L E Y P S C II E
IV. S).
C O U R A N Tfmmc
A0. 1844.
®6nig»|
tddCD lit!
1841, d(1
eer din
ten zoo r
ideren en,
eru« te k,.
iven, de|
ten volbri,
gehatin
goedern
beuond
troepen, i,
n Tark^e
»n den Oil
en Europe
VRIJDAG,
N
E D E R L
L/E V D EW
N D E
Janusrij.
N.
;g{ JJaj. Heeft noe Hij cominnatie benoemd als Burgemeester re Noord
Jhooi F. M, Graaf van Limburg Stirum.
f" 2ijne Maj. beeft den Majoor B. J, P'erstege benoemd tot Cotnman
'"/S/rr Orde van de Eikenkroon.
jjeo verlenen, dat aan de vroeger vernielde voordragren omtrent
1 0 'n de uniform der infanterie, vooralsnog althans, geen gevolg
t tusjch wor(jen gegeven. Alleen zou de verandering zich bepalen bij het af
'as "érgiffen vin
- - 0 l V t- Viwvi. ouain
van dit laken, gelijk men weet, indigo.
verandering zich bepalen bij
Iter tot hiertoe, in gebruik zijnde maringo laken, waarvoor in
»a er t,e8ie|(j za| worden donker blaauw laken, en ligt blaauw laken
«Ao'V dl P»n"lon'' z®Dde de verw
/0'i"5£ich proooc.
Uit Gravenhage meldt men van den ipnent
de zi'ting van de Tweede Kamer der Staien-Generaal van heden la
ekomeD eene missive van den lloogen Raad, die daarbij aanbiedt eene
r vin aanbeveling van zes Kandidaien, ten einde daarop door de Kamer,
n/tnoe. |,ei maken barer nominatie ter vervulling van de vapature in den floogen
ItJ0* gj ontnaan door het overlijden van den Raadsheer Mr. E. R. van Nes
Marker k, acht zou kunnen worden geslagen. Deze lijst bestaat uit de
kende heeren: 1". J J. van der Hagen van den Heuvel, Raadsheer in het
rlnciaal Hof in Utrecht; u°. Mr. J. C. foorduin, Raadsheer in het Pro
Glui Hof in Utrecht; 3°. Mr. J. K, Baron van Goltstein, lid van de
«de Kamer der Siaten-Generaalte voren Substituut-Advocaat-Fiscaal
irtoon ie' "00l: Militair Geregtshof te Utrecht; 4°. Mr. C. J. de Jongh van
jn ,Nj"l HuizenRegter in de Arrondtssementa-Regtbank te Utrecht50. Mr.
DE Vt i'l'i'e. Raadsheer in het Provinciaal Hof in Utrecht; 6°. Mt. van de
)E TAF Officier van Justitie bg de Regtbank te 's Gravenhage,
ktrdi besloten, den dag der te houden verkiezing nader te bepalen.
U urj', tteer van Goltstein acht zich verpligt te verklaren, dat hij niet geneigd
zijne tegenwoordige betrekking van Vertegenwoordiger des volks vaar-
te teggen, dat hij den last zal blijven volbrengeo dien het vertrouwen
ingezetenen hem heeft opgedra'genen dat hjj alzoo verzoekt bij de te
'ene ÖOpje keifte, voor een lid van den Hoogen Raad, oiet in aanmerking te
ten. Hij acht zich hoogelijk vereerd, door deo Raad op de lijst te zijn
EMAN, lubt, doch verzoekt zijne Medeleden, dat men op hem geene aandacht
til. Ten einde alle misvatting voor te komen, heeft hü gemeend, dit
p, eeien vetklaren en te verzoeken.
Ingekomen een aantal verzoekschriftenwaarvan de meeste bezwaren
uien tegen de voorgestelde belasting op de bezittingen.
centrale afdeeling doet verslag over twee ontwerpen van wet, wegens
alg ltii*opheiingregeiing en afsluiting van eenlge bijzondere fondsen.Worde
MERS,
|AI
de beraadslagingen over die omwerpen te houden op aanataanden
Voorzitter geeft kennis dat tot rapporteurs voor het ontwerp, toe
inze mi VJn oe vorderingen van den Graaf van Nassaudoor de afdeelingen
R Hom WJ1j jjjnde heeteni van Akerlaken, Scheen van Harencarspel,Uytwerff
1 'ilsgFaber van Rlemsdyk en Hinhpen.
