c [an iderrli OAS; mi) Her en. MAR, e n, lederen, n raim i Echi|i„ V0UE, VELQj A 1S44» L E Y S II E WOENSDAG, enicbi; welke' aanbevel: 'OOI 'inhirt: reu.m. ure l)«n ïxtrJ r verder cÜ'deo it Iscracie, T. G. "g- ten vu NEGEN Hei Tm aantal 1 en door f 0 5°. :Sterdan nmarlltii rrtiilir KN£ ai Sion li, Kk i Tra! isiieirr if. 2«i! GBN un igd 2 Ijl kotiieadf c.hrevett Lit truid te "gegii en, geli 3 »5Jen 1CKKR FFRIE, 'estamtr, T DE BI IJ, dn linden li s Emit anci K JER tl irmi foor lt« willet he Mix see Fm O eetie|t Bi tint. Csck acinei, toffen ie Ql»l Cnvi etent 3 10! IC °p 1)1 tERST; Is van i IREN.i ien, i# eLeyc kennisgeving. feÜRGEMEESTER HM WETHOUDER» OER STAD LEYDËN, Ontvangen hebbende eene resolutie van de Ed, Gr. Achtti. H. H Gede-ï pnteerde Staten vin guit Hollandwin dén 17. dezer maand, Provinciaal- Had N°. 7a) houdende aanschrijving tot het doen eener 'Collecte, ten behoeve der llagtoffcs van den té Aalsmeer plaats gehad hebb'ende brand Brengeo bij deée tér kennis van de ingezetenen dezer Stad, dat op Don derdag en Vrijdag den 30 en 31 Mei aanstaandetot voorschreven einde lil plaats hebben eene .i/gemeene Collecte, in geslotene butsen langs de hui- xen der Ihgeaeténen. Gelijk nimmer te vergeefs de Werkdadlge belangstelling vin Le'jdens In-) getetenen bij. buitengewone rampen 4-erd ingeroepen, vertrouwen Burge meester eb Wethouders, door die ondervinding gésterkt, dat op nieuw door milde giften zal worden bngedtagen, tot leniging van een onheil, waarVobr deze Stad Zoo kennelijk wordt bewaard, maar hetwelk onze meestal mingegoede landgenooten te Aalsmeer is overkomen en eene scha de aan gebouweb eti meubilaire goederen, welke niet voor brand verzekerd waren, van meer dan f Ico.óoo bedraagt, zoodat, wanneer hierin niet van elders op eehe doeltreffende wijze Wordt te gemoet gekdmen, eén aantal huisgezinnen tot éolalagen armoede zullen zijn gebragt. Aldus gedaan bij II. Ha Burgemeéster en Wethouders der Stad Leyden op dén S3Sten Mei 1844, DU R I E U. Ter ordonnantie van dezelve, V. PUTTKAM MER. NEDERLANDEN. Letden, 38 Mei. Op voorstel vin de Faculteit vin Wis- en Natouritandige Wetenschappen; Waartoe genoemde Facit! éit op den 7den Februarij jl. besloten heeft, en op een ander voorstel van de Facu'teic vsri Bespiegelende Wijsbegeerte en t.ctteren heeft de Senaat der Hoogeschool alhier den Heer F. StamkarT ie Amsterdam den titel van Mothese oS Magister Philoscphiae Naturalis Doctor, 'en den lleér.. Arend te Medembltk, den titel van Philosophiai Thcoretieae Magister, Litterarum Ha ndr.ioram Doctor, beide honoris ciu-,4 opgedragen. In ons voiig nummer maakten wij gewag van de memorie van toelich ting, gevoegd bij he wetsontwerp tót conversie der schuld j ih den aanhef derzelve wordt het volgende gezegd: Sinds lang wak de Regering voornemens, de openbare uitgaven te vermin deren, doormiddel van eehe reiite-besparir.gte verkrijgen bdor de vrijwi'- lize cohVérsle van éeh daarvoor vatbaar gedeelte dér staatsschuld. Ook aan de Sittcn-Generaal is zoodanige maatregel wenschelijk voorgekomen. Deselve maakt een belangrijk deel uit van Het ste'sèl, beraamd tot herstel Van het evenwigt titsscfieh de ontvangsten en uitgaven van oen S.aar. Tnans; hu Nederland, op eene even merkwaardige als eervolle wijs, met de