LEYDSCHE
COURANT
1844.
MAANDAG,
BJNNENLANDSCHE BERIGTEN.
BUITENLANDSCHE BERIGTEN.
r*
t*
De Courant wordt driemaal in de week uitgegeven, des MaandagsWoensdags en Vrijdags. De Maandagsche Courant wordt, uit
hoofde van den ZondagZaturdag avond verkrijgbaar gesteld, en de Advertentiën voor dat nommer worden Zaturdag vóór drie ure verioacht.
De prijs van deze Courant is ƒ3.voor de 3 maanden.
EEYDEN, 20 Julij.
De Hooglecraar Kaiser heeft onsop ons verzoekcenige inlichtingen doen
toekomen omtrent de thans zigthare Komeet, door welke de verschillende
herigtendie de dagbladen omtrent dat hemellicht gegeven hebbenin
overeenstemming met elkander gebragt worden. De Komeet is door den lieer
Mauvais te Parijs en door den student D'arrest te Berlijnonafhankelijk van
elkander ontdekt. De Heer Mauvais zag haar reeds den 7dcn jl.en de Heer
D'arrest ontdekte haar eerst den 9dcn. Kort daarna is de Komeet ook op de
Observatoriums te Altona en te Leiden waargenomen. Zij is voor het onge
wapend oog onzigtbaar en haar licht wordt aanmerkelijk verzwaktdoor dat
van den dageraad, die, in dezen tijd des jaars, den geheelen nacht niet van
den hemel wijkt. Door een goeden kijker vertoont zij zich als eene ronde,
vloeijend uitloopende, nevel, met een helder lichtpunt in het midden. Naar
de laatste waarnemingen op het Observatorium te Leiden, stond zij den 19dcn
Julij des avonds ten 10 ure op 230° 41' Begte Klimming, en 39° 27'Noor
delijke Afwijking en alzoo zeer digt bij het punt van den hemel waar de ster-
rebeelden Hercules, de Kroon en Boötes zamenkomen. Hare regie klimming
neemt dagelijks 1° 14' af, terwijl ook hare afwijking kleiner wordt, ten
bedrage van 42' dagelijks.
In een artikel dezer Courant van Woensdag den 17den Julij jl. vindt men
vermeldtliet alhier ontdekt en in beslag genomen zijn eener geheime Koorn-
molenen, als zouden, naar het schijnt, wegens die ontdekking, geheel op
den voorgrond staan de Ambtenaren daarbij genoemd, het laatste nu wel
verre van overeenkomstig de waarheid te zijnzoo heeft het bij daartoe
bevoegde en der zaak in allen deelen kundige personen eene regtmatige be
vreemding moeten verwekken, een artikel geplaatst te zien, hetwelk men
vermeentdat om meer dan eene reden aan het publiek had behooren te
worden onthouden. Ingezonden
Van de beschuldigden wegens het gebeurde te Weesp (zie ons N°. 8)
zijn door de Regtbank te Amsterdam slechts twee tot straf veroordeeldna
melijk wegens laster de in genoemd berigt vermelde baker tot 2 maanden
gevangenis25 boete en ontzetting van burgerregt gedurende 5 jaren en
wegens mishandeling een persoon tot eene gevangenis van 8 dagen al de
overige zijn bij ontstentenis van genoegzame bewijzen vrijgesproken.
's GRAVENHAGE19 Julij.
Naar men verneemt, heeft het Z. M. den Koning behaagd, voor Hoogstdes-
zelfs kabinet schilderstukken aan te koopenvan de kunstschilders P. F. van
Wyngaerdt en H. J. A. Jolly, beiden alhier woonachtig.
De Minister van Financiën ad interim heeft opmerkzaam gemaakt, dat de
termijn voor de overbrenging der hypotheken met den laatsten Augustus zal
verstreken zijn.
Den 16de" is alhier in den ouderdom van ruim 83 jaren overleden de
Hoog Ed. Gestr. Heer II. van RoijenCommandeur der Orde van den Ne-
derlandschen Leeuw buitengewoon Staatsraad in werkelijke dienst.
De overledene bekleedde gedurende zijne langdurige loopbaan onderscheiden
belangrijke postenen bewees daarin gewigtige diensten aan het Vaderland.
Ook voor deze stad was hij gedurende eene reeks van jaren nuttig werkzaam
bijzonder als President-Curator van het Stedelijk Gymnasium en als lid der
Plaatselijke Schoolcommissie, welke heide betrekkingen hij met onvermoeidrn
ijver tot aan zijne laatste dagen vervulde. Hij was, in den vollen zin des
woordseen regtschapenedeldenkend Menscheen weldoener zijner onge
lukkige natuurgenootcneen warm Christen. Geen wonder, dat hij alge
meen geacht en bemind werd. Zijne vele vrienden betreuren zijnen dood
zijne nagedachtenis zalhij allen die hem kenden in zegening blijven.
AMSTERDAM, 19 Julij.
Heden heeft alhierten overstaan van Z. Exe. den Minister van Finantiën
en in tegenwoordigheid der Heeren Iteael en Fock, daartoe door Z. M. den
Koning benoemd, plaats gehad de opening der billetten van inschrijving in de
te gelde making van de 80 millioen inschrijving in het grootboek van lielgie.
