^.aati wiiSêt iJ) dé begroodng z»1 worden geplaatst, eh 'nen moge zich later -^het fondsdat daarvan thans bestaat, niet toeëtgenendan zal daaruit eene ver'hoogmg van uitgaven voor den Staat kunnen voortspruiten. Het brengen van den Raad op de begrooting, het erkennen alzoo, dat de Raad is eene «taats-instelling, zal ten gevolge kunnen hebbendat ook de inkomsten van dat ■kollegie bij de wet worden vastgesteld. De wetgevende magt zal zich moeten inlaten met bet onderzoek van het tarief van de bijdragen van hen, die Adel brieveD enz., bekomen, en de moeijeliikheden zullen tiéh later daaromtrent voordoen. Deze zullen niet tegen het ijdef voordes! opwegen. De heer Fiber Van Riemsdijk vindt er geen bezwaar in, om den Hoo gen Raad op de begrooting te plaatsen. Het is eene staatsinstelling. Alle ontvangsten en uitgaven vin het Rijk behooren op de begVóoting vobr te komen. Het fonds, dat er bestaat, is een Rijks fonds, waarover kan wor den beschikt. Er wordt daardoor volstrekt geene inbreuk gemaakt op het Koninglijke praerugatlef, hetwelk medebrengt, dat de Koning verheft in den Adelstand enz., weilc regt ongekrenkt behouden .blijft; volgens de dóór de Regering gedane toezegging, zal er over het fonds zelfbij nadere wette lijke bepaling worden beschikt. Door de goedkeuring van dit hoofdstuk, verandert men de bestemming der inkomsten van dit fonds in góenen deeie. De heer Michiets van Verdunnen beschouwt het bedenkelijk, nét voorstel aan te nemen, en onderstem ook het gevoelen van den heer van Dam. De heer van Rosenthal Is niet bevreesd, dat de goedkeuring van dit out werp, het Koningltjk praerogaiief fn de waagschaal atollen zal. Hij kan ook niet inzien dat de Hooge Raad eene eigerilijke Hof-Commissie is. 111} houdt er voor dat het plaatsen van den Raad op de begrooting, allezins aan te raden en te verdedigen is, Eene aanneming der begrooting zal bet wettig bestaan van dat kollegie bevestigen. ïntosschen kan hij zich met het ontwerp niet vereenigen, omdat in de bestaande onzekerheid, wat ér in het vervolg nopehs het fonds ook zal worden vastgesteld, hij thans zijne banden niet wil binden, Mogt toch de meerderheid het fonds als ttaatS-eigendom afwijzen dan zullen de bezoldigingen weder op eene andere wijze moeten worden voldaan, en hierdoor zou de waardigheid der Kamer gecompromitteerd konnen worden. Hij houdt zich overtuigd; dat het onderzoek van liet aan te bieden ontwerp, nopetla de wettelijke rege ling van het fonds, plaats zal hébben naar eerlijke beginselen van regt en regtvaardigheid. Zijne Exc. de Minister van Financiën ad interim, heeft het ontwerp ver dedigd. Hij vangt aan met de hoop te kennen te geven, dat de Kamer, door eene aanneming van dit en de volgende hoofdstukken, toonen zal, dat zij de Regering wenscht te ondersteunen op den moegelijken weg, dien zij te bewandelen'heeft, en dat het jaar 1844 niet moge worden ins» treden, zonder dat de grondwettige uitgaven zullen zijn toegestemd. Wat r.n het ontwerp zelf hetrefren het weglaten van f io'x> van eene toelage aan een iid van den Raad van State, deswege heeft geene veran dering van stelsel plaats gehad. De som van f 100O was al; aQoopende toelage op de begrooting gebragt. Het oudste iid van den Raad had daar op aanspraak. Dat increment kwam vroeger aan dat lid toe. De Regering heeft overigens doorzien, dat elke bezuiniging, die mogelijk is, door haar ingevoerd woidt, en zil daarbij noch tegen moeijelijkhedennoch tegen aanvallen, opziet. Vat den Hoogcn Raad van Adel betreft, die post is niet op de begrooting geplaatst, omdat enkele leden der Kamer dit ver langden, maar omdat de Regering dit billijk, pligtmatig en tegtvaardig geoordeeld heeft. Het is geschied tot voldoening aan het grondwettig voor schrift, dat alle uitgaven van den S-aat op de begrooting dienen voor te komen. Deze Hooge Raad is bij Koninglijk besluit van Jultj 1814 