stormen getrotseerd hadin weinige aren met haro beste schatten verteerd. Wel staat nog bel gansche gewelf der kerk en haar binnenste is niet geheel uitgebrand, doch zij biedt slechts een treurig beeld van puinhoopcn en ver woesting aan. LUXEMBURG. 29 Julij. Z. M. de Groot-Hertog heeft alhier tot Commandeurs der Orde van de Eikenkroon benoemd de Heeren Siinons en Ulveling, leden van den Regerings raad, den Colonel Kaiser en den Heer Van der Brugghengepensioneerd Lui- tenant-Colonel en Commissaris bij de Bondsvesting. Voorts heelt Z. M. bij zijn vertrek uit het Groot-Hertogdom eene som van 2000 aan bet armbe stuur doen uitreiken tot uitdeeling onder de behoettigen. EXGELAXD. LONDEN 29 Julij. Vele en uiteenloopende aanmerkingen worden gemaakt omtrent de zending van den llussischen Minister van Buitenlandscbe Zaken, den Graal van Nes- selrode naar ons Kabinet. Hij zouzoo als men wil wetenin last hebben om verscheiden zaken van groot gewigt ten einde te brengen, welke de Keizer zelf begonnen bad aan te knoopen. Onderlusschen wordt de grootste geheim houding omtrent alle onderhandelingen bewaard. Laastleden Dingsdag beeft men op last van Prins Albert twee volle bijenkorven in den tuin van Windsor, dicht bij de volière der Koningin ge plaatst. Een van deze heeft den vorm van een' tempel en is van glas, zoodat men de bijen kan zien werken. Deze korven zijn zoo ingerigt, dat men er den honig uit kan balen, zonder ze te vernielen. De bijen in die korven maken driemaal meer honig dan zij voor hun winteronderhoud behoeven. De vervaardiger Sholl is een kwaker. Toen de Koningin en Prins Allicrt ze kwa men zien, hield Sholl zijn hoed op (naar Kwakers gebruik) en vroeg: vrienden (bun gewone toespraak) wilt gij de korven zien, zij zijn gereed, ik verzoek u te komen. De Koningin en de Prins hadden veel genoegen in deze eenvoudige wijze van toespreken. Men heeft alhier een' bijzonderen brief uit Valparaiso ontvangenmeldende, dat bet Engelsche stoomschip de Salamander zich den 18llc" April 1. 1. nata lie Sandwichs eilanden had moeten hegevenwaar twee Engelsche schependo Cormorant en de Basilisk in beslag genomen en door de Fransche Autoriteiten teruggehouden werden. Men leest van eenon anderen kant in de Engelsche bladendat brieven van Otaheite van de eerste dagen van Mei meldendat de Engelsche Consul uit de Sociclcits-eilanden door de Fransche Overheden was verbannenonder voorwendsel, dat hij de Koningin had opgestookt, om het juk der bescher ming van Frankrijk af te werpen. De Fransche Admiraal was te Valparaisowachtende tot hij werd afgelost. De Engelsche schepen Fishuard en Salamander waren door den Kapitein Nicolas afgezondenom herstelling te verzoeken wegens het onregt der En gelsche vlag aangedaan, liet stooinlregat de Cormorant heeft den Britschen Consul van Otaheite naar Valparaiso overgevoerdvóór zijne inscheping was de Consul als gevangene door cene Fransche brik teruggehouden, en zijn gezin, waarvan hij verwijderd werd, heeft zich eerst op het eiland Ameio bij bem kunnen voegen waar de Cormorant een uur heeft kunnen stilleggen. FR A. N KR IJK. PARIJS, 30 Julij. Er schijnt sedert ccnigen tijd tnsschen ons Kabinet en dat der Nederlanden cene zeer vriendschappelijke en vertrouwelijke betrekking plaats te hebben, waarvan het gevolg zou zijn, dat het tractaal van handel en scheepvaart van 25 Julij 1840 eene grootere uitbreiding zou erlangen. Ook Belgie heeft in den laatslen tijd meerdere toenadering in zijne handelsbetrekkingen met Frankrijk getoond, hetgeen een blijk is, dat men te Brussel de te 'sGravenhage gevoer de onderhandelingen kent en vreest. - Ten gevolge van een langdurig onderhoud tusschen den Minister Guizot cn den Engelschen Ambassadeur Lord Cowley, heeft zich het gerucht verbreid, dat deze laatste een voorstel had gedaan, om een Britsch Gcvolmagtigde naar den Keizer van Marokko te zendendie hem tot de door Frankrijk gestelde voorwaarden zou trachten over te halen, met bedreiging dat, zoo hij weiger de, Frankrijk en Engeland hem vcrcenigd zouden dwingen om ze aan te nemen. Er zouden wederom nieuwe gevangennemingen onder de partij der Legi timisten in de laatste dagen bewerkstelligd zijn. Heden had hier eene algemecne repetitie plaats voor het koor van het groote feest der tentoonstelling. Er waren 500 stemmen en deze vocale massa was alleen door eene piano en drie snaren-instrumenten begeleid. liet Journal des Déhats van den 30sler' Julij is opgevuld met opgaven van uitgedeelde gedenkpenningen bij gelegenheid fier tentoonstellingen bevat wijders een verslag van het Julijfecst en van de heerlijke verlichtingen hij die gelegenheid welke feesten echter niet zonder ongelukken zijn afgeloopen, daar erin eender toegangen naar de Champs Elysées verscheidene personen onder den voet zijn geraakt en vertrapt of verstikt, van de laatsten had men er al tien naar een gasthuis gebragt. BELGIE. BRUSSEL, 30 Julij. 