O t A ti T»
M
I
EN.
55l
I Ooi
94}
'39 j
99|
93 i
71
3;i
9'ii|
73}
754
6i|
k\ 1844;
L I» S II
V ft IJ D A 0#
NEDERLANDEN.
LtrozW, 1 February.
Heden ikeril .llhler tie 3611e verjierdsg vsn H. K; H. Priniei frederik
In pjederieodeh bp de gebruikelijke *t]ie geiierd.
Zijne M»J. heeft ibt Rsa'iiiihecr in den Hoogen Rtad benoemd Mr.
J.r, d. tolden, den eersten Cihdtaiitdie op het diieiél door dé Tweede
Inter gemezkt, geplsstlt wni
Zjjne Msj. heefi den tgfcgegeérden militsir, M. Buttonbenoemd tot
JMdet der Miuteire Willemsorde 4de klasse, wegens betoonden irioed en
nou* b\L Pslebibeng in i8ijj.
£pe Msj. de Koning heeft ben Rijks subsidie vin tcóo verleend
lot optie"* ëé.nér nieuwe psitory dó'or de Rooéiseh-KethdlyKc gemeente te
Ifsiinomóei.
Bit GrivenhSge meldt men vsn den 3tstent
Wij gsati vbutt net het meest be'angrtjlte mede te deeïen uit liet uiige-
breide'doriobpige verslag der Centrale sfdeeling, ten ssmien van het ont
1 «up vsn wethoudt*ie etr.e buitengewone telaiting op 'ie bezittingen én»,
- Betrekkelijk dé bbpillngen omtrent dé Duitengewone oelssting is voornamelijk
RG. npjemeiVi 1
oneellli: Art. 17 Ter gelegenheid vsn dit artiktel is, bij dén beRatnden wenich,
Vertoont dit duur dè vrijwillige leehing in de buitefigewoné behoeften vsn '1 Rijks
MOOR stkstkikr lil:klinnen wdrdeh voorzien, op niëow in Bedenking gegeven, elf
ILLEM k" "el raidzisé) ie stellig te bepalen, dn de haltengewone belening zal
DER IJK iotdèn geheven, indien Kiel voor, de völle honderd vijftig millioen gillderi»
zes «ft, nogt worhen ingeielirevcrlbf de Regërirlg zlth Hierdoor niet te véél zoude
Ga//erjj B'dkni yobril.vobt het. gevaldar de itischriiving in dé vrijwillige geld.
re algti, lernmg Bijrtd de bpgegbvene som mogt bereiken.
3.Algemeen heeft mei) deie bepaling minder duidelijk gevonden, ld
Q O hit oe Bedoeling dar hij, wiens bezittingen niét nieer dsn f 1000 bedrsgen
IMFN Hl 'til *9° eve1 we' hiijWiens inkomstenniet uit bezittingen
fPBUlt aWiieioktjihÖeBeneden de Öoö' zijn; of moet|dit cumulative worden
Hen Iliti 0itgelegs> j itioait bok hij ia vrijgesteld; wiens bezitfingen minder dan jood
aange>> ölê jtelilkj-ijoi* ,-eepe inkoinen beeft van minder dan f600, niet
onderiit bezl'tingbt» VuOiiHibeniendgt
aren ni i'*" raeende men, dit er tusichen f 1000 bezittingen en 600
gelijktti islndisten hitt Éi it bezin ngen voortvloeiendegéeoe behoorlijke verhouding
vu, en pst dit zelfs in strijd wa^ met bet beginsel van dé wet zeil", vötgens
t bego, hetwelk u.komsten, niét iitt bezittingen voorivloeijende, met 5 vermenïg.
lOpj vuldigdtot kapitaal wórden gebragt; daarenboven vond mei) het onbillijk,
J. ROK bi leiband, dp ƒ1300 inkomsten nit bezittingen geniet, aar. de belaitlég zou
erSymj! 'i* ondei.Worpenterwyl dasrentegen hij, die 556 inkomsten geniet; niét
sneert 1 lm Bezittingen voortvloeiende, dsarvsn zoo zijn vrijgesteld.