daad getoond heeft, wat het veil heeft voor het behoud van het stattscredtet, schijnt Rët oogenH'k disr te zijn, voor eene vermindering van de renten der openbare schold, wtarbij aan schutdeischers tevens de ailossing van het kapitaal wordt aangeboden. Eene nieuwe roekomst schünl zich té opened voor's lands financiën. Niet alleen Zijn de tekorten gedekt, maar vele omstandigheden loopen te ztmen, om den toestabd der schatkist voordeellger te maken, dan men zich, by het voordragen der daartoe betrekkelijke wétten, kon voorstellen. Wat den achterstand van 1840 en vroegere jaren betreft, laat het zich isnzien, dat de middelen, tot dekking aangewezeo, daartoe voldoende zul. Ien zijn, ofschoon nog niet met zekerheid te bepalen is, of dezelve een linmerkelijk overschot zullen opleveren. ije tekorteD van de jaren 1841, 184a en 1843. bij de laatste wettelijke regeling derzelve aangebdtben op f 17,153,800, zullen aanmerkelijk minder bedragen. In de eerste plaats Is, bij dé definitive sluiting der koloniale rekening over 1843, gebleken, dat de bijdragen Uit de Overzeesche Bezittingen, over dat jaar, ruim één millloen meer zullen bedragen dan men had bere kend. In de tweede plaats, brengt de thans bekende afsluiting der staats rekening over het jaar 1843 mede, dat de werkelijke uitgaven over dat jaar luim een millioen guldens beneden de voor de verschillende hoofdstufueo der begrooting, mitsgaders voor onvoorziene uitgaven toegestane sommen lijn gebleven, De vooroitzigteh voor den loopenden dlenft zijn niet ongunStlg. Men mag zonder overdrijving aannemen, dat in 1844 de bijdragen uit de jjéldmiddelen der Overzeesche Bezittingen hooger zullen zijn, dan bij de inning der middelen voorlooping is in bate gebragt, zoodat de meerdere lltgsaf door de weiken aan het kanaal van Terneuzen noodzakelijk gewor den, daardoor ruim gedekt zal zijn. Het laat zich derhalve aanzien, dat ook dan, wanneer de staatsuitgaven het bij de verschillende hoofstnkken der begrooting bepaalde maximum mogtèn bereiken, voor het jaar 1844 evenwel,tot dekking van die uitgaven niet meerder en waarschijnlijk minder dsn men zich had voorgesteld, uit de opbrengst der vrijwillige leening zal behoeven te worden afgezonderd. De grondslagen van het staatscrediec derhalve, bij eenen merkelijken vooruitgang in de staatsinkomstengevestigd Zijnde, mag men aannemen, dat, van deze zijde bezien, het oogenblik illezins gunstig is, om tot den lang gewenschten maatregel eener besparing op de renten over te gaan. En wat de geldmarkt aangaat, de toestand van deze is van dieh aard. dat vermindering der rented van zelve uit den prijs der Interessen schijnt voort te vloeijen. Yoorta wordt, onder anderen, nog gezegds in andere Rijken zijn trouwens|maatregeléD van gelijken aard reeds daarge- Steld of voor de uitvoering rijp. De fondten van andere Staten hebben eene hoogte bereikt, welke het werkelijk genot der renten béneden dérzelver nominaal cijfer doet daleB. Men behoeft dan ook niet te vreezen, dat eene vermindering der renten van de staatsschuld de Nederiandsche kapitalisten tal bewegen, hunne gelden lo vreemde fondten over te plaatteo. Wars vin el wat groote schokken, waar die (e vermijden zijn, zou kunnen ve. oorzaken, koestert men het voornemen, om de