1111. MM. de Koning en Koningin zijn met de jonge Prinsen cn de Prinses in den avond van den 28sl™ op het kasteel van Lacken uit Parijs weder gekeerd. Het besluit van 7.. M.waarbij wedervergelding van Pruisscn geno men wordt, wegens de meerdere belasting op het Belgisch ijzer gelegd, en gedagteekend 28 Julij is van dezen inhoud «Gezien de artikelen 294 cn 295 van de algemeene wet van 1822, krach tens welke slechts de vreemde schepen, behoorende aan staten, waar de Belgische schepen niet aan andere of hoogere regten dan de schepen dier staten onderworpen zijnmet betrekking tot het tonnengeld in België met de Belgische schepen gelijk zullen gesteld kunnen worden. «Gezien art. 9 van het reglement voor het loodswezen te Ostende, goed gekeurd bij Koninklijk besluit van den 21stel> November 1818, N°. 47, hou dende: dat de vreemde schepen, waarvan de gezagvoerders niet zullen kun nen doen blijken, dat bij hun te lande de Belgische schepen dezelfde loods- regten lictalen als de Nationale, gehouden zullen zijn een vierde meer dan de, voor de Nationale schepen gestelde, regten te betalen. «Onze Minister van Binnenlandsche Zaken ons hebbende vertoond. 1°. Aan den eenen kantdat de Pruissische schependie de Belgische havens, ten getale van 70 in 1841, van 80 in 1842 en van 129 in 1843 hebben bezochter het genot hebben van de voorreglcn op de ton- cn loods- reglenaan de Nationale schepen toegekendalsmede van de teruggave van den Schcldctol. «2°. Aan den anderen kant, dat de Belgische schepen, waarvan het getal in de Pruissische havens nimmer dat van drie is te boven gegaan er onder worpen zijn aan eene verhooging van belastingen en aan buitengewone vlag- regten. «Dat het gevolg hiervan geweest is, dat in de jaren 1841 1842 en 1843 niet een Belgisch schip zich meer in die havens heeft vertoond. «Gezien de wet van den 5dcn Junij 1839 op de teruggave van den Schelde- tolhoudende onder anderendat in gevalle er zichten opzigte van cenige vreemde vlaggewigtige en bijzondere redenen mogten voordoenhet Gou vernement gemagtigd is, de teruggave voor zoo verre die vlag betreft te schorsencn er wijders nader onderzocht zal worden of het voorregt van de teruggave behoort gehandhaafd te worden, ten behoeve der landen, met welke er geene handelsovereenkomsten van tol- of navigatie-geldcn getroffen zullen zijn. Op voordragt van onze Ministers van Binnenlandsche Zaken en van Fi nancien. Hebben besloten cn besluiten «Art. 1. De Pruissische schepen zullen in de Belgische havens onderwor pen zijn aan de ton- en loodsgeldenaan welke de niet hevoorregte vreemde schepenkrachtens de bepalingen der bestaande wetten en reglementenon derworpen zijn. De teruggave van den Schelde-tol wordt ten opzigte van de Pruissische schepen geschorst. «Art. 2. Bovenstaande bepalingen zullen buiten werking worden gesteld, op den dag dat er eene overeenkomst tusschen België en Pruissen getroffen zal worden." LUIK, 27 Julij. Gisteren middag omstreeks 2 ure is alhier een hevig onweder uitgebarsten met zulke zware plasregens vergezeld, als men zich ooit herinnerde in zoo korten tijd te hebben zien vallenen waardoor de tuinen en moeslanden in de voorsteden dan ook verschrikkelijk hebben geleden. AHXDEMIE-NIEUW§. j Z. M. heeft benoemd tot Rector-Magnificus voor het jaar 18441845 bij de Iloogeschool te Groningen, den Hooglceraar H. Nicnhuis. KOOPHANDEL. Daar Marokko, dit belangrijk gedeelte der Barbarijsche staten thans te regt het voorwerp der hemoeijingen van de Europesche staatkunde isen de staat kunde onder hare wezenlijkste takken het handelsbelang teltzal het niet on gepast schijnen om een vlugtigen blik te slaan, op den tot hier toe nog zoo onbekenden staat van den koophandel van dit gedeelte van Afrika in het alge meen. Vooraf echter moeten wij zeggen, dat zich gewigtige hinderpalen op doen om ten dezen aanzien zekere en volledige berigten te kunnen inzamelen de onwetendheid en het wantrouwen der inlandschc Kooplieden of liever der gansche bevolking, toegenomen door het Mahomedaansche fanatismus, dat te Marokko zich onverdraagzamer toont dan in eenig ander Mohammedaansch ge bied beletten alle openhartige gemeenschap van den kant van den inlandschen handel en van het bestuur ten opzigte van kooplieden en reizigers uit Europa van daar dat alle onderzoek omtrent de bronnen en behoeften des lands als verraad zou beschouwd worden om het rijk aan de heerschappij der ongeloo- vigen te onderwerpen en degene die zich aan dusdanige nasporingen overgaf, beleedigenden argwaan of wreede kastijding zou op den hals halen. De algemeene handel van Marokko is door den Heer van Graberg, Consul van Zweden te Tanger. die een goed werk over dit land heeft geschreven, geschat op 60 millioen francs, waarvan een derde zou behooren aan ruilhandel met den vreemdelingdat is te zeggen aan den zeehandel en twee derde aan de ondernemingen met Karavanen. Houden wij ons eerst met deze bezig. De togten met de karavanen (van het Persisch kear werk en revan reizend koopman) zijn, zoo als men weet, de wijze waarop liijna al de handel van het groote vaste land van Afrika, zoowel met Indië als met de Levant en de kusten der Middellandschc zee worden gedreven. Om niet te spreken van die van Noord-Afrikawordt de uitgestrekte woestijn van Sahara jaarlijks door

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1844 | | pagina 3