BUITEINLAIVDSCHE BERIGTEN.
MAASTRICHT, 10 .In]ij.
De Arrondissements-Regtbank alhier heeft den Schrijver van het Dagblad
le DucJië du LimbourgA. E. Quesnetot dezelfde straf veroordeeldwaar
toe hij te voren reeds bij verstek veroordeeld was. Hij heeft zich echter tegen
het vonnis in cassatie voorzien.
OOST-IBüDIE.
BATAVIA, 29 Maart.
Onder de benoemingen en ontslagen door den Gouverneur-Generaal ver
leend vindt men ook die van den Heer T. A. M. Clarisseals Commies-
Ontvanger der inkomende en uitgaande regten te Jawane, residentie Japara,
op verzoek eervol ontslagen.
Het kan den Handelstand van Java niet ongevallig zijnbekend te
worden met de regeling der betrekkingen met de eilanden van Balie en
Lombok (eigenlijk Salaparang) welke onlangs is tot stand gebragt.
Reeds voor eenigcn tijd had de houding der op die eilanden regerende Vor
sten aanleiding gegeven tot onderhandelingen, ten doel hebbende het vaststel
len hunner verhouding tot ons bestuur, toen het gebeurde in Julij 1841,
met liet schip Overijssel, hetwelk gestrand zijndedoor de Baliesche bevolking
werd uitgeplunderden deze daad van den kant der Vorsten als gegrond op
een zoogenaamd strandregtwerd verdedigdde noodzakelijkheid deed inzien
om voor het vervolg handel en scheepvaart te beveiligen tegen aanmatigingen,
die onder beschaafde natiën niet mogen worden geduld.
Van dit strand- of klip-regthij hen bekend onder den naain van Ta wang
Karang, is nu door de Vorsten van Balie cn Lombok (Salaparang) na erken
ning van het Nederlandscli Indisch Gouvernement als eigenaar dier eilanden,
zoo voor hcnzclvenals hunne opvolgers onherroepelijk afstand gedaan.
Als een uitvloeisel van dezen afstandhebben zij zich jegens het Gouverne
ment verhonden om voortaan aan alle schepen en vaartuigen, die ongelukkig
genoeg mogtcn zijn, om op de kusten van hun grondgebied te stranden, mits
gaders aan dcrzelver opvarenden, alle mogelijke hulp en bijstand te verleenen,
zoo als zulks in alle landen, onder het Nederlandscli Indisch gebied staande,
wordt in acht genomen.
Voor het redden van goederen (zoo luidt een artikel der gesloten contrac
ten) zal worden te goed gedaan een bergloon van vijftien ten honderd als
minimumen vijftig ten honderdals maximumvan de waarde der ge
redde goederenwelker bewaring met slechts geringe moeite en zonder gevaar
is vergezeld geweest.
Daarentegen zal 50 ten honderd moeten worden toegestaan, wanneer b. v.
gezonkene zaken van den grond zijn opgedoken of daarmede werkelijk levens
gevaar of zware onkosten zijn gepaard gegaan. Voorts zal de hoegrootheid
van het bergloon, in elk geval, naar den boven aangegeven maatstaf, altijd
in aanmerking nemende de meerdere of mindere moeite en kostenwaarmede
de redding der goederen is bewerkstelligd door eene commissie van arbitrage
worden uitgewezen. Deze commissie zal bestaan uit een Lid van wege het
Nedcrlandsch Indisch Gouvernementeen Lid van wege de Vorsteneen Lid
van wege het gestrande schip.
Voorloopig zijn tot leden vanwege het Nederlandscli Indisch Gouvernement,
voor Balie, gekozen liet tijdelijk hoofd van het etablissement der Nederlandsche
Handelmaatschappij te Koeta in Badong, cn voor Lombok de Heer G. P. King.
WEST-INDIE.
SURINAME. 23 Mei.
Wij deelen hiermede den in ons Nommer van den 10llen dezer beloofden
brief uit het Surinaamsche blad, omtrent de Kolonisatie onder opzigt van
D°. Betting.