'1 Men vetitngdc éés vooreerst eetiê nsdere uitlegging vsn de hier voor-
J IgRtode bepaling en in dé tweede plaits eene «ndëre verhouding tiisschen
van ui Jé iWttg der tsetittmgjg, en dat vin de inkomsten, blei nit bézit ting eb
van «oattvlbcijeiide. Door soiamigee werd v«o<£rsteld om vso de belasting vrjj
NE, !pj is stetlcn s 1°. Heatj wier sin de belasüpg onderworpene Üezitiiégen niet'
J am ban joco uedtagen; 4®. heb. Wier inkooktenniet uit. bezittingen
hedes l| «onildeijende, benéden de f 600 zijn; 3'. hen. wier san de belasting
1 BREU
fENHAW
wd K'-I
rRAN?l
en vas
eydett.
e LeiM
iij ven
in (Cl
ode Cl
op te A
ten léf
ad, tij
van
leert El
•d.
ENlOl
renhnit|
Her
uin
rtjkdnil
e 6o»l
unden
BoeilR
D,
>en, t|
E. FR
IE
N,ej
en M
ANN.il ndetwbrpene b'eztmngen, gevoegd bj) de tot kapitaal gebragce inkomsten,
ind esj mi utt bè Jttligén voorivloeijende, niet meer dan 3000 bedragan;
tijd gen grt. 30. In «I de sfdeeltngen is de vraag behandeldof debezittingen
Kinden bi gódshuizén én gestichten ad piot utüi ook aan de belasting j)ehooren
gestorvo| ooaetwotpen te sbotden. Vele leden beantwoordden dele, vraag ontkennend;
tij meende» dat het cnbiliijit was, omdat sommigér inkotbsien naiuwè.
lijks ef in hét geheel niet toereikende sRjn om in de. behoeiteb te vooralen
tij vensebten in iedèr geval de belasting ten ttMién van de geitiChten ad
pu mui te bepalen ioi dat gedeelte der inkomsten, hetwelk het bedrag der
ie*one uitgaven mogt overtreffen. De meerderheid der leden kan aich
tvtnwel ten deaen aanzien met het voorktél der Regering véreenigen.
Alt. 33, 5 Van de 53 leden hebben 46 tppialdeljjk hun yerlan-
gtn kenbaar gemaakt, dat de waarde vin de gebobwde en óngëlsouwde
ti|«odo»men niet op twee-en-twIOtig- éh- een-half-vondmaar qp sicchti
tRHAJwiSiigvoud het belastbaar inkomen sou worden geschat. Als rédeden hier
dv" V loor werden «Ingegeven; dat dé kadastrale schilling Vin hei-belastbaar
«tooien in het ilgemeeti veel te hoog ia; enz.
{II. Terwijl sommige' leden bier een onderscheid wensèhten gemaakt te
im tnilChen erfpoehttngrondrenten en opttengit ran beklemmingenen
li/iiinei/men en dndere Mertgeiyke 1 preitalienbeeft de meerderheid zich
vnéltard óqbr eene gelijke berekening.
Ü4. De hier voorgestelde verhooging van dé waarde van openbare
icudiobrieven enz. met //én ten honderd, heeft töt belangrijke beraadslagingen
inleiding gegeven. De minderheid kon in bét voorstel der Regering be
rillen. Hiervoor werd aangevoerd, dat de téntheffers vin den Staat ett de
buitten vin schuldbrléven ten lakte van vreemde Mogendheden tot nn toe
volstrekt niet hadden bijgedragen tot de bnitengewone behoeften van 's Rijks
léhsikist; dat zich thana de geiChlkte gelegenheid opdeed, om dézen meer
hljtotiAèr te treffen dat dé billijkheid biervoor pleitte, omdat toch deze'
buitengewone belasting Werd uitgeschreven, om voortdurend asn de rent
bsfers vin den $iait hét genot hunner inkomsten té verzekeren; kénnende
un leden eindelijk de vrééi niet ondëidrukken, dat, bij de wegneming van
u Jr" tienoevgrhooging, de opbrengst van de belasting aanmerkelijk minder zou
kljn. De meerderheid, ten geiite van 38, verklaarde zich evenwel
itgen deze verhooging, in de veronderltelling niettemin, dat de vermenig
vuldiging vin het belsstbire inkomen vsn de gebouwde en ongebouwde elgéh
lómmeh tot ÏW1NTIÖ zou wótden teruggebrigi.
5 VII. In drie aldeelingen ti it op aangedrongen, dit k leider en en iijfiin
teh Ui dé belasting bebooiden vrijgesteld te worden; de meerderheid;
oftéhoón Wel tóodsnige vr'Qitelling Wenscbendë voor noodtakeiijke kleedered
vuuril voor dé minder gegoede kissie, meende, dit, door eene algebééle
alt ronderlng vio kliederen en iijfiinneneen ssntsl voorwerpen ain de bc«
luting zóu worden onttrokken, die gétcht lotieén Worded loftier WeeUe te
ijjn, en alfoo meer bijzonder voor de belasting vatbaar.