,am' int de orde van den dag zijn de beraadslagingen over het voorstel der
Dochli imisiie tot de verzoekschriften, om, ten aanzien van een financieel
ons (In 1,door den heer Cats aangeboden, 0 'er te gaan tot de orde van den dag.
Il heer de Monchy verdeaigi het vooritel der Commissie. HÜ acht het
tanig, en meent, dat de reglementaire bepalingen bet medebrengen,
Hartmi deComtn'ssle elk ingekomen nuk onderzoekt en beoordeelt en den uitslag
tt bevinding aan de Kamer mededeelt, welke alsdan naar goedvinden
it w|j 1 deelt. Het is er ver af, dat dg Commissie eenige Inbreuk op het grondwettige
ons 01 l'io petitie zon willen maken, doch hij acht het ondoelmatig stokken,
RNELI geheel en al van waarde ontbloot zijn, de eer der griffie te beurt te
i villen. Nu toch wordt hier en daar reeds de draak met het te neder
jen ter griffie gestoken, omdat, zonder eenig voorafgaand verzoek, alles
[ART!nfl'leen gezonden wordt. Mogt de Kamer hieromtrent het gevoelen der
atnissie niet deelen, dan hoopt hij, dac de Commissie tot wijziging van
reglement van orde der Kamer ook deze aangelegenheid in overweging
sni-lts »a 1,1
rfer de vorige keer. Het komt hem voor
doei
beer van Dam van Isselt oordeelt, dat de Commissie al verder gaat
dat de Commissie zich op een
p... teerd standpunt geplaatst beeft.
~r lp dit oogenblik wordt er gehandeld over de financiële plannen der rege-
ireodei gen jeder> jje een ,nc|er pjan voordraagt, doet eene loffelijke daad;
1 0,!' viagezeten heeft daartoe, volgen» de grondwet, het regt. Er bestaat
n„rv liolitrekt geene reden, om terug te komen op deo weg, door de ver»
w (flag steeds gevolgd.
|)e heer de Monchy licht zijn gevoelen nog nader toe. Hij tracht vooral
te toonen, dat financiële plannen mee geene verzoekschriften kunnen
pperi1 jen ge|jjk gesteld.
wo™ Ie heer de Jong is het in alle opzigten met den heer van Dam eeni. Het
SCH
voor de Commissie eene te groote verantwoordelijkheid zijn, wanneer
In de beoordeeling van elk stok zou moeten treden.
vll< De heer van Twist geeft toe, dat er, volgen» art. 159 der grondwet, ook
inde tl km stokken, dan vervoekschriften aan de vergadering kunnen worden
t. re k ijeboden, en dat die nokken gedrukt of geschreven kunnen zijn. De
comnitt «dwec spreekt over zoodanige (tukken met geen enkel woord. Welke
chenkelliising men ten opzigte van zoodanig stuk neme. ongrondwettig is
rrdeu, nooit. Ook hij verheugt zich steedi over de ontwikkeling van den po-
den R| aken geest, die het levenbeginsel uitmaakt van den constitntionelen staat,
■ar hjj kan niet toegeven, dat vele, in den laetsten tijd aangeboden adres-
Jt, sla een uitvloeisel van dien publieken geest zijn aan te merken,
and blfDe lleer Ctltstein meent, dat het vraagstuk, hetwelk heden weder te
j Jlit gekomen Is, reeds in de vorige zitting behandeld en beslist is.
Ter stemming overgegaan zijnde, is het voorstel der Commissiemet eene
erderheid van 39 tegen 18 stemmen, afgewezen, en alzoo besloten het
lies ter griffie neder te leggen.
'ïrgeit het voorstel der Commissie hebben zich verklaird de heeren s Ferwy
jan. Scheers van Harencarspel, Modderman, Brouwer, Petit, Oorver
st, van Rosenthal, Michie/s van ferduynen Faber van Riemidykvan
'/trein. Knip hor ttCornelie, Tromp, Mutsaersvan Panhuys, Schooner eld
1 Jong, Nederburgh, Gouverneur, Repelaer, van Ryckevorsel, Memo, Boreel,
'Man, vat» dm Boschvan Dam, Luzac, van Heeckeren en Luybcn.
X
19 JANUARIJ.
Foor hebben gestemd de heeren.- Cost [ordent, Enschedi .Snouck-Hurgronje
Hooft, Bruce, van Bleyswykvan Akerlaken, van Rappard, TresHng Hin
lot.n, Telling, Bumavan Nagelt, Backer, de Monchy, van Twist, Star
Bubmann en Geven,
De Ctxnnussie toe de verzoekschriften brengt vervolgen» verilag uit, bg
monde van den heer Monchyi°. op eer adres van R, Par doCommissionair
n Amsterdam die voorstelt om eene negoc aiie te openen van
Duizend Milliocti a 3 pCt. De Commissie stelt voor omtrent dir adres
over te gaan tot de orde van den dag. D t van onderscheidene zijden afge
keurd wo-dendezoo gaat men ook hieromtrent over rot eene hoofdelijke
stemming, waarvan de uitslag is dat het voorstel der Commissie, met eene
meerde:beid van 37 tegen 18 stemmen, wordt afgekeurd, en het adres alzoo
zal worden gedeponeerd ter griffie
Voor ae conclusie der Commiss-e hebben zich verklaard de heeren: Cost-
Jordens, Corver Hooft, Enscheaé; Snouck Hurgronje, Hooft, Brucevan B/eji.
wyk, van Akerlaken, van Rappard, TrestingHin lopen, Telting, Buma,
Backer, de Monchy, van Twits, Star-Busmann en Gevers.
En 2°. brengt de heer de Monchy verslag uit op een stok, waaronder de
woorden: pro patria gesteld zjjn, en waarbg wordt voorgesteld een plan tot
eene geldleening, oij wege van loterij. Dit stuk ongeteekend zijnde
en musdien niet aan de vereischten voldoende, zoo stelt de Commissie voor
omtrent hetzelve over te gaan tot de orde van deo dag. De Kamer
beslist dien overeenkomirlg.
Bij monde van den heer de Jong wordt daarna verslag nltgebragt op een
adres van G. A. van der Biezen, tot intrekking der gelden, welke, naar
hij zegt, verstrekt worden voor het Journal de !a Haye, het NederUndsch
Nieuwsblad, een Gentsch blad, enz., welke intrekking aanzienlijke be-
sparingen in 's lands kas zon veroorzaken, hetgeen de tdressaut, in de
tegenwoordige omstandigheden, allerwenschelijksc ootdeelr.
De Commissie stelt voor, ook omtrent dit verzoekschrift over te gaan tot
de orde van den dag.
De heer Bruce verklaart zich hiertegen. Het adres behelst eene bepaalde
klagt tegen een' der Ministers, dat er gelden buiten de begrooting zooden
wordeo uitgegeven Er Is een bepaald verzoek in uiigedrnkc, dat de Kamer
pogingen aanwende om dat misbruik te doen ophouden. Na hetgeen dezer
dagen van eene andere zjjde deswege is medegedeeld, komt de daadzaak,
in het adres ontwikkeld, niet zoo onwaarschgnlijk voor. Of in. de tegen
woordige omstandigheden, de Ministers een bepaald niettwsblad noodig heb
ben, om hunne daden te verdedigen, is eene vraag welke de redenaar niet
zal beantwoordeu, doch In alle gevallen zouden de fondsen daartoe op de
Staatsbegrooting moeten voorkomen. Het reqiiiest dus een bepaald verzoek
en eene bepaalde klagte inhoudende, eene klagte, welke bevestigd wordt
door omstandigheden, welke van buiten af bekend zijn geworden, zoostelc
de redenaar voor, hetzelve ter griffie neder te leggen.
De heer van Goltstein vindt het adres evenzeer van te veel belang, om
omtrent hetzelve over te gaan tot de orde van den dag.
Oe heer de Jong erkent, dat het adres een bepaald verzoek behelst, en
dat daarin ook bepaalde daadzaken aanleiding kunnen geven tot een der voor
stellen door de beide vorige spiekers ontwikkeld. De requestrant toch stelt
geheel graiune daadzaken, dat er namelijk 50,000 gulden jaarlijks aan hec
Journal de la Haye en bet Nieuwsblad, en 30,000 golden aan een Gentsch
en andere journalen, zouden worden verstrekt, doch blijft daarvan het bewijs
schuldig. Die daadzaken werken eenigzins zamen met eene dezer dagen
verspreide btochure, getiteld: mystère du Journal de la Haye. Doch, zege
de redenaar, wanneer niet vroeger reeds het rapport der Commissie opge
maakt wordt, zou zij juist uit dat boekske redenen geput henben, om het
adres ler zijde te leggen. Immers zoo daaruit blijkt, dat het Journal de la
Haye vroeger gelden uit 's Rijks kas geuokken heeft, dan blijkt het tevens,
dat du nu niet meer het geval is. Het blijkt toch dat vier Redacteurs nun
ontslag hebben bekomen, hetgeen bewgst, dat de verleende subsidién thans
zijn ingetrokken. De beschuldiging wordt verder door geen bewjjs ge
staafd. De redenaar kan het begrijpen, dat bij de beraadslagingen over de be.
grootingawetten, een lid inlichtingen vrage oopena toelagen aan dagbladen doch
hij houdt het er voor, dat het met de waardigheid der Kamer «trijdt. om
uit eene enkele denunciatie, welke mogt worden gedaan, aanleiding te vin
den om daarop regard te slaan, of op elke gratnite beschuldiging welke zou
worden gedaan, een adres ter griffie neder te leggen, en hetzelve oaar den
Minisier te verzenden.
De heer van Dam van Isselt zegt, dat ook omtrent dit requaest, de Com-
missie zich cp een verkeerd standpunt heeft geplaatst, ofaltnans geredeneerd
op gronden, welke niet aanwezig zijn.
De heer van Rappard heeft slecht» ééne bedenking. Hij doet opmerken,
dat het adres gerigt is aan de belde Kamers der Seaten-Generaalen niet
aan de Tweede Kamer. Hij houdt het er dus voor, dat deze io geenendeele
bevoegd is over de zaak te oordeeleu, en het adres dus ter zijde moec
worden gesteld.
De heer van Rijckevorsel is van dezelfde meening.
De heer van Goltstein antwoordt hierop, dat het adres ook aan de Tweede
Kamer gerigt is en zeker gezonden is. Het hoofd moge luiden aan de beide
Kamers, dcch het requaest is ook voor de Tweede bestemd. Wat de
zaak zelve betreft, verwondert zich de redenaar, dat de rapporteur der Com
missie de verzending naar den Minuter zoo zeer bestreden heeft. Die ver.
zending strekt om opheldering te vragen. Het is nu evenzeer io het belang
der Regering, als in dat der Kamers, dat daadzakeu toegelicht eD opgehel
derd worden.
De heer Kniphorst betoogt, dat omtrent alles wat san de Siaten-Generaal
getigt is, de Tweede Kamer het initiatief heeft, alles van hare zijde moec
uitgaan, en zij naar de Eerste Kamer verzendt. Dit is ook hier het geval,
en, ofschoon aan beide Kamera gerigt, behoort het adres tot de bevoegdheid
der Tweede Kamer. De redenaar verklaart zich vervolgens voor het
nederleggen ter griffie en tegen het leiivooi naar den Minuter.
De heer y<sn Twlss herinnert, dat hg heden, bg eene andere discussie
verklaard heeltdat de Commissie concludeert en de Kamer beslist. Bij
deze gelegenheid maakt hij van zijn gevoelen deswege de toepassing. Hu
nemt tegen het tapport, maar u oiet voor de griffie, waarvan hij niet hec
minste nut ziet, Eene verzending naar den Minister van Justitie Is nood
zakelijk.
De hier de Jong verklaart dat het verzoekschrift niet alleen aan de Eerste
maar ook aan oc Tweede Kamer is gerigt. Hij veronderstelt dusdat er