A*. IS» I.
L E Y f> 8 C H
e 0 ij ii A f./;
Get»!.
6oï
755.
100!i
9«t
86]}
Msi
36.'
♦7
WOliNSDACi
ittitiiisbiviNc,
SURÓÈMEESTKR. en WËtHöütiEllS der .STAD LEYliEV, brenjtn bii deze
ter kennisje van -de Ingezetenen deyr Stad, dat de Heer Staatsraad, Ovtivirneur de/ef
Provincie, naar aanleiiiinn-van Aft. jr van.de, bij Kontnglijk besluit van den 15 Decem
ber 1820, (.Staatsblad N°. 27 vastgestelde instructie der Gouverneurs, voornemend
is, op Woensdag den 15. dezer.jiiaand deze Stad te bezoeken» w.nncer deè namiddags
lusschen Uh en tvtte ure, op Ket Raadhuis dezer Stad, aan de verschillende .Autoriteiten,
Ambtenaren en de Geestelijkendie verlangen zullen Iloogstdenzelven te zienlieiièvefis
de Ingezetehen, ivejke «nige belangen hebben voor te dragèb^ daartoe de gelegenheid
lat wofdeO aangeboden; t
AlduS gedaan bij Burgemeester en Wethouders dcf Stad Leydeh,
bp den i4dfch Mei 1844,
D U R IR 0.
Ter Ordonnantie van dezelve,
PUT TRAM MER..
in E
E N;
PISSEN
jver» bot
af hallngt
IAN.
Ja.
EIJER.
Vrouw:
1 Az.
n ter etui;
vijlen dei
PUI, h
'eegitertet
len Z. M.
DÊRLAND
Lè?den, 14 Mei.
Heden borgen li ,met militaire eer begraven het Hoffelijk overschot vin
des oerdienitëiyken iiten Lultenant-Kwamermeeiier bij bei jde regiment
den heer B, A. A. ReeUfs, op de begraafplsata aan de Mare Poort bij den
lijltitoet hadden zich H. Jij Officieren van de Stedelijke Schutterij en der
beide reglHtenteei infanterie, hier in garnizoen gevoegd, en ikerd de pleg-
tlgheid opgelOilterd door het tieurmiiiijkuitgevoerd door de muzykanten
tfer ScbutterS. Het lijk, -Hetgeen met eend lijkkoets van de woning de»
overledene» naar de begraafplaats gevoerd was, werd bij het oprijden der
lnn,die di'fheen leidt, uit de lijkkoets genomen, en door onder-officieren
«ifokarti.gcdra.gep, terwijl ^Officieren de slippen vsn het lijkkleed vast hielden.
.4- .Zijne ftlsji heeft tot gegradueerde leden In het Geregclhof te Para.
iiribo benoemd: de heeten Mrr. Ai Kikkert Sihotborgh en J. A. Uiman.
De heer C. F. Heutdi ia b|j koninglyk besluit benoemd tot Ditecteufr
Ier nijpen ter kust van Guinea.
te de Staait-Courant leeat mep het volgepd artikel, door de Minii-
Itri van Binneulaodsche ZdkenJuititie en Financiën onderteekend:
Ten gevolge van bg de Regeling ingekomen vertoogen wegens het na
deel, hetwelk atn den Nederiandscheb boekhandel worde toegebragtdoor
bet hidrPkken boittn 'a lands, en voornamelyk in Belgie, van werken, van
geile in dit R«k kopg-regé léordt b'éz'eten, en door het Invoeren, ver-
Ipreiden fen verkoopen hier te lande vin die nagedrokte Werken, wordt by
lett, Ih verband met de deswege iéeda van Regeringswege genomen maat-
tegelen, een iéder die keonii mogt bekomen van het nadrukken buiten
'sliiids van ein werk, waarvin hier te lande kopij-regt wordt bezeten,
iitgftioodigd om Üatrvan opgave te doén aan dé Depauêmemen van Jusci—
ill tn Financiënten einde dié Departementen bepaaldêlyk op zoodanig
vetk recherches gouden kifönen doen rigten.
