Rivera, President van Montevideo, is meester van het veld. Zijne voor
hoede staat te Canelones, hij is zelf met 3,000 man te Porango. Ignatio,
Oribe en Urequiza zijn genoodzaakt geworden zicli op Cerrito terug te trekken.
Rivera wachtte liet legerkorps van den Generaal Medina en dat van den Co
lonel Racy. Het garnizoen van Montevideo, vooral dc Franschcn, eischen
ecnen krachtigen uitvalomzoo zij zeggener een einde aan te maken.
Maar Rivera is in tweestrijd. Hij rekent op den winter, om het overschot
der ruiterij van den vijand te vernielenomdat Rosas geen ruiters meer kan
toezenden. liet is duidelijk, dat hij ze een voor een wil vernietigen. Hij
slaagt er inmaar het duurt zeer lang.
Oribe is thans ten volle overtuigd, dat hij de stad niet met geweld zal
nemen, maar hij rekent op het gebrek aan geld. Hij geeft het opentlijk te
kennen en troost zich over dit oponthouddenkende op de vernietiging van
den vreemden handel, die dagelijks minder wordt.
R11SLA1VD KV POLKV.
Van de POOLSCHE GRENZEN, 21 Julij.
Sedert eenigen tijd zijn er in het beheer van het Koningrijk Polen merk
waardige veranderingen voorgevallen. Hoe streng de wetten ook waren wist
echter de gouden sleutel zich overal poorten te openen en de handelswaren
gingen, langs geheime en onzigtbare wegen, in geweldige massa's over de gren
zen. Deze wijs van handeldrijven had eene zeer onzedelijke strekking, maar
bragt den grensbewoners goed gewin aan en werd als noodwendige vervanging
van het ontbrekende vrije verkeer beschouwd. In den jongstcn tijd echter
zijn er zulke gestrenge maatregelen genomendat een volledige stilstand is
ontstaan. Men heeft wel de keten van grenswachters niet versterkt, maar
alle verblijfplaatsen langs de grenzenals bosschenkreupelhoutgebou
wen enz. zoo vernielddat zij een woestijn gelijkendie geen schepsel
onbemerkt kan overgaan. Daarbij komt nog een kwellend onderzoek van alle
verdachte personendc kooplieden worden met geweldige boeten gestraft
en de smokkelaars gevangen gezet of geboeid naar het binnenland gebragt.
Het weder is uiterst ongunstig, het is merkbaar koud en liet regent
onophoudelijkde uitzigten voor de oogst zijn bedroevenden de prijzen
der granen beginnen reeds te stijgen.
ZWEDEN.
STOCKHOLM, 23 Julij.
Den 20stcn dezer heeft Z. M. de Koning, na het bijwonen eencr plegtige
godsdienstoefening in dc groote kerkden buitengewonen Rijksdag met de
volgende aanspraak geopend
Goede Ueeren en Zweedsche Mannen
«Mijn optreden in deze vertrekken, in den schoot der vereenigde Stenden
van het Zweedsche rijkwekt smartelijke herinneringen opaan een groot en
onherstelbaar verlies en mijne groete aan u is die van droefheid en gemis.
Nimmer hebben deze aandoeningen met grooter regt het stille graf eens ver
eerden vaders omgeven. Zijne nagedachtenis wordt door twee volken geze
gend welke zijn krachtige geest met onverbreekbare banden aan een ge
snoerd heelt. Door hunne vereeniging heeft hij voor het noorden den grond
slag eener nieuwe toekomst van roem gelegd. Door broederlijke eendragt
zullen zij zijne schoonste hoop, zijne warmste wenschen voor de zelfstandig
heid en het geluk van het Scandinavische schier-eiland vervullen. Plegtig
en vol bcteekcnis is de eerste zamenkomst eens Konings met de gevolmagtig-
den der natiebij hel intreden der baanop welke zij geroepen zijn eendrug-
tiglijk te zamen voort te gaan. Het innige vertrouwenwaarmede zij zich
aan elkander sluiten, de opregthcid en regtsliefde, welke hunne bedoelingen
en handelingen kenmerken zullen onder den bijstand des Allerhoogstcn
de rust en welvaart van het geliefde vaderland beschermen. Wij hebben
in den tempel des Hoeren de bescherming des Almagtigen aangeroepen. De
kracht, welke wij tot voortzetting onzer gewigtige taak behoeven, moeten wij
in ons wederkeerig vasthouden aan verknochtheid en trouw., aan welwillend
heid en eendragt zoeken. Ik beloof u, Goede Heeren en Zweedsche Mannen,
regt en waarheid te zullen handhavenden vooruitgang der verlichting te
zullen bevorderen en de ontwikkeling der edele en brave hoedanigheden te
zullen begunstigenwelke de ernstige en krachtvolle zonen van het noorden
onderscheiden. Van ulieden daarentegen verwacht ik eene opregle medewer
king tot dit verheven doel en het vertrouwenwaarop mijne bedoelingen en
onvermoeide zorgen voor 's lands welzijn van den kant eens cdeldcnkenden
volks mogen rekenen. Toen ik u, Goede Heeren en Zweedsche Mannen, tot
dezen buitengewonen rijksdag zamenriep, werd ik meer door mijn ijverig
verlangen naar ulicder tegenwoordigheid op een voor mij en voor het rijk zoo
gewigtig tijdpunt gedreven, dan dat ik om de mocijelijkheid dacht, om in
zoo kort een tijdsbestek de velehooggewigtige aangelegenheden volledig voor
te bereiden en u te kunnen voorleggenwelke de voorwerpen mijner overpein
zingen uitmaken en over welke ik voornemens benuwe besluiten in te
nemen of uwe wenschen aan te hooren. Groote, van den laatstvorigen rijks