rentevermindering op eens voorzigtlge en geleidelijke wijt uit te voeren. Ook bierdoor zal bet gevtar tas veipltatilDg van kapitalen worden afgewend. Bij conversie-maarregelen moét, rob veel mogelijk, hei belang dér toé. komst in het oog gehouden en alzoo vermeden wordên de bovenmatige ver- grobting van het kapitaal der schuld. Tot zoodanige vermeerdering behoort nimmer te worden overgegaan, dan bij onvermijdelijke noodzakelijkheid. In het itfgeloopen jaar oordeelde de Regering, dat die noodzakelijkheid aanwezig was; thans geloofde si', dat, onder veranderde omstandigheden- eené vrijwillige renlevtrmindettng met hoop op goeaen uirslng kan worden ondernomen, zonder daarbij het lökaaj eener aanzienlijke kaptcaalsvermeer- deting té voegeft. Die vooronderstel! ng échter kon op géëne andere wijs 'tot zekerheid gew bragt wordeh, dan door net aan de beurs vestigen van een 4 pCts. fonds, en door het bepalen voor dSt tonda van eènen zoodanige» prijs, dat latere uitgiften Sllenga tegen hoogeren prijs plaats kónden hebben; zoodat men van de Zijde der beurs op d.e medewerking zou kunnen rekenen, voor hec welgelukken van maatregelen als deze zoo zeer wenschelijk. {Vervolg en slot hierna.) "Onder M°. 41 der 5de tabel, behoorende bij de wetten op het pa- teniregt, zijn de zeepziederijen van zachte zeep naar de 3de tot de tide klasse van tarief A belastbaar verklaard. Het is aan Zijne Esc, den Mi nister van Financiën gebleken, dat deze gtoote ruimte voor de aanslagen- zónder dat de wet bepaalde omstandigheden heeft aangewezen, om btj dé klagsificariën in acht genomen te worden, steeds tot groote ongelijkheden aanleiding heeft gegeven, terwijl dsardoor het bestuur niet zelden in moeije- lijkheid is gebragt bij de bebandeltbg van verzoeken, houdende bezwaren tegen blijkbaar te hooge aanslagen. Ofschoon voor de regeling dier aansla gen in sommige controles, eo zelfs ook in sommige provinciën, naar vaste tarieven ts te we.-k gegaan, hetgeen bp z ch zélf reeds veel was, werd echter dkardoor de ongelijkheid ntet weggenomen, tnsschen de aanslagen van deze zeepzieders en de atnslagéh van de zoodanigen, die elders zon der, of naar andere tarieven werden belast. Uit aanmerking daarvan is het welgemelden Minister wenschelijk toegeschenen, om voor de aanslagen der zeepzieders algemeen meer bepaalde regelen aan te wijzen, en daarvoor een tarief aan te nemen, bü welka opvolging alle reden tot klagte, welke snin. der de hoegrootheid dan de evenredigheid der belasting betrof, zou ophou den. Ter verwezenlijking hiervan is door meergenoemden Minister, bjj re solutie van s Mel II., N°. 43, een zoodanig lanef vastgesteld, hetwelk overigens is gegrond op het bedrag der regten, thans door alle de zeepzie. ders in zachte zeep te zamen voldaan wordende, en op de hoeveelheid van het door dezelve gefabriceerde en de daaruit voortspruitende vermoedelijke winsten, en dat alzoo geene verhooging van de massa der regten, maar enkel eene betere verdeeling van derzelver bedrag te weeg breDgen zou. Du tarief houdt het volgende in: Zoo de hoeveelheid van het gefabriceerde gedurende het vorige jaar la geweests 5boooo tü of daarboven, Vin 375,000 toe bened. 