Op dén ógsten dezer zal, onder nadere approbatie, door de Com-
jden mijtiUug vjn beheer en toezigt Övér dé dioogmaking van hei Haarlemmermeer,
betuigd ik jp ((el „.ghfljg te Haarlem, bij inichrijving en opbod Worden aanbesteed:
en mynei,»Het mskeó van éeh gedeelte der bedijking én ringvaart, aanvangende uit
It «eeoi gegraven ifngvian by de grenzicbeiding der provinciën Noord-
lol.and én Zuid-Hollandén «trekkende door dé gemeente Efennebrogit tot
ioen in de mede leeds dtergéstelde heringing èvèn té'n noordén de Zwart-
tnburgerv»«rt in de gemeente Heéffiitéde, aïsbede het opWérke'n van eenige
likken ringdijk en het slóften van toornige gemeenschapsopëningen én op-
«i#éó van dfOtÓéA to de ringvaart tusicheh de Hillegommerbeek én hét
[ijdet-Sparrééen 4°. de vereiacht wordende herstellingenbenevens het
wietheuden tot Blei 1845 van al de bereids voltooide werken tot droog
niking van bet Haarlemmermeer élk de verdere daarmede in vètbind staande
len mgnet
eggen w(
JEd von
AS.
ëEN,
la
nlng, met
nlaale vu
[erk.
de Stuf. jiitktaa
>e gemet'
GEMET-
de Heet»
len noittl
t de Zon-
d *i vota-
den Sttb
zullen»
igen wot-
ike Pint
Halve ia
üANJESi
keurili
MINB-
Ptyaei,
buiten dl
hec R«*
OEKBN,
ende met
Staat ei
tunde tl
tg vereelt
leparateo»
jacbe eo
nede eeo
'erkament
mitiga*
Hei geschil tóaaehen het werkvolk en de aannemers aan dé werken
ét Indijking bij Kolhorn, iö Noord-Holland, waarvan door de dagbladen
1 melding gemaakt,' ia bggél.egd, zonder dat de goede orde dsarby gestoord
1, Ëenlgen eéhtér, die dé belhamel» geween waren, om verhoogd loon
eischeo, fijn Van bét werk Verwijderd, p-e militaire magt, naar de
MM heen getrokken heeft treb nke t hét geséhil niet behoeven te bèmoeijen.
Volgeni een brief vao Havanna, g'édagteekend 10 April, is het schip
Isuna, Kapitein Bit, van Amsterdam derwaarts bestemd, op eenigen af-
tind Van de bahfen aldaar, na tegen de rotten gestooten te hébbenge-
mod en kal met de lading gehéél weg' z'yn. Eene stoomboot en twee
Haeptn wared tót «diiateniie afgezonden, doêh dezelve zUn zonder hnip
khebben kunnen vefleenen teruggekeerd; de passagiers en de eqéipagte
fljs echter met veel moeite en levensgevaar gered, waarbij zich de Kapt-
nisi éér in dé boven liggende Ameriksiniche schepen zeer hébben onder-
Al» Vióé-Conéul van Zweded én !>}oofWegen aan den Helder ir er-
kid dé, beer H. G. Egidiin
AU ólk Utrecht meldt mendat de Hoogleeraren der Hbogeichool dier
Mé tleb veréénigtf hebbenom voor Hunne rekening in de onderscheiden
liHfté prijsvragen tér besntwoordig aan de atudentén by 's Lands Hooge-
fcholen en Athenaea*i nif te rCbryven,
-s-Men «éhryft uit Harderwgk vinden lodén Mels
Den I3den deaor aai wan hiér re water naar het Nieuwedlëp vertrékken
ei.detachement,' stétk 140 orider-offleieren en manschappen, onder bevel
en' dep v»b vtrlof terug keetenden Kapitein der infanterie van hét Oott-
idiifh leger Cramerbegeleid wordende dóór den nde Luitenant der infan-
irie tan it Gramfet, en den officier van gezondheid 3den klasse Ptiatch
ié einde den Ijdeu daaraanvolgende, atn boord van bet Néderlindtch bark-
ilit; Lmtffari,, Kapitein J. rass Duin, over te gean en naar Java té wot-
(1 overgevoerd,
- Uit Zu^ieu Widrdc -van den ilden Mei bét volgende medegedeeld:
Gisteren namiddag, otaatreeks 6 ure, Werden wij met tchriK en ontzetting
eviir, dat een rtftuigje met drie jonge damet, door het achrikken van het
and,- naby de Woning vab deu landman Pieter Fentteg, in de rivier de
ooigricbl echt wat gevallen, Aanstonda ibelden genoemde Fersteeg en zijn buurman
Wi ran der Geer ;gr bulpe toe, en gelukte het hunne menschlievende
voreenigde pogingenom, met bèhtitp der huoneo, de drié dames, als
Jak-héf tytulg en paard,' uit hél water te halen, térwyi tWeé der geredde,
tï word» ti, hoewel doooelijk ontsteld, dadelijk teekenen van leven gaven, maar
t detde gvhtel btwusieióoa wi» en gpane teekenen van leven aaodnidde.