inge steldjuist tot uitvoering en tot waarborg van het Koninglijke praerogauefuit dat oogpunt was de instelling van den Raad, van vjcl nu;, van groot belang. Het fonds, hetwelk toi die instelling behoort, is het eigeódom' van den Stasi. De gelden voor den Raad worden door Rijks ambtenaren ontvangen, vol gens een tsrief, door den Koning vastgesteld. Nopens de beschikking over dat fonds, zal er laier eene wet aan de Kamers worden aangeboden. Ter gerusisteliing van hen, die daaromtrent eenige vrees aan den dag gelegd heb ben, zegt Zijne Exc., dat bij de verzekering kan geven, door eene aanne ming der begrooting, nopens de gevoelens over den eigendom van he't fonds, niets te prejudiciëeren. Er zal voor de opname van au kollegie, geen hoo geie last aan de natie worden opgelegd. De beraadslagingen worden gesloten en men gaat ter stemming over: 46 leden verklaren zich voer en 6 tegen het ontwerp, hetwelk mitsdien mei eene overgrooie meerderheid wordt aangenomen. Tegen hebben gestemd, de heeren: Schooneveld, Mtchiels van Verdunnen, Anemaetvan Data van hieltPetit en van Rosenthal. Thans worden de beraadslagingen geopend over het rapport dgr Commissie tot de verzoekschriften op het sdtes van Notarissen in Noord Braband, wegens bet, huns inzien^ handelen in strijd met de wet op de regterltjke organisatie. Zijne Exc. de Minister Van Binnenldndsche Zaken geeft thans op zijne beurt eenige inlichtingen nopens het dienaangaande voorgevallene. Zijne Exc. toont aan, dat er tegenwoord g eenstemmigheid van gevoelens tosschen zijnen ambtgenoot en bem deswege bestaat. Wanneer er eenmaal dispensatie ver leend is, dan blijft deze van kracht zoo lange twee betrekkingeo door den zelfden persoon bekleed blijven. Ten slotte geeft dé Minister als zjjn ge voelen te kennen, dat, na de gegevene inlichtingen, de voorgestelde ver. zending aan de Ministers zal komen te vervallen. De heer Bruce gelooft, dat eene verzending van het requaest aah de Ministers, niet meer bet doel zou doen bereikenhetwelk men zich daaruit zou voorstellen. Na de ontvangene inlichtingen bestaat er, zijns inziens, geene reden, om het gedrag der Ministers af te kéuren. De heer van Dam van Isselt vermeent, dat de Kamer zich niet de mondelinge ophelderingen, die door de Ministets gegeven zijn, niet te vreoen behoort te «ellen. Hij blijft alanog op de verzending aan de Minister» aandringen opdat zU in de gelegenheid gesteld wotden, schriftelijk de meeste ophelde ringen te geven. Zijne Exc. de Minister van Binnenlandsche Zaken ontwikkelt nader, dat eene verzeoding tot geen doel zon leiden, en dat wanneer men nog meerdere inlichtingen mogi wenschen.de Ministers bereid waren,re alsnog te geven; door bet neoerleggen ter griffie doet de Kamer zien, dat zij in het adres belang atelt en daardoor wordt de gelegenheid niet benomen, om op hei adres terug te komen, als men du mogt goedvinden. De heer de Jong betoogtdat, na de gegevene ophelderingen, het ver zenden van hel adres aan de Ministers niet meer in aanmerking kan komen. Ook wacDeer het reqnaest ter griffie wordt nedergelegd, kan hét nog aan leiding tot eenig 'vootstel geven. Spreker toont daarbij aan, dat de ontvan gene inlichtingen als aldoende moeten worden beschouwd, en alléén de vraag overblijft, of er eene nieuwe dispensatie gevorderd wordt, wanneer men wordt gecontinueerd in eene betrekking, tot welker bekleeding niet eene andere dispensatie verleend is. Dé beeren Scheert van Harencarspel en van Go/tstein merken opda; jniat, na de gegevene ophelderingen, eene verzending aan de Ministers ge-' vorderd worot. Zij toch kunnen niet instemmen, dat de Ministers hïer niet wettig en grondwettig hebben geoordeeld. Hét is van gewigt te beschou wen nadere inlichtingen te bekomen. Bij het verkrijgen van eene betrek, king kan eene bekomene dispensatie niets afdoen. Men heeft eene ver. keerde uitlegging aan