Z. Exc. de Minister van Finantiën deponeerde ter tafel eenen verzegelden
brief, inhoudende het door Z. Exc. vastgestelde minimum.
Er waren 160 billetten van inschrijving, gedeeltelijk vragende de ruiling
van gemelde Belgische Inschrijvingen tegen hetzelfde bedrag van Nedcrlandsche
2J pCts. schuld.
L'it de opening van den verzegelden brief des Ministers bleek toendal het
gestelde minimum in geld was 61 pCt.
De Minister met de twee Commissarissen verwijderden zich daarna om 1e
beraadslagen. Toen IlEd. weder terugkwamenwerd namens den Minister
verklaard, dat toegewezen waren 321 aandeelcnieder ten bedrage van
20,000aldus gezamentlijk uitmakende een bedrag van 6,420,000.
Yan deze toebedeelde aandeelen waren 266 in geld tot den koers van 61
pCt.en 55 in ruiling tegen Nedcrlandsche 2} pCts. inschrijvingen.
Uit de opening der 160 insehrijvings-hilletten is gebleken, dat gevraagd
zijn 716 aandeelen, van welke 396 niet zijn aangenomen, als zijnde tot den
prijs van 59J-60J doch 265 tot den prijs van 6163J zijn aangenomen,
en bovendien 55 aandeelen in ruiling voor 2pCt. Nat. Schuld. Het Han
delsbladwaaruit wij dit berigt mcdedeelenvoegt er onder zijne Beurs
tijdingen het volgende hij
De alloup der lieden bekend geworden inschrijving tot verkrijging van
Belgische 21 pCts. heeft niet gunstig op den stand onzer binnen], fondsen
gewerkt. Men beschouwde den maatregel als grootendeels mislukt, en deze
omstandigheid loktevooral in Integralenonderscheidene verkoopers uit
die den prijs op nieuw bijna 4 pCt. sedert gisteren deden achteruitgaan.
UTRECHT, 18 Julij.
Het gedeelte van den Rijn-Spoorweg van hier tot Driebergen is gisteren voor
het publiek geopend, en met den besten uitslag bekroond geworden. Het
aantal personen heen en terug vervoerd, heeft omstreeks 300 bedragen. De
baan, waarop men naauwelijks het eentoonig hotsen kan ontdekken, ligt
door een der vruchtbaarste streken dezer Provincieen biedt zoowel van nabij
als in de verte eene reeks van schoone gezigtspunten aanwaarvan het alleen
te bejammeren is, dat zij elkander zoo spoedig afwisselen en dat de afstand
tusschen beide genoemde plaatsen te spoedig wordt afgelegd.
ZIERIKZEE, 16 Julij.
Te Nieuwerkerk gemeente Schouweheeft een zekere N. KrabbeKoorn-
molenaar aldaar, na zijne vrouw met een ijzeren koevoet doodelijke slagen te
hebben toegebragtzichzelven opgehangener bestaat eenigc hoop op behoud
van het leven der vrouw.
ALGE RIE.
ALGIERS, 8 Julij.
In het hoofdkwartier te Algiers is den 5den een dagorder afgevaardigd,
waarbij aan het leger wordt bevolen Prins Hendrik der Nederlanden, welke
Algiers met zijn eskader zal aandoen, met de aan zijnen rang verschuldigde
eerbewijzen overal te ontvangen.
Het Journal des Déhats bevat een particulieren brief van een geacht
officier op wiens oordeel men zich veilig zou mogen verlaten, gedagteekend
Oued Mouilla 1 Julij, waarin wij onder anderen het volgende lezen:
NV ij blijven nog in denzelfden toestand; de Marokkaansche troepen zijn niet
meer te Ouschda gezien, maar blijven er omstreeks vijf mijlen van daan. Het
kamp van Ahd-el-Kaderuit 150 ruiters en 400 fantassijnen zaamgesteld, is
in de laatste dagen digter bij het Marokkaansche opperhoofd Guennaoui gena
derd. Het begint de stammen op onze grenzen, de verwachte hulp van Ma-
rocco niet ziende opdagen, te verdrieten dat wij hun oogst opeten, zij begin
nen tot ons over te komen. De ellende van Abd-el-Kader is zoo groot, dat hij
uit gebrek zelfs bevriende stammen uitplundert.
Om een einde aan de Marokkaansche zaak te maken zal men krachtdadig
moeten handelen, des noods Tanger beschieten. Men moet denken dat het vrij
wat zorg kost om 7,000 man op onze grenzen te voeden. De hitte verstikt
ons ook en als wij zoo lang daar moeten blijvenzullen wc veel zieken krijgen.
In een nader berigt leest men het volgende: De zaken van Marokko
schijnen van dag tot dag een ernstiger aanzien te krijgen. Een verslag van
den Maarschalk Bugoaud geeft berigt van een derde gevecht, waarin de Marok
kanen wederom de aanvallers zijn geweest, bij Ouschda den 3de" Julij. Thans
beveelt, daar niet meer de vreedzame Guenaoni, maar Mamida een boezemvriend