Mijnheer! Sedert eergisteren is het gerucht verspreid, dat het Gouver
nement alhier van hooger hand het besluit heeft ontvangenom met alle
kracht de werkzaamheden op den post Groningen ten behoeve der kolonisatie
te doen voortzettenonder opzigt van D°. Betting. Indien dit waar iszoo
als wij hopen, dan zal het overbodig zijn te zeggen, dat men nu, meer dan
ooit, met welberadenheid moet te werk gaan. De ondervinding heeft reeds
getoond, welke de gevolgen zijn van verkeerde handeling en bestier in deze
hoogst belangrijke proefneming. Het is door uw dagblad, Mijnheer, aan
het publiek bekend gemaaktdat D°. Betting en de landbouwer Bovenkamp
in hunne brieven aan D°. van den Brandhof, verklaard hebben, dat de ko
lonisatie hier te lande zeer goed gelukken zoudedat het klimaat hen zeer
goed in de hand was gevallendat de warmte geen beletsel voor eenen ma
tigen en gercgelden arbeid uitmaakte dat de grond zeer vruchtbaar is en
het den arbeider hier wel kan gaan met 3 uren arbeid, beter dan in Neder
land met 24 uren; en desniettegenstaande hebben die zelfde personen, weinig
tijds later, zich aan het Gouvernement geadresseerd, met de verklaring, dat
het plan van kolonisatie hier te lande onuitvoerbaar zoude zijn. Het is be
kend dat het Gouvernement daarop cene Commissie heeft benoemdom de
door D°. Betting en Bovenkamp opgegevene bezwaren te onderzoeken, te meer
daar de landbouwer Rijsdijk verklaard had, dat het mislukken der werk
zaamheden gezocht moest worden in verkeerde behandeling der zaak. Het
is bekend, dat de benoemde Commissie, in een uitgewerkt verslag, niet
alleen de bezwaren van D°. Betting heeft wederlegden aangetoond, hoe
mendoor ongepaste maatregelen van hel regte spoor is afgewekenmaar
tevens het mogelijke tot bereiking van het doel aangewezen.
»In dezen stand van zaken is het nu moeijelijk te bepalen, wat de uit
komst zijn zalindien het hervatten der werkzaamheden wederom aan den
zelfden Heer Betting wordt overgelaten. Zonder aan de grondbeginselen en
talenten van dien geachten Predikant in het minst te willen te kort doen,
rijst de vraag op: of iemand, die de zaak der kolonisatie als onuitvoerbaar
heeft opgegeventegen zijne opgevatte meening aanmet cenige lust of op
gewektheid het bestier over dat zelfde werk zal kunnen uitoefenenen of
van zoodanig iets eenig gunstig gevolg kan worden verwacht Wij geloo-
vendit ontkennend te moeten beantwoordencn dan volgt daaruit de
tweede vraagof het dan geen tijdverspil en geldverlies isom op denzelfdcn
voet het werk te hervatten?
De zaak toch is van te groot belangom niet wederzijds in eene wis
seling van denkbeelden te treden, en niemand kan het den welmeenenden
burger als euvel aanrekenenals hij zijne gevoelens daaromtrent kenbaar
maakt. Het staat toch vast, dat de kolonisatie van Europeanen een der
beste middelen isom den toestand van Suriname te verbeteren ieder bur
ger heeft dus belang in de zaak, en mag niet onverschillig zijn omtrent de
behandeling derzelve.
Het besluitom de werkzaamheden te hervattenis het bewijsdat de
Regering geene poging onbepruefd wil laten om onzen toestand te verbeteren.