Art. 93. De woorden, toeianlg alt dit op t°. Jametrif 1844 èamdnlg
ij)»,' hebben «inleiding tot bedenking gegeven. Men atelt zich bet geval
«nor, dat iemand, door buitengewone rampen ut 1*. Jiooirij (844 een
•tdtflte vztr zijne bezittingen beeft Verlorenlu dit gevü foa bet geef
Mb»,'** ?S® liter via dj'e bezitiingeo dog de belaa(io| ze ooetco betelen.
•Va
3 FEBRUARIJa
!ïk
LeyJf
Eveo zoo wordt her nibll'tll Beschouwd, dat de belssring bij vodhsjlBiIng 'f/
tal betaald Worden »bor inkomilen niet uit bezittingen, maar uit aniti$é+d*~^
bedieningen ent, voortvloèyeudeindien gedurende de heffing die Inkometes
door overlijden, etir, komen ie vervallen. Men geeft om die reden aan dé
Regering In bedenking, ot hieromtrent geené voorziening In de Wat zou
kunnen worden opgenomen.
De meerderheid der Kamer heeft ch tier het iteliel der Regering veree
ulgd, omdat haar geen ander middel hekend is, om in het ten aanzien vaa
dé tienden bestaande bezwaar te gemoei te komen, en het voorgeatelde aaa
die meerderheid in de toepassing onttiivoe-lijlt voorkomt.
De Woorden neringenberoepen of bedryoen van welken aard, niet ge-'"
„dreven Wordende met kapitalen welke up Zich zeiven reeds til bezittingen
>sn de belsstincen onderworpen zijn" nebben aanleiding gegeven tot Veel.
vuldige bedenkingen.
Velé leden vonden dete bepaling zeer onduidelijk; andere tneehden die
dezelve wsi onbillijk; zQ wisten toch geene reden niet te bedenken, wasrota
men asn de met kapitalen gedreven wordende neringen zulk een groot voor
legt zoude geven boven de andere beroepen of bedrijven; z(J meenden, dec
hierdoor de kleinere zouden worden bezwaard, en dat groote kooplieden;
bankiers, enz. niettegenstaande hunne groote jaarlijkiehë winsten, slechta
weinig in de belasting zouden dragen. De meerderheid verlangde dso ook
dé weglating vsn de woordeni Met gedrevek wordende Met kapiiateitwaaruit
dan zou volgen, dat dé winnen zullen worden gekapitaliseerdéi aftrek
van de renten van het kafaltaal in den handel of herlég gebruikt wordende eo
Voor hetwelk; even all voer ander bezittiégen, zou worden betaald.
Door eenlge leden werd opgemerkt, dat door de neringen, berapen ee
bedrijven reeds belasting wordt betaald door het regt van patent; sommlgv
wilden dan ook de betaald Wordende belasting op het patent van de ver-
schiildigde buitengewone bela/ting afgetrokken zien; de meerderheid intus-
schen waa van gevóélen, dat de belaaiing van het paiént moeat worden
atgeirokken vin de inkomsten bit neringen, beroepen of bedrijven voori
vloeijende, even als de grondbelasting vin het belastbaar Inkomen der
eigendommen, daar tóch bij dit artikel alléén dè nuivere inkomsten worden
bedoeld. Alle de leden wenschteé hieromtrent eentge verzekering té ontvsngea.
In éene sfdeeling is algemeea verlangd, dit er in zoo verre een onder
scheid gemaakt zou wordeb tUlichen Inkomsten uit ambten of bedieomgeo
en Uit bëroepen, bedrijven óf leringen, dat de vermenigvuldiging voor de
laatstén op minder dan voor de eersteo töu worden geaield en zulka omdat
minder Zeker op de inkomsten uit beroepen, bedrijven of neringen voort-
Vlqeijefedezou kunnen gerekend worden.
In anderè aldeelingen is dit verlangen niet gedeeld.
Men heeft te vergeefs ih het wetsontwerp eene bepaling gezocht omtrent
de aangifte, Indien iemand op ultimo Maart aanstiande overlijdt. Zoowel
voor dit gevat ala voor andete soortgelijke onvoorziene gevallen, schijnt hec
doelmatig aan de Regering de bevoegdheid toe te kénoeo, ooi eeoe verlen
ging van den termijn tot aangifte; enz, toé te itaan.