dag overgeblevene vragen zullen daarenboven uwen tijd wegnemen en vorde
ren uwe bijzondere overweging. Desniettemin hoop ik toch u gedurende uw
bijeenzijn onderscheiden gewigtige voorwerpen van overweging te kunnen me-
dedeelen en onder dezelve in de eerste plaats het voorstel tot een nieuw wet
boek van straffenmeer overeenkomstig met de begrippen van onzen lijd en
met de pogingen om aan de vereischlc strengheid de achting te parenwelke
men aan 's menschen waardigheid verschuldigd is. - Daar ik het gewigt en
de behoefte der vereenvoudiging van het inwendig bestuur en de volkomener
ordening van het verdedigings-wezen inzie, zal ik mijne onafgebroken zorg
aan deze zoo wezentlijke aangelegenheden toewijden. Om uwe verlichte mede
werking hiertoe te kunnen erlangen ben ik van zins, u, zoodra het geschie
den kantot eene nieuwe buitengewone vergadering zaain te roepen. Met
een levendig genoegen onderrigt ik u van de mij betuigde verpligtende deel
neming en vriendschappelijke gezindheid aller vreemde Mogendheden bij mijne
aanvaarding van het regerings-bestuur. Ik ben verheugdeene gelegenheid
te vindendaarvoor opentlijk mijnen dank te kennen te geven. Dc betrek
kingen der vereenigde koningrijken tot een der kustenstaten van Noord-Afrika
zijn tot nog toe afhankelijk geweest van eene, onzen koophandel drukkende en
onze achtbaarheid krenkende belasting. Mijn vast besluit is dezelve niet lan
ger te betalennadat al de Europesche Mogendhedenmet uitzondering van
eene eenigeer van bevrijd zijn. In vertrouwelijke medewerking met die
Mogendheid zijn tot dit oogmerk bereids onderhandelingen geopend geworden
en ik heb alle reden om op eene vreedzame uitkomst onzer vertoogen te hopen.
De vaderlandsche gevoelens, met welke gijlieden Goede Heeren en Zweedsche
Mannen, bezield zijt, zullen uwe beraadslagingen besturen en uwen arbeid
verligten. Ik smeek over u des Hoogslen zegen af en blijf u allen en een
iegelijk met alle koninklijke genade en gunst steeds weigenegen."
SPAIfJE.
MADRID, 24 Julij.
Bij voortduring nemen de militaire gezagvoerders alhier groote maatre
gelen van voorzorgdaar de posten nog verdubbeld zijn en patrouilles de
stad doorkruisen.
BARCELONA, 1 Julij.
In de eerste helft van dit jaar zijn slechts twee Nederlandsche schepen alhier
aangekomengeladen met Engelschc steenkolenterwijl er gedurende dien
tijd geene Nederlandsche schepen van hier naar Nederland vertrokken zijn.
Een Noorwecgsch en een Deensch schip zijn van hier naar Amsterdam en
Hamburg bevracht geworden, doch hebben hunne lading wijn te Bcnicarlo
moeten innemen. De invoer van steenkolen uit Newcastle door schepen van
allerlei natiën is groot, en het verbruik van deze brandstof vermeerdert iede-
ren dag, uit hoofde van de nieuwe stoom-fabrijkenwelke men bouwt on
gelukkig houden de Nederlandsche schepen zich het minste bezig met het aan
brengen dier steenkolen. Men onderstelt dat de 8 realen per tonwelke men
ben te Bercelona en te Tarragona aan havengelden doet betalen, er veel aan
toebrengt, doch men vleit zich dat zij spoedig van de betaling dezer regten
zullen ontheven worden.
De nijverheid zoude alhier sterk toenemen, indien er minder sluikhandel
wierd gedreven. Men heeft echter strenge maatregelen genomen, om denzei ven
tegen te gaan, waarvan men zich veel goeds belooft.
De staat der gezondheid is hier zeer voldoende en men hoort van geene be
smettelijke ziekten in de omstreken.
Te Ceuta waren den 13llen Spaansche troepen aangekomenuit een
geheel regement bestaandeer werden nog 24 stukken geschut verwacht,
zoodat alsdan 300 stukken op de vestingwerken in batterij konden gesteld
worden.
PRITISSE1V.
BERLIJN, 28 Julij.
De plaatselijke Regering en andere Autoriteiten en Collcgien alhier heb
ben adressen aan Z. M. doen overhandigenwaarin zij hunnen afschuw over
het gepleegde feit en hunne liefde en gehechtheid aan den Koning en het
Vorstelijk huis betuigen. Deputatien hebben zich met die adressen naar
Christianstadt begeven waar zij door den Koning op het minzaamst ontvan
gen zijn, die onder anderen gezegd heeft: dat het vertrouwen, op zijn volk
door nietshet minst door zulk eenen aanslagaan het wankelen kon worden
gebragt en hij zijn hoofd gerust in den schoot van ieder zijner onderdanen
nederlegde.
Hel is thans bewezen, dat de vrouw, welke even voor dat op den Ko
ning geschoten werdeen verzoekschrift aan de Koningin overhandigde, waar
door eenig oponthoud veroorzaakt werden die ook terstond in hechtenis was
genomenals verdacht van met den aanslag in betrekking te staanmet den
misdadiger niet eenige betrekking heeft en dus ook niet zijne dochter is
waarvoor zij eerst gehouden werd, en daarom weder op vrije voeten is gesteld;
de dochter evenwel van Tschech welke men vermoedtdat van den aanslag
eenige kennis kon gehad hebben is in hechtenis genomen.
Men verneemt verderdat de moordenaar reeds voor eenigen lijd het voor
nemen zou gehad hebben oin den aanslag te volvoeren en zich daarom in