Het wordt dus van onze zijde een duurzame pligtom datgene in het mid
den te brengenhetwelk strekken kanomzoo niet meerdan toch in
lichtingen omtrent de goede zaak te verspreiden. Vooreerst wordt van
meer dan eene zijde het terrein van den post Groningen als onvruchtbaar
afgeschilderd. Indien dit nu waar iswat kan het dan baten om op
nieuw daaraan belangrijke sommen te koste te leggen en tijd te verzuimen
Het is waar dat de gebouwen op dien post zeer vele uitgaven kunnen bespa
ren doch wat baat zulks, als de grond niets kan opleveren? Zoude het
niet oneindig voordceliger zijnindien men een stuk bewerkt land aankocht
en aldaar de woningen voor de nieuwe kolonisten plaatste, en op die wijze
onmiddelijk een' aanvang maaktein stede van wederom zoo veel tijd te
besteden aan het openkappen en bepolderen op Groningen
Zou bij voorbeeld eene plantaadje, als Voorsorg in Saramacca of als Le-
liendaal in de C'ommewyne, niet voordeeliger voor de kolonisatie zijn, dan het
aanbrengen van nieuwe landen Zoude de daartoe te bestedene koopwaarde
niet gelijk staan aan de sommenwelke nu wederom in Groningen zullen
worden gestoken? - En al eens aangenomen dat Groningen geschikt ware
voor de kolonisatie, zoude het dan niet gebiedend noodzakelijk zijn, dat het
werk op eene geheel andere wijze werd aangevangendan vroeger het geval
is geweest Is het te onderstellen dat D°. Bettingbij den besten wil
de zaak nu met belangstelling zoude kunnen opnemen, daar zijne overtui
ging hem zegtdat zulks aan iemand anders werd opgedragen en wel aan
eenen zoodanige, wien men eene zekere som gelds in eens aanbood, om het
terrein binnen den kortst mogelijken tijd in behoorlijke orde te brengen?
Zoude het niet doelmatiger zijn, om het toezigt over het werk op te dragen
aan eene Commissie van b. v. drie bekwame personenaan welker hoofd D".
Betting gesteld werd? Deze Predikant toch kent den Surinaamschen grond
niet, heeft geene kennis van vellen, opruimen, bepolderen cn wat meer tot
den aanleg behoort, en heeft dus behoefte aan verstandige leidslieden, die
der zake kundig zijn. Hoe het hiermede ook moge gelegen zijnwij voor
ons kunnen het niet ontveinzende zaak thans van cene moeijelijker zijde te
beschouwen, dan in den aanvang het geval is geweest. Indien zij nu
mislukt, dan is het uit met ons! En niet meer dan billijk; de Regering
wil ons helpendoch wij moeten niet tverJceloos blijven.
»Mogt mijn geschrijf tot eenige overweging aanleiding geven, dan is mijn
wensch vervuld."
SPANJE.
MADRID, 4 Julij.
In de Provincie Murcia hebben eenige ongeregeldheden plaats gehad
door aanstokerij van Partijgangers van Espartero; het burgerlijke en militaire
gezag heeft deze uitbarsting krachtdadig bedwongen.
Men leest in de Globe van Madrid
De tijdingen die de Regering van Marokko heeft ontvangen zijn geenszins
bevredigend. De Keizer heeft in bewoordingen die noch voorzigtig noch
vreedzaam zijn op de vraag geantwoord die hem gedaan was om de belec-
diging goed te makenwelke wij openlijk ondergaan hebben. Brieven van
Barcelonadie wij van geloofwaardige personen hebben ontvangenmelden
ons, dat de ministers zich met deze belangrijke zaken bezig houden.
De zaak van Marokko heeft eenen belangrijken voortgang gemaakt. Do
Spaanschc Regering heeft aan een leger van 6,000 man order gegevenom
zich naar Ceuta te begeven. Het bevel over deze afdceling is aan de Generaal
de Villa Longa toevertrouwd.
Men schrijft uit Ceuta van 25 Junij aan het dagblad Tiempo te Madrid
Den 22sten is de Generaal Antonio Ordinez hier aangekomen, en heeft het bevel
aanvaard dat bij voorraad aan den Brigadier Mauri was toevertrouwd. Heden,
den 25sten, heeft de nieuwe bevelhebber met de gewone plegtigheden het vaar
tuig ontvangen waarmede de plaats was bemagtigd door den Generaal die
dezelve aan de Mooren ontweldigde. Deze plegtigheid heeft in de hoofdkerk
plaats gehad. [Mogelijk vraagt hier de lezer, een vaartuig in een kerk? en
schudt zijn hoofd van wege zijn ongeloof. Het Journal des Débats deelt het
mede zonder eenige opheldering. Waarschijnlijk zal het dus al een klein vaar
tuig zijn geweest, waarmede de stad in 1415 op de Mooren is veroverd.]
PORTUGAL.
LISSABON, 2 Julij.
De Koningin heelt de uitgebreide plannen van het Ministerie tot verbete
ring van het financie-wczen goedgekeurdbestaande voornamelijk in het dek-