't gereddé damca vfardén onverwijld ia dt woning vao genoemden Fefttteg
^ydca»
15 MEL
gebregr, en aldaar nienschliévend opgenomen en yerrorgd, terwijl het dep
dadelijk ter httlpe toegesnelde genees- en heelkundige derer gemeente, den
heer Hendrik de Jong, door aanwending lijner bg ons bekende bijzondere
ijver en bekwaimheidna ruim een half uur, gelukte, het leven bij da
schijnbaar levenlooze Weder op te wekken, en langzamerhand tót eenige
bewustheid rerug te brengen, tot groote vreugde van alle aanwezi
gen; en inzonderheid barer, van Ataarlsen toegesnelde betrekkingen, zoodac
zij IsngzatnerHand nog zooverre herstelde; dat allen nog in den laten avond
naar hare woülng konden vervoerd worden.
ÖÖsf-iNDlE.
Berigten van Batavia loopen tot 30 December. Onder dagteeliening van
12 December wordt het volgende medegedeeld:
Het voorloopig ontvangen berigt, dat het van Japan komende «chip Anna
en Elind. gezagvoerder E J. Drent, met schade te Hong kong zoude zijn
binnengeloopvenheeft zich bevestigd. iSU op den iscen November II. van
Dccima geëxpedjëerd en den 4den naar zee gezeild te z(jn, is genoemd
vaartuig op den (jden daaraanvolgende in de japansche zee door slecht weder
overvallen en ten gevolge van het hevig slingeren zoodanig lek geworden
dat men alleen door aanhoudend pompen er in ia mogen slagen de haven van
Hong-koog te bereiken, alwaar men op den isden het anker heeft laten
vallen. Men verneemt wijders dat het acbip geheel zal moeten worden
gelost, ten einde bet lek te kannen vinden en herstellen, waarmede men
rekent dat twee S drie maanden verloopén zullen. Aan boord van de Anna
en Eliza bevinden zich, als passagiers, de heeren IFtljf', Oelrkhs en Bicker
Bij het vertrek van het schip van Decima, waren bet opperhoofd en da
overige aldaar achtergebleven ambtenaren in goeden welstand.
Dit berigt wordt aangevuld met een ander van 29 December:
Er zijn nadere berigten ontvangen betreffende het Nederlandséh schip
Anne én Elite, gezagvoerder J. Drenthetwelk, op de reis van Japan
herwaarts, met zeeschade te Hoog-Kong is binnengevallen. Deze beng.
ten, loopende tot den j>den dezer maand, melden dat de lading aldaar
gelost en io pakhuizen opgeschuurd was, zijnde, voor zoo ver bekend
is, de goederen onbeschadigd gebléven. De koperhuid moest worden
afgenomen en wanneer het schip gereed zijn zon de reit herwaarts voorc
te zetten, kon Oog met geene juistheid worden opgegeven, als afhankelijk
van het bekomen van een kielligter en van timmerliedenwaarin weliigt moei.
jeiykheden zouden worden ondervonden.
Nog wordt vin den adsten gemeld:
In den namiddag van den i8den dezer, omstreeks twee nre, is in de
negorij Tjianjoer (Preanger Regentacbappen ,J in eene tot de posterg aldaar
behoorende woning, brand ontstaan, ten gevolge waarvan de in de nabijheid
gelegen herberg eó verscheiden andere woningen en pakhuizen, ten getale
tan 254, zijn in de asch gelegd.