de voorschriften, nopeDs de dispensatie, gegeven. De heer van Go'.tstcin beroept zich ten slotte op hét gezag van van lit g'tndorpten bewyze dat men met voorzigiigheid hier te werk ga. bilt trot 200 jr d< enter r sd tal et odem par Pt. ache de ct tan E af "it intent aanih «Hen [.VOO ',wein nade eemas ter v, De heer van Rappart acht bet vvenschelijk dat men hier möt vooriig, tigheid te werk ga. Uit eene verzending aao de Ministers, zoo éen» f afkeuring van hnn gedrag konnen afgeleid worden. Door hec ter ne^ leggen ter griffie worde niets geprejudiciëerd en behoudt men zien het re^ voor» om op dé zaak terug te komen. De heer Scheers van Harencarspel zegt, dat, wanneer de vergadering doj 'niet genoeg mogt voorgelicht zijo v zij de behanaeling van hec onderwerp zoo kunnen mistellen,. Na nog eene korte vrtpordenwisseJing f is men ter stemming overgegaan en wordt met eene meerderheid van 36. tegen 16 -temmen beslotenhec requa eenvoudig ter griffie neder te leggen. De minderheid^ dié .voor de verzending aan de Ministers isf besraat b "<3e heeren MutsaerS £.tizacJordersKniphontvan Dam, van Isseltl)uy •ma er van T&issde Man TrompNeder burg h van Rosenthal j van Panhuy ModdermanSchoon eve dt Scheers van HarencarspeTy van ^oltstein en Coa verneur. Daarna wordt de vergadering cot des ;avonds gescheiden, Avond 'zitting van deh lasten dezer* In de zitting yan de Tweede Kamer der Staten-Generaal van heden', is ingekomeiutrj'de nie Wijziging in Tiet; 8ste hoofdstuk, Marineder staatsuegfooting over 1844 en 1845, ^putaan gevolge der pei stonering vaii drie vlag-ófficieren,, sedert de opmaking der begrc»,>tillf mede Ten gevolge, .dier wijziging, wordt liet eiudcüter Van liet hoofdstuk gebragt van 18443' Hij V 5-447..»4**75» e» v an 1845 dp. f 5.43<S.73*-75 rtau 'dé orde van den dag ztjii.de beraadslagingen over dit hoofdstuk. De heer Men.to ond.rzockc het gebeiirdé inet het vorige ontwerp. By hetzelve tot beginsel aangenomen dé verschiljeiule maritime etablissementen te. behouden. Rlims'cr geloofde wel, dhi er minder konden bestaan, maar wilae niet afbreken nnllioenen sebacs gekost pècit, Zijne Exc. gaf echter de toezegging.dat alles wat: ad.ninistrati vc oê treft, oude meest zuinige wijze zou worden, ipgerigt. Een verbet omwerp, na dé. in de al'dcciingén gemaakte aanmerkingen, bewees dien wensqh van minderingnaar er, zonnet ue .active Zcemagi of de maritime etablissementen' té prat iiicieft'Viniet minder dan, drie tonnen gouds werden bezuinigd. Na die alles, vermee_ de redenaar geene vryhculie hebben, de voordrage af te stemmen. Dè meerderheidfeTchepei sliste dit evenwel in een* tegenovergestelde» zin: liet Ontwerp werd afgewezen. iord, d November werd een nieuw ontwerp aangeboden. Hetzelve verschilt^ wat het cijfer betrJpe red weinig met het vroegere. De inrigtldg >Vef.schilt echier aanmerkelijk, vermltp daarijsfoor br ander .beginsel wordt omhelsd; er wórdt een maritiem etablissement gesupprimeerd;! dar lijnnanén van Rotterdam en.. Amsterdam worden vereenigdde activ.t? zeemagt wc; igebreic yehneerderd. tfa al hetgeen dóór den Minister, zoo in comité als in liet openbaar, ^band rail Êegd is, zal reen gevoelen wat liet Zijne Exc. moet gekost hebben een maritiem etabi sein ent ie supprimeren. Dè Regering beeft da; niet gedaan uit overtuiging, van het n beer van den maatretel, maar o'radat zij daartoe door de Staten-Generaal gedwongen is, ynorbf afschaffing van het maritiem? etablissement te Héllevoetsluis intusschen zal treurige gev: aP gen na zich slepen h:et adres van hét gemeente bestuur aldaar bewijst zulks. De reden! sieint gaarne tóe dat, op een oogenblik waaróp een zware last op de natie zal wow ïrovef gelegd, niet dan noodige uitgaven moeten geschieden, en bij liet algemeen belangl De bijzóndere moet achter staan; maar, als er bezuinigd wordt, dan moet daarvan het gevo légen wezen dat er minder