Art. 33. Bij de moeijelijktieid voor de Ingeietébeo, om de verpligjlugen
Dit de wet voorivloeijende behoorlijk te kenhen, wenscht men, dat èveo aid
bij dé personele belaïting; aan de belastingschuldigen tjjdig en alzoo vóór
den tètmijn voor de eetstè atoning bepaald worde toegezonden ecu uitreksel
uit de wethoudende korté opgave vso hetgeen door ieder moet worden
gedaan, om asn deze wet te voldoen.
rt-Art. 35- In al de afdeelingen ia de vraag behandeld, bf van de belaa.
tingschuluigen zou behooren gevergd re worden de door ben opgègevene
Classificatie of gedane aangifte met enden te beveltlgèn; eenige Weinigs
leden hebben zich atéllig hielteken verklaard. Op grood dat dit te veel
aanleiding kan geven tot meineed; de overige, ofachoon ook zij gaarne zou.
den gèzieD hebben, dat er een iéder middel had kunnen uitgedacht wor
den om zich van de deogdel|jkbeia der gèaané aangifte te verzekeren, meen
den;-dat, bij gebreke hiérvan, niet» overbleef, dan oiéeven all by de
belasting op de successie, het afleggen vsn den eed te vorderen.
Art. 35 schijnt alleen bepalingen in zich te bevitten voor hen, dis
Zich lis belastingschuldig hebben, opgegeven, én dien ten gevolge de tl»'*
cant ie vin gedane storting hebben overgelegd; msir nn rijst de vrasg,
hoedanig Zsi gehandeld worden met hendié ten onregte in hét biljet van
aangifte hebben veiklaard vrij te zy'n vin de belasting én alsoo niets
hebben gestoitf Moeten voorts allén; die verkistrd hebben vrij te zijo.
vio de belasting; mede den eed afieggeó, indièn de Commissie hierin berust f
De bepalingdit de éitsprssk der Commissie in het hier bedoelde geval
ufet vatbaar, ioO lijn voor verzet heeft b|) vele leden groot bezwaar opge
leverd; omdat men zich geredelijk het geval kan voorstellen, dit Iemand
gehèei buiten zijne schuld vethiéderd wordt, om aan de hem' opge
legde verpligtlng te voldoen. Men had hier b|) «oorbeeld het oog op
iiekte, afwezigheid of andere redeneu van veracbooning. Ook dan zelfs;
wanneer zulke Wettige redenen niét mogten kunnen aangevoerd worden,
vindt meni het te gestreng, om, in geval van verzuim of nalatigheid, bo.
ven en behalve de boetè in dè laatate zinsnede vermeld, den belasting
schuldige onherroepelijk san den ambtsiialven aanslag van de Commissie
vén voortoopig onderzoek té onderwerpen. Dit wss nssr het gevoelen
van eehigen, ook oneigenaardig, omdat aao die Commissie overigebs geene
eigenlijke regtimagf of uitspraak is opgedragen.
Art. 41. Eenlge ledén hebben gewlgtlg bezwaar gevonden in de bevoegd
heid, aan de rdmlnistratie toegekend, om ook van hare Zijde zich tegen de
uitspraak van de Comminie te vooralen; die leden meenden, dat er zeker
een genoegzame waarborg voor de administratie daa'rjn waa gelegen, dat
needs een ambténaar vin de belasting zitting had to de voorloopige en eind.
Commissie; dtt in dit gevsl de laak reeds door beide Commis'sien wss 00.
derzócht; dit, terwfil aan de Commissie vin voor'loopig onoerzoek het regt
wa's gegevkn, om onherroepelijk in de gedane aangifte ie berusten, ervoor-'
waar geene reden bestaat, om «luider magt toe te kenden lande uit meerder
leden bestaande Com missie van eind -on"derxoek;
De Cierfte ledén deelden evenwel dit bezwaar niet; zij vonden bet, tot
bevordering van gelijkheid in de vertdhillende districten, geraden de bevoegd-
beid tot vooritening tin de sdmtnié'.nne niet te ontzeggen; «ij vertrouwden;
dat biervan een omzlgcig gebro.k zou worden gemaakt en dat het reeda veel
tob afdoenWanneer slechts het middel van voorziening doos ié wet werd
gegeven.
A'rr. 49. Bg sommige leden Is de bedenking opgekomen, of de Ktutoéq
metara Wel ip ilu oorden vip hu Ryk luopea jesppt Wordc^ ff f