Door eenen hevigen wind, werd her vuur in verschillende rlgtingen uit
gebreid eó hééft mén eerst omstreeks half vijf nre den brand meester konnen
worden. Het blijkt niet, dat bij dit ongeval menschen zijn omgekomen.
Öok zyn bij die gelegenheid berigten uit China ontvaogen en wel
van Kanton van den 26 October, meldende eenen hevigen brand, welke er
den 24»en bevorens gewoed had, en 40 uren had aangehouden, waardoor
ruim 1500 huizen, en onder dezelve éen gedeelte der factotqen van de
vreemdelingen,verwoest waren; de Keizerlijke factorij en deFransche, door
den Ëngelichen Consul en het Consulaat bewoond, waren geheel In de
asch gelegd; hoewel er veel gestolen was, had hec gemeen niet geplunderd.
Waarvoor meo zeer bevreesd was geweest.
AMERIKA.
Omttent de onlusten, we'ke na het verwijderen van den President Bojer,
op Htfti of St. Domingo zijn voorgevallen, worde het volgend, meer uit.
voerig berigt medegedeeld 1
De nieuwe President der republiek, Herald, was, gelijk men weet, me;
alle te Pott-aii-PrinceCsyes en andere naburige plaatsen aanwezige troe
pen uitgetrokken, om het voormalige Spaansche gedeelte van ligt eiland,
hetwelk tegen zijn gezag in opstand was gekomen, wéder tot onderwerping
le brengen. Wat er van dien togt geworden zij,ia nog met geene zekerheid
bekend. Sommigen beweren, dat Herard ten eenen male door de be wooers
van het Spaansche gedeelte van het eiland verflagen is; anderen spreken
vaii door hem behaalde voordeelen; terwijl weder anderen verhalen, dac
mén in de atad St, Domingo of op andere punten de Franache driekleurige
vlag heeft uitgestoken, [ets stelligs was omtrent den geheelen krijgstogc
nog niet openbaar gewordeu, buiten eene proclamatie van den President
Herard, wasrbij bij alle de havens van bet opgestane gedeelte van het
eiland in staat van blokkade verklaart; waarschgnlgk zonder eenig afdoend
middel te bezitten om die blokjtade te handhaven.
hitnsschen is het maar al te zeker, dat de negerbevolking nit den omtrek
der atad Cayes, de afwezigheid van den President en van alle geregelde
krygsmagt zich tën nutte makende, den 3f Maart plotseling In opstand is
gekomen,en begonnen is, om meédoogenloos alle kleurlingen zonder onder,
acheid te vermoorden. Op het eerste gerucht van dien nieuwen opstand
trok de nationale garde van Csyes nit, om dien te betengelen. De Generaal
echter, die deze gewapende burgers aanvoerde (en waarschijnlijk zelf een
neger wasliep naar de opstandelingen over en stelde de twee stukken
gesdhut in hunne handen. Daarop werd de nationale garde teruggeslagen
en zetceden de negers de algem'eene slagting voort. Noch ouderdom, noch
knane werd door hen gespaard. De ongelukkige kleurlingen, geenerlei
middel van verdediging bezittende, vlugtten in de grootste verwarring,
vooral ook naar de atad, Geene andere wgkplaats bleef hun over, dan de
Ftansche, Ameriksansche en Êhgelsche schepen, die ter reede lagen. Wel
dra was het dek dier schépen bedekt met mannen, vrouwen en kinderen,
wien niets hoegenaamd was overgebleven, dsn de weinige Icleederen, die
zg aan het lijf droegen, Het hart brak bij het aanschouwen dier oogeluk-
kigen. Maar de schepen waren niet groot genoeg, om zoo veel vlogte»
litigen re brengen. Overal zag mén sloepen en andere kleine vaartuigen,
tot zinkens toe met gevlugte huisgezinnen van kleurlingen beladen, de zee
bedekken. Zij wilden nog liever de gevaren van den Oceaan tarten, dan
langer aan den wil blootgesteld te zijn aan den zekéren dood, die hen daar
wachtte. De Kapitein Tahef, van de Franache blik Adelineheeft by deze