500 000 t 375,000 300,000 150,000 100,000 75,000 50 óco beneden 375,000 375.000 300,000 150,000 100,000 75,000 50,000 dm 3de kl. 4de 5d<= 6de 7d« 8ste 9de lode Ilde voor zoo verre dergelijke De gemeente-Besturen zijn uitgenoodigd, fabrijken 1st hunne gemeenten gevonden worden, de voormelde maatstaven ter kennisse van het collegie van zetters der otre&te belastingen te brengen ten einde dezelve tot rigtsnoer btj dé regeling der aanslagen in het paient- fegc te doéri strekken, Van meer dan eene zijde is hét Departement vdn Justitie geraadpleegd over de vraag: of de Griffiers bij de Kancengeregten en Arrondissemems-Regt— banken beloonlngen nioged rekenen, zoo voor dé minuten van de processen- verbaal der ébdi-prestatiën betrekkelijk de belasting op het regt van succes sie, als voor de afschriften, welke daarvan worden afgegeven? Hét is aan gemélde departement intusschen, niet twijfelachtig voorgeko. men, dat zulks lijntegt zou strijden met de bepaling van art. 13 der wet van den 37' December 1017 Staatsblad N°. 37,) waarbij het kennelijk des wergevers bedoeling is geweest, om ook Oe aflegging van den eed, de expeditie van het proces-verbaai, enz., voor geene Berekening van salarta vatbaar te keuren, ten einde alzoo eene formaliteit te verltgtenwelke eeniglijk én alléén in 's Rijks belang ia voorgeschreven, en welker vervul ling dus zoo min mogelijk bezwarend moest gemaakt worden. Aan dié bepaling nu Is, naar het oordeel van het departement, door de, bij de wetten van den 38 Aogustua 1843 Staatsblad N°. 37 en 38), vast. gestelde eerste en tweede titels van het tarief van justitie-koaten en saia, fissen in burgerlijke Zaken eventniè gederogeerd, alsznlka het geval ia geweesc door hét, bij Koningljjk besluit van den 30 November 1839 {Staatsblad N°. 49) vastgesteld tatief; en de artikelen 8 en u der wet van den 38 Augustus 1843 {Staal-blad N°. 37) en N°. 5 Int. c. van art. 3, mitagaders art. 4 der wet van den 38 Augustus 1843 {Staatsblad N°. 485 kunnen en behooren, naar het inzien van gemeld departement, in geenen andeten zin te worden opgeval, dan zulks heeft plaats gehad met de daarmede, wat de hoofdzaak betreft, overeenstemmende artt. 39 en 40, het 7de lid litt. c van art. 39, mitsgaders art. 31 van het bij Kontngltjk besluit van den 30 Nov. 1839, vastgesteld tarief, zoodat de voorschriften, met betrekking tot die onoerwerp gegeven, bij de aanschrijvingen van den heêr Procorenr7GeneraaI bij het voormalig Hoog-Gerëgtshof te 'sGravenhage van den 3 Maart 1819 ed van den go December 1831, ffiltagadets van den laatst vortgen Minister van den 31 Maart 1840, N\ 35, nog steeds van toepassing moeten wor den geacht, Men zegt, dit de Ex-Regent Espartero, vergezeld van den Generaal van Haten, den aöiten te Rotterdam met eene stoomboot aangekomen Is. Uit Asten schrijft men van 31 Mei: Volgens de officiële opgaven, bedroeg de bevolking van dit gewest op I Januarij dezes jaars 78,854 zielen: zijnde onder dat getal de bevol king van de gestichten der Maatschappij van Weldadigheid begrepen, maar clet de mt'.ltane Bë2eiune van Assen en Coevorden, noch de gevangentra en gedetineerden te Assen. De bevolking der provincie beliep op 1 Ja. iu -ij 1843 77769, en ip 1 Jiituaiij 1843 75,705 zielen, zoodit zy itr lf'4J oe. 3,066 v" «843 met 1085 Is toegenomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1844 | | pagina 1