uiigègéven wordt. Aluiers bestaat er geene bezuiniging, maar slee! j jnücl eene andere wijze van uitgeven. Zullen nu hier de nadeeïen éener suppressieopgewo: 1 worden door de voortfeéfen eener vermeerdering van de active zeemagt. De redea V6 betwijfelt dit. i', ds Bèlialve de verklaring van Zyne Exc., dat door de afschaffing van het etablissems De r niet veel beziïinied wordt, zoo zal meh slechts één schip meer hebben. Word: de vod too dragt aangenomen, dan zal hiervan hét gevolg wezende opheffingdat is de geh»Lor h ondergang van Hellevoeteene vermeerdering onzer zeemagt van 300 koppen en a :h j ieer geringe vermindering van liet eindcijfei. rtij de heerschende armoede en verminder welvaart, kan de spreker niet medewerken, om de hand té slaan aan eene Verraiiidt'ri van een middel yan bestaan; hij stemt tegen de voordragt. pldèn De neer Enschedé doet ziendat in de voordragt vermeerdering dér active zeeinq h een; vermindering van adminis'tratie-kosten is gebragt/Ook de redenaar heeft vroeger gedag onH e] dat de afschaffing van een maritiem etablissement weijscheiijk" was. Het is" hem ech: h 1 geuleken, döt dezelve geene belangrijke bezuiniging zpu opleverenen niet in verbr n staat met de daaruit vooitvloeijende ongelegenheden. De afstemming van het vorige»WÉ werp was gegrond op drie bédenkingen f i°. dat in vroegere jaren het beheer der zeeci ook dl inind'ér kostte;' a°. 0111 den. wensch tot vermeerdering der active zeen^agt, en', iii verba oeen d« daarmede; 30. $e afschaffing van maritime etablissementen. Het eerste bezwagr Heeft! i,enoemi den redenaar weinig gewogen. In 1805 welk jaar men tot voorbeeld heeft gekort liield mén zich niet zoo als thans aan de begrooéingen bestond er geene Rekenkaa I Bovendien bestond er destijds cené andere ïnrigtiug nopens hetonoerhpud der manschapft 'n dat aan dé Commandanten der bodems was overgelaten. De begrooting heeft thans iiolgé x active zeemagt verhoogd; terwijl eèn maritiem etablissement buiten werking, gelukkig- tpher niet ppgeli'even is. Spreker aclit.de vermeerdering onzer active zeemagt niet nood; kelijWi Onze marine heeft ten doel de bescherming onzer zoo dierbare koloniën, w» 't genoegzaam is voorzien, en de oefening der manschappen, om, wanneer het doodpik te kunnen handelen. Van daar dat dè_ spreker een oefening eskader niet als eene ijk D,i niidd vertooning beschouwt; het is ene oefenschoolwelke men niet kan ontberen. Wik pé sp Zal dus eëne, vermeerdering der zeemagt dienen Dit wordt dan eene ijdéle vertoot: j{[ jjj^ Gelukkig edhter dat die vermeerdering niet zoo buitensporig is, om daarom het oma T- af te stemmen. Hij vraagt den Minister echter, of de jonge lieden genoegzame geoefe liéid kunnen bekomen op een zwaai fregaten daartoe geen „schip van zwadrdec kal "er ri'oodig zij? Ook vraagt de redenaar Zijne Exc. of hét buiten Werking stellen vat! tf/W.é etablissement te Helle/oet wel genoegzame bezuiniging zal opleveren 'De slotsom zi dan óp overtuiging is', dat de vorige begrooting beter is dan de tegenwoordige. Hij is ec: 0|én in afgestemd, en daarop kan niet worjeii teruggekomen. Intusschen tnoet thans in hetbei h van zaken worden voórzfen. Hij acht zich dus niet geiegtig'd eene weigerachtige'.y, uit te' brengen. Zijns'óndanks zal hij de voordragt aus aannemen, doch zich nieter" W01 antwóordelijk stellen voor de partiële bezwaren .welke daaruit.zullen ontstaay. I beeft, De heer den Te.x herinnert aan de omstandigheden, onder" wejke de vroégérevc Exc. dragt is afgestemd. Het verloopen nu gaf weinig gelegenheid, tót breedvoerige ben u*' slagingen Het bezwaar nopens de maritieme etablissementen, welke dé Minister zelf. deelen, was de oorzaak der afstemming. Later is echter gebleken, dat dit de bedot t0-"oPI des Ministers niet was. Zijne Exc. had niéts tegen het getal der etablissementen ge» 1 dezel maar nopens de mindere geschiktheid -van eenige gesproken. Thans is er een tile oihvloe ontwerp aan de orde. Het bezwaa^van dé maritième etablissementen is niet opgebtt Jorden De redenaar erkent echter, dat de fyd tot grootere verandering thans te kort is, a t,». j daaruit.geene aanleiding nemen om'het ontwerp ^f te stemmen, alhoewel de zaak 1 maals in de aandacht ,dès Ministers brengende. Een ander punt betreft echter het uiiras m^£'e van eai fregat, in plaats eener brik'. Wanneer tot stelregel aangenomen wordt,om in: flC moe drang der onistaiuiignedengeene dan noodzakelijke uitgaven te doen, dan vratgt hoopt 1 redenaar, waaróm terwijl men vroeger begreep met eene brjk te kunnen volstaan, u jjer-j toi een fregat besloten is Wanneer hem de noodzakelijkheid daartoe zal 2ijn ad toond', zal hij Z|cli niet tégen de wet verklaren. .mi Dé lucr v'ad Goltstcin zegt dat, toen liy by de vorige begropting zijn .stelsel on|r •NfVpC kfelde oin alle middelen 101 ondersteuning.der active zerrtiagt aan te wenden, die wet Hderjog zóówel door de Kamer als door de Regering werd gedeeld. Dat stelsel kan echten Hij ten uitvoer gelegd worden, dan door de-kosten van beheer in te krimpen, en.'de man jn j.. mé etablissementen terué te brengen tót het getal,, benoodigd voor de uitftisiingi r. sëhepen. Bij de aanbieding eener njgtiwe voordragt is thans o'é vraag of hé; Ki Uan gezegevierd'heeft Let mén op het cijfer der adminTstratie-kosten, dan zou dit werké HU %het geval zijn, vermits ér eene aanzienlijke vermindering bestaat, maar, van nabijZoo im schouwdblijkt het dat; die bezuiniging slechts in schijn aanwezig is. De Regew gang var kent zelve', dnt die besparing alleen verkregen is, door de post der; administratie opi L ,j ander artikel over te brengen. Ziet mèn nu, dat eert.twintigste vaji het geheele bui aan kosiert'vpii beheer gèwijd is, dan moet men erkennen "dat deze te lïoog zijn. i te. 0n,tv een enkel yóórbecld kari.daanoe bygébragt worden den post van 20,000 voor reis^osp W veel Het antwoord oer Regering, dat die reizen strekken moeten oin de aannemingen m enhooi gaan, kan niet als vol-Joeiide worden aangemerkt. Immers moet men wel veel vooti jm den daarvan trekken, om er eene zoo aanzienlijke som voor uit te geven. Het is dusgs.0 l waarheid, dat er bezuiniging bij de admTstratie is ingevoerd. Bij beide begrooringenl oen de kos-'en daarvan ie hoog. Ook zyn de werven niet tpt het noodige getal gebfi IeD tWl Had men dit inderdaad gewilddan bail liet etablissement'te Rotterdam móetep wofi hebbe gesupprimeerd. Da'ii had men het onbillyke voorgekomen'e'ener bekrimping, zonder Gevers het stelsel is weggenomen. Dat enkele gemis had voor eene' bjoe.ijende hoofdstad me drtikkend geweest, terwijl hét bestaan van Hellevoetsluis geheel vernietigd wordt.. Daar de voordragt dus niet in de vroeger gemaakte bezwaren voorziet, kan hij dezrq v®rl{'3 niet aannemen. Spreker erkent intusschen dat liet inderdaad thans moéijelijj; is, dn'Orot au eenige verandering te brengen. Hij zou dus welligt voor ditmaal zijne stem nog wyzij ,Óp de indien hem de toezegging wordt gedaan dat er eene,. goede en bezuinigde organisatie hebben wórden ingevoerd, dat de etablissementen tot. het noodzakelijke gullen worden ter"? uld b'raot. Dan zou hét. stelsel gezegevierd hebben, dat alle beschikbare middelen wof - aangewend tot ondersteuning een uitbreiding der actieve zeemagt. crgadern De heer Vcrvïey Mejan heeft met de grootste belangstelling de beraadslagingen JW den het tegenwoordige hoofdstuk nagegaan. Dezelve; herinneren ons aan vroegere roetntitl van h tyden. Doch zyn die tijden voorbijNederland moet echter ook nu nier vergeten,fcoord 01 het eene zee-Mogendheid is. Uit de zee is onze roem onze rijkdom gèkotnen4jen J dié zeemagt hebben wij-onzen' halidel, onzew koloniën verkregen. Wat is Ncdertf an 47

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